metadata: dcterms:identifier ECHO:KN9XTZRQ.xml dcterms:creator (GND:118939297) Gravesande, Willem Jakob dcterms:title (la) Physices elementa mathematica, experimentis confirmata sive introductio ad philosophiam Newtonianam dcterms:date 1721 dcterms:language lat text (la) free http://echo.mpiwg-berlin.mpg.de/ECHOdocuView/ECHOzogiLib?mode=imagepath&url=/mpiwg/online/permanent/library/KN9XTZRQ/pageimg log: parameters: despecs=1.1.2 unknown: <007> = i or ı (dotless i) (occurs 254 time(s)) <010> = & (occurs 4 time(s)) <016> = ♄ (planet: saturn / alchemy: plumbum) (occurs 1 time(s)) <034> = J ? (occurs 22 time(s)) <041> = ♋ (zodiac: cancer) (occurs 1 time(s)) <042> = ♈ (zodiac: aries) (occurs 1 time(s)) <044> = ♏ (zodiac: scorpius) (occurs 1 time(s)) <045> = ♉ (zodiac: taurus) (occurs 1 time(s)) <046> = ♐ (zodiac: sagittarius) (occurs 1 time(s)) <047> = ♌ (zodiac: leo) (occurs 1 time(s)) <049> = ♍ (zodiac: virgo) (occurs 1 time(s)) <050> = ♒ (zodiac: aquarius) (occurs 1 time(s)) <057> = ♁ (planet: earth), note that there are two different signs for Earth! (occurs 1 time(s)) replacements: <_> = <^> = = <_> = = = [0001] [0002] [0003] [0004] [0005] PHYSICES ELEMENTA MATHEMATICA, EXPERIMENTIS CONFIRMATA. _Sive_ Introductio ad Philo$ophiam NEWTONIANAM. _Auctore_ GULIELMO JACOBO ’s GRAVESANDE, A. L. M., _Fur. Vtr. & Phil. Doctore, Regiæ Societ. Lond. Socio,_ _A$tron. & Math. in Acad. Lugd. Bat. Profe$$ore ordinario._ TOMUS PRIMUS. _Editio Secunda, auctior & emendatior._ LUGDUNI BATAVORUM, Apud PETRUM VANDER As, Typographum Academiæ atque Civitatis. MDCC XXV. _Cum Privilegio Præputent. Ordd. Hollandiæ & We$t-Fri$iæ._ [0006]PRIVILEGIE.

_D_E Staaten van Holland ende We$t Vrie$tand, doen te weeten, al$oo ons vertoont is by Pieter vander Aa, Boekverkooper tot Leyden, hoe dat by Supplt. nu al- dereer$t nieuw hadde gedrukt, _Guilielmi Jacobi_ _’s Grave$ande Phy$ices Elementa Mathematica,_ _experimentis confirmata; $ive Introductio ad_ _Philo$ophiam Newtonianam,_ in Quarto, cum fi- guris, het eer$te deel, $ynde het vervolg van het voor$z. werk by den $upplt. meede tegenwoordigh onder de Pars, dog al$oo den Supplt beducht was, dat eenige nydige, off baet$oekende Men$chen, ’t $y binnen off buytens Iands hem’tvoorn. werk $ouden mogen koo- men naa te drucken, waar door by van alle $yne groote ko$ten en arbeyd tot nu toe gedaan en nog te doen, $oude ver$teken $yn, $oo keerde den Supplt, $ig tot Ons, ver$oekende Ons Octroy, om het voorn werk en vervolg voor den tyd van vy$tien eer$t achter een volgende Faren, alleen met $eclu$ie van allen an- deren hier te Lande te mogen drucken, uyt te geven, en te verkoopen in $odanige taalen en formaten, als den Supplt. voor $yn intre$t be$t oirbaar $oude vinden, met expres verbod, waar by aan allen en eenen yge- lycken buyten hem Supplt. off die $yn actie off recht naarmaels mochten verkrygen, door Ons verboden wiert, het voorn. werk off vervolg van dienin eeni- gerhande taalen te drucken, naa te drucken, tedoen naadrucken, uyt te geven, te verkopen, ofte ver- handelen, in ’t groot noch klein, in ’t geheel noch ten deelen, noch met, noch $onder Platen, noch onder pretext van vermeerdering, verbeteringh, verande- ringh van naem, val$che tekens, ofte hoedanigh het ook genoemt $oude mogen werden, ofte in eeniger- hande taal off taalen buyten de$en Lande gedrukt werdende, de$elve niet te mogen inbrengen, te ver- handelen, off te verkopen, alles telkens op verbeurte van alle de naagedrukte, ingebrachte, verhandelde off verkogte Exemplaren, $o dikwils en menigmaal als de$elve $ouden werden achterhaelt, mitsgaders daar en boven een boete van drie duy$ent guldens by Ons tegens de Contraventeurs te $tellen. _SO IST,_ dat Wy de $aake, en’ ver$oeck voor$z. overgemerkt hebbende, ende genegen we$ende ter beede van den Supplt uyt On$e rechte weten$chap, Souveraine maght, en au- thoriteyt den $elven Supplt. gecon$enteert, geaccordeert, ende geoctroyeert hebben, con$enteeren, accordeeren, en octroyeren hem mitsde$en, dat by geduyrende den tyd van vyftien eer$t achter een volgende Faren het voor$z. werk genaemt _Guilielmi Jacobi’s Grave-_ _$ande Phy$ices Elementa Mathematica, expe-_ _rimentis confirmata; $ive Introductio ad Phi-_ _lo$ophiam Newtonianam,_ in Quarto cum figuris met het vervolg van dien, binnen den voor$z. On- $en Landen alleen $al mogen drucken, doen drucken, uytgeven, en verkoopen, in $odanige taalen en for- maten, als den Supplt. voor $yn intre$t be$t oirbaar $al vinden, verbiedende daerom allen, ende een yge- gelyken het $elve Werk en Vervolg in eenigerhande taalen in’t geheel, ofte ten deelen naa te drucken, te doen naadrucken, te verhandelen, ofte te verko- pen, ofte elders naergedrukt, binnen den $elven On- $en Lande te brengen, uyt te geven, te verhandelen ofte te verkoopen, op verbeurte van alle de naage- druckte, ingebragte, verhandelde ofte verkogte Exem- plaren, ende een boete van drie duy$ent guldens daer en boven te verbeuren, te appliceeren een derde part voor den Officier, die de Calangie doen $al, een derde part voor den Armen der plaat$e daer de ca$us voor- vallen $al, en de re$terende derde part voor den Supplt. ende dit telkens $oo menigmael als de$elve $ullen werden achterhaelt, alles in dien ver$tande, dat Wy den Supplt. met de $en On$en Octroye alleen uillende gratificeeren tot verhoedinge van $yne $chade door het naadrucken van het voor$z. Werk of Vervolg, daar door in geenen deele ver$taen den inhoude van dien te authori$eeren ofte te advoueeren, ende veel min het $elve onder On$e protectie ende be$cherminge eenigh meerder credit, aan$ien ofte reputatie te geven, ne- maar den Suppliant in cas daer in iets onbehoorlyks $oude influeeren, alle het $elve tot $ynen la$te $al ge- houden we$en te verantwoorden, tot dien eynde wel expre$$elyck begeerende. dat by aldien by de$en On- $en Octroye voor het $elve Werk $al willen $tellen, daar van geen geæbbrevieerde oft gecontraheerde men- tie $al mogen maeken, nemaer gehouden $al we$en het $elve Octroy in’t geheel ende $onder eenige Omi$$ie daer voor te drucken, ofte te doen drucken, ende dat by gehouden $al $yn een Exemplaer van het voor$z. werk gebonden en wel geconditioneert to brengen in de Bibliotheeck van On$e Univer$iteyt tot Leyden, en daer van behoorlyk te doen blycken, alles op pœne van het effect van dien te verlie$en, ende ten eynde den Supple. de$en On$en Con$ente en Octroye moge ge- nieten als naer behooren, la$ten Wy allen ende een ygelycken die’t aangaen mag, dat $y den Supplt. van den inhoude van de$en doen laten ende gedogen, ru$telyck, vredelyck ende volkomentlyk genieten ende gebruycken, ce$$erende alle beleth ter contrarie. Ge- daen in den Hage onder On$en Grooten Zegele hier aen doen hangen op den agh$ten November in’t Faer on$es Heeren en Zalighmakers $eventien hondert en negentien.

Was getekent, A: HEINSIUS, vt _Ter Ordonnantie van de Staten,_ SIMON van BEAUMONT.

[0007]MONITUM de hac Secunda Editione.

_C_Um primùm ad hæc Elementa con$cribenda animum applicarem, hoc mihi fuit propo- $itum, ut auditores, quæ fu$ius explicata au- divi$$ent, & demon$trata vidi$$ent, illa facile in memoriam revocare po$$ent. Etiam, ut le- ctoribus, quibus prima tantum Geometriæ elementa nota e$$ent, ideam darem Philo$ophiæ Naturalis Ma- thematicâ Methodo tractatæ. Cùmque, ut tironibus præcipuè liber hicce utilis e$$et, difficiliora omnia in- tacta relinquerem, $æpe propo$itiones indicavi, de quibus tantum monui, has à Geometris probari.

Ut autem $ecunda hæc editio, & lectoribus magis in Mathematicis ver$atis, u$ui e$$et, propo$itiones ta- les omnes, in capite quocunque indicatas, Mathema- ticè demon$tratas in $choliis, capitibus $ubjunctis, adje- ci. Et ne hæc lectores alios turbarent, ip$a minore charactere imprimi curavi. Omnia tamen ita di$po- $ui, ut illa $ola, quæ majore charactere edita $unt, $eparatum qua$i opus con$tituant.

In $choliis etiam alia quædam tradidi, quæ in ip$o opere commode tractari non potuere, quamvis cum explicatis relationem habeant, aut ad hæc illu$tranda in$erviant.

Secunda hæc editio, & aliis re$pectibus, e$t au- ctior & magis accurata.

Novæ multæ Machinæ, & antiquæ emendatæ in [0008]MONITUM hujus tabulis exhibentur, & Experimenta, ip$orum- que $ucce$$us, in hac majori cum curâ exponuntur.

Novam etiam no$tram Percu$$ionis Theoriam, quæ LEIBNITZIANAM, quam & HUGENIANAM dicere au$im, de viribus in$itis doctrinam pro funda- mento habet, hîc plenius explicatam, novi$que variis experimentis fulcitam, & illu$tratam tradimus.

Non animus unquam mihi fuit, nec adhucdum e$t, cum ullo, utcunque provocatus, in arenam de$cen- dere, ut de veritate contendam. Quod mihi verum vi- detur, hoc, ubi datur occa$io, pro viribus defendo; & in his ut, quantum po$$em, omnem contentionis $peciem re- moverem, argumenta, quibus memoratæ Theoriæ inniti mihi videntur, ita proponere conatus $um, ut re$pon- $a ad difficultates inde facile deduci queant, pauca$que tantum directe $olvere $u$cepi: lectorique dijudican- dum relinquo, an non Virium, Percu$$ionum, ut & Re$i$tentiarum, Retardationumque, corporum in flui- dis motorum, Theoriæ cum Phænomenis, & inter $e, quàm exacti$$ime conveniant.

No$tro labore qui$que pro arbitrio utatur, & ne nos ad re$pondendum objectionibus, quæ proponi pote- runt, devinctos credat. Quamdiu illa pro veris habebimus quæ $crip$imus, nos jure $ilere po$$e per$ua$um habe- mus.

Quamvis in multis, quæ $pectant memoratas Theori- as, à NEWTONIAN Arece$$erim $ententia, non tamen titulum Introductionis ad Philo$ophiam Newtonia- nam $ervare, & huic $ecundæ editioni ip$um in$cri- [0009]AD LECTOREM bere, ullo modo dubitavi. Varia enim in hi$ce illu- $tramus ex iis quæ ab eximio illo Philo$opho fuere tra- dita; & pleraque, quæ hîc explicamus, eo condu- cant, ut facilius intelligantur, à $ummis Philo$ophis in perpetuum celebranda, & a nemine unquam $ine admiratione legenda, NEWTONI $cripta Philo$ophica.

Qui tantum ex Phænomenis, omni fictâ rejectâ hypothe$i, in Phy$icis ratiocinatur, &, quantum in ip$o e$t, ca$te hanc methodum $equitur, ille NEWTO- NIve$tigiis in$i$tere conatur, & merito NEWTONIA- NAM $e $ectari Philo$ophiam profitetur; non au- tem ille, qui in verba jurat magi$tri.

Ut autem augmenta, & emendationes, hujus edi- tionis, & illis, qui primam jam po$$ident, in$er- virent, $upplementum $eparatum edi curavi: in quo, ut primæ editionis po$$e$$oribus utilis e$$em, præ$titi quod potui, non autem omne quod volui$$em. In $upplemento dedi omnium machinarum novarum de$criptiones, additamenta omnia, & propo$itiones mutatas. Non autem huic in$erere potui, machina- rum correctiones, neque illa, quibus, quæ in prima editione continentur, aut illu$trantur, aut clarius & magis accurate exprimuntur; $upplementum omnibus partibus completum, lectori nimio fui$$et labori, & ip$ius pretium nimium excrevi$$et.

[0010]ADDENDA.

In capite _22._ lib. _1._ prætermi$$a $unt quæ $equuntur; lecto- rem ideo rogo ut hæc velit in$erere ad pag. _119._ po$t lin. _26._

TAB XIX. fig. 1

Si corpus cujus extremitas conica e$t ut E B F bis, in diver$is $uperficiei argillæ partibus, in hanc incurrat, ve- locitatibus quæ $unt ut unum ad duo, cavitates erunt ut u- num ad quatuor, ut ex ante dictis con$tat & immediatè, 447. 464. 456. cavitates men$urando, detegitur. Tempus autem in quo ef- fectus hicce quadruplus editur majus e$t; $ed effectum et- iam quadruplum e$$e, quamvis minori tempore vim $uam corpus amittat, experimento $equenti clarum e$t.

Experimentum 4.

Formatur ex ebore, aut ligno duriore, Cylindrus, qui ab una parte cono ut E B F terminatur, ba$is oppo$ita qua- tuor conis, omnino huic $imilibus, obtegitur, qui $inguli æqualiter prominent ita, ut planum, per quatuor vertices tran$iens, perpendiculare $it ad axem cylindri; fu$pen- ditur hicce ut ille, quo in præcedenti experimento u$i $u- mus, & velocitate quacunque perpendiculariter in argillæ $uperficiem incurrit, dum juxta directionem ad axim pa- rallelam fertur, cono unico in argillam impingente.

Conver$o nunc Cylindro, mutatoque pyxidis $itu, ve- locitate dupla in argillam incurrat cylindrus, moto iterum hoc juxta axis directionem.

In priori ca$u unica tantum formata fuit cavitas, in hoc quatuor formantur, quarum $ingulæ priori quàm exacti$$i- mè æquales $unt.

Cum in utroque ca$u ad eandem profunditatem in argil- lam penetraverit corpus, clarum e$t, minori tempore vim integram ami$i$$e, ubi velocitas major fuit.

_Pag. 310. po$t. lin. 23. adde._

Hoc tamen difficilius continget, & rarius extrahendi e- runt emboli, $i hi $inguli, in inferiori parte, inter duasla- minas æneas orbem contineant ex $ubere ita, ut annulus coriaceus intru$o embolo, $e$e $uberi non ip$i metallo ap- plicet. Quod in quibu$dam antliis minoribus Anglicanis ob$ervavi.

[0011] DEDICATIO PRIMÆ EDITIONI PRÆMISSA. _ILLUSTRIBUS, NOBILISSIMIS,_ _& AMPLISSIMIS_ ACADEMIÆ BATAVÆ, quæ LEIDÆ e$t, CURATORIBUS, D. GULIELMO BARONI DE WASSENAER, TOPARCHÆ IN STERRENBERGH, EQUESTRI NOBILIUM HOLLANDIÆ ORDINI ADSCRIPTO, DELEGATORUM ILLUSTR. ET PRÆPOT. HOLLAN- DIÆ ORDINUM PRÆSIDI, ETC. ETC. D. HUBERTO ROSEBOOM, JCTO. TOPARCHÆ IN ’s GREVELSREGHT, SUPREMÆ BATAVORUM CURIÆ PRÆSIDI, ETC. ETC. D. HERMANN OVANDEN HONERT, JCTO. REIPUBLICÆ DORDRACENÆ CONSULI, AGGERUM ALBLASSERW AERDENSIUM COMITI, ETC. ETC. [0012] EORUMQUE COLLEGIS _NOBILISSIMIS GRAVISSIMIS QUE_ _VIRIS_ REIPUBLICÆ LUGDUNENSIS, CONSULIBUS, D. JOANNI VANDEN BERGH, JCTO. EX FOEDERATA HAC REPUBLICA OLIM, NO- MINE IMPERATORIS CAROLI VI., BRABANTIÆ, FLANDRIÆ, HANNONIÆ, ETC. EPHORO, ET AD RES EARUM ORDINANDAS DELEGATO. D. JOHANNI VAN ASSENDELFT, JCTO. D. HENRICO VAN WILLIGEN, JCTO. D. ABRAHAMO VAN GERWEN, JCTO. NEC NON _VIRO SPECTATISSIMO_ D. PETRO GIJS, JCTO. REIPUBLICÆ LUGDUNENSIS SCABINO, AMPLISSIMIS CURATORIBUS ET CONSULIBUS A SECRETIS, _Hæc Phy$ices Elementa_ D. D. D. G. J. ’s GRAVESANDE. [0013]PRÆFATIO.

QUi variorum Philo$ophorum circa _Phy$icam_ $cri- pta contulerit, $cientias omnino diver$as hoc nomine de$ignari, in dubium vocare vix pote- rit, dum omnes $e veram cau$am Phænome- nôn naturalium tradituros pollicentur. Nil mirum, Ma- the$is fallere ne$cia non $emper contentionem omnem a $e removere potuit.

Sed ne nos $ententiarum varietas averitatis inqui$itione abducat, $tudio & labore, quantumvis ab$condita, in lu- cem protrahitur veritas, & qui flagranti hujus amore ra- pitur, $i errores non omnes, quod minime humanum, evitet, difficilius tamen in illos cadit.

Caute in Phy$icis procedendum; circa Intelligentiæ $u- premæ opera ver$atur hæc $cientia; tradit

quas, dum primordia rerum Pangeret, omniparens Leges violare Creator Noluit, æternique operis fundamina fixit:

quomodo hi$ce Legibus univer$a rerum congeries rega- tur, &, quomodo ordo, nunquam $atis mirandus, qui- bus omnia peraguntur, ii$dem Legibus in Mundo $ervetur, explicat.

Cavendum ne fictum pro vero admittamus, eoip$oul- teriori examini januam claudimus; nulla vera Phænome- nôn explicatio ex fal$o principio deduci pote$t; menti$que humanæ figmentum di$cere, aut Intelligentiæ $apienti$$i- mæ opus perpendere quantum intere$t? Cumque $apien- tiæ divinæ inve$tigatio, & cum hac $emper conjuncta ve- neratio, $copus Phy$ici e$$e debeat, hîc ex fictis hypo- [0014]_PRÆFATIO._ the$ibus ratiocin andum non e$$e ulterius probare inutilefo- ret.

Ip$a ergo Natura indefe$$o labore, animoque attento, continuo examinanda e$t. Lente quidem progredimur, $ed quæ deteguntur certa $unt; &, ubi mortalium co- gnitionibus limites ponantur, $æpe determinamus. Quod fere omnes in errorem duxit, e$t $ciendi immoderata cu- pido; & non fatendæ ignorantiæ, $æpe $tudio acqui$itæ, a ratione $uperandus, pudor. Sed, $i in verbis ludere non vetitum, docta indoctæ $cientiæ anteponenda ignorantia e$t.

Phy$ica inter partes Mathe$eos, cujus objectum e$t quantitas in genere, merito refertur. Dividitur Mathe- fis in puram & mixtam. In generales figurarum proprie- tates inquirit illa, ab$tracta$que ideas pro objecto $uo ha- bet. In hac res ip$æ examinantur, con$equentia$que non modo legitimas dari requiritur, $ed ut cum rebus ip$is con- gruant ideæ circa quas ratiocinamur.

Ad Mathe$in mixtam pertinet Phy$ica; ratiociniorum Mathematicorum ba$es $unt Corporis Proprietates, & Na- turæ Leges, quod nemo, qui hujus $cientiæ $copum exa- minavit, inficias ire pote$t. Quid autem pro Naturæ Lege $it habendum, qua methodo ad has Leges inve$ti- gandas procedendum, minime inter Philo$ophos conve- nit. Nece$$e ideo duxi in hac Præfatione tueri quam in hoc Opere $ecutus $um philo$ophandi Methodum _Newto-_ _nianam,_ quæ in primo capite breviter exponitur.

Non agitur in Phy$icis de prima rerum formatione; ra- [0015]_PRÆFATIO._ tioni non modo con$entaneum e$t, quod Sacræ Litteræ tradunt, Mundum a DEO conditum; nequidem per mo- mentum temporis Naturam examinantem Intelligentiæ $u- premæ ve$tigia latent. A$$erere ex quibu$dam generali- bus motus Legibus Mundum originem ducere potui$$e, & _omnino parum referre_ quid de prima materiæ divi$ione fingatur. _Et vix aliquid $upponi po$$e ex quo non idem_ _effectus per ea$dem Naturæ Leges deduci po$$it:_ illudque hac de cau$a, quod _cum illarum ope materia formas_ _omnes quarum e$t capax $ucce$$ive a$$umat, $i formas i$tas_ _ordine con$ideremus, tandem ad illam, quæ e$t hujus Mun-_ _di, nos po$$e devenire: adeo ut bîc nibil erroris ex fal$a_ _$uppo$itione $it timendum._

Hæc, inquam, a$$erere, & notiones maxime claras e- vertere, vix differt, ut a plurimis Viris doctis abunde pro- batum, & ad quod argumenta proferre inutile videbitur illi, cui ignotum, $ententiam, adeo a ratione remotam, & Divino Numini contumelio$am, ab antiquis & novis, etiam præclaris Philo$ophis, & ab omni Atheï$mi labe remoti$$imis, in medium prolatam.

Po$itis ergo omnibus a DEO creatis, explicandum qui- bus Legibus omnia regantur; & ut $olam Lunam memo- rem, dicendum:

_qua cau$a argentea Phœbe_ _Pa$$ibus haud æquis graditur, cur $ubdita nulli_ _Hactenus A$tronomo numerorum fræna recu$et;_ _Cur remeant nodi, curque auges progrediuntur._ [0016]_PRÆFATIO._ _quantis refluum vaga Cynthia Pontum_ _Viribus impellit; dum fractis fluctibus ulvam_ _De$erit, ac nautis $u$pectas nudat arenas;_ _Alternisvicibus $uprema ad littora pul$ans._

De inve$tigiatione autem Naturæ Legum ut dicam, res altius petenda e$t.

Sub$tantiæ quid $int inter nobis ignota referendum e$t. Qua$dam ex. gr. materiæ proprietates novimus, $ed in quo $ubjecto hæreant hæ nos omnino latet. An Corpori non multæ aliæ tribuendæ $int proprietates, de quibus nullam habemus ideam, quis a$$erere pote$t? Cui etiam enotuit an, præter Corporis proprietates quæ a materiæ e$$entia pofluunt, non dentur aliæ a DEI libera pote$tate pendentes, $ub$tantiamque exten$am & $olidam (hæc e- nim a nobis Corpus vocatur) quibu$dam, $ine quibus exi- $tere po$$et, proprietatibus ornari. De ignotis nihil af- firmandum aut negandum e$t.

Quantum ab hac regula aberrant illi, qui, qua$i o- mnia quæ ad Corpus pertinent pleni$$ime per$pecta habe- rent, in Phy$icis ratiocinantur, pauca$que Corporis pro- prietates notas ip$um Corpus con$tituere a$$erere non dubitant.

Quid ob$ecro $ibi vult proprietates $ub$tantiæ ip$am con$tituere $ub$tantiam? An quæ $eparatim $ub$i$tere non po$$unt $imul juncta $ub$i$tent? An exten$um, impenetra- bile, mobile e$$e, & c. concipi po$$unt, $ine $ubjecto cui hæ proprietates @mpetant? Et an hujus $ubjecti ullam ha- bemus ideam?

[0017]_PRÆFATIO._

In incerto relinquendum quod incertum e$t; & ne i- gnorantiam fateri pudeat: neque timendum de ignoto ni- mium affirmari, dum $ubjectum omnino ignotum quibu$- dam incognitis proprietatibus forte præditum e$$e a$$eri- mus. Qui vero cum hoc axiomate $e nixos dicunt, quod de incognitis non $it ratiocinandum, pro ratiocinii tamen fundamento habent, nil circa Corpus ignoti dari, ni$i forte fortuna errorem non vitabunt.

Corporis proprietates a priori detegi nequeunt; Cor- pus ip$um ideo e$t examinandum, huju$que proprietates exacti$$imè perpendendæ $unt, ut po$$imus determinare quid in rerum Phænomenis ex illis proprietatibus $equa- tur.

Corpus majori cum cura examinando, videmus qua$- dam leges dari generales, $ecundum quas corpora moven- tur. _Corpus motum in motu continuare: actioni $emper_ _æqualem e$$e & contrariam reactionem_ extra omne du- bium e$t. Variæque aliæ $imiles circa Corpus deteguntur Leges, quæ minime ex proprietatibus, quæ ip$um Cor- pus con$tituere dicuntur, deduci po$$unt; cumque hæ Leges $emper, id e$t, in omnibus occa$ionibus, & ubi- que, obtineant, & omnia corpora iis $ubjiciantur, pro generalibus Naturæ Legibus habendæ $unt. Circa has in ob$curo e$t, an ex materiæ e$$entia fluant; an dedu- cendæ $int ex proprietatibus corporibus, ex quibus con$tat Mundus, a DEO tributis, $ed Corpori minime e$$entialibus; tandem an non pendeant effectus, qui pro Naturæ Legibus habentur, a caufis extraneis nobis nequidem ideis attingen- dis.

[0018]_PRÆFATIO._

Quis mortalium de omnibus aut $ingulis Naturæ Legi- bus hac in parte aliquid non temere a$$erere audebit? Mul- tas etiam Leges non e$$e detectas, circa alias varia de$ide- rari, qui Naturæ Phænomena examinavit, pleni$$ime per$ua$um habebit.

Non tamen, ut ignoto fundamento nixum, contemnen- dum Philo$ophiæ Naturalis $tudium. Limitibus arctis circum- $cribitur mentis humanæ cogno$cendi capacitas, & qui ni$i evidentiæ a$$en$um dare negat, omnibus momentis in dubio hæret, & inter incognita refert multa, circa quæ vix per momentum temporis dubitandum plerique credunt. Cognita tamen ab ignotis rite $eparare e$t animæ intelli- gentis perfectio, terræ incolam $uperans, $ed ad quam acquirendam, continuo, animo attento, $e$e applicare debet. Si in Phy$icis multa latent, quæ in hac $cientia traduntur certa $unt. Ex paucis generalibus principiis in- numera Phænomena peculiaria explicantur; hæcque ex illis Mathematica demon$tratione deducenda $unt. Agi- tur ubique de motuum collatione, id e$t, de quantitatum comparatione, circa quam qui demon$trationibus Mathe- maticis in ratiociniis non progreditur, $i non in erro- rem, $altem in incertas conclu$iones incidet.

Quæcunque ergo habeat ignota Phy$ica, va$ta & cer- ti$$ima e$t nihilominus hæc $cientia, & maxime utilis. Corrigit innumera circa res naturales, & divinam $apien- tiam, fal$a judicia; omnibu$que momentis in DEI ope- ribus hanc $apientiam ante oculos ponit; & multum dif- fert, $upremi Numinis potentiam, $apientiamque, argu- [0019]_PRÆFATIO._ mento Metaphy$ico novi$$e, & has omnibus momentis in effectibus ip$is contemplari.

Satis ergo patet, quinam $it $copus Phy$ices, exqui- bus Naturæ Legibus Phænomena $int deducenda; & qua- re, quando ad Leges generales pervenimus, non ulterius in cau$arum cognitionem penetrare po$$imus. Supere$t, ut de ip$arum Legum inve$tigatione dicamus, & tres re- gulas _Newtonianas_ in primo hujus Operis capite traditas $equendas e$$e probemus.

Prima e$t, _cau$as rerum naturalium non plures admitti_ _debere quam quæ veræ $int, & earum Phænomenis expli-_ _candis $ufficiant._ Pars prior ex ante dictis pleni$$ime $equi- tur. Altera a nemine, qui $apientem rerum Conditorem non negat, in dubium vocari pote$t; $i cau$a non $uffi- cit, veram non e$$e $ponte $equitur; $i $ufficit aliam fu- peraddere inutile erit. Adde effectum ex duplici cau$a nunquam exacti$$ime eundem e$$e cum effectu ex $implici; ergo duabus effectus explicetur, unica non $ufficiet.

Regulæ duæ $equentes ut probentur, quædam generalia præmittenda $unt.

Jam monuimus Demon$trationes Mathematicas ni$i circa ideas non ver$ari, & ubi de rebus ip$is agitur ante omnia requiri, ut cum rebus ideæ conveniant, quod nul- lâ Mathematicâ demon$tratione probari pote$t. Cum tamen omnibus momentis circa resip$as ratiocinandum $it, & nil de rebus in mente dari po$$it præter ha- rum ideas, ratiociniaque omnia ideas immediate $pe- ctent, $equitur a DEO con$titutas qua$dam regulas, qui- [0020]_PRÆFATIO._ bus de convenientia idearum cum rebus po$$imus judicium ferre.

Omnia ratiocinia Mathematica idearum tantum com- parationem $pectant; unde $equitur contrarium contradi- ctionem involvere. Triangulum rectilineum, cujus tres anguli duos rectos non æquant, impo$$ibile e$t; quia idea trium angulorum trianguli, ip$a e$t idea duorum angulo- rum rectorum. Ubi de rebus ip$is agitur, contraria propo$itio impo$$ibilis non $emper datur. Indubitatum e$t, ex. gr. _Petrum vivere,_ licet certi$$imum $it, illum heri potui$$e mori. Cum autem in innumeris occa$ionibus in ca- $u $imili, cum certitudine, affirmandum aut negandum $it, cumque hoc clare ex rerum con$titutione, deduca- tur: $equitur, in talibus occa$ionibus, ratiocinia dari certa, a Mathematicis demon$trationibus nece$$ario diver$a, vo- lui$$e rerum conditorem. Qui enim homines nece$$ita- te cogit, de veritate aut fal$itate propo$itionis pronun- ciare, a$$entiendum e$$e, clare indicat, argumentis, qui- bus judicium nece$$ario nititur; & non digne de DEO $en- tit qui aliter ratiocinatur.

Ut ad Phy$icam redeamus, in hac de convenientia re- rum cum ideis $en$ibus dijudicandum. Exten$io, ex. gr. materiæ & hujus $oliditas, quæ hocfundamento affirman- tur, extra omne dubium $unt. Non hîc agitur, an $en- $us quibu$dam in occa$ionibus fallant, & quomodo error vitetur, rem in genere hic examinamus.

In Phy$icis de omnibus non po$$umus immediate $en$i- bus judicium ferre; datur & alia legitima, licet non Ma- [0021]_PRÆFATIO._ thematica, ratiocinandi methodus, hoc axiomate funda- ta; _Pro vero habendum omne quod $i negetur $ocietas inter_ _homines de$truitur, aut his vivendi ratio adimitur._ Ex qua propo$itione, quæ a nemine in dubium vocari po- te$t, regulæ philo$ophandi _Newtonianæ_ $ecunda & tertia evidenti$$ime deducuntur.

Ni$i enim, quæ ubique obtinent ubi Experimenta in$ti- tuere licet, pro generaliter veris habeantur, effectu$que $imi- les ex cau$a $imili oriri ponantur, quis per momentum temporis tranquille vivere poterit?

Quotidie, nequidem ad illud attendendo, $equentia ra- tiocinia unu$qui$que pro indubitatis habet, & clare videt horum conclu$iones, $ine præ$entis rerum con$titutionis de$tructione, in dubium vocari minime po$$e.

_Ædificium, hodie in omnibus partibus firmi$$imum, cra-_ _$tino die $ponte non ruet:_ id e$t, partium corporum cohæ- $iohorumque gravitas, quas, ni$i interveniente cau$a extra- nea, nunquam mutatas vidi, aut audivi, hac nocte non mutabuntur; quia cau$a cohæ$ionis & gravitatis eadem erit cra$tino die ac hodie. Quod ratiocinium certum e$$e, ni$i ex memorato principio deduci non po$$e, quis non videt?

Tigna & lapides, quæ in quacunque regione ad ædifi- cium con$truendum apta $unt, $epo$ita omni mutatione ex cau$a extranea, hîc tran$lata in$ervire poterunt, & de ruina non magis $ollicitus ero, ac in prima regione incolæ fui$$ent, $i non tran$latis tignis & lapidibus, ip$i exhis do- mum con$truxi$$ent; _id e$t, vis, qua partes cohærent, &_ [0022]_PRÆFATIO._ _illa, qua corpora gravia $unt, in variis regionibus non_ _differunt._

Tali cibo per tot annos u$us $um, & hodie eo $ine timore ve$car.

Ubi cicutam video, venenum ibi dari concludo, licet de hac ip$a quam video nullum experimentum $um$ero.

Hæc omnia ratiocinia analogiam pro fundamento ha- bent, & extra omne dubium e$t, nos a rerum Conditore nece$$itate cogi per analogiam ratiocinari & hanc ideo ra- tiociniorum legitimum e$$e fundamentum. Analogiæ au- tem fundamentum e$t hoc; rerum univer$am congeriem legibus immutatis regi.

Quibus $emel probatis, hac ratiocinandi methodo uti po- terimus etiam in illis occa$ionibus, in quibus non $imilis ratiocinandi nece$$itas datur. Argumento, quod in uno ca$u procedit, in alio a$$en$um negare non debemus. Quis enim concipiet, _quæ eodem modo probantur_ non _æque_ _certa e$$e?_ Adde ex nece$$itate quidem generaliter deduci, ratiocinandi methodum e$$e legitimam, ratiocinia vero pe- culiaria ab hac nece$$itate non pendere. Ex analogia concludo, cibum non e$$e vene$icum; an argumentum non procedit ni$i cum e$urio? Ex nece$$itate ratiocinandi per analogiam, Mundum fixis legibus a rerum conditore regi, probamus; unde deducimus, & $ublatâ nece$$itate, ratiocinia hæc extra dubium e$$e po$ita.

In Phy$icis ergo per Phænomena Naturæ Leges $unt detegendæ; per inductionem pro generalibus habendæ; de cetero Mathematice ratiocinandum. Qui, quo hæc tra- [0023]_PRÆFATIO._ ctandæ Phy$ices methodus fundamento nitatur, $erio exa- minaverit, $olam hanc e$$e legitimam, hypothe$e$que omnes e$$e rejiciendas, facillime percipiet.

Hæc de philo$ophandi Methodo; re$tat ut deip$o Opere quid dicatur.

Dividitur totum Opus in quatuor libros. Primus agit de corpore in genere, & corporum $olidorum motu. Secun- dus fluida $pectat. Quæ ad lucem pertinent, in tertio tra- ctantur. In quarto tandem motus corporum cœle$tium, & quæ in terris ad hos relationem habent, explicantur. Primi duo libri hoc Tomo continentur.

Ut Phy$ices $tudium quantum fieri pote$t amœnum & facile reddatur, omnia Experimentis e$$e elucidanda, i- p$a$que conclu$iones Mathematicas, hac Methodo $ub o- culos e$$e ponendas, nece$$arium duxi.

Qui $cientiæ elementa con$cribit, non quid novi, quan- tum ad materiam, Orbi Litterato pollicetur; ideoque inutile duxi monere ubi reperiantur quæ hîc traduntur. Pro meo $um$i quodcunque propo$ito meo utile mihi vi- $um e$t, credidique $atis e$$e de hoc monere ad omnem furti $u$picionem vitandam. Malo gloriam, $i quam ex paucis novis, quæ $par$im in hoc Tractatu dantur, $pe- rare po$$um amittere, quam alii $uam detrahere; $umat ergo qui$que quod $uum credit, nihil mihi vindico.

Quod Machinas attinet, quibus Experimenta in$tituen- da $unt, varias aliorum Auctorum imitari curavi, multas inter has mutavi perfectiore$que reddidi, plures novas ad- didi. Neque mirum in hanc nece$$itatem illum incidi$$e, [0024]PRÆFATIO. qui ad experimentum vocavit multa, de quibus nil $imile nemo antea forte tentavit. Mathematicus enim circailla quæ Mathematicè demon$trantur Experimenta $uperflua credit: nos autem Mathematicas demon$trationes, $em- per ab$tractas, faciliores reddi, $i experimentis conclu- $iones $ub oculos ponantur, extra omne dubium habuimus; in hoc imitati Anglos, quorum docendæ Philo$ophiæ na- turalis Methodus nobis occa$ionem dedit cogitandi de hac quam in hoc Opere $ecuti $umus; illorum ve$tigia tenere $emper gloriabimur, qui, Principe Philo$ophorum duce, primi in Philo$ophicis detegendæ veritatis viam ingre$$i $unt, fictas omnes hypothe$es ex Phy$icis amandantes.

Circa Machinas ulterius monebo, plera$que con$tructas e$$e ab Artifice in hac urbe ingenio$i$$imo, & $imul Phi- lo$opho non imperito, _Joanne van Mu$$chenbroek_, cui omnes quæ hîc explicantur pleni$$ime notæ $unt; quod mo- nere non ingratum fore iis credidi, qui fortè qua$dam Machinas imitatas de$iderarent.

[0025]MONITUM De Demon$trationibus quæ quantitates in- finitè exiguas pro fundamento habent.

IN multis demon$trationibus, in $choliis datis, quantitates con$i- deramus infinite exiguas, & ita ha$ce proponimus, ut & a le- ctoribus intelligi po$$int, quibus illa, quæ de talibus quantitatibus a Geometris fuere explicata, ignota $unt. Ne autem ip$is $crupulus ullus circa demon$trationes in mente hæreat, & ne $ibi de talibus de- mon$trationibus non exactam forment ideam, monitum præmittere non inutile credidi.

Sit curva quæcunque ABC; quam in B tangit linea DE; $int TAB. XLVII fig. 5. rectæ duæ quæcunque FB, _f_G, parallelæ, junctæ lineâ F_f_; qua- rum _f_G curvam $ecat in _b_; $it etiam H_b_ parallela F_f_, $ecans tangen- tem DE in _g._ Si nunc concipiamus, F_f_ minui, id e$t lineam, _f_G motu parallelo ferri, dum etiam, per inter$ectionem hujus lineæ cum curva, motu parallelo fertur _gb_H, clarum e$t rationes inter _g_B, _g_H, HB, non mutari, donec, coincidentibus _f_G, FB li- neolæ omnes $imul evane$cant.

In codem lineæ _f_G motu, rationes inter _b_B, _b_H, HB, con- tinuò mutantur, donec ubi evanuere nullæ rationes dentur; in ip$o autem momento evane$centiæ dantur rationes ab omnibus, quæ in præcedentibus momentis locum habuere diver$æ.

Sic corpus quod cadit, & libere cadendo continuò celerius move- tur, ubi ad punctum quodcunque pervenit, velocitatem habet majo- rem omnibus velocitatibus quas antequam ibi perveniret habuit, mi- norem autem omnibus illis, quas babebit po$tquam punctum præter- gre$$um erit, peculiari$que e$t velocitas qua ad punctum appellit, ab omnibusaliis, quibus ad puncta alia quæcunque pervenit, diver$a. Eodem modo non ag<007>tur hîc de rationibus, quas habent quantitates ante eva- ne$centiam, aut po$tquam evanuere, $ed quas habent dum evane$cunt.

In ip$o autem hoc momento evane$centiæ, quia curva in puncto contactus cum tangente conincidit, confunduntur puncta G, _g_, _b_, & rationes inter _b_B, _b_H, HB, non differunt a rationibus _g_B, _g_H, HB, aut GB, GI, IB.

Ubi in demon$trationibus B_b_ infinitè exiguam ponimus, hanc pro recta habemus, & memoratam æqualitatem rationum, etiam ponimus: Hæc tamen Mathematicè vera non $unt, ni$i in momen- to evane$centiæ ubi ergo loquimur de quantitatibus infinitè exiguis, [0026]MONITUM intellige evane$centes, & demon$trationes nulli Mathematicæ demon- $trationi firmitate cedent.

Clarum etiam e$t in momento evane$centiæ _fb_ & FB confundi reveraque æquales e$$e, ergo in demon$tratione quacunque in qua portionem curvæ _bB_ infinite exiguam ponimus, quia hanc evane- $centem intelligimus, tuto lineas ut _fb_, & FB pro æqualibus habemus.

Demon$trationes hæ di$tingui debent a demon$trationibus in qui- bus error, licet in$en$ibilis, datur, qualis e$t demon$tratio n. 1222. ex qua deducimus $onum, $ive majorem $ive minorem, eâdem $emper velocitate per eundem aërem moveri; quod Mathematice verum non e$t, $ed differentia velocitatum, quando datur, ita exigua e$t, ut nulla arte percipi po$$it, quare differentiam in Phy$icis negligimus; eodem modo ac in praxi geometriæ, ubi montis altitudinem con$i- deramus, hanc non pro mutata habebimus, quamvis arenula adjecta $it. In talibus autem demon$trationibus non agitur de quantitatibus infinitè exiguis, $ed de quantitatibus finitis; numero enim finito non modo exprimi pote$t ratio inter arenulæ diametrum & montis altitudinem, $ed & inter illam diametrum & telluris diametrum, aut $i velis di$tantiam $tellæ fixæ cuju$cunque a Tellure.

In hi$ce demon$trationibus in quibus pro æqualibus habemus quan- titates, quæ tali in$en$ibili quantitate differunt, error in demon$tra- tione $en$ibilis non erit, & ideò, ubi de rebus ip$is agitur, de qui- bus $en$ibus dijudicamus, demon$trationes hæ a Mathematicis jure admittuntur; ex Mathe$i pura removentur, quæ tamen admittit, ut demon$travimus, demon$trationes quæ infinitè exiguas, aut eva- ne$centes, quantitates pro fundamento habent.

[0027] INDEX CAPITUM. LIBRII. PARSI. De Corpore in Genere. CAP. I. # _De Scopo Phy$ices, & Regulis Philo$ophandi._ # Pag. 1 # II. _De Corpore in genere._ # 3 # III. _De Exten$ione, Soliditate, & Vacuo._ # 5 # IV. _De Divi$ibilitate corporis in infinitum, & Particularum $ubtilitate._ # 6 SCHOL. 1. _De Materiæ Divi$ibilitate._ # 8 # _Infinitum Finito contineri._ # ibid. # _De Spirali Logarithmica, & hujus Men$ura._ # 9 # _De Infinitorum Cla$$ibus._ # 10 # 2. _De Partium $ubtilitate._ # 12 CAP. V. _De Cohæ$ione partium, ubi de Duritie, Mollitie, Fluiditate, & E-_ # _la$ticitate agitur._ # 13 SCHOL. _De Effectu attractionis vitri in aquam._ # 19 # _De tubis Capillarihus._ # ibid. # _De A$cen$u aquæ inter plana._ # ibid. # _De Motu guttæ inter plana._ # 20 CAP. VI. _De Motu in genere, ubi de loco & Tempore._ # 21 LIBRI I. PARS II. De Actionibus Potentiarum. CAP. VII. _De Actionibus Potentiarum comparandis._ # 22 # VIII. _Generalia circa Gravitatem._ # 24 # IX. _De Trochlea $implici, Libra, & Centro Gravitatis._ # 28 SCHOL. 1. _De Centro Gravitatis._ # 33 # _De centri Gravitatis inve$tigatione._ # 34 # 2. _Arithmetica Mechanica._ # 35 CAP. X. _De Vecte Machinarum $implicium prima._ # 36 # XI. _De Axe in Peritrochio, $ecundâ Machinarum $implicium, & Rotis_ # _dentatis._ # 39 # XII. _De Trochleâ, Machinarum $implicium tertiâ._ # 40 # XIII. _De Cuneo & Cochleâ, Machinarum $implicium Quartâ & Quintâ._ # 43 SCHOL. 1. _De Ligno findendo._ # 46 # 2. _Machinæ cuju$dam Examen._ # 47 [0028] CAP. XIV. _De Machinis compo$itis._ # 47 # XV. _De Potentiis obliquis._ # 49 LIBRI I. PARS III. De Motibus, Potentiarum Actionibus, Variatis. CAP. XVI. _De Naturæ legibus Newtonianis._ # 57 # XVII. _De Acceleratione & Retardatione Gravium._ # 59 # XVIII. _De De$cen$u Gravium $uper plano inclinato._ # 62 # XIX. _De O$cillatione Pendulorum._ # 66 SCHOL. 1. _De Motu in Cycloïde._ # 71 # 2. _De Centro O$cillationis determinando._ # 72 # 3. _De quibusdam Cycloïdis proprietatibus._ # 74 # 4. _De Lineâ celerrimi de$cen$us._ # 75 CAP. XX. _De Projectione Gravium._ # 77 # XXI. _De Viribus centralibus._ # 83 SCHOL. 1. _Generalia de viribus centralibus._ # 98 # 2. _De Motu in circulo._ # 99 # 3. _De Motu in Ellip$i._ # 101 # 4. _De Motu in Orbitâ agitatâ._ # 103 # 5. _De Motu in Ellip$i agitatâ._ # 106 # 6. _De Computatione Motuum Ap$idum in curvis parum a circulis diffe-_ # _rentibus._ # 108 LIBRI I. PARS IV. De Viribus in$itis, & Colli$ione corporum. CAP. XXII. _De Viribus corporibus motis in$itis._ # 109 # XXIII. _De Colli$ione Corporum._ # 120 SCHOL. 1. _De viribus ami$$is &c._ # 141 # 2. _De Percu$$ione Corporum lineis rigidis inter $e cohærentium, & cir-_ # _ca centra agitatorum._ # 143 # 3. _Examen Experimenti circa corpora in lancem, aut Brachium, libræ_ # _impingentia._ # 146 # 4. _De Centro O$cillationis, & Percu$$ionis._ # 150 CAP. XXIV. _De Congre$$u corporum Ela$ticorum._ # 151 SCHOL. 1 _Uberior demon$tratio de æqualitate virium ante & po$t ictum._ # 160 # 2. _Illu$tratio circa mutuam Corporum ela$ticorum Actionem._ # 161 # 3. _Paradoxi explicatio._ # 163 [0029] CAP. XXV. _De Motu compo$ito._ # Pag. 164 # XXVI. _De Percu$$ione obliqua._ # 168 # XXVII. _De Colli$ione compo$ita._ # 172 SCHOL. 1. _Demon$trationes concur$utrium corporum ineadem linea motorum._ # 180 # 2. _De concur$u trium Corporum ela$ticorum, po$itâ ela$terii relaxatione_ # _minus $ubitâ._ # 182 # 3. _De virium æqualitate in corporibus ela$ticis ante & po$t ictum._ # 184 CAP. XXVIII. _De Motu Centri gravitatis._ # ibid. SCHOL. 1. _De Motu ab$oluto & relativo variorum corporum $imul con$iderato-_ # _rum._ # 187 # 2. _De Motu Centri gravitatis trium corporum, in quibu$dam ca$ibus._ # 188 # 3. _Motus determinatio in ca$u peculiari._ # 189 CAP. XXIX. _De Legibus Ela$ticitatis._ # 190 LIBRI II. PARS I. De Gravitate & Pre$$ione Fluidorum. CAP. I. _De Gravitate partium Fluidorum, & illius effectu in ip$is Fluidis._ # 200 # II. _De Actione Fluidorum in Fundos, Latera, & Opercula va$orum qui-_ # _bus continentur._ # 204 # III. _De Solidis Fluidis immer$is._ # 211 # IV. _De Comparandis Fluidorum Den$itatibus._ # 219 # V. _De Hydro$tatica Solidorum Comparatione._ # 222 LIBRI II. PARS II. De Motu & Re$i$tentia Fluidorum. # CAP. VI. _De Celeritate Fluidi ex pre$$ione fluidi $uperincumbentis._ # 226 # VII. _De Fluidis pro$ilientibus._ # 229 # VIII. _De Fluido ex Va$is profluente, & Irregularitatibus in hoc motu._ # 238 SCHOL. _Computatio de quantitate fluidi ex foramine fluentis._ # 246 CAP. IX. _De Cur$u Fluminum._ # ibid. # X. _De Motu Undarum._ # 252 # XI. _De Re$i$tentia Fluidorum._ # 257 SCHOL. _De Re$i$tentiarum differentiis pro diver$is corporum figuris._ # 274 CAP. XII. _De Retardatione Corporum in Fluidis motorum._ # 275 SCHOL. 1. _De Logarithmica._ # 283 [0030] SCHOL. 2. _De Retardatione in genere._ # 284 # 3. _De Retardatione ex prima cau$a._ # 285 # 4. _De Retardatione ex $ecunda cau$a._ # 286 # 5. _De ambabus Retardationibus conjunctim._ # 287 # 6. _De Corporibus in altum projectis._ # 290 # 7. _De Corporibus in Fluidis cadentibus._ # 291 # 8. _Illu$tratio quorundam quæ ad Retardationem $pectant._ # 292 LIBRI II. PARS III. De Aëre & aliis Fluidis Ela$ticis. CAP. XIII. _Aërem Fluidorum Proprietates habere._ # 296 # XIV. _De Aëris Ela$ticitate._ # 299 # XV. _De quibu$dam aliis Fluidis Ela$ticis._ # 306 # XVI. _De Antlia Pneumatica._ # 309 # XVII. _Experimenta varia circa Aëris gravitatem, & hujus Ela$ticita-_ # _tem._ # 313 # XVIII. _Variarum Machinarum, quarum actio ab Aëre pendet, De$criptio,_ # _& harum effectuum Explicatio._ # 322 # XIX. _De Aëris motu Undulatorio, ubi de $one._ # 327 SCHOL. 1. _De Agitatione particularum aërearum, & Soni velocitate._ # 342 # 2. _De Soni inten$itate._ # 344 [0031] PHYSICES ELEMENTA MATHEMATICA, EXPERIMENTIS CONFIRMATA. LIBER I. _Pars I. de Corpore in genere._ CAPUT I. _De Scopo Phy$ices & Regulis philo$ophandi._

PHy$ica circa _res naturales_ & illarum _Phænomena_ ver- $atur.

DEFINITIO 1. & 2.

Res naturales _$unt omnia corpora; congerie$que illorum_ 1. _omnium_ univer$um _vocatur._

DEFINITIO 3.

_Phænomena naturalia,_ $unt omnes $itus & omnes mo- 2. tus corporum naturalium, ab actione entis intelligentis imme- diate non pendentes, & qui a nobis $en$ibus ob$ervari po$$unt.

Non excludimus ex numero Phænomenorum natu- ralium motus, qui in corpore no$tro ad voluntatem fiunt, pendent enim a motu mu$culorum, qui etiam motu alio agitantur, in hi$ce $olus motus ex actione immediata men- tis oriundus, & nobis omnino ignotus, non e$t Phænome- non naturale.

[0032]PHYSICES ELEMENTA

Omnes hi motus regulis certis peraguntur & legibus $em- per iisdem ad$tricti $unt.

Sol quotidie oritur & occidit, tempu$que ortus & occa- $us, pro anni tempe$tate & loco, $emper determinatur, eju$- dem $peciei plantæ, ii$dem po$itis circum$tantiis, eodemmo- do producuntur & cre$cunt, & $ic de cæteris. In iis ip$is quæ nobis omnino fortuita & incerta apparent, certas ob- $ervari regulas extra omne dubium e$t.

Phy$ica _Phænomena naturalia explicat,_ id e$t, _illorum_ 3. _cau$as tradit._

Cum in illas cau$as inquirimus, ip$um corpus in genere examinandum e$t, deinde quibus regulis rerum conditor omnes motus peragi voluerit. Hæ _regulæ_, vocantur _leges_ _Naturæ._

DEFINITIO 4.

_Naturæ lex ergo_ e$t, Regula & norma, $ecundum quam 4. Deus voluit certos motus $emper, id e$t, in omnibus occa$io- nibus, peragi.

E$t ideo no$tri re$pectu lex naturæ, omnis effectus, qui 5. in omnibus occa$ionibus idem e$t, cujus cau$a nobis e$t ignota, & quem videmus exnulla lege, nobis nota, fluere po$$e, licet ex $impliciori lege, nobis ignota, fluat.

No$tri enim re$pectu non intere$t, utrum quid immedi- ate a Dei voluntate pendeat, an vero mediante cau$a, cu- jus nullam ideam habemus, producatur.

Leges naturæ, ni$i ex examine Phænomenorum naturali- um, non po$$unt elici.

Ope legum hac methodo detectarum Phænomena alia ex- plicari debent.

In inve$tigatione Naturæ legum, $equentes Regulæ New- tonianæ ob$ervandæ veniunt.

REGULA 1.

Cau$as rerum Naturalium non plures admitti debere 6. quam quæ & veræ $int, & earum Phænomenis explicandis $ufficiant.

[0033]MATHEMATICA, LIB. I. CAP. I. REGULA 2.

Effectuum Naturalium eju$dem generis ea$dem e$$e cau$as. 7.

REGULA 3.

Qualitates corporum, quæ intendi & remitti nequeunt, quæ- 8. que corporibus omnibus competunt, in quibus experimenta in- $tituere licet, pro qualitatibus corporum univer $orum haben- das e$$e.

CAPUT II. De Corpore in genere.

QUod primum in corpore con$iderandum venit e$t _exten-_ 9. _$io._

Exten$io quid $it, nemoignorat, hujus idea fere $em- per menti no$træ obver$atur, & e$t $implici$$ima; unde, li- cet di$tincti$$ima $it, verbis tamen nullis de$cribi pote$t.

Omne corpus e$t exten$um, $ublata corporis exten$ione integrum tollitur corpus.

Omne exten$um non e$t corpus, in quo vero corpus a _$patio_ differat, non pote$t determinari, ni$i prius examinatis aliis corporis proprietatibus.

Secunda quæ corpus con$ideranti $e$e offert e$t _$oliditas._ 10. Corpus, omne aliud corpus ex loco a $e occupato excludit, & corpora fluidi$$ima æque ac maxime dura ea proprietate gaudent.

Tertia corporis proprietas e$t _divi$ibilitas_, eo quod cor- 11. pus e$t exten$um, etiam e$t divi$ibile. Exten$io enim alia exten$ione minor $emper pote$t concipi, unde videmus in omni exten$ione partes dari, quæ partes in corpore a $ein- vicem po$$unt $eparari; quia

Corpus quarta proprietate præditum e$t, quod po$$it de 12. loco in locum transferri, unde corpus _mobile_ dicitur. _Vi_ autem _in$itâ_ in motu per$everat.

Quando nullum datur ob$taculum, corpus ictui minimo 13. cedit, major tamen vis requiritur ad corpus movendum ma- jori celeritate quam minori, & ad movendum corpus ma- jus quam minus, $i æqualis fuerit velocitas; vis etiam ma- [0034]PHYSICES ELEMENTA jor iisdem in ca$ibus requiritur, ut corpus in motu $i$tatur; corpus ergo quie$cens motui & corpus motum quieti re$i$tit: illud oritur ex materiæ _Inertia_, quæ _in omnibus corporibus_ _quantitati materiæ proportinalis e$t_; quia omnibus materiæ particulis æqualiter competit.

Omne corpus figura e$t præditum, & Figurabile; $iab omni 14. parte in corpore divi$iones fiant, & partes removeantur, quod in medio remanet ab omni parte terminatum e$t, & nece$$ario figura præditum; Idem corpus varias pote$t in- duere figuras, quia in partes pote$t re$olvi, & quia hæ, quæ mo- biles $unt, in vario ordine erga $e invicem di$poni queunt.

CAPUT III. De Exten$ione, Soliditate, & Vacuo.

HIc con$ideranda venit in Scholis decantata quæ$tio _de Va-_ 15. _cuo_; fcilicet an detur exten$io omni materia de$tituta, hæc enim exten$io vocatur _Vacuum, Inane_, aut _Spatium._

_Vacuum_ revera dari ex Phænomenis probatur, & ideo in cap. XII. lib. IV. quæ$tionem hanc ad examen voca- mus.

Vacuum po$$ibile e$$e ex $olo examine idearum deduci- tur. Omne enim quod clare concipimus exi$tere po$$e, po$- $ibile e$t.

Quæ$tio ergo eo redit, an habeamus ideam exten$ionis non $olidæ.

Soliditatis ideam acquirimus contactu; corpora quæ- 16. dam nobis re$i$tere $entimus, & quidem omnibus momen- tis nobis illa re$i$tunt, quæ de$cen$um ver$us inferiora loca impediunt; ex qua re$i$tentia apparet corpus ex loco a $e oc- cupato omne aliud corpus excludere; id e$t, illud $olidita- te præditum e$$e, quam $oliditatis ideam ad corpora $ubtilio- ra, quæ propter partium tenuitatem $ub $en$us non cadunt, transferimus: & experientia con$tat, hæc ip$a, æque ac duri$$ima, aliis corporibus re$i$tere.

[0035]MATHEMATICA, LIB. I. CAP. III. EXPERIMENTUM 1.

Aër in quo vivimus fere $emper vi$um & tactum no$trum 17. fugit, in antlia tamen exacte clau$a embolo re$i$tit, ita ut nul- la vi ad antliæ fundum protrudi po$$it.

In exten$ionis autem idea non continetur idea $olidita- tis, hanc non ni$i ex contactu, illam vero $ine illo acquiri- mus, & $i quis nunquam corpus tetigi$$et, ei $oliditas omni- no ignota e$$et.

EXPERIMENTUM 2.

Con$piciat quis idolum inter $peculum cavum & obje- 18. ctum $peculo expo$itum; idolum tale non re$i$tit, corpus tamen æque den$um ac corpus repræ$entatum videtur: po$- $unt enim colores magis vividi in idolo quam ip$ius objecti colores repræ$entari.

Si homo nihil unquam præter talia idola vidi$$et, & ip$i- us corpus tali idolo $imile e$$et, an ullam $oliditatis haberet ideam? non videtur; exten$ionis tamen certi$$ime habebit. Hic non agitur de eo quid $it tale idolum, de ideis di$pu- tamus, $at e$t illud dari.

In $oliditatis privatione non omnis $ita e$t differentia inter Spatium & Corpus.

_Spatium e$t infinitum_, ac nullis terminari po$$e limitibus, 19. rem attente con$ideranti patebit. Corpora autem finita dantur.

_In $patio partes_ dari clare videmus, a $e invicem vero 20. $eparari nequeunt, _immobiles $unt, ut & ip$um $patium._ Cor- poris vero partes $eparationem patiuntur.

Spatii idea $implici$$ima e$t; corporis magis e$t compo- $ita.

Soliditas a quibu$dam impenetrabilitas vocatur, & ex na- 21. tura exten$ionis illam deducere conantur; pedi cubico ex. gr. exten$ionis, pes alter cubicus exten$ionis addi non pote$t, quin habeamus duos pedes cubicos, $inguli enim habent om- nia quæ ad illam magnitudinem con$tituendam requirun- tur; pars ergo una $patii partes omnes alias excludit & ip$a illas admittere non pote$t.

[0036]PHYSICES ELEMENTA

_Re$p._ partem $patii in alium locum translatam contradi- ctionem involvere; ex immobilitate ergo partium $patii, non ex impenetrabilitate, $eu $oliditate, $equitur, duas par- tes $patii confundi non po$$e.

CAPUT IV. De Divi$ibilitate Corporis in infinitum, & parti- cularum Subtilitate.

EO quod corpus e$t exten$um etiam e$t divi$ibile, ide$t, in eo partes con$iderari po$$unt.

Differt tamen corporis divi$ibilitas, ab exten$ionis divi- $ibilitate, illius enim partes a $e invicem $eparari po$$unt. Hæc vero proprietas cum ab exten$ione pendeat, in exten- $ione examinari debet: demon$trata deinde facile ad corpus transferri poterunt.

_Corpus e$t divi$ibile in infinitum_, id e$t, in ejus exten- 22. $ione nulla pars quantumvis parva pote$t concipi, quin de- tur adhuc alia minor.

Sit linea AD, ad BF, perpendicularis; ut & GH, ad TAB. II. fig. 1. parvam ab A di$tantiam, ad eandem etiam perpendicula- ris; centris C,C,C,&c. & radiis CA, CA, &c. de$cribantur circuli $ecantes lineam GH, in punctis _e, e_ &c. quo major e$t radius AC, eo minor e$t pars _e_ G: radius pote$t in infi- nitum augeri & $ic ergo minui pars _e_ G; quæ tamen nunquam ad nihilum pote$t redigi, quia circulus cum linea recta BF, coincidere nunquam pote$t.

Partes ergo magnitudinis cuju$cunque in infinitumpo$$unt minui & nullus divi$ionis datur finis.

Innumeris aliis idem probari pote$t Mathematicis demon- $trationibus.

Ex hac divi$ibilitate deducimus, _data quavis materiæ par-_ 23. _ticula quantumvis exigua, & dato $patio quovis finito ut-_ _cunque amplo, po$$ibile e$$e, ut materia i$tius arenulæ per_ _totum illud $patium diffundatur, atque ip$um ita adimpleat,_ [0037]MATHEMATICA, LIB. I. CAP. IV. _ut nullus $it in eo porus cujus diameter minimam datam $u-_ _peret lineam._ Quod ut demon$tremus, $patium implendum, divi$um concipimus in cellulas cubicas, quarum latera æqua- lia aut minora $int minimâ lineâ datâ: numerus cellularum finitus erit, & in tot partes arenula data dividi poterit, quot cellulæ dantur; ita ut in $ingulis cellulis particulam unam po$itam concipere po$$imus: concipiendum ulterius ex $in- gulis hi$ce particulis minimis globum cavum formari. Pro- pter materiæ divi$ibilitatem pote$t globus cavus $emper au- geri minuendo materiæ cra$$itiem, cum autem in $ingulis cellulis globus talis detur, poterunt $inguli augeri, donec vicini $e$e mutuo tangant, ut omnes $imul $patium impleant.

Objectiones præcipuæ, contra divi$ibilitatem materiæ in 24. infinitum, $unt, infinitum finito contineri non po$$e; ex di- vi$ibilitate in infinitum $equi, omnia corpora e$$e æqualia, aut infinitum alio infinito majus dari.

Sed hi$ce re$pon$io facilis e$t, infinito non tribuendæ $unt proprietates quantitatis finitæ & determinatæ. Partes infinite parvas, numero infinito, in quantitate finita darinon po$le, quis unquam probavit; ut & omnia infinita e$$e æqualia? Con- trarium in Scholio $equenti demon$tratur.

Si, examinatâ po$$ibili materia divi$ibilitate, partium $ub- 25. tilitatem in corporibus ad examen revocemus, hanc captum no$trum in immen$um$uperare con$tabit; innumeraque in re- rum natura dantur exempla talium particularum a $e invicem $eparatarum.

Boileus hæc variis probat argumentis.

Loquitur de filo $erico trecentis ulnis Anglicanis longo & 26. ponderis duorum granorum cum $emi$$e.

Folia auri men$uravit, & ponderavit, & reperit quinqua- 27. ginta pollices quadratos unicum tantum ponderare granum; $i unius pollicis longitudo dividatur in ducentas partes, omnes oculo di$tingui poterunt, dantur ergo in pollice quadrato partes vi$ibiles quadraginta millia, & in uno auri grano par- tium numerus e$t duarum millionum, quas partes vi$ibiles adhuc po$$e dividi nemo negabit.

[0038]PHYSICES ELEMENTA

Octo granis auri deaurari pote$t integra argenti uncia, 28. quæ deinde porrigitur in filum longitudinis tredecim millium pedum.

In corporibus odoriferis majorem adhuc partium percipi- 29. mus $ubtilitatem & quidem a $e invicem $eparatarum, plura longo tempore fere nihil $ui ponderis amittunt & $patium fatis magnum particulis odoriferis continuo implent, qui computum de tali $ubtilitate inire voluerit in illarum nume- ro quid portenti facile reperiet.

Ope micro$copiorum objecta quæ vi$um fugiunt magna 30. videntur, dantur animalcula per optima micro$copia vix vi- $ibilia, habent tamen partes omnes ad vitam nece$$arias, $an- guinem, & alia liquida: $ubtilitas partium illa componentium quanta $it quis non videt?

SCHOLIUM. De Materiæ Divi$ibilitate

In finitum vocant quidam illud, quo non datur majus, & negant materiam, e$$e divi$ibilem in infinitum, quod, hac Infiniti data definitione, libenter concedimus. Corpus in talem numerum partium, qui $it omuium maximus, non po$$e dividi, nullumque divi$ionis dari limitem, defendimus.

Infinitum finito contineri.

Infinitum e$t quod finitum $uperat; _partes_ autem _numero, omnem finitum nu-_ 31. _merum $uperante, in quantitate finita contineri_, ex con$ideratione progre$$ionis geometricæ decre$centis deducitur.

Progre$$ionem hanc Ex gr. {1/2}, {1/4}, {1/8}, {1/16} &c. in infinitum po$$e continuari, nullumque dari continuationis limitem quis non videt? Omnium tamen ter- minorum $ummam nunquam excedere unitatem; imo exacte unitati æquari demon$tramus, $i revera in infinitum continuatam concipiamus progre$$io- nem.

Sit linea AE unitas; hujus dimidium AB e$t primus terminus {1/2}; BC di- TAB. I. fig 1. midium reliqui e$t terminus $ecundus {1/4}; tertius terminus erit CD {1/8}; dividen- do DE in duas partes æquales habetur terminus $equens; & eodem modo in infinitum continuari pote$t $eries, $emperque defectus $ummæ termino- rum $eriei AB, BC, CD, &c. ab integra linea AE ultimo termino ip$ius $eriei æqualis erit quantumvis hæc continuetur. Quamdiu autem numerus terminorum e$t finitus denominator fractionis, ultimum terminum exprimen- tis, e$t numerus finitus, & ultimus terminus e$t pars finita, qua $umma $eriei ab integra unitate deficit.

Sivero numerus terminorum lomnem finitum numerum $uperet, denomi- nator ultimi termini omnem numerum finitum $uperabit, partemque lineæ AE exprimet omni parte finita minorem, ideoque differentia $umman $eriei [0039]MATHEMATICA. LIB. I CAP. IV. & lineam AE inter evane$cet, id e$t erunt æquales quantitates hæ. Q. E. D.

Infiniti ideam non habemus; ideo ideis non a$$equimur, quæ de infinito de- mon$tramus; quæ tamen ex indubitatis principiis immediate $equuntur, cer- ta $unt, &, quæ ex hi$ce deducuntur, etiam in dubium vocari nequeunt.

Innumera circa Materiæ divi$ibilitatem captum no$trum $uperantia eviden- ti$$ime demon$trantur, inter hæc notatu maximedigna $unt, quæ $pectant cur- vam $piralem logarithmicam dictam.

De Spirali logaritbmicâ, & bujus men$urâ.

Hujus curvæ proprietas e$t, quod cum omnibus lineis ad centrum curvæ 32. ductis angulos efficiat inter $e æquales.

Sit centrum C: in A angulus curvæ, id e$t tangentis ad curvam, cum radio TAB. I. fig. 2. AC, nempe BAC, æqualis e$t angulo EDC, quem tangens, in puncto alio quocunque D, cum linea DC efficit.

Si angulus hic fuerit rectus, $piralis in circulum $e convertet, $i autem fuerit acutus, ad centrum continuo accederefacile patet: non tamen ni$i po$t infinitos gyros ad hoc pervenire poterit.

Ponamus revolutionem primam, po$ito curvæ initio in A, terminari in F, puncto medio inter A & centrum C. In hoc ca$u angulus BAC paululum excedet 80. gr. 57′. Secunda revolutio ad FC illam habet relationem, quam prima ad AC; ideoque terminabitur in G, puncto medio inter F & C, quod ad gyros $equentes etiam applicari debet; & _punctum quod in curva movetur_ 33 in integra revolutione quacunque, accedendo ad centrum, percurrit dimidi- um di$tantiæ $uæ a centro in principio revolutionis. _Licet_ ergo _ad di$tanti-_ _am a centro quantumvis exiguam pervenerit_, non unicâ revolutione ad hoc per- venire poterit; auctoque numero revolutionum, quantum quis voluerit, non- dum ultimam attinget; & _numerus revolutionum omnem numer um finitum $upe-_ _rabit._

_Ad centrum_ tamen _curvam pertingere, ibique terminari_, etiam con$tat. Sit por- 34 tio curvæ ABEG; cujus centrum C; quo eodem centro, radio CG, de$cri- TAB. I. fig. 3. batur circuli portio GL, $ecans lineam C A in L.

Concipiamus LA divi$am in partes æquales, $ed exiguas, AD, DI, IL, per quarum $eparationes concipiamus circulorum portiones, centro C de- $criptas, $ecantes curvam in B & E; ducti$que radiis BC, EC, formentur triangula rectangula ADB, BFE, EHG, in quibus propter exiguas AD, DI, IL, hypotenu$æ, licet portiones curvæ, pro rectis haberi po$$unt; nume- rus enim partium in AL in infinitum pote$t concipi auctus, manentibus, quæ huc u$que $unt expo$ita, ut & iis, quæ $equuntur.

Triangula memorata $unt omnia $<007>milia inter $e; quia $unt rectangula, & præterea ex natura Curvæ angulos habent æquales BAD, EBF, GEH. Sunt etiam æqualia, propter latera homologa æqualia AD, BF, EH, quod ex æ- qualitate partium AD, DI, IL, $ quitur.

Ex A ducatur linea A _c_, cum C A angulum efficiens CA _c_, æqualem an- gulo CAB; ad AC in centro C & punctis L, I, D, erigantur perpendicu- lares C _c_, L _g_, I _e_, D _b_, $ecantes A _c_ in punctis _c, g, e, b_; ducti$que _bf_ & _eb_ parallelis ad AC, formantur triangula AD _b, bfe, ebg_, $imilia & æ- qualia inter $e, ut & triangulis ABD, BFE, EHG, ut ex con$tructione li- quet.

Idcirco hypotenu$æ A _b, be, eg_, æquales $unt hypotenu$is AB, BE, EG, id e$t, linea A _g_ æqualis e$t curvæ portion<007> AG.

Hinc patet quomodo portio quæcunque curvæ men$uranda $it, curvam- 35. [0040]PHYSICES ELEMENTA que non æquari lineæ A _c_, ni$i ad centrum u$que continuetur, illam autem finitæ e$$e longitudinis, licet in$initos gyros peragat.

Si nunc concipiamus punctum, quod ex A procedat, & velocitate quacun- que finita moveatur ita, ut hujus directio ad lineas ad C ductas $emper æqua- liter in clinetur, augulos efficiens æquales angulo _c_ AC, perveniet _punctum_ 36. hoc ad C tempore finito, in co nempe in quo eadem velocitate rectam A_c_ potui$$et percurrere; id e$t _finito tempore, velocitate finita, in $patio finito, per-_ _aget infinitos gyros._

De infinitorum Inæqualitate

_Non omnia infinita e$$e æqualia_, evidenti$$ime patebit, $i con$ideremus lineam, 37. quæ ad partem quamcunque extenditur, in infinitum po$$e produci, talemque lineam in finitam e$$e; minor tamen erit aliâ lineâ, quam partem utram que ver- $us productam concipimus in infinitum, hanc etiam ambarum $umma $upe- rabit.

Infinita linea continet numerum infinitum pedum, duodecuplum numerum pollicum.

Infinitorum inæqualitatem etiam detegimus, comparando diver$as curvas $pirales logarhthmicas $tatim indicatas.

Præter jam memoratam, & pro parte hic delineatam, curvam, concipiamus 38. & aliam $pitalem logarithmiam, ex A exeuntem, & ad centrum ita tenden- TAB. I. fig. 4. tem, ut duabus revolutionibus pertingat ad F, duabus aliis pertinget ad G; quia duæ requiruntur revolutiones, ut accedendo ad centrum dimidium di- $tantiæ ab hoc percurrat, numerus revolutionum in hac duplus e$t nu- meri revolutionum in $pirali prima, quando æqualiter cum hac prima ADF ad centrum accedit; duploque numero revolutionum ad centrum pertinget: utraque tamen curva ni$i po$t infinitas revolutiones ad centrum non accedit.

De infin<007>torum cla$$ibus.

Quæ de infinito omnium maxime paradoxa demon$trantur, idea$que no- $tras in immen$um $uperant, $unt quæ $pectant infinitorum cla$$es va rias.

Detur curva ABC parabola, cujus ab$ci$$a quæqcunque $it AD ordinata 93. huic re$pondens DC. TAB. I. fig. 4.

Nota e$t hujus curvæ proprietas, ordinatam mediam e$$e proportionalem inter ab$ci$$am & determinatam quandam lineam, quæ parameter dicitur: quare $i ab$ci$$a quæcunque dicatur _x_, ordinata re$pondens _y_, parameter _a_, La Hire. $ict. cou. lib. 3. pro. 2. in omnibus parabolæ punctis habemus {../..} _x, y, a_; ideo _ax = yy_ : quæ ergo æquatio naturam parabolæ exprimit. Evane$cente _x_ evane$cit _y_, & Parabo- la cum AF, per A parallelâ ad ab$ci$$as, non congruit, daturque tota infra hanc lineam, quæ illam tangit, & cum qua efficit angulum mixtum FAC.

Si augeatur _a_ manente _x_ augetur _y_, & $e$e expandit Parabola, aut potius formatur nova, in qua omnes ordinatæ aliûs curvæ ordinatas re$pondentes $uperant; ita ut curva prima $ecundâ includatur, quæ inter primam & tan- gentem AF tran$it, minoremque angulum mixtum cum hac efficit. Para- meter autem in infinitum pote$t augeri, & eo in infinitum minui angulus, quem cum tangente efficit Parabola.

Servato axe AD & vertice A, detur alia curva AEG, cujus ordinatæ di- 40. cantur _z_, quarum relatio cum re$pondentibus ab$ci$$is _x_ exprimatur hac æ- quatione _bbx = z<_>3: b_ de$ignat lineam con$tantem.

Augendo _b_ augentur omnes _z_, & mutatur curva in magis apertam, minui- turque angulus contactus, qui augendo _b_ in infinitum minui pote$t.

_Habemus_ ergo _duascla$$es angulorum decr e$centium in infinitum; barum integra $e-_ 41. [0041]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. IV. _cunda infinite exigua e$t re$pectu primæ_, demon$tramus enim angulum quemcun- quein $ecunda $uperari ab angulo quocunque, id e$t, utcumque exiguo, in prima.

Sit _c_ tertia proportionalis ip$is _a_ & _b_, utcunque $umtis; ergo _ac = bb._ Multiplicando per _c_ æquationem _ax = yy_, habemus _acx = yyc_, id e$t _bbx = yyc._ in $ecunda curva _bbx_ valet _z<_>3_; ergo _z<_>3 = yyc_, $i ab$ci$$a _x_ fuerit eademiu utraque curva.

Ex æquatione hac deducimus _z, c::yy, z<_>2_: unde patet _yy_ $uperari à _zz_, id e$t, _y_ minorem e$$e _z_, quamdiu hæc _ac_ $uperatur, unde $equitur curvam $e- cundam dum ex A profluit, antequam _z_ valeat _c_, inter tangentem & curvam primam dari quod univer$aliter obtineri hac demon$tratione con$tat.

Ponamus nunc tertiam dari curvam AI, cujus axis etiam e$t AD, & cujus æ- 42. quatio, manentibus ii$dem ab$ci$$is _x_, $it _dx = u<_>4; u_ e$t ordinata quæ- cunque; & _d_ linea determinata; hanc $i augeamus, mutamus curvam & mi- nuimus angulum quem curva cum tangente AF efficit; formaturque hi$ce curvis tertia cla$$is angulorum, qui in infinitum minui po$$unt, & in qua nullus datur angulus, qui non $uperetur ab angulo quocunque in $ecunda.

Datis _b & d_ quibu$cunque, $it _bb_ ad _dd_; ut _dad_ quartam quam dicamus _e_; erit ergo _bbe = d<_>3_, & æquatio curvæ _bbx = z<_>3_ mutabitur in hanc _bbex = d<_>3 x_ _ = z<_>3 e_; ideoque _z<_>3 e = u<_>4_, $i agatur de ii$dem ab$ci$$is in utraque curva; id- circo _u, e::z<_>3, u<_>3_; ergo _u_ $uperat _z_, quamdiu _e_ $uperat _u_, &, exeundo ex A, curva, cujus ab$ci$$æ $unt _u_, tran$it inter AF & aliam curvam Q. D. E.

Curvæ, quarum æquatio e$t _f<_>4 x = t<_>3_ po$ita _f_ quantitate determinatâ in $in- gulis curvis, & _t_ ordinata quæcunque, dabunt novam cla$$em _angulorum_ mino- 43. rum omnibus memoratis, & eodem modo _cla$$es in infinitum formari po$$unt,_ _$emperque omnes anguli in cla$$e quacunque $uperantur ab omnibus angulis in cla$-_ _$e præcedenti, & $uperant omnes angulos in cla$$e $equenti._

Inter duas cla$$es qua$cunque datur $eries infinita cla$$ium; quæ omnes eandem 44. proprietatem babent, ut angulus quicunque unius $it infinite parvus re$pectu angulo- rum cla$$is præcedentis, _id e$t, ut ab omnibus $uperetur, &_ infinite magnusre- $pectu cla$$is $equentis, _cujus omnes angulos $uperat._

Curvæ _ax = yy & bbx = z<_>3_ cla$$es formant diver$as; quia ordinatarum di- men$io _z<_>3_ id $ecunda unitate $uperat dimen$ionem _y<_>2_ primæ curvæ; demon- $trabimus autem cla$$es differre, quantumvis parum hæ dimen$iones differant, unde con$tabit propo$itum: quia inter ho$ce numeros 2 & 3, & alios quo$- cunque, innumeridaripo$$unt, quiinter $e differunt, quorum nulli, quantumvis parum differentes, dari po$$unt, inter quos iterum non alii innumeri dari po$$int.

Sit _ax_ = _yy_ & _g_ 1 {1/10} _x_ = _s_ 2 {1/10} id e$t, _g_ {11/10} _x_ = _s_ {21/10}; ordinatas de$ignat _s, & g_ con$tantem lineam, quamdiu curva non mutatur. Fiat ut _a_ ad _g_, ita _g_ {1/10} ad quartam quantitatem, quæ dicatur _b_ {1/10}; ergo _g_{11/10} = _ab_{1/10}; multiplican- do per _b_ {1/10} æquationem _ax = yy_ datur _ab {1/10} x = g {11/10} x = y<_>2 b {1/10} = s {21/10}_; under deducimus _s {1/10}, b {1/10}:: yy. ss_. Idcirco in viciniis puncti A, ubi _s_ nece$$ario minor e$t determinatâ _b_, erit etiam _y_ minor _s_ unde liquet quod de angulis dictum.

Inter duas cla$$es qua$cunque, quantitatum, quæ in infinitum differunt, da- 45. ri in infinitum cla$$es intermedias ex con$ideratione mediarum proportiona- lium etiam deducitur.

[0042]PHYSICES ELEMENTA

Si A $it infinite magnum re$pectu _a_, media quæcunque proportionalis _b_ inter has quantitates minor e$t A, & major _a_, non tamen finitam habet rationem ad A aut _a_; ratio enim A ad _a_ componitur ex rationibus A ad _b_, & _b_ ad _a_, & ratio ex duabus finitis rationibus compo$ita e$t etiam finita; ideo cum A & a in infinitum differant, ratio inter A & _b_, aut _b_ & _a_, omnem finitam rationem $uperat; quare etiam infinita e$t. In infinitum mediæ proportionales inter duas quantitates dari po$$unt.

SCHOLIUM 2. De partium Subtilitate.

Pondus auri, quo in n°. 28. diximus argentum deaurari, e$t {1/60} ponderis ip$ius 46. argenti. Volumen auri $e habet ad volumen argenti, quando pondera $unt æqualia, ut 10 and 19, ergo volumen auri quo argentum obtegitur ad volumen ip$ius argenti obtecti, ut 1 ad 114. nam 10. 19::60., 114.

Pes cubicus aquæ ponderat libras 63 {1/2} decies gravius e$t argentum; ergo pes cubicus argenti libras 635. pondo e$t.

Cubus e$t ad cylindrum, eju$dem diametri & altitudinis, circiter ut 14 ad 11; pondus ergo pedis cylindrici argenti e$t librarum 499. aut unciarum 7984.

Uncia una porrigitur in filum 14000. pedum, & in pede cylindrico datur filum 111776000. pedum, id e$t, tot dantur fila unius pedis.

Circulorum $uperficies $unt ut quadrata diametrorum, ideo quadratum di- ametri fili ad quadratum unius pedis, ut 1. ad 111776000; quorum numero- rum radices $unt 1 & 10572, in qua ratione $unt dictæ diametri; e$t ergo fili diameter {1/10572} pedis, aut {1/881} pollicis. Aurum circumponitur & volumen augetur {1/114}, id e$t $ectio circularis fili ea quantitate augetur, quod fiet $i filo circumponatur lamina, cujus cra$$ities e$t pars quarta partis {1/114} diame- tri, area enim circuli habetur multiplicando circumferentiam per quartam diametri partem.

E$t ergo auri cra$$ities {1/456} diametri fili, quæ e$t {1/881} poll. ita ut auri cra$$ities $it {1/401736} pollicis.

Filahæctenuia deaurata, ut filis $ericis circumvolvantur, plana fiunt, quo $u- perficies ad minimum triplicatur, & in eadem ratione cra$$ities auri minuitur, ita ut $it {1/1205208}.

Non æqualiter in omnibus punctis filum deauratur, & auri cra$$ities in qui- bu$dam locis forte duplo minor e$t, quare nihil a vero remotum ponimus, $i cra$$itiem determinemus {1/2000000} pollicis, id e$t mille$ima pars pollicis in bis mille partes dividitur.

Talis actu datur auri divi$io; ideoque particulæ, quæ arte $eparantur, non majorem diametrum habent, & talium partium in $phæra aurea unius pollicis dantur 8.000.000.000.000.000.000.; & in arenula minima, cujus nempe diameter e$t pars cente$ima pollicis, dantur particulæ 8,000.000.000.000: particula itaque $e habet ad arenulam, ut hæc ad globum, cujus diameter $u- peraret 10. pedes, & non majorem numerum arenularum contineret globus hic, quam particularum continet arenula. Globus vero continet 4096. globosunius pedis.

[0043]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. V. CAPUT V. De cobæ$ione partium, ubi de Duritie, Mollitie, Fluidi- tate, & Ela$ticitate agitur.

OMne corpus quod in $en$us no$tros cadit, ex particu- 47. lis quam minimis con$tat, nulla illarum in $e e$t in- divi$ibilis, no$tri re$pectu omnes $unt, divi$io enim quæ a nobis fieri pote$t, e$t particularum $eparatio.

Quando magna vis ad illam $eparationem requiritur, cor- pus durum vocatur.

Si partes facilius cedant & cum $ublap$u partium intro- cedant molle vocatur.

Sed hæc in $ignificatione vulgari, vis magna & minor ni- hil determinati denotant, & corpus durum re$pectu unius ho- minis, alteri molle videtur.

DEFINITIO 1.

Philo$ophicè _corpus durum_ vocatur, cujus partes inter 48. $e cobærent, & neutiquam introcedunt, ita ut partes nullo mo- tu affici po$$int quin di$rumpatur corpus.

Corpus tale perfectè durum nullum novimus.

DEFINITIO 2.

Philo$ophice _corpus molle_ vocatur cujus partes introce- 49. dunt & $ublabuntur, _licet ad illud mallei ictus requirantur._

DEFINITIO 3.

Corpus cujus partes cuicunque impre$$ioni cedunt & ce- 50. dendo facillime moventur inter $e vocatur _fluidum._

Hæc omnia a cohæ$ione partium pendent, quo arctior e$t eo magis ad perfectam duritiem corpus accedit. Durities vero particularum minimarum ab illarum $oliditate non dif- fert, & e$t proprietas e$$entialis corporis, quæ non magis explicanda e$t, quam quare corpus $it exten$um & mens cogitet.

An omnia corpora ex particulis æqualibus & $imilibus con- $tent omnino ignoro, & circa cau$am cohæ$ionis particula- rum adhuc multa ob$cura $unt.

Naturæ leges quæ hic locum habentex Phænomenis dedu- cuntur.

[0044]PHYSICES ELEMENTA

Cohæ$ionis lex peculiaris e$t, omnes particulas _vi attra-_ 51 _ctiva_ gaudere, ide$t $i vicinæ fuerint, $ponte ad $e mutuo tendunt, cujus motus cau$a nos latet, $ed cum hunc ge- neraliter locum habere ob$ervemus, ip$um inter leges natu- ræ referimus . 5.

DEFINITIO 4.

Nomine _attractionis_ intelligo _vim quamcunque qua duo_ 52. _corpora ad $e invicem tendunt_; licet forte illud per impul- $um fiat.

Attractio _autem, quæ in cohæ$ione partium locum habet,_ 53. hi$ce legibus $ubjicitur, ut in ip$o particularum contactu $it perquam magna, & $ubito decre$cat, ita ut ad di$tantiam quam minimam, quæ $ub $en$us cadit, non amplius agat, imo etiam ad majorem di$tantiam $e$e mutet in vim repellentem, qua particulæ $e$e mutuo fugiunt.

Ope hujus legis multa Phænomena facillime explicantur, & innumeris experimentis chemicis illa attractio & repul$io pleni$$ime probantur, etiam ex$equentibus experimentis illas dari $atis patet.

EXPERIMENTUM 1.

In omnibus corporibus fluidis partes omnes $e$e mutuo 54. attrahere videmus, ex figura $phærica quam guttæ $emper habent; ex eo etiam quod nullum detur fluidum, cujus par- tes non $int qua$i conglutinatæ, quod in ip$o Mercurio cla- re apparet.

EXPERIMENTUM 2.

Sed multo melius hæc mutua particularum attractio pro- 55. batur, ex eo quod in omnibus fluidis duæ guttæ ut A & B, TAB. II. fig. 2. $tatim ac $e invicem quam minime tangunt, in unam guttam majorem F redigantur; quæ omnia cum etiam in metallis liquefactis locum habeant, $equitur particulas illa compo- nentes & tum $e$e mutuo attrahere, cum motu ignis a jun- ctione arcentur.

Hæc non oriuntur ab aëris pre$$ione, quia & in locoaë- re vacuo procedunt, neque ab alius materiæ cuju$cunque pre$$ione ab omni parte æquali; tali enim pre$$ione figura, [0045]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. V. quæcunque fuerit, minime mutari pote$t, ut in cap. 3. lib. 2, ex legibus pre$$ionis fluidorum deducemus.

Etiam primo intuitu patet in gutta _acbd_, pre$$iones in $u- TAB. II. fig. 3. perficies _ad_ & _cb_ minores e$$e pre$$ionibus in $uperficies _ac, db_, $i ab omni parte gutta æqualiter prematur. Non tamen gutta fiet rotunda, quin pre$$iones i$tæ minores, ma- jores vincant, quod e$t ab$urdum.

In attractione contra, quo major e$t numerus particula- rum $e mutuo attrahentium inter duas particulas, eo ma- jori vi $e mutuo ver$us feruntur; unde motus in gutta, donec di$tantiæ inter puncta oppo$ita in $uperficie $int ubique æ- quales, quod in $ola figura $phærica locum habet.

Pleraque corpora attractione illa agunt in corpora extra- nea. Exempla pauca dabo, in quibus effectus attractionis illius $unt maxime notabiles.

EXPERIMENTUM 3.

Tubuli vitrei exigui ab utraque extremitate aperti aquæ 56. immerguntur, ut in $chemate repræ$entatur. Aqua in eos TAB. II. fig. 4. $ponte a$cendit, & ad majorem altitudinem quo diameter tubuli e$t minor. Tubuli hi dicuntur capillares; $ed in majoribus, quorum ex. gr, diametri æquant $extam pol- licis partem, experimentum etiam procedit.

Effectum hunc pre$$ioni aëris tribuendum non e$$e, $e- quenti experimento liquet.

EXPERIMENTUM 4.

Suberiannectuntur tubuli, & filo æneo AB $u$tinentur, dein- 57. de ope machinæ pneumaticæ aër ex recipiente R, laminæ æ- TAB. II. fig. 5. neæ impo$ito, exhauritur, & motu fili AB, aquâin vitro CD contentæ immerguntur tubuli, aqua in eo ca$u eodem mo- do ac in experimento præcedenti in eos a$cendit. Quo- modo filum $ine ingre$$u aëris moveri po$$it, in $equentibus, dicetur.

EXPERIMENTUM 5.

Vitrea duo plana ABCD junguntur in AB, at in CD 58. interpo$itâ laminâ paululum $eparantur; latera CB aquâ ali- TAB. II. fig. 7. quo colore tinctâ immerguntur tia, ut latera AB & CD [0046]PHYSICES ELEMENTA $int verticalia; antea ii$dem planis intus eodem liquore ma- defactis.

Aqua inter hæc plana, planorum attractione, a$cendit, & ad majorem altitudinem a$cendit pro minori inter plana di$tantiâ; cum vero continuo à CD, ver$us AB, minua- tur hæc, aqua ubique ad diver$as altitudines a$cendit, & for- mat lineam curvam _efg_.

EXPERIMENTUM 6.

ABCD $unt duæ laminæ vitreæ planæ, junctæ in AB, 59. in CD vero paululum $eparantur, interpo$itâ lami- nâ cuju$cunque materiæ. Rectangulo l<007>gneo HILM $u$tinentur; latera $eparata DC regulæ ligneæ, cum la- tere ML rectanguli cohærente, imponuntur; ad horizontem utcunque inclinantur laminæ, elevando latera conjuncta AB; Cylindro NO laminæ in quocunque $itu $u$tinentur; Cochleâ P cylindrus ad altitudinem quamcunque $irmatur.

Gutta aquæ aut olei G interponitur, ita ut ambo plana, antea eodem liquore madefacta, tangat; ab utroque plano attrahitur, $ed attractio majorem in guttam edit effectum; ubi plana minus di$tant, id e$t, in _e_ quam in _f_; gutta i- deo ver$us _e_ movetur, id e$t, a$cendit, & eo celerius quo altius a$cendit, $uperficiebus quibus gutta vitra tangit, cre- $centibus ubi di$tantia inter plana minuitur. Angulus inclina- tionis plani ita pote$t augeri, ut gravitas guttæ æque polleat cum effectu attractionis, & tunc gutta quie$cit; & $i in eo ca$u magis elevetur planorum pars AB, gutta de- $cendit propter guttæ gravitatem præpollentem.

EXPERIMENTUM 7.

Mercurius Auro & Stanno $e$e jungit, etiam aqua, & o- 60. leum ligno & vitro nitido adhærent.

Repul$ionis exempla habemus inter aquam & oleum, & 61. in genere inter aquam & omnia corpora pinguia, inter Mer- curium & Ferrum, ut & etiam inter particulas pulveris cu- ju$cunque.

EXPERIMENTUM 8.

Si corpus quoddam pingue, quod aqua levius $it, $uper- 62. [0047]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. V. ficiei aquæ imponatur, aut fru$tum Ferri Mercurio, $uper- ficies liquidorum deprimentur circum corpora immer$a, ut circum globum A repræ$entantur; & eodem modo ac in TAB. II. fig. 8. ca$ibus ubi vis attractiva locum habet, $uperficies fluidi cir- cum corpora immer$a altior e$t, ut circum globum B, & gravitate ad libellam non defluit; $ic in hi$ce ubi vis repellens actionem $uam exerit, fluida pondere $uo non defluunt ad implendas cavitate, quæ circum corpora im- mer$a formantur.

Huc pertinent omnia Phænomena globorum vitreorum le- 63. vi$$imorum aquâ innatantium; quando nitidi $unt aqua ab omni parte circa eos a$cendit, ut in B; quando pinguedine quadam obteguntur, aqua ab omni parte qua$i excavatur, ut in A;

In va$e vitreo, in quo experimenta fiunt, aqua a lateribus vitri ab omni parte etiam $u$tinetur, & ibi altior e$t, ut in C, & D; quando vitrum ita repletur, ut aqua ab omni par- te defluat, attractione mutua partium aquæ, altior e$t in medio quam ad latera, & $uperficiem convexam format TAB. II. fig. 9. ABC: ex hi$ce $olis $equentia Experimenta explicantur.

EXPERIMENTUM 9. 10. 11. 12. 13.

Quando vitreum vas non omnino aquâ impletur, globus 64. nitidus $emper, $i, ad di$tantiam non admodum magnam a latere va$is, aquâ imponitur, latus ver$us fertur & ei $e$e jungit. Globus ab omni parte æqualiter ab aqua premitur, quando autem accedit ad latus va$is, vis, qua ibi aqua ele- vatur, tollit pro parte pre$$ionem illam; & pre$$io a parte oppo$ita præpollet.

Quando vas repletur ita, ut aqua defluat, globus a late- 65. re vitri $ponte medium ver$us fertur; vi, qua aqua in medio magis elevatur, ab ea parte pre$$ionem circa globum minuente.

Contrarium in utroque ca$u obtinet, quando globus pin- 66. guedine obtegitur, quia vis, qua aqua & globus $e$e mutuo repellunt, major e$t, ubi aqua magis elevata e$t.

Duo globi nitidi, aut pinguedine induti, $e$e mutuo pe- 67. tunt. Si nitidi fuerint, cau$a eadem e$t ex qua globus ad [0048]PHYSICES ELEMENTA latus vitri fertur: quando pinguedine obtecti $unt, cavitas circum illos datur, ubi cavitates juguntur pre$$io minuitur, & ver$us illam partem globus uterque fertur.

Si Globus unus $it nitidus, & alter pinguedine obtectus, 68. $e$e mutuo fugiunt; eodem modo ac globus pinguedine ob- tectus latus vitri fugit.

In cry$talli$ationibus etiam pulcherrima attractionis exem- 69. pla habemus.

DEFINITIO 5.

_Ela$ticitas, vocatur corporum proprietas, qua, $i figura_ 70. _illorum vi aliqua mutetur, ad pri$tinam figuram redeunt;_ Si enim corpus quoddam $it compactum, flectat $e, & cum prematur introcedat $ine ullo partium $uarum $ublap$u, cor- pus revertet ad figuram $uam vi illa, quæ ex mutua $uarum partium attractione oritur.

Illam vero aëris proprietatem, quæ illius _ela$ticitas_ dici- 71. tur, oriri ex vi, qua partes $e$e mutuo repellunt, $uo tem- pore dicetur.

Et ne quis credat, quia cau$am prædictæ attractionis & 72. repul$ionis non damus, illas inter qualitates occultas e$$e re- cen$endas. Cum Newtono re$pondemus, „ nos illa principia „ con$iderare, non ut _occultas qualitates_, quæ ex _$pecificis_ „ rerum _formis_ oriri finguntur; $ed ut _univer $ales_ naturæ „ _leges,_ quibus res ip$æ $unt formatæ; nam principia qui- „ dem talia revera exi$tere o$tendunt Phænomena naturæ, „ licet, ip$orum cau$æ quæ $int, nondum fuerit explicatum. „ Affirmare $ingulas rerum $pecies _$pecificis_ præditas e$$e „ _qualitatibus occultis_, per quas eæ vim certam in agendo „ habeant, hoc utique e$t nihil dicere. At ex Phænome- „ nis naturæ duo vel tria derivare generalia motus princi- „ pia, & deinde explicare quemadmodum proprietates, & „ actiones rerum omnium, ex principiis i$tis con$equuntur; „ id vero magnus e$$et factus in Philo$ophia progre$$us, et- „ iam$i principiorum i$torum cau$æ nondum e$$ent cognitæ.

[0049]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. V. SCHOLIUM De ef$ectu attractionis vitri in aquam.

Singulæ particulæ aqueæ ad exiguam a vitro di$tantiam ab hoc attrahuntur, 73. id e$t, per lineas rectas tendunt ad $ingulas vitri particulas, quarum di$tantia non $uperat illam ad quam vitrum & aqua in $e mutuo agere po$$unt. Sit TAB. I. fig. 5. vitri $uperficies AB; particula C; hæc ad vitrum tendit per lineam CD, ad $uperficiem perpendicularem; tendit etiam ad punctum _e_, $ed eodem tem- pore æquali vi tendit ad omnia puncta in $uperficie æqualiter cum _e_ à D di- $tantia, id e$t in cir cumferentia circuli po$ita, cujus diameter e$t _e f_: propter harum omnium virium æqualitatem non poterit punctum magis ad punctum u- num ferri, quam ad aliud; ideo, omnibus viribus $imul agentibus, par- ticula etiam trahitur per CD. Similem demon$trationem aliis particulis vitri in _aquæ particulam_ agentibus applicando con$tabit, hanc _ad vitrum tendere per_ 74. _lineam ad $uperficiem bujus perpendicularem._

Detur $uper plano vitreo AB gutta G. Particulæ $ingulæ parum a vitro TAB. I. fig. 6. di$tantes ad hoc directe tendunt, particula$que cum quibus cohærent $ecum trahunt, unde in gutta oritur motus $imilis illi, qui in gutta daretur, $i plano CD ad AB parallelo hoc ver$us premeretur; qua pre$$ione gutta $e$e expan- deret _quaqua ver$um,_ & _expan$io hæc e$t effectus attractionis._ 75.

Sit AB aquæ $uperficies; huic pro parte immergatur perpendiculariter 76. vitreum planum FD, cujus cra$$itiem hic repræ$entamus. Aqua a plano at TAB. I. fig. 7. trahitur, quo premitur juxta directionem BD , & conatur quaqua ver$um 74. $uper plano $e$e expandere ; quo motu non po$$unt agitari ni$i particulæ in 75. D, motibus contrariis infra $uperficiem $e$e mutuo de$truentibus; elevabitur ideo aqua, & a$cendentem $equetur illa, quæ cum ip$a cohæret, $u$tinebi- turque ita aqua a vitro, ut pondus aquæ elevatæ valeat vim qua elevatur.

Sit altitudo hæc, quam ju$to majorem repræ$entamus, DC; $u$tinetur autem aqua in CDG $olâ vi qua particulæ in C $ur$um pelluntur: nam ubi aqua quie$cit, vires, quibus aqua inter C & D $e$e quaqua ver$um expandere cona- tur , $e$e mutuo de$truunt: particula ex. gr. in _e_ æqualiter $ur$um & deor- 75. $um pellitur. Vis ergo quæ $u$tinet aquam, _proportionem_ $equitur _latitudinis_ 77. _$uperficiei juxta quam aqua ad$cendit, men$uratæ, ad altitudinem ad quam aqua_ _pertingit, in linea ad $uperficiem ip$ius aquæ parallela:_ quam eandem rationem _$equitur pondus aquæ elevatæ._

De Tubis Capillaribus.

Aquam in tubos vitreos minores $ponte ad$cendere debere, ex explicatis facile deducitur. _Quantitas_ autem _aquæ, quæ $u$tinetur,_ $equitur rationem o- 78. ræ aquæ elevatæ ; & orahæc, _$iagatur detubis cylindricis, perpendiculariter im-_ 77. _mer$is ad in$tar diametri cre$cit aut minuitur._

Sint duo tubi quorum diametri dicantur D, _d_; altitudines aquæ A, _a_; quantitates aquæ ergo erunt inter $e ut D<_>q x A ad _d_<_>q x _a_ ; ideo D<_>q x A, _d_<_>q x _a_ 2. II. 14. El. XII. :: D, _d_; dividendo antecedentia per D<_>q, & con$equentia per _dq_ habemus, 78. A, _a_ :: {1/D}, {1/_d_}, id e$t _altitudines $unt inver$e ut diametri._ 79.

De a$cèn$u aquæ inter plana, de quo in n. 58.

Sint AC, BC, lineæ repræ$entantes planorum $ectionem horizontalem a 80. $uperficie aquæ; ponamus $patium, angulo ACB contentum, dividi lineis TAB. I. fig. 7. [0050]PHYSICES ELEMENTA ut _de, fg, hi, l m,_ &c parum admodum, $ed æqualiter, a $e mutuo di- $tantibus; manife$tum e$t æquales aquæ quantitates in $patiis _dfeg, himl,_ elevari ; ibique ideo dari pri$mata æqualia, quorum altitudines $unt inver$e 77. ut ba$es ; hæ autem, quia pro parallelogrammis haberi po$$unt, & propter la- 34. El. XI. titudines _df, hl,_ æquales, $unt inter $e ut _de_ ad _hi_ ; quæ $unt ut _d_ C ad _h_ C. 1. El. VI.

Deducimus ex his curvam _efg_ e$$e Hyperbolam cujus A$ymptoti $unt lineæ 81. AB, in qua vitra $e$e mutuo tangunt, & BC, $uperficies aquæ ; Propter TAB. II. fig. 7. angulum rectum ABC Hyperbola e$t æquilatera ; examinavimus enim La Hire S. C. l. IV. p. 2. ca$um in quo linea, in qua vitra $e$e mutuo tangunt, ad $uperficiem aquæ perpendicularis e$t.

Facile etiam confertur altitudo in tubo cum altitudine inter plana.

ibid. l. V. p. 13.

Sit _tubi cylindrici_ $ectio M, cujus _$emidiameter æqualis e$t di$tantiæ e d inter_ _plana_. Clarum e$t vim, quæ $u$tinet pri$ma aqueum cujus ba$is e$t _def_ pro- 82. portionem $equi lineæ _df_; ambabus enim _df_ & _eg_ proportionalis e$t vis quæ pa- TAB I. fig. 7. rallelopipedum, cujus ba$is e$t _dfeg_, $u$tinet . 77.

In tubo vis quæ $u$tinet pri$ma, cujus ba$is e$t _nop_, proportionalis e$t ip$i _np_; quia tota circumferentia proportionalis e$t illi quæ integrum aqueum cylin- drum vitro contentum $u$tinet. Si _np_ & _df_ fuerint æquales; vires quæ pri- $mata $u$tinent æquales $unt; ideoque & ip$a pri$mata æqualia; $unt etiam in hoc ca$u ba$es _nop_, _def_, æquales, quare pri$matum altitudines non difterunt, & _aqua in tubum & inter plana ad eandem ad$cendit altitudinem._

Variarimultis modis pote$t experimentum de ad$cen$u aquæ inter plana.

Nimium longum & $atis inutile foret, omnia quæ huc $pectant perpendere; $atis e$t ca$um præcipuum examina$$e; Circa duos alios in quibus angulus 83. ABC, quem linea, in qua vitra junguntur, cum $uperficie aquæ efficit, e$t TAB. I. fig. 8. 9. acutus aut obtu$us, manentibus planis vitreis ad aquæ $uperficiem perpendi- cularibus, notabo, aquam etiam terminari Hyperbolica linea, cujus a$ym- ptos una e$t aquæ $uperficies, altera habetur erigendo perpendicularem BF ad CB, in puncto B, a$vmptos quæ$ita erit BE, quæ dividit bifariam FD, perpendicularem in puncto quocunque ad BF, & terminatam linea BA.

Si DF per punctum D Hyperbolæ tran$ect, BF erit $emidiameter con- jugata cum $emidiametro BD.

In Fig. 9. ultra F Hyperbola non continuatur; aqua tamen ulterius ad$cen- dit, $ed aliâ terminatur Curvâ.

In Fig. 8. licet Hyperbola vitrorum latera juncta $ecet in D non ibi ad- $cen$us aquæ terminatur, $ed ad certam, & quidem pro diver$o, quem in- ter $e vitra continent, angulo, diver$am ab AB di$tantiam, ab Hyperbola deflectitur curva, ad$cen$u$que juxta BA continuatur. _Ubi_ enim _exigua_ 84. _admodum e$t inter vitra di$tantia attractiones oppo$itæ $e$e mutuo juvant_, quo au- getur aquæ ad$cen$us. Simile augmentum actionis in n $equenti memoratur; in luminis attractione a corporibus etiam locum habet, ut notamus in nume- ro ultimo cap. 5. lib. 3.

De motu guttæ in _n. 59,_

Concipiamus plana, inter quæ gutta movetur, $ecari plano ad plana, & ad 85. lineam in qua junguntur perpendicularem: repræ$entatur $ectio hæc; $ed, cum TAB. I. fig. 10. motus ab inclinatione planorum ad $e invicem pendeat, hanc ju$to majorem repræ$entamus, ut & di$tantiam inter vitra, & di$tantiam ad quam vitrum in oleum agit.

Sint plana AB, CD; gutta _e eff_; _gh_ di$tantia ad quam vitrum oleum tra- hit: omne ergo oleum inter _iehf_ ad planum trahitur, & conatur $e$e quaqua [0051]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. V. ver$um $uper plano expandere non autem pote$t propter cohærentiam par- 75. tium guttæ, vire$que oppo$itæ in _e_ & _f_ $e$e mutuo de$truunt, guttaque, $i pla- na parallela forent non moveretur. Nunc vero, quia actio attractionis per- pendiculariter dirigitur ad vitrum, oleum in $patio _flh_ a $uperficie _fg_ attra- hitur, ceditque, quia nulla actione contraria de$truitur hæc, quo motu agi- tatur tota gutta cujus partes cohærent inter $e. Tendit idcirco gutta illam partem ver$us in qua vitra concurrunt, quamdiu inferius plani inclinatio ad horizontem talis e$t, ut vis, qua gravitate $uper plano conatur de$cendere, minor e$t illâ qua ex attractione $ur$um fertur.

Ubi autem exigua e$t inter vitra di$tantia attractiones oppo$itæ $e$e mutuo juvant’, vi$que magis augetur quam ad in$tar diametri guttæ, quod augmen- tum in ratione diametri ex $uperius demon$tratis deduci facile pote$t.

CAPUT VI. De Motu in genere, ubi de Loco & Tempore.

MOtus _e$t tran$latio de loco in locum, $ive continua loci_ 86. _mutatio._ Unusqui$que illius habet ideam, quæ $im- plex e$t, & verbis explicari nequit.

Locus _e$t $patium a corpore occupatum,_ & de eo idem ac 87. de _motu_ dicendum.

Duplex e$t, _verus_ $eu _ab$olutus_, & _relativus._

DEFINITIO 1.

Locus verus _e$t pars $patii immobilis, quæ a corpore occu-_ 88. _patur._

DEFINITIO 2.

Locus relativus, qui $olus $en$ibus di$tinguitur, _e$t $itus_ 89. _corporis re$pectu aliorum corporum._

Sæpe mutatur locus verus manente relativo, & vice ver$a.

Unde motus alter e$t _verus_ $eu _ab$olutus_, alter _relativus._ 90.

Dum corpus movetur, tempus labitur.

Tempus etiam duplex e$t; _verum_ $eu _ab$olutum_, & _re-_ 91. _lativum._

_Verum_ nullam habet relationem ad motum corporum, 92. neque ad $ucce$$ionem idearum in Ente intelligenti, $ed $ua natura $emper æqualiter fluit.

DEFINITIO 3.

Tempus relativum _e$t pars temporis veri per motum cor-_ 93. _porum men$urata_, hoc $olum $ub $en$us cadit.

[0052]PHYSICES ELEMENTA

Motus omnis pote$t celerior fieri, & etiam corpus tardi- us quam ante pote$t moveri; & veri$imillimum e$t nullum dari motum corporum omnino æquabilem; unde $equitur tempus _relativum_ a _vero_ differri, hoc enim nunquam ci- tius, nunquam tardius fluit.

DEFINITIO 4.

Illa motus af$ectio, qua in certo tempore certum $patium 94. a corpore moto percurritur, vocatur _celeritas_ aut _velocitas;_ _quæ ergo major aut minor e$t pro magnitudine illius $patii,_ _&_ illi $patio $emper proportionalis e$t.

Spatium percur$um ad in$tar temporis augetur $i veloci- 95. tas maneat; ideo generaliter $patium percur$um $equitur rationem compo$itam temporis & velocitatis.

Datis variis corporibus, $i pro $ingulis velocitas multi- plicetur per tempus, producta erunt ut $patia percur$a.

DEFINITIO 5.

_Motus directio_ e$t recta, quæ ducta concipitur ver $us par- 96. tem qua tendit mobile.

DEFINITIO 6.

_Potentia_ aut _pre$$io_ e$t vis continua in corpus agens ad il- 97. lud ex loco movendum, & quæ actionem in corpus exerere pote$t, hoc non moto, aut motu jam impre$$o non mutato. _Si_ _nempe pre$$ionis actio contraria pre$$ione de$truatur._

LIBRI I. PARS II. De Actionibus Potentiarum. CAPUT VII. De Actionibus Potentiarum comparandis.

PRe$$iones, _id e$t, Potentiarum actiones_ æquales _e$$e has,_ 98. _quæ_ æqualibus temporibus æquales edunt effectus, _pri-_ _mo intuitu patet._

Pre$$ionem contrariam po$$e vincere Pre$$ionem, in du- bium nemo vocabit. _Pre$$iones æquales $e$e mutuo de$true-_ 99. [0053] [0053a] [0054] [0055]MATHEMATICA. LIB. I CAP. VII. _re, & has e$$e æquales quæ $e$e mutuo de$truunt_, $i pro axiomate non habeatur, ex dictis haud difficulter deduci po- terit.

Ex quibus etiam patet, _Pre$$<007>ones e$$e inter $e ut effectus_ 100. _æqualibus temporibus editos_.

_Si prematur ob$taculum_ & hoc ex loco non recedat, _con-_ 101. _trariâ pre$$ione_ de$truitur _pre$$io_; aliter enim hæc nullum ederet effectum. Si ergo _non de$truatur_, _cedit ob$taculum_. Hìc non con$ideranda e$t vis quæ in quibu$dam occa$ioni- bus ob$taculo communicatur & qua in motu per$everat ; 12. _agitur tantum in tota hac parte $ecunda de translatione quæ_ 102. _e$t effectus immediatus pre$$ionis_, & quæ $emper tantum $o- la locum habet in momento primo infinite exiguo, quando actione potentiæ ob$taculum movetur.

Cum effectus pre$$ionis contraria pre$$ione non de$tructæ $it ob$taculi translatio, $equitur _actiones variarum poten-_ 103. _tiarum tantum inter $e po$$e differre re$pectu ob$taculorum_ _in quæ agunt potentiæ, & re$pectu $patiorum ab ob$taculis per-_ _cu$$orum_.

DEFINITIO.

_Magnitudo pre$$ionis con$iderata cum relatione ad ob$ta-_ 104. _culum quod ab illa removetur vocatur_ Potentiæ inten$itas.

Sunt _igitur_ potentiarum inten$itates ut ob$tacula in quæ 105. illæ agunt.

Si æqualibus temporibus per $patia æqualia ob$tacula ce- _106._ dunt, actiones Potentiarum $unt ut harum inten$itates, ide$t, ut ob$tacula . 100. 103. 105.

Si Potentiarum inten$itates fuerint æquales, id e$t, $i in _107._ ob$tacula æqualia agant __; Potentiarum actiones $unt ut _105._ $patia, æqualibus temporibus, ab ob$taculis percur$a . _100. 102._ _103._

Si autem & ob$tacula & viæ ab his æqualibus temporibus _108._ percur$æ differant, $unt potentiarum actiones ut inten$itates, aut ut ob$tacula, & ut viæ percur$æ ; _id e$t, in harum ra-_ _106. 107._ _tionum ratione compo$ita._

Ex. Gr. $i unius potentiæ inten$itas fuerit dupla; id e$t, $i ob$taculum fuerit duplum, & per $patium triplum transfera- [0056]PHYSICES ELEMENTA tur, actio erit bis dupla, aut ter tripla, id e$t, $extupla. Si, datis numeris in ratione inten$itatum, & aliis in ratione $pa- tiorum percur$orum, pro $ingulis potentiis inten$itas per $pa- tium ab ob$taculo percur$um multiplicetur, producta ha- bebunt quæ$itam compo$itam rationem.

_Si_ numeri dentur, qui _actiones potentiarum variarum_ de- 109. $ignant, erunt hi ut producta ob$taculorum per $patia, ergo $i $inguli ex datis numeris _per $patium ab ob$taculo $uo per-_ _cur$um dividantur, quotientes erunt ut ip$a ob$tacula_.

Ideo eo majora $unt ob$tacula, quo actiones $unt majo- res, & $patia percur$a minora; ide$t, _ob$tacula $unt in ratio-_ 110. _ne compo$ita directæ actionum, & inver$æ $patiorum percur-_ _$orum_.

Si numeri qui exprimunt producta ob$taculorum per $patia, id e$t, qui potentiarum actiones exprimunt, $inguli dividantur per numeros, qui ob$tacula de$ignant, quotientes erunt ut _$patia_, quæ ergo _$unt directe ut actiones_, <010> _inver-_ 111. _$e ut ob$tacula_.

_Potentiarum actiones $unt æquales, $i $patia percur$a fue-_ 112. _rint in ratione inver$a ob$taculorum aut inten$it atum poten-_ _tiarum_ . Quantum enim potentia inten$itate alteram $upe- 100. rat, in tantum re$pectu $patii percur$i $uperatur. Ex. Gr. $i ob$ta- cula fuerint ut octo & $ex, viæ percur$æ ut tria ad quatuor, u- traque actio exprimetur per numerum viginti quatuor . 108.

CAPUT VIII. Generalia circa Gravitatem. PHÆNOMENON I.

_O_mnia Corpora in Terræ viciniis, $i nullo ob$taculo co- 113. hibeantur, Terram ver$um feruntur.

DEFINITIO. 1.

Vis qua corpora Tellurem ver$us pelluntur, vocatur _gravitas_. 114.

DEFINITIO 2.

Vis illa cum relatione ad corpus, quod vi illa propellitur, _115._ vocatur _corporis pondus_.

[0057]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. VIII. PHÆNOMENON 2.

Vis gravitatis ubique in Terræ viciniis, & omnibus mo- 116. mentis, æqualiter agit.

Parva quidem datur gravitatis differentia in regionibus di- ver$is, de qua agemus in cap. 17. libri IV, nimis tamen e$t exigua ut hìc con$ideretur, præcipue cum in regionibus, quæ <007>nter $e $unt vicinæ, omnino $it in$en$ibilis.

_Quando corporis de$cen$us ob$taculo impeditur_, pondere 117. $uo $emper æqualiter ob$taculum premit, Terræ centrum ver$us tendens; _pote$t_ ergo _haberi pro potentia in ob$tacu-_ _lum agenti_, & quæ de potentiis in capite præcedenti $unt demon$trata, hìc etiam locum habent.

PHÆNOMENON 3.

Corpora quæ vi gravitatis de$cendunt, $i omnis tollatur _118._ re$i$tentia, $unt æque velocia.

Phænomenon hoc Experimento $equenti patet.

MACHINA

Qua duo corpora eodem momento in vacuo dimittuntur.

Pneumaticam dicimus machinam illam, cujus ope aër 119. ex va$e extrahitur, de hac agemus in parte 3<_>2. lib. II., hìc TAB. I@.. fig. 1. repræ$entatur in N.

Ut magis commode experimentum, quod nunc explican- dum e$t, in$tituatur, a pede $uo tollitur machina pneuma- tica, & depre$$o $u$tentaculo SS $uperimponitur.

Lamina ænea, cui vitra, ex quibus aër extrahitur, impo- nuntur, e$t L.

Ad latera hujus duæ firmantur columnæ ligneæ AE, AE; harum pedes infra tabulam Machinæ pneumaticæ $uperiorem penetrant, & transver$is lignis, ut _t_, firmantur.

Columnarum altitudo excedit pedes quinque; junguntur hæ tabellis ligneis quatuor BB, CC, DD, EE. Di$tantia inter L & BB e$t novem aut decem pollicum; BC, CD, DE, $ingulæ æquales $unt octodecim pollicibus.

Tabellæ hæ ligneæ latiores $unt in medio, ut in $ingulis apertura, aut foramen rotundum, detur, cujus diameter æ- quat pollices quinque cum $emi$$e.

[0058]PHYSICES ELEMENTA

Quatuor vitra cylindrica, quorum oræ exacti$$ime inter $e conveniunt, (quo pervenimus atterendo oras cum are- na madida $uper plano), $uperimponuntur Laminæ L, & $ibi mutuo.

Cylindrorum $ingulorum diametri interiores $unt quatuor pollicum, & altitudines $e$quipedis. Transeunt hi cylindri per foramina in tabellis ligneis, & firmantur $inguli, tribus cuneis li- gneis _x_, _x_, &c, formatis, ut cum vitro & foramine con- gruant.

Obtegitur cylindrus $uperior operculo æneo _o_, quod in O $eparatim repræ$entatur.

Cum hoc conjungitur pyxis ænea P, aut _p_, ope cochleæ G, quæ intra vitrum per operculum penetrat ita, ut ope eju$dem cum operculo jungatur lamina ela$tica, flexa, in- curvata, & perforata in $uperiori parte, ut repræ$entatur in I & _i_.

Laminæ extrema _r_, _r_, ela$ticitate conveniunt, ultimis tamen extremitatibus paululum deflexis.

Huic laminæ includitur lamina ænea ovalis H, cujus mi- nor diameter intra laminam I contineri pote$t, hujus extre- mis non $eparatis.

Intra eandem laminam I aut _i_, penetrat filum æneum F (_f_), quod tran$it per pyxidem P (_p_), & eò etiam per o- perculum O (_o_), ut & per pyxidis operculum Q (_q_).

Fili F extremum inferius V quadratum e$t & cavum, ut cum filo jungatur lamina H, quæ, juncto cum eodem filo manubrio M (_m_), agitari pote$t, & circumvolvi, quo ex- trema _r_, _r_, laminæ I $eparantur, longiore diametro ovalis H $uperante di$tantiam inter oppo$itas partes laminæ I, quando ip$ius extrema ela$ticitate junguntur.

Cerâ molli circumpo$itâ cohibetur ne aër inter laminam & vitrum transeat, ut & inter operculum _o_ & vitrum; et- iam cerâ circumdantur vitra ubi duo junguntur; & cochlea G eâdem obducitur, antequam pyxis P (_p_) cum operculo O (_o_) jungatur.

Ne aër juxta filum _f_ (F) vitra intret, pyxis _p_ (P) annulis [0059]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. VIII. coreaceis cerâ & oleo imbutis impletur, quæ comprimuntur operculo _q_(Q) ita, ut quam exacti$$ime cum filo æneo, quod hæc pertran$it, congruant.

EXPERIMENTUM

Omnibus ut explicatum dispo$itis, antequam operculum 120. _o_, cum adjunctis, vitro $uperiori imponatur, fru$tum au- ri cum plumulâ ita di$ponenda $unt, ut hæreant inter ex- trema laminæ _i_, ibique ela$ticitate firmiter retineantur.

Impo$ito tunc operculo, cerâ aëris ingre$$us inter hoc & vitrum, ut $uperius dictum, cohibeatur; agitatâ antliâ ex- hauriatur aër ex vitris.

Si nunc manubrium _m_ circumvolvatur; clarum e$t eodem momento aurum & plumulam relaxari, & dimitti, exacti$$i- me etiam eodem momento ad laminam L pervenient.

Corpora cadentia percipiet $pectator ad talem di$tan- tiam po$itus, ut unico intuitu omnia percipiat vitra, $i ad minorem detur di$tantiam oculos dirigat ad ip$am lami- nam L.

Ex alio etiam Experimento, in $equentibus memorando, idem hocce Phænomenon deducitur.

Ex hi$ce $equitur, gravitate ob$tacula quæcunque per æqua- lia $patia æqualibus temporibus transferri, ex actione imme- diata gravitatis; patet enim corpora in primo momento eo- dem modo moveri, & $ingulis momentis $equentibus corpus utrumque eodem modo accelerari; $unt ergo actiones gra- 106. vitatis in corpora ut ip$a corpora , id e$t _pondera $unt ut_ 121. _quantitates materiæ_; $ingulæque materiæ particulæ æqua- les æqualiter ponderant, cuju$cunque corporis particulæ fuerint.

Quando pondus con$ideratur ut potentia, inten$itas po- 122. tentiæ proportionalis e$t quantitati materiæ in corpore pon- deranti, & potentiæ directio e$t ver$us Terræ centrum.

Hæc de gravitate notanda erant, quia ponderibus in Ex- perimentis circa pre$$iones in$tituendis utimur.

[0060]PHYSICES ELEMENTA CAPUT IX.

De Trochlea $implici, Libra, & Centro gravitatis.

DEFINITIO 1.

TRochlea $implex, _e$t orbiculus circa axem volubilis,_ 123. _cui circumpo $itus funis ductarius dictus_, Trochlea ex- TAB. II. 48. 19. hibetur in A, funis ductarius e$t _d c e_.

Hac Machinâ potentiæ directio mutatur, nec ullîus alîus u$us e$t, quando $uo loco e$t fixa; in hoc enim ca$u, _vis,_ 124. _$eu potentia, funi ductario applicata, ut_ M, _æqualis impedi-_ _mento_ P, _æquipollet impedimento_ ; nam potentia moveri 100. non pote$t, quin impedimentum eodem tempore $patium æquale percurrat.

Pondera explorantur, id e$t, quantitates materiæ in $in- gulis corporibus comparantur , adhibitâ librâ aut bilance, 121. in$trumento noti$$imo.

DEFINITIO 2.

_Axis libræ vocatur_ linea circa quam libra movetur, aut _125._ potius rotatur.

DEFINITIO 3.

Quando longitudinem brachiorum $ive jugi con$ideramus, 126. axis con$ideratur ut punctum, & vocatur _centrum libræ_.

DEFINITIO 4.

Puncta $u$pen$ionis, aut applicationis, vocantur, _puncta_ 127. _in quibus vel actu $unt, vel liberè dependent pondera, aut lan-_ _ces_, quibus pondera imponuntur.

Circa hanc Machinam $equentia notanda $unt.

Pondus æqualiter gravat punctum, $i liberè ab eo depen- 128. deat, ad quamcunque altitudinem, ac $i pondus in ip$o po$itum intelligeretur.

Pondus enim corporis ad omnes altitudines æqualiter tra- hit funem quo $u$penditur . 115. 116.

EXPERIMENTUM 1.

In libra AB, pondus P, ope funis BD, ad varias $u$pen- TAB. III. fig. 2. ditur altitudines; & eo $itus libræ non mutatur.

Actio ponderis ad movendam libram eo major e$t, quoma- 129. [0061] [0061a] [0062] [0063]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. IX. _gis punctum a pondere gravatum a centro libræ di$tat; &_ _actio illa $equitur proportionem di$tantiæ prædicti punctiab_ _illo centro_.

Quando libra rotatur, in eodem libræ motu, punctum TAB. III. fig. 3. B percurrit arcum B _b_, & punctum A arcum A _a_, quo- rum ultimus maximus e$t; in illo ergo libræ motu actio e- ju$dem ponderis varia eft, pro puncto cui applicatur, & $equitur proportionem $patii ab hoc puncto percur$i ; e$t 107. 117. ergo in A, ut A_a_, in B, ut B_b_; arcus verò hi $untinter $e ut CA, CB.

EXPERIMENTUM 2.

Libræ AB, cujus jugi longitudo e$t duorum pedum, bra- 130. chia $ingula in partes centum æquales dividuntur, po$ito TAB. III. fig. 4. divi$ionum initio in ip$o centro libræ.

Actio unciæ unius, applicatæ 60 divi$ioni, æqualis e$t actioni trium unciarum, 20 divi$ioni $u$pen$arum.

Ut hoc Experimentum cum quibusdam $equentibus com- mode in$tituatur, varia dantur pondera ænea unius unciæ, ut P, quæ divi$ionibus jugi applicari po$$unt, & in inferiori parte uncum habent. Dantur etiam lances variæ, ut L, quæ $ingulæ cum filis, & unco, cui $uspenduntur exacti$$<007>me et- iam ponderant unciam unam.

Ex hi$ce $equitur, _actionem ponderis ad movendum li-_ 131. _bram e$$e in ratione compo$ita ip $ius ponderis & di$tantiæ a_ _centro :_ nam hæc di$tantia e$t ut $patium percur$um in mo- 10@. tu libræ. Multiplicando $ingula pondera per $uas di$tantias a centro producta $unt ut actiones in libram.

DEFINITIO 5.

Libra in æquilibrio dicitur, _quando actiones ponderum in_ 132. _utrumque brachium ad movendam libram, $unt æquales; i-_ _ta ut $e$e mutuo de$truant_, ut in præcedenti Experimento.

DEFINITIO 6.

Quando libra e$t in æquilibrio, pondera ab utraque par- 133. te dicuntur _æquiponderare_.

_Pondera inæqualia po$$unt æquiponderare_; quando 134. di$tantiæ a centro $unt reciprocè ut pondera . 132. [0064]PHYSICES ELEMENTA In hoc ca$u, $i unumquodque pondus per $uam di$tantiam multiplicetur, producta erunt æqualia. Confirmatur hoc præcedenti experimento.

Hoc fundamento nititur Statera Romana, qua unico pon- 135. dere omnia ponderantur.

EXPERIMENTUM 3.

Statera Romana A B habet duo brachia admodum inæ- 136. qualia; in breviori lanx $u$penditur: longi$$imum in partes æ- TAB. VIII. fig. 3. quales dividitur, po$ito divi$ionum initio in centro motus; divi$iones majores numeris notantur, & $ingula in octo mi- nores iterum dividuntur. Pondus tale ei applicatur, ut in prima divi$ione majori æquiponderet cum $emiliberâ lan- ci impo$itâ: tum corpus ponderandum lanci imponitur, & pondus $tatim memoratum per longitudinem brachii longi- oris movetur, donec detur æquilibrium; divi$iones majores inter pondus & centrum, $emi librarum numerum denotant, quas corpus ponderat; $ubdivi$iones uncias indicant. Mi- nus etiam pondus quodcunque adhiberi pote$t quo minores differentiæ inter corporum pondera determinari queunt.

Eodem etiam nititur fundamento bilanx fallax, cujus nem- 137. pe brachia $unt inæqualia.

EXPERIMENTUM 4.

Libræ $æpius memoratæ duæ lances, ponderis inæqua- 138. lis, ut detur æquilibrium, applicantur ab una parte cente- TAB IV. fig. 1. fimæad alteram nonage$imæ quintæ divi$ioni. Si tunc duo pondera dentur quæcumque, quæ $int inter $e ut 19 ad 20, & illud primæ lanci, hoc vero $ecundæ, imponatur æ- quiponderabunt.

_Plurima pondera ad varias di$tantias ab una parte, cum_ 139. _unico pondere ad aliam partem, po$$unt æquiponderare._ Re- quiritur, ut productum hujus ponderis, per $uam di$tantiam a centro, æquale $it $ummæ productorum omnium aliorum ponderum, $ingulatim unumquodque per $uam di$tantiam a centro multiplicatorum.

EXPERIMENTUM 5. 140.

Ad unam partem pondus duarum unciarum 20 divi$ioni, TAB. III. fig. 5. [0065]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. IX. pondus unius unciæ 30, & tandem pondus trium unciarum 60 divi$ioni applicantur, & æquilibrium datur, $i pondus unicum quinque unciarum 50 divi$ioni, alterius brachii, $u$pendatur.

Multiplicando 50 per 5, productum habemus 250. In a- lio brachio tria habemus producta, 20 x 2 ide$t 40, 30 x 1, ide$t 30, & 60 x 3, nempe 180. Colligendo nunc 40, 30, 180, in unam $ummam etiam habemus 250.

_Plurima pondera, numero inæquali, ab utraque parte,_ 141. _po$$unt æquiponderare._ In eo ca$u, $i unumquodque mul- tiplicetur per $uam di$tantiam a centro, $ummæ producto- rum ab utraque parte erunt æquales: & $i $ummæ i$tæ $unt æquales, datur æquilibrium.

EXPERIMENTUM 6.

Ex in$pectione figuræ Experimentum hoc $atis patet. 142. Multiplicando $ingula pondera, per $uas a centro di$tantias, TAB. III. fig. 6. habemus ab una parte producta 15, 40, 110, 80. 90. 500, ad aliam partem 70, 105, 300, 360: quorum $umma utra- que e$t 835.

DEFINITIO 7.

_Centrum gravitatis_ vocatur punctum in corpore, circa 143. quod omnes partes corporis, in quocumque $itu po$iti, in æ- quilibrio $unt.

Quando duo aut plura corpora junguntur, $ive $int conti- 144. gua, $ive $eparata, commune centrum gravitatis habent.

Quando centrum gravitatis $u$tinetur, corpus quie$cere 145. pote$t; _quia inter partes oppo$itas æquilibrium datur._

EXPERIMENTUM 7.

Corpus A $u$tinetur & quie$cit, quia centrum illius gra- 146. vitatis _c_, $u$tinetur a fulcro F.

TAB. IV. fig. 2.

Quando centrum gravitatis non $u$tinetur, corpus movetur 147. donec $u$tineatur.

EXPERIMENTUM 8. 148.

Corpus A men$æ impo$itum cadet, & corpus B in $itu, TAB. IV. fig. 3. in quo repræ$entatur, non manebit, quia horum centra gra- vitatis non $u$tinentur.

[0066]PHYSICES ELEMENTA

Ex hi$ce ratio redditur, quare corpora quædam planis inclinatis impo$ita, devolvantur, & alia $impliciter laban- tur.

EXPERIMENTUM 9.

Corpus A labitur, quia centrum gravitatis illius a plano 149. inclinato $u$tinetur, id e$t, linea verticalis quæ tran$it per TAB. IV. fig. 4. centrum illud _c_, $ecat planum inclinatum intra corpus. Cor- pus vero B devolvitur, quia verticalis linea, quæ tran$it per centrum gravitatis, $ecat planum inclinatum extra corpus.

Ex prædictis etiam $equitur, corpus de$cendere quando 150. gravitatis centrum de$cendit, id e$t, Terræ centrum ver- $us movetur.

Aliquando in illo ca$u corpus ad$cendere videtur, & $æpe etiam revera, $i integram ip$ius ma$$am con$ideremus, a$cen- dit, quando centrum figuræ corporis cum centro gravitatis non coincidit.

EXPERIMENTUM 10.

Rota A, cujus axis formatur ex duobus conis quorum ba- 151. $es rotæ applicantur, $i ponatur inter duo plana, quorum TAB. IV. fig. 5. latera DG, FH, continuata formant angulum FCD, ba$in apice magis elevatam habentem, ab inferiori parte HG, ver$us planorum partem maxime elevatam FD, movebitur.

Propter majorem inter plana di$tantiam in FD, rota A, cujus axis ab utraque parte e$t conus, magis de$cendit inter plana, quando illam partem ver$us movetur, & $ic gravita- te $ua huc fertur, $i modo de$cen$us inter plana $uperet ad- $cen$um ex anguli FCD inclinatione ad horizontem.

EXPERIMENTUM 11.

Cylindrus ligneus A, intus a latere continet cylindrum 152. plumbeum; centrum gravitatis commune illorum e$t in $e- TAB. IV. fig. 6. ctione ad ba$in parallela, cylindrum in duas partes æquales dividente, & in puncto, re$pondenti, puncto ba$is _c_.

Cylindrus hic utcunque po$itus, movebitur, donec cen- trum gravitatis memoratum $it in infimo ad quem perveni- re pote$t loco.

Si plano inclinato imponatur, in eo $itu in quo hic delinea- [0067] [0067a] [0068] [0069]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. IX. tur; de$cendet centrum gravitatis, dum corpus juxta pla- num ad$cendit, po$ita ju$ta plani inclinatione.

A$cendit corpus dum rotatur partem plani $uperiorem ver$us; $ed dum $icrotatur cavendum e$t, ne juxta planum labatur, ad quod requiritur funis, quo pro parte cylindrus circumdatur, cujus extremitas una cylindro in _f_ connecti- tur, extremitate alterâ in _d_ plano affixâ manente.

_Ulterius ex iis, quæ de centro gravitatis dicta $unt, de-_ _ducitur;_ Punctum in quocunque corpore, aut machina, quod _153._ $u$tinet centrum gravitatis alicujus ponderis, totum pondus $u$tinere: totamque vim, qua corpus terram ver$us tendit, in hoc centro qua$i coactam dari.

EXPERIMENTUM 13.

Si corpus A B, cujus centrum gravitatis brachio libræ 154. imponitur, aliquo in $itu æquiponderat cum pondere P, TAB. IV. fig. 7. in omni alio $itu, _ab, ab,_ manente centro gravitatis C, æquiponderabit.

Ad perfectionem libræ requiruntur 1. ut puncta $u$pen- 155. $ionis lancium, aut ponderum, $int exactè in eadem linea cum centro libræ; 2. ut ab utraque parte exactè ab i$to centro æqualiter di$tent; 3. ut libræ brachia, quantum com- modè fieri pote$t, $int longa; 4. ut in motu jugi & lancium, quantum fieri pote$t, parvus $it attritus; 5. ut centrum gravitatis jugi ponatur paululum infra centrum motus; 6. tandem ut partes axis, quæ jugo $eparantur, $int exa- cti$$imè in eadem linea recta, quæ $itum maximè commo- dum habebit, $i cum jugo angulum efficiat rectum.

SCHOLIUM De centro Gravitatis.

Centrum gravitatis diximus e$$e punctum in corpore, circa quod omnes partes ip$ius, in quocunque $itu po$iti, $unt in æquilibrio: tale punctum in corpore quocunque revera dari, cum pleri$que Mechanicis po$uimus, hoc nunc demon$trabimus.

Sint puncta duo gravia A & B, inæqualem quamcunque gravitatem haben- 156. tia; concipiantur hæc juncta, lineâ inflexili, rectâ, $ine pondere; Detur in TAB. VIII. fig. 1. hac punctum C tale, ut CA $it ad CB, ut pondus puncti B ad pondus pun- cti A. Pondera hæc in æquilibrio erunt circa C, & quidem in $itu quocun- [0070]PHYSICES ELEMENTA que, ut ex ante demon$tratis deducitur; ideò $i $u$tineatur punctum C, $u- 129. $tinentur puncta A & B, & harum actio in puncto C qua$i coacta e$t.

Detur tertium punctum grave D, ponderis cuju$cunque; jungantur D & C, etiam rectâ inflexili, ponderis experti; $itque in hac punctum E, ita de- terminatum, ut EC $e habeat ad ED, ut pondus puncti D ad $ummam pon- derum punctorum A & B.

Si A & B juncta darentur in C, circa E daretur æquilibrium, po$itâ li- neâ CD in $itu quocunque : $ed A & B, ut demon$travimus, in $itu quo- 129 cunque lineæ AB, agunt qua$i in C juncta e$$ent; ergo tria pondera A,B,D, lineis inflexilibus conjuncta, in $itu quocunque, in æquilibrio $unt circa punctum E; quod ergo e$t centrum gravitatis trium punctorum. Puncta hæc etiam nullum aliud habere centrum gravitatis, præter punctum E, ex eâ- dem demon$tratione con$tat.

Si quartum daretur punctum grave, lineâ inflexili, rectâ, jungendum hoc foret cum E, & $imili demon$tratione con$taret, quatuor puncta commune habere gravitatis centrum, & unicum hoc e$$e.

Cum vero eadem demon$tratio ad numerum quemcunque punctorum re- ferri po$$it, applicari poterit omnibus punctis gravibus, ex quibus _corpus quod-_ 157. _cunque_ con$tat: _habet_ ideò corpus _centrum gravitatis, & unicum tale habet cen-_ _trum._

De Centri gravitatis inve$tigatione.

Dentur corpora, numero quocunque, quorum commune gravitatis cen- 158. trum $it C; per hoc concipiamus planum horizontale, quod $it planum ip$i- TAB. VIII. fig. 2. us figuræ. Sint centra gravitatis ip$orum corporum A, B, D, E, F; $i centra hæc ip$o plano horizontali memorato non dentur, ad hoc referenda $unt lineis verticalibus & eodem modo planum corpora gravabunt ac $i i- p$orum centra gravitatis darentur in punctis, in quibus lineæ hæ verticales 128. planum $ecant .

Su$tineatur planum linea GH; habentur actiones ponderum ad movendum planum circa lineam GH, _multiplicando pondus unumquodque per $uam di$tanti-_ 159. _am a linea_ GH , & $umma productorum dat integram actionem, qua omnia 131. pondera $imul planum premunt ad hoc circa GH movendum.

Omnia autem pondera agunt, qua$i e$$ent in C ; idcirco habetur etiam i- 153. p$orum actio, multiplicando $ummam ponderum per di$tantiam puncti C a linea GH: _Si_ ergo _$umma_ memorata _productorum_, quæ, ut patet, huic ul- timo producto æqualis e$t, _dividatur per $ummam ponderum, datur in quotiente_ _di$tantia centri gravitatis a linea_ GH.

Quando agitur de ponderibus, quæ lineis verticalibus ad planum horizon- tale referuntur, di$tantiæ punctorum, ad quæ pondera referuntur, à lineâ GH, $unt æquales di$tantiis centrorum gravitatis ip$orum corporum à pla- no verticali, per GH tran$eunti.

Cum verò hæc demon$tratio locum habeat in quocunque $itu corpora den- tur, $i lineis inflexilibus, & $ine pondere, corpora inter $e coh@reant, nul- lum pote$t concipi planum, quod non, $ervato ip$ius $itu re$pectu _corporum_, 160. po$$it fieri verticale; unde $equitur datis corporibus & plano quocunque, _di$tan-_ _tiam centri gravitat<007>s a plano detegi, multiplicando corpus unumquodque per $ui_ _centri gravitatis di$tantiam a plano, & dividendo productorum $ummam per ip$o-_ _rum corporum $ummam._

Si $imilem demon$trationem applicemus plano, quod inter corpora tran$it, 161. differentia inter $ummas productorum ab utraque parte per corporum $um- [0071] [0071a] [0072] [0073]MATHEMATICA. LIB. 1. CAP. IX. mam dividenda erit, ad detegendam memoratam di$tantiam centri gravitatis a plano.

_Ex hi$ce deducimus methodum, qua_ inve$tigatur centrum gravitatis; quæ- 162. rendo bujus di$tantiam a tribus planis . _Quæ_ eadem methodus ad corpus quodcun- 163. que peculiare applicari pote$t, referendo adhujus partes, quæ de corporibus $unt de- 160 mon$trata.

Si Corpora, _quorum commune gravitatis centrum quæritur_, $ua peculiaria 164. gravitatis centra in eodem plano babeant, determinatur quæ$itum centrum, dete- gendo bujus di$tantiam â duabus lineis , utcunque in eodem hoc plano ductis. 159.

Quando peculiaria gravitatis centra in eâdem lineâ dantur, detegitur commune 165. gravitatis centrum operatione unicâ, qua _nempe_ <007>p$ius di$tantia à puncto quocun- que, _in eâdem illâ lineâ $umto, determinatur._

SCHOLIUM 2. Arithmetica Mechanica.

Regulæ quatuor Arithmeticæ, Additic, Subtractio, Multiplicatio, & Divi$io, ope libræ $uperius memoratæ , cujus brachia in partes æquales $unt divi$a fa- 130. cile in$titui po$$unt, operationumque demon$tratio ex ante memoratis quam facillimè deducitur; $atis ideò erit ip$as regulas exemplis illu$trare.

Habeatur pondus quodcunque pro unitate; uncia Ex gr.; decima pars un- ciæ eodem modo po$$et adhiberi.

Sit numerus 364 libræ applicandus; tres uncias cente$imæ applico divi- 166. $ioni, & unciam unam divi$ioni 64<_>tæ.

Gravetur brachium libræ urcunque; quem numerum valeat actio hæc, de- 167. terminamus, $u$pendendo in cente$imâ divi$ione brachii oppo$iti pondus, quod augeatur additâ $ucce$$ivè unciâ atque unciâ; ponamus novem uncias nondum æquilibrium dare, decem autem excedere; relictis novem mo- tu unius juxta brachium quæro æquilibrium, detur hoc ubi pondus ad 47 di- vi$ionem pervenit, actio quæ$ita valebit 947.

ADDITIO. Sint addenda 34, 54, 268, 407, 45. 65. Separatim numeros 168. hos applico eidem brachio libræ ; quæro hujus actionis valorem ; & dete- 166. go 873, $ummam quæ$itam. 167.

SUBTRACTIO. Ex $umma numerorum 567, 258, $ubtrahenda $unt 489 169. & 56. Numeros primos uni applico brachio ; $ubtrahendos alteri applico , 166. & quæro quantum valeat actio, qua actio in brachium unum alteram 166. actionem $uperat , & detego differentiam quæ$itam 280. 167.

MULTIPLICATIO. Detur numerus 67, multiplicandus per 15. Pon- 170. dus 15. $u$pendo divi$ioni 67 & quæro valorem , quo productum quæ$itum 167. detego 1005.

DIVISIO. Sit 1005. numerus dividendus per 15, Numerum dividendum 171. applico libræ , & movendo pondus quindecim juxta brachium, quæro æqui- 166. librium, quod datur ubi pondus ad 67 divi$ionem, quotientem de$ignantem, pervenit.

Præ$tat in hi$ce duabus ultimis operationibus, minori pondere pro unita- te uti.

[0074]PHYSICES ELEMENTA CAPUT X. _De Vecte, Machinarum $implicium prima._ DEFINITIO 1.

_V_Ectis à Matbematicis vocatur linearecta inflexilis, pon- 172. deribus $u$tinendis, aut elevandis, accommodata, pon- TAB. V. fig. 1. deris vel nullius, vel $altem æquabilis.

Inter Machinas, quæ $implices vocantur, primum locum occupat, e$t omnium $implici$$ima; & u$u venit, quando pondera ad parvam altitudinem elevanda $unt.

Quatuor aliæ dantur Machinæ $implices, de quibus in tri- bus capitibus $equentibus.

Circa Vectem tria con$iderari debent. 1. Pondus $u$ti- 173. nendum, aut elevandum, P. 2, Potentia, qua $u$tinetur, aut elevatur, quæ hîc pondere M de$ignatur, & vulgo e$tactio hominis. 3. Fulcrum, id e$t, illud quo Vectis $u$tinetur, & $uper quo movetur, aut potius rotatur, dum ip$um im- mobile manet, F.

Vectes triplicis $unt generis.

174.

1. Aliquando fulerum inter pondus & potentiam ponitur. TAB. V. fig. 1.

2. Aliquando pondus inter fulcrum & potentiam.

TAB. V. fig. 2.

3. Sæpe etiam ip$a potentia agit inter pondus & fulcrum. TAB. V. fig. 3.

In omnibus ca$ibus regulæ eædem locum habent, quæ ex iis, quæ de libra dicta $unt , $equuntur, & quæ analogiam in- 129. ter libram & vectem o$tendunt. Vectis primi generis e$t qua- $i $tatera Romana ad elevanda pondera accommodata.

Actio potentiæ, & ponderis re$i$tentia, cre$cunt in ratio- 175. ne di$tantiæ à fulcro ; _ideòque_, ut potentia valeat ad $u$ti- 119. nendum pondus, requiritur, ut di$tantia puncti in vecte, cui applicatur, $it ad ponderis di$tantiam, ut pondas ad po- tentiæ inten$itatem , quæ $i paululum adaugeatur, pondus 134. elevabitur.

EXPERIMENTUM 1. 2. & 3.

Hæc regula experimentis confirmatur erga memoratos 176. tres vectes, ut patet ex fig. 1. 2. & 3, Tab. v.; æquilibrium TAB. V. fig. 1. 2. & 3. enim datur, quando pondera P, & pondera M quæpoten- tias repræ$entant, ut & di$tantiæ à fulcro F, proportionem [0075]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. X. habent, quæ datur inter numeros in figuris. Con$tructio ma- chinarum, quibus hæc experimenta in$tituuntur, ex $ola in$pectione Tabulæ $atis patet, & nulla ulteriori explicatio- ne indiget.

Vectis formatur compo$itus ex variis vectibus junctis. _In_ 177. _hoc ca$u adhibito $ecundo vecte movetur primus; $ecundus_ _tertio pote$t agitari; & $ic ulterius $i libuerit,_ ultimo _tandem_ applicatur potentia, cujus ratso ad pondus, quando cum pondere æquè pollet, componitur ex rationibus potentiarum ad ponde- ra in $ingulis vectibus, quando $eparatim adbibentur.

EXPERIMENTUM 4.

Tres vectes A, B, D, ita di$ponuntur, ut potentiâ Mpon- 178. dus P $u$tineatur. In vecte A, $i $olus adhiberetur, po- TAB. V. fig. 5. tentia e$$et ad pondus, ut 1. ad 5.; in vecte B, ut 1. ad 4.; & in vecte D, ut 1. ad 6. Ratio, ex his tribus compo$ita, e$t 1. ad 120; unica etiam uncia M $u$tinet pondus P cen- tum & viginti unciarum. Notandum, in motu hujus machi- næ $patia à potentia & pondere eodem tempore percur$a e$- $e ut 120. ad 1., id e$t, in ratione prædictainver$a, quod requiritur ut detur æquilibrium . 212.

Vecte etiam $æpe utuntur artifices ad pondera vehenda; & hujus u$us vectis varii dantur ca$us, digni quinotentur, & quorum demon$tratio ex dictis facile deducitur.

Circa omnes ca$us generaliter ob$ervandum, _inten$itatem_ 179. _potentiæ, aut inten$itates potentiarum junctas, quando plu-_ _rimæ dantur, æquè pollere debere cumgravitate ponderum ve-_ _dorum, aut $u$tinendorum_: in omnibus enim ca$ibus potentiæ & ob$tacula æquales vias percurrunt.

Si duabus potentiis $u$tineri aut vehi debeat pondus, in- 180. ter potentias collocandum erit, & di$tantiæ potentiarum ab utraque parte à pondere debent e$$e in ratione inver$a po- téntiarum inten$itatum.

Potentiarum enim actiones $e$e mutuo turbabunt, ni$i in- ter has æquilibrium detur circa punctum $u$pen$ionis pon- deris; quo æquilibrio po$ito, in puncto hoc potentiarum actiones $unt coactæ, & cum pondere contrarie agunt; id- [0076]PHYSICES ELEMENTA eòque hoc $u$tinent, propter æqualitatem inter potentias & pondus.

EXPERIMENTUM 5.

Confirmatur prop$itio hæc Experimento in Fig. 4. de- 181. lineato, quod ulteriori explicatione non indiget.

TAB V. fig. 4. EXPERIMENTUM 6.

Quando unâ potentiâ duo pondera $u$tinenda $unt, potentiam 182. inter pondera poni nece$$e e$t, & tunc quæ $tatim de duabus TAB. VI. fig. 1. potentiis dicta $unt, ad pondera applicari debent. _Ponde-_ _ra enim $u$tineri non po$$unt, ni$i horum commune cen-_ _trum gravitatis $u$tineatur._

147.

Plurima pondera $æpe unâ, aut plurimis potentiis, $u$ti- nentur aut vehuntur. Circa quod notandum, _omnia pon-_ 183. _dera, babere commune centrum gravitatis;_ quod centrum tale e$t, ut $i ab utraque parte unumquodque pondus mul- tiplicetur per $uam di$tantiam ab i$to puncto, $umma produ- ctorum ab utraque parte $it eadem . 143. 141.

_Potentiæ etiam utcunque di$po$itæ commune babent gravi-_ _tatis centrum;_ po$$unt enim per pondera repræ$entari , 117. & hìc inten$itas uniu$cuju$que potentiæ per$uam di$tantiam à centro multiplicari debet, & $ummæ productorum tunc erunt ab utraque parte æquales.

_Vt potentiæ ad pondera $u$tinenda valeant, requiritur po-_ _tentiarum & ponderum idem e$$e gravitatis centrum._ Tunc omnium ponderum, omniumque potentiarum, vires in u- num & idem punctum reducuntur, quod viribus æqualibus $ur$um & deor$um trahitur, ideoque $u$tinetur.

EXPERIMENTUM 7. & 8.

Ex dictis explicatio figurarum $atis patet, in quibus C de- 184. notat centrum gravitatis & ponderum & potentiarum.

TAB. VI. fig. 2. & 3. EXPERIMENTUM 9

Prædicta etiam locum habent, $i vectis ab utraque parte 185. à potentiis trahatur; quod videmus in vecte, qui ab utra- TAB. VI. fig 4. que parte horizontaliter trahitur, in quo æquilibrium non datur ni$i in ca$u memoratarum regularum.

Circa octo prima hujus cap. Exp. notandum, vectes ip$os $u$tineri debere.

[0077] [0077a] [0078] [0079]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XI. CAPUT XI.

_De Axe in Peritrochio, $ecundâ Machinarum $implicium,_ _& Rotis dentatis._

VEctis, ut in principio capitis præcedentis dictum, in- $ervit ad elevanda pondera ad parvam altitudinem; quando altitudo major e$t, Axis in Peritrochio u$u venit.

DEFINITIO

Axis in Peritrochio _vocatur rota cum axe volubilis._

186.

Potentia in hac machinâ applicatur peripheriæ rotæ, cu- TAB. VI. fig. 5. jus motu funis, cui affixum e$t pondus, axi circumvolvitur, quo pondus elevatur.

Sit _a b_ rota; _d e_ axis; _p_ pondus elevandum; _m_ potentia; 187. hujus actione moveatur rota, puncta _b & d_ arcus $imiles eo TAB. VI. fig. 6. motu de$cribunt; arcus illi $unt viæ percur$æ à potentiâ & pondere, & $unt inter $e, ut _c b_ ad _c d_, id e$t ut rotæ dia- meter ad axis diametrum, ex quo $equensregula deducitur.

Potentia eo plus valet, quo major e$t rota, & illius actio 188. cre$cit in eâdem ratione cum rotæ diametro. Pondus eo mi- nus re$i$tit, quo axis diameter minor e$t, & illius re$i$ten- tia in eadem ratione cum ax<007>s diametro minuitur. Et ut de- tur æquilibrium inter potentiam & pondus, requiritur, ut rotædiameter $it ad axis diametrum, in ratione inver$a potentiæ ad pondus . 112.

Notandum, axis diametro funis diametrum e$$e addendum.

EXPERIMENTUM 1.

Hæc regula diver$imodæ confirmatur ope Machinæ hìc 189. delineatæ, in qua dantur rotæ & axes variæ magnitudinis. TAB. VI fig. 1 Quando axis diameter e$t pars duodecima rotæ diametri, $emilibra $ex libras $u$tinet, & $ic de cæteris.

Potentia pote$t etiam $cytalæ applicari, ut in D, & tunc di$tantia puncti, cui applicatur, à centro, pro rotæ $emi- diametro habenda e$t.

Eodem omnino cum hac Machina nituntur fundamento rotæ dentatæ re$pectu axis in peritrochio $unt, quod vectis compo$itus re$pectu vectis $implicis.

[0080]PHYSICES ELEMENTA

Si axis rotæ $it dentatus, valet ad movendam rotam, cu- TAB. VI. fig. 7. jus peripheria dentes habet, & cujus axis tertiæ rotæ motum communicare pote$t, & $ic ulterius. In eo ca$u

Ratio potentiæ ad pondus ut æquè polleant, e$t ratio compo- 190. $ita ex ratione diametri axis ultimæ rotæ, ad diametrum pri- mæ & ratione circumvolutionum ultimæ rotæ, ad circum- volutiones primæ, eodem tempore.

Cujus regulæ demon$tratio etiam ex comparatione viarum percur$arum à pondere & potentia deducitur.

EXPERIMENTUM 2.

Rotæ AB potentia, quæ per pondus M repræ$entatur, 191. applicatur, pondus P axi rotæ FG; axis illius diameter e$t TAB. VI. fig. 7. octava pars diametri rotæ AB, & hæc rota quinquies cir- cumvolvitur, dum rota FG $emel: ratio ergo potentiæ ad pondus componitur ex rationibus 1. ad 8.; & 1. ad 5.; e$t ergo ratio 1. ad 40.; $emilibra $u$tinet in eo ca$u viginti li- bras.

CAPUT XII. _De Trochlea, Machinarum $implicium tertia._

MUltis in occa$ionibus axis in peritrochio ad elevanda pondera in$ervire nequit; trochleis in iis ca$ibus u- tendum, & Machina, quæ ex i$tis formatur, e$t admodum compendio$a, & facillime de loco in locum transfertur.

Quid $it Trochlea, jam ante dictum .

123.

Si pondus trochleæ conjunctum $it ita, ut cum ea traha- tur, utraque extremitas funis ductar<007>i $u$tinet partem dimi- diam ponderis. _Quando ergo extremitas una, unco alliga-_ 192. _ta, aut aliter fixa e$t, vis movens alteri extremitati appli-_ _cata, quæ dimidium ponderis valet, pondus $u$tinet._

EXPERIMENTUM 1.

Pondus P, duarum librarum trochleæ conjungitur, ita ta- 193. men, ut rotatio orbiculi eo non impediatur; unco funis _e f_ TAB. VII. fig. 1. alligatur, & altera funis extremitas _cd_ circumit trochleam fixam ad directionem mutandam ; tunc pondus M, unius 124. [0081] [0081a] [0082] [0083]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XII. libræ, huic extremitati applicatum $u$tinet pondus P.

Plurimi orbiculi utcunque conjungi po$$unt, & pondus iis 194. annecti; $i tunc unum extremum funis fixum $it, & funis circumeat omnes orbiculosillos, & fixos æquali numero, par- vâ potentiâ magnum pondus elevari pote$t; in hoc ca$u quo numerus orbiculorum ponderi conjunctorum major e$t, (fi- xis enim actio potentiæ non mutatur ) eo minor potentia 124. valet ad $u$tinendum pondus; & _potentia, quæ e$t ad pon-_ 195. _dus, ut unitas ad duplum numeri or biculorum, cum pondere æ-_ _que pollet_.

Hic enim e$t numerus funium, quibus pondus $u$ti- netur, & unico funi potentia applicatur.

EXPERIMENTUM 2.

Pondus P $ex librarum regulæ AB annectitur, in quatres 196. orbiculi libere rotantur. Unco extremitas funis alligatur, TAB. VII. fig. 2. & funis circumit tres illos orbiculos, & totidem alios fixos; alteri extremo pondus unius libræ alligatur, & datur æqui- librium,

EXPERIMENTUM 3. & 4

Non intere$t quomodocunque orbiculi conjungantur; ad 197. elevanda pondera haud facile præcedens di$po$itio adhibetur; artifices ideò inæqualibus orbiculis utuntur di$po$itis ut in fig. 3.; magnitudo enim orbiculorum nihil immutat. Sæpe TAB. VII. fig. 3. etiam, quæ di$po$itio e$t omnium maxime compendio$a, orbiculi circa eundem axem volubiles $unt, ut in fig. 4., & TAB. VII. fig. 4. in hi$ce duobus ca$ibus experimentum eodem modo proce- dit, ac in 2<_>do experimento.

Quando extremitas funis ductarii, quæ in experimentis 198. præcedentibus fixa e$t, annectitur ponderi aut orbiculis TAB. VII. fig. 5. mobilibus, ratio potentiæ ad pondus non e$t ut 1. ad du- plum numeri orbiculorum ponderi affixorum; $ed unitate augeri debet numerus hicce duplus; & hîc, ubi duo orbicu- li ponderi annectuntur, ratio e$t ut 1 ad 5; tot enim dan- tur funes, quibus pondus $u$tinetur.

EXPERIMENTUM 5. 199.

Plurimi orbiculi $eparati & mobiles, habentes $inguli TAB. VIII. fig. 4. [0084]PHYSICES ELEMENTA $uum funem peculiarem, $i ita di$ponantur, ut in hac figura, multo magis actionem potentiæ augent. Actio enim du- plicatur pro unoquoque orbiculo, ita ut produobus $it qua- drupla, pro tribus octupla, & $ic de cæteris.

Sæpius memorata regula, $cilicet $patia percur$a à po- tentia & pondere, quando æquè pollent, e$$e inter $e inver- $è, ut potentia ad pondus, in omnibus prædictis locum ha- bet.

Hic $emper $unes paralleli ponuntur; quid $unium obli- quitas di$criminis ad$erat, in $equentibus videbimus.

CAPUT XIII. De Cuneo & Cocbleâ, Machinarum Simplicium quartâ, & quintâ.

Ex prædictis $atis patet, quomodo ope parvæ potentiæ pondus magnum $u$tineri aut elevari po$$it;ad ho$ce u$us non re$tringitur Ars Mechanica: inten$itates potentiarum in omni ca$u augeri po$$unt; exemplum pulcherrimum $up- peditat _Cuneus_, in$trumentum findendo ligno, pluribu$que aliis u$ibus, in$erviens.

DEFINITIO I.

Cuneus _e$t pri$ma non admodum altum, cujus ba$es $unt_ 200. TAB. VII. fig. 6. _triangula æquicrura_; ut A.

DEFINITIO 2.

Altitudo trianguli _e$t cunei altitudo; ut_ db.

201. DEFINITIO 3.

Trianguli ba$is vocatur etiam _cunei ba$is; ut_ ce.

202. DEFINITIO 4.

Acies cunei _e$t linea recta, quæ conjungit triangulorum_ 203. _vertices_, ut _bf_.

Ligno findendo, aut corporibus $eparandis, acies cunei applicatur, & ictibus mallei, loco pre$$ionis, cuneus intruditur.

Quando totus cuneus intruditur, $patium a puncto _d_, cui ictus mallei applicantur, percur$um, e$t altitudo cunei _d b_, quæ ideo pro$patio à potentia percur$o haberi debet; $pa- [0085]MATHEMATICA. LIB. I. CCP. XIII. tìum verò, per quod ligni partes, aut corpora, a $e mutuo recedunt, e$t ba$is cunei. Unde $equitur,

‘Potentiam $e habere ad corporum $eparandorum re$i$ten- 204. tiam, _quando cum hac æquè pollet,_ ut ba$is cunei, adillius al- titudinem .

112.

Quando agitur de ligno findendo, regula hæclocum non 205. habet; quia non per æqualia $patia $ingulæ ligni partes ce- dunt, & quia, partibus quam minime $eparatis, cohæren- tia in totum toliitur. Quæ ad lignum findendum $pectant in $equenti Scholio explicantur.

MACHINA _Qua cunei affectiones demon$trantur._

Tabella T, longitudinis $ex poll., latitudinis quatuor poll. 206. cum $emi$$e, in $itu horizontali firmatur, ad altitudinem TAB. VIII fig. 5. circiter trium pedum $upra men$am M.

Hoc commodè fit ope columnæ firmæ C, cui in $uperio- ri parte cohæret lignum horizontale B, in cujus extre- mo cavum quadratum datur, in quo intruditur cauda li- gnèa, quæ cum tabella cohæret, & quæ cum cavo exa- cte congruit; quare facile & firmatur, & ex $itu tollitur, tabella T.

Ad quatuor hujus angulos foramina dantur _a, a, b, b._ per quæ funes tran$eunt, in ip$is foraminibus fixi; $unt hi æquales inter $e circiter tres pedes longi.

Hi$ce funibus $u$penduntur lamellæ æneæ quatuor, ut _e_ & _e_; $ed quæ di$tinctius, & juxta veras dimen$iones, repræ- $entantur in E aut E.

Ope harum duo $u$penduntur cylindri lignei _h, h_; $e- ctio juxta axem repræ$entatur in H; altitudo inter _t_ & _t,_ ubi ba$es paulum prominent, æqualis e$t di$tantiæ inter fo- ramina _a_ & _b_ in tabella T: cylindrorum axes ulterius prominent, chalybei $unt, & tenues, ut _tr, tr;_ hi per lamellarum, ut E, foramina majora tran$eunt, cum quibus congruunt; ita ta- men ut in his quam liberrimè rotari po$$int.

Cylindrorum diametri $unt duorum pollicum cum $emi$- $e; in medio pars datur tenuior, long tudinis quatuor pol- [0086]PHYSICES ELEMENTA licum, cujus diameter e$t $e$quipollicis. Pars hæc tenui- or duobus annulis _ii, oo,_ ex ip$o ligno, circumdatur ita, ut lamina lignea F, quæ tenuiori huic parti applicatur, an- nulos tantum tangat.

In tabella T dantur & duo alia foramina inter _a, a, &_ _b, b,_ nempe _l, l,_ per quæ funes tran$eunt, qui in $uperiori parte tabellæ cum paxillis _s, s,_ cohærent. Hi$ce funibus trochleæ duæ æneæ $u$tinentur, ut _t,_ aut T, ita $u$pen$æ ut liberrime circa axes $uos chalybeos, in foraminibus in la- mellis æneis rotari po$$int.

Trochlea, ut T, cum cylindro uno conjungitur ope la- mellæ E, & funium _m;_ cum oppo$itâ lamellâ E funis _n n_ co- hæret, qui trochleæ circumponitur & pondere P trahitur. Simile pondus, ad aliam partem cylindrorum, eodem mo- do, $u$penditur, quibus duobus ponderibus ad $e mutuotra- huntur cylindri.

Ope paxillorum _s, s,_ elevantur, aut deprimuntur trochleæ, donec funes _n & m_ $int in $itu horizontali.

Cuneus formatur ex duabus laminis ligneis F, F, verti- eulis inter $e conjunctis; quæ angulum quemcunque inter $e efficere po$$unt.

Per ha$ce ip$as tran$it cochlea, circulariter incurvata, $u- per qua duo fru$ta ænea exigua, duæ nempe cochleæ ex- teriores, moventur. Hi$ce plana F, F $eparantur, &, ne an- gulus, quem efficiunt, minuatur, cohibent.

Appen$â lance, cum pondere Q, cuneus hic inter cylin- dros intruditur.

Ut ita con$tituatur cuneus, ut ratio inter ba$im& altitudi - nem determinetur, formantur ex ligno triangula i$ocelia mino- ra, ad verticem paululum truncata; quibus altitudo, & ba$is lon- gitudo in$cribuntur, datâ men$urâ quacunque. Commodum e$t exprimere altitudinem per numerum 16, $i integris libris cylindri ad $e mutuo trahantur.

EXPERIMENTUM

Rebus, ut in machinæ de$criptione dictum, di$po$itis, 207. $i pondus, quo cuneus inter cylindros intruditur, (id e$t, [0087]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XIII. pondus cunei, cochleæ _g g,_ & lancis cum pondere impo$i- to) $e habet ad $ummam ponderum P,P, ut ba$is cunei ad ip$ius altitudinem, æquilibrium datur, inter vim qua cylindri $eparantur, & illam qua ad $e mutuo trahuntur. Hoc exinde elicitur, quia agitatione minimâ cuneus eleva- tur aut deprimitur.

Magnam cum cuneo affinitatem habet _cochlea._ Ex dua- bus partibus con$tat.

DEFINITIO 5.

Prima, quæ vocatur cochlea interior, _e$t cylindrus ad for-_ 208. _mam belicis $ulcatus,_ ut AB.

TAB. VII. fig. 8.

Secunda, quæ vocatur cochlea exterior, & cujus figura 209. differt pro vario u$u Machinæ, _e$t $olidum cylindricè excava-_ _tum, cujus $uperficies concava eodem modo $ulcata e$t, ita ut bu-_ _jus eminentiæ alterius cavitatibus congruant,_ ut DE.

Hæ duæ partes in $e mutuo moveri po$$unt, quod in u$u hujus machinæ requiritur. In$ervit præcipuè ad compri- menda corpora, quæ jungi & firmiter connecti debent; in hac enim Machinâ potentia minima quam arcti$$imé corpo- ra comprimit. Pote$t etiam cochlea ad elevanda ponde- ra adaptari. In unaquaque revolutione hujus machinæ, quie- $cente parte una, altera protruditur ad di$tantiam æqualem in- tervallo duarum proximarum $piralium conver$ionum. Po- tentia, quâ cochlea movetur, applicatur manubrio, aut $cy- talæ & _potentia e$t ad compre$$ionem, quam generat, ut_ 210. prædicta _di$tantia, inter duas proximas $piralium conver$io-_ _nes, ad peripheriam circulià puncto manubrii aut $cytalæ,_ _cui potentia applicatur, percur$i_; via enim a puncto aut pla- no, quo re$i$tentia $uperatur, percur$a, illam ad viam po- tentiæ rationem habet.

Hic ob$ervandum e$t, quando potentia cum pondere æquè pollet in machinâ quacunque, $i potentia parte quantumvis exiguâ augeatur, illam præpollere, machinâ omnium parti- um attritu carente; quando verò attritus datur, potentiâ & hic $uperari debet, & quantum ad illud requiritur $u- peraddi debet, quod ratiocinio mathematico determ<007>nari non [0088]PHYSICES ELEMENTA pote$t. _In Cochleis attritus admodum e$t $en$ibilis, & et-_ 211. _iam magni u$us_; nam eo machina in $itu $uo $ervatur, & actione corporum, quæ comprimuntur, aut gravitate pon- derum quæ elevantur, ce$$ante actione potentiæ, motu con- trario non agitatur, & ad pri$tinum $itum non redit.

SCHOLIUM I. _De ligno findendo._

Detur lignum, cujus partes jam $eparatæ efficiant angulum EFL; $it hoc 212. ulterius findendum ope cunei ACB, cujus ba$is e$t AB, & cujus alti- TAB. VIII. fig. 6. tudinem men$urat CD.

Ubi partes, ut $uperius monuimus, quantumvis parum $eparantur, omnis tollitur re$i$tentia; antequam autem $eparentur partes in F, puncta E, L, paululum moveri debent, id e$t augendus e$t angulus E F L; de- terminaada ideò e$t vis, qua angulus hic augeri pote$t.

Ponamus angulum auctum, ut $it _e_ F _l_; cuneus intravit, & datur in _a c b;_ partes ligni E, L, translatæ fuere per E _e_, L _l_, $ed quæ minus ab F di$tant per minus $patium moventur, lineæque EF, LF, motibus $uis de$eribunt areas triangulorum æqualium inter $e F E, _l_ FL.

Ductis _e f & f_ F, parallelis EF & _e_ E, formetur parallelogrammum _e_ E F _f_; $unt æqualia triangula _e_ F E & _f e_ F ; & parallelogrammum valet ambo tri- 34. El. 1. angula _e_ F E & L F _l_ conjuncta: ideò translationes memoratæ linearum ambarum EF, LF, conjunctæ, valent translationem $olius lineæ E F per $pa- tium E _e_ aut F _f_: quæ lineola ergo di$tantiam repræ$entat, qua partes ligni à $e invicem $eparantur, cum autem de hac $eparatione hìc agatur, e$t hæci- p$a lineola $patium, ab ob$taculo quod $uperandum e$t, percur$um, dum $patium, quod percurrit potentia, e$t C _c_, $patium nempe per quod cuneus fuit tran$latum.

Vis ergo, qua cuneus intruditur, e$t ad ligni re$i$tentiam, quando æquè pol- lent, ut _e_ E ad C _c_.

112.

Ducatur C _g_ ip$i E _e_ parallela, erunt hæ lineæ æquales , quia motu parallelo 34. El. 1. latus cunei AG fuit tran$latum;ratio memorata e$t ergo quæ datur inter _g_ C&C_c_.

Lineola E _e_, ideò etiam _g_ C, perpendicularis e$t ad F E;e$t enim E _e_ arcus cir- culi, adeo exiguus ut pro rectâ lineâ haberi po$$it; cujus circuli radius e$t F E.

_Per punctum baseos medium_ D _linea_ ducatur DH, _ad latus_ AC cunei _per-_ 213. _veniens in_ H & _cum_ FE _latere ligni $eparato, continuato, angulum efficiens re-_ _ctum;_ quare ip$i Cg parallela e$t.

Propter latera _c_ C, CD, in eadem linea, & reliqua parallela, $unt $imilia triangula C _gc_, DHC; idcirco DH _$e babet ad_ DC, id e$t _altitudinem cu-_ _nei_, ut _g_ C ad C _c_, id e$t, _ut vis qua cuneus intruditur ad ligni re$i$tentiam, quan-_ _do neutra alteram vincere pote$t,_ auctâ paulum potentiâ $eparantur ligni par- tes.

_Quando ligni partes non $eparantur, ni$i quo u$que cuneus intruditur,_ lineæ AC 214. & EF con veniunt, & angulus DHC e$t rectus, ideoque $imilia $unt trian- [0089]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XIV. gula CHD, CAD ; & DH ad DC, ut AD ad AC. In hoc ca$u 8. El. VI. ergo _e$t vis, qua Cuneus intruditur, ad ligni re$i$tentiam, ubi æque pollent, ut $e-_ _miba$is cunei ad bujus latus._

SCHOLIUM 2. _Machinæ cuju$dam examen._

Machinam ad cunei proprietates demon$trandum, à $uperius de$criptâ 215. 206. diver$am, adhibuere alii; ip$e olim talem paululum tantum immuta- tam, eodem tamen principio nixam, con$trui curavi, quæ hìc exhibetur;$ed in quo failat breviter dicam.

In hac cuneus, illi $imilis cum quo experimenta in no$tra machina in$ti- TAB. VII. fig. 7. tuuntur, eodem modo ac ubi de no$tra egimus dictum, pondere M inter cy- lindros E, E, trahitur; cylindri autem moventur juxta regulas æneas CC, CC, $uper quibus chalybei axes prominentes ponuntur, & quæ cum regulis ligneis AA, AA, parallelis inter $e cohærent. Cylindri trahuntur ponderibus P,P, $u$pen$is funibus, qui cum lamellis æneis cohærent, in quibus forami- na dantur per quæ axes chalybei cylindrorum tran$eunt; funes trochleis nt _d, d,_ in regulis AA, AA, fixis, & circa axes mobilibus, circumponuntur.

In hac machina datur æquilibrium, $i vis, qua cuneus intruditur, $e ha- beat ad $ummam ponderum P,P, ut $emiba$is cunei ad ip$ius altitudinem, quæ proportio in cuneo locum non habet .

204.

Machina hæc non repræ$entat quæ in actione cunei, quo corpora $eparan- tur, obtinent; pondera enim P,P, non repræ$entant vim qua cylindri inter $e cohærent; $ed cylindri $inguli dimidio ponderum P,P, ad trochleam fixam trahuntur; in no$tra autem machina, ponderibus integris P,P, inter $e co- hærent cylindri.

CAPUT XIV. _De Machinis compo$itis._

JAm vidimus, quomodo Machina ex plurimis vectibus , 177. aut plurimis rotis , componi po$$it, & quomodo in i$tis 190. machinis _potentia,_ ut cum re$i$tentia æquè polleat, _$it adre-_ 216. $i$tentiam, in ratione compo$ita ex omnibus rationibus, quas in $ingulis machinis potentia ad re$i$tentias baberent, $i $epa- _ratim adhiberentur;_ hæc eadem regula in omnibus aliis machinis compo$itis obtinet.

Non modo plurimæ machinæ eju$dem generis po$$unt jungi, ex machinis diver$is, variis modis, machina componi pote$t; exemplo uno & altero id $atis patebit.

[0090]PHYSICES ELEMENTA EXPERIMENTUM I.

Axi in peritrochio funis ductarius trochleæ jungitur, po- 217. tentia rotæ applicatur, & hìc ubi trochleâ quinquies vis au- TAB. VIL. fig. 5. getur, & ubi diameter axis e$t pars tertia diametri rotæ, ratio potentiæ ad pondus componitur ex rationibus 1 ad 5 , 194. & 1 ad 3 ; e$t ergo ut 1 ad 15; & ideo unica libra M 188. $u$tinet pondus P quindecim librarum.

Axis in peritrochio moveri pote$t adhibitâ cochleâ ro- 218. ta in hoc ca$u dentata requiritur, cujus dentes $int inclinati, TAB. VII. fig. 9. ut cum $ulco cochleæ congruant Tal<007>s e$t rota A, quæ ope cochleæ BC movetur. Hoc in ca$u _cochlea perpetua_ dicitur, & mirum admodum hujus ope potentia minima exerit effectum; tot enim in $ingul is rotæ revolutionibus, revolutiones requiruntur cochleæ, id e$t, manubrii quo cochlea movetur, quot dentes rota habet; $i huic rotæ ul- terior rota dentata addatur, potentia eadem majus ob- $taculum agitare poterit.

EXPERIMENTUM 2.

Machina, quam hìc exhibemus, con$tat ex duabus rotis, 219. & cochleâ perpetuâ, quæ manubrio DE movetur. In hac TAB. VII. fig. 9. ratio potentiæ ad pondus, quando æquè pollent, componitur ex ratione $emidiametri axis ultimæ rotæ F, ad manubrii longitudinem DE, & ratione revolutionum hujus rotæ ad manubrii aut cochleæ revolutiones. Prima ratio in hac ma- china e$t 1 ad 30; $ecunda ex numero dentium colligitur. Rota ultima F habet in peripheria dentes 35, axis primæ rotæ A continet dentes 7; quinquies ergo prima rota revolvi- tur, dum $ecunda $emel; hæc verò prima continet dentes 36, totidem igitur revolutiones peragit cochlea, dum hæc rota $emel revolvitur : ratio ex hi$ce duabus compo$ita 218. e$t, 1 ad 180, quæ e$t $ecunda ratio quæ$ita; & ratio ex hac & prima 1 ad 30 compo$ita, e$t ratio 1 ad 5400, quæ e$t ratio potentiæ ad pondus in ca$u æquilibrii; & quan- tumvis parum auctâ potentia pondus elevaretur, $inullus da- retur attritus, qui cum in omnibus hi$ce machinis non $it contemnendus; $atis $en$ibiliter potentia, antequam pon- [0091] [0091a] [0092] [0093]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XV. dus $uperet, adaugeri debet; pontentiâ tamen minimâ pon- dus maximum elevatur. Longitudo $cytalæ ED duplicari, aut etiam ulterius augeri pote$t, quo actio potentiæ dupli- catur, aut magis augetur; in hoc ca$u capillo tenui$$imo ho- mo fortis $uperatur.

Innumeræ aliæ Machinæ compo$itæ con$trui po$$unt, quarum vires eodem modo computatione determinantur, ope regulæ initio hujus capitis memoratæ, aut etiam compa- rando viam percur$am a potentiâ cum viâ à pondere, aut alio quocumque impedimento, percur$â; harum enim ratio e$t ratio inver$a potentiæ & ponderis autimpedimenti, quando potentiæ actio cum re$i$tentiâ impedimenti æquè pollet.

Pre$$iones, quæ contrarie agentes æquè pollent, $emper $unt æquales; $i ergo potentia inten$itate minor e$t impe- dimento, re$pectu viæ percur$æ illud $uperare debet, & quidem toties quoties ab illo inten$itate $uperatur; nullo e- nim alio re$pectu pre$$ionum effectus differre po$$unt, etiam nulla alia compen$atio dari pote$t.

CAPUT XV. _De Potentiis obliquis._

Detur _punctum_ A, _quod tribus potentiis_ filis applicatis 220. per AB, AE, & AD, _trabitur, quie$cit, $i poten-_ TAB. X. fig. 1. tiæ fuerint inter $e ut latera tr<007>anguli formati lineis juxta _directiones potentiarum po$itis_; id e$t, $i potentiæ fuerint inter $e ut latera trianguli A Db. In quo ca$u po$itis AB, AE & AD, re$pectivè ut pre$$iones per has lineas agentes, $i duabus ut AD & AE formetur parallelogrammum, pa- tet tertiam BA continuatam fore parallelogrammi diagona- lem & AB, Ab, æquales e$$e inter $e.

Punctum autem A in hoc ca$u quie$cere ut demon$tremus, concipere debemus, $epo$itâ potentiâ per AB, pre$$iones per AE & AD de$trui, punctumque quie$cere, actione quacunque, & in hanc actionem inquirendum e$t. Sint lineæ minimæ A _d_, A _e_, inter $e ut A D, AE, id e$t, ut pre$$iones juxta ha$ce lineas agentes;æquali tempore punctum A per ha$ce lineas minimas [0094]PHYSICES ELEMENTA po$$et transferri, $i $ingulæ $olæ agerent & non de$truerentur ; 107. cum punctum quie$cat, integras $uas actiones ambæ $imul in hoc exerunt, & conatur hoc per ambas $imul lineas eodem tem- pore moveri; $i autem per ambas $imul transferatur dabitur in _b_, in diagonali Ab, ductis _eb_ ad A_d_, & _db_ ad A_e_ parallelis; am- babus ergo potentiis conatur lineam A_b_ percurrer@ eo tempo- re, quo po$$et percurrere A_e_ aut A_d_; _duæ_ ergo memo- 221. ratæ _potentiæ adunicam_ per A_b_ agentem _reducuntur_, & e$t hæc potentia ad reliquas duas ut A_b_ ad A_d_ & A_e_, id e$t, ut AB ad AD & AE. Æqualis e$t idcirco potentia, qua punctum A trahitur per AB, poten- tiæ, ad quam reliquæ duæ reducuntur, & cum hac con- trarie agit.

Nota e$t triangulorum proprietas, latera e$$e inter $e ut $inus angulorum oppo$itorum; _$unt_ ergo _in æquilibrio po-_ 222. _tentiæ tres, quæ $unt inter $e ut $inus angulorum directioni-_ _bus potentiarum oppo$itarum formatorum_. Id e$t, poten- tia quæ per AE agit, e$t ut $inus anguli BAD, & $ic de cæteris.

MACHINA Qua demon$trantur quæ $pectant punctum quod filis ad partes diver$as trabitur.

Machina hæc con$tat ex orbe ligneo, diametri circiter o- 223. cto pollicum, horizontalis e$t & pede $u$tinetur; in medio TAB X fig. 2. cra$$itiei $ulco circumdatur, quo Trochleæ ad libitum, in quocunque circumferentiæ puncto, Machinæ junguntur. Sulco enim huic in$eritur lamina ænea, cui Trochlea per- pendiculariter cohæret, ut in Frepræ$entatur.

Orbis prædictus in $uperiori parte paululum excavatur, ut recipiat orbem minorem DFA, cra$$itiei quartæ partis u- nius pollicis, & paululum $upra orbem primum prominen- tem; ita ut filum $uper Trochleâ, ut dictum, Machinæ an- nexâ, horizontaliter exten$um $uperficiem DAF per$trin- gat.

Varii, pro variis Experimentis, tales requiruntur orbes minores. Charta ab utraque parte obteguntur, ut com- [0095] [0095a] [0096] [0097]MATHEMATICA, LIB. I. CAP. XV. mode lineæ, in $equentibus memorandæ, in iis duci po$- $int.

EXPERIMENTUM 1.

Sit C centrum orbis minoris memorati, & in hoc deli- 224. neatum triangulum ABC, cujus latera $unt inter $e ut 2. 3. & 4.; Detur linea CE lateri AB trianguli parallela, & continuetur latus AC ver$us D.

Nunc dentur tria fila in C juncta, & juxta lineas CD, CE, & CB proten$a $uper Trochleis majori orbi junctis; Si filis CD, CE, & CF, appendantur pondera quæ $int inter $e ut 4. 3. & 2. fila non moventur, & nodus in C quie$cit; $i ex eo puncto dimoveatur nodus, non quie$cit.

In hac propo$itione duæ potentiæ quæcunque cum tertia æ- què pollent, id e$t, valent unicam potentiam, quæ in eadem directione cum illa tertia, $ed contrarie, agit, & illi ter- tiæ æqualis e$t.

Quando quatuor potentiis punctum trahitur, dabitur æ- 225. quilibrium, $i reductis duabus potentiis ad unicam, hæc potentia nova, cum duabus reliquis, $it in conditione n. 220; id e$t, $i hi$ce reliquis etiam ad unicam reductis, po- tentia ex eo orta æqualis $it, & contrarie agat, cum poten- tia nova $tatim memorata.

EXPERIMENTUM 2.

Punctum C trahitur quatuor filis, B ver$us pondere dua- 226. rum unciarum, F ver$us pondere $ex unciarum, E ver$us TAB. X. fig. 3. pondere quatuor unciarum & tandem D ver$us pondere o- cto unciarum, & datur æ quilibrium: formato triangulo CF_a_, aut parallelogrammo CF_a_E, potentiæ prædictæ per CF & CE reducuntur ad unicam agentem per C_a_, cum vi ponderis octo unciarum, & tunc tres potentiæ per CB, CD, C_a_ exhibent ca$um n. 220; & ideo $i potentiæ per CB & CD reducantur ad unicam per CA, aget in eadem directione $ed contrarie cum potentia per C_a_, & huic æ- qualis erit.

Quæ hìc de quatuor potentiis dicuntur, de quinque 227. & pluribus dici potui$$ent; ex quinque enim $i duæ ad u- [0098]PHYSICES ELEMENTA nam reducantur, incidimus in exemplum præcedens.

EXPERIMENTUM 3.

Punctum C quinque potentiis trahitur, filis CA, CB, 228. CD, CE, & CF; potentiæ $unt inter $e ut pondera qui- TAB. IX. fig. 1 bus fila trahuntur, & illa habent inter $e proportionem nu- merorum Trochleis in figura ad$criptorum, & æquilibrium datur.

Potentiæ per CB & CD ad unicam reducuntur per CG; potentiæ agentes per CE & CF ad unicam reducun- tur per CH, & ita ver$amur in ca$u n. 220; tandem i$tæ duæ novæ potentiæ, per CH & CG, ad unicam reducun- tur per C_a_, quæ quintæ per CA æqualis e$t, & cum hac in eadem linea, $ed contrarie, agit.

Ex memorata propo$itione n. 220. deducimus ulterius, 229. _actionem potentiæ cujusvis po$$e re$olvi in actiones_ _duarum aliarum potentiarum_, & illud quidem innumeris modis, propter innumera triangula, quæ formari po$$unt $ervato eodem latere. Eo po$$umus in omnibus Machinis reducere potentiam oblique agentem ad directam, & pro- portionem inter directam & obliquam determinare; quod exemplis $equentibus, Experimentis confirmatis, patebit.

EXPERIMENTUM 4.

Vecti AB, cujus brachia $unt æqualia, applicatur in B 230. pondus P duarum librarum, & in A potentia oblique agens TAB. IX. fig. 2. & 3. per AD, & quæ repræ$entatur per pondus M. Concipia- tur linea DE vecti in $itu horizontali parallela, & AE ad il- lam & vectem perpendicularis; nunc $i AD $it ad AE, ut duo ad tria, & pondus M $it trium librarum, datur æqui- librium.

Directio motus puncti A ex motu vectis e$t vecti perpen- 231. dicularis, tendit ergo juxta lineam EA prolongatam; di- $tantia BA cum maneat $emper eadem, in fig. 2 impeditur A ne magis accedat ad B, & qua$i repellitur per directionem BA; in fig. 3 rece$$us puncti A à B cohibetur, & $ic A qua- $i trahitur B ver$us. Ulterius punctum A pondere M trahitur D ver$us: tribus ergo punctum hocce trahitur potentiis, qua- [0099]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XV. rum directiones $unt parallelæ lateribus trianguli AED; & quæ ergo, ut detur æquilibrium, $unt inter $e ut i$ta latera.

Punctum A, ob æqualitatem di$tantiarum punctorum A & B a fulcro, juxta EA continuatam, trahitur eadem vi qua pondus P de$cendit, id e$t, pondere duarum librarum; vis ergo per AD requiritur trium librarum, quia latera AD & AE $unt inter $e ut tria ad duo. Latus DE exprimit quid fulcrum patiatur vi qua punctum A in fig. 2. premitur B ver$us, & in fig. 3. à B retrahitur.

Idem omnino dicendum de potentia obliqua axi in peri- trochio applicata.

EXPERIMENTUM 5.

Pondus P, trochleæ annexum, $u$tinetur potentiis ab u- 232. traque parte funi ductario applicatis, $ed oblique trahenti- TAB. IX. fig. 4. bus per CA & CB; hæ potentiæ $unt æquales inter $e, quia omnis funis trochleam circumdans non quie$cit, ni$i ab u- traque parte æqualiter trahatur ; ip$um pondus P e$t qua- 124. $i tertia potentia, & ita punctum C tribus potentiis trahi- tur. Concipiatur linea CE ad horizontem perpendicularis, & linea AE parallela lineæ CB: $i CE $it ad AE aut AC, (hæ enim duæ lineæ $unt æquales, propter memoratam æ- qualitatem potentiarum trahentium per CB, CA ,) ut 220. $ex ad quinque, pondus P $ex librarum a ponderibus Q & Q quinque librarum $u$tinetur; cujus ratio patet ex n. 220.

Si extremitas una funis ductarii annectatur clavo, unico pondere ut Q, pondus P $u$tinetur.

EXPERIMENTUM 6.

Si pondus P Trochleæ non conjungatur, $ed funibus CA 233. & CB, ei annexis, $u$tineatur, poterit $u$tineri poten- TAB. IX. fig. 5. tiis duabus inæqualibus; formetur ut in Experimento præ- cedenti triangulum CAE, & $it AE undecim, CA duo- decim cum $emi$$e, & CE duodecim; dabitur æquilibri- um, $i pondera Q & Q $int ad P ut primi numeri ad ulti- mum; cujus Experimenti ratio iterum patet ex n. 220.

Hic in tran$itu ob$ervandum, ex datis inclinationibus fi- 234. lorum CA & CB ad horizontem, proportionem ponderum [0100]PHYSICES ELEMENTA Q, Q ad pondus P, ex tabulis Trigonometriæ po$$e deter- minari. Si in triangulo ACE concipiatur linea A_e_, per punctum A ad horizontem parallela, & illa habeatur pro radio circuli, CA erit $ecans, & _e_C tangens anguli, quem efficit CA cum horizonte; & AE erit $ecans, & _e_E tan- gens anguli inclinationis fili CB ad horizontem: unde pa- tet pondera Q, Q, proportionalia e$$e prædictis $ecantibus, & pondus P proportionem $equi $ummæ memoratarum tan- gentium.

In Machina, qua hæc ultima Experimenta peraguntur, (cujus con$tructio ex $ola figura, $i conferatur cum fig. 4. Tab. V. abunde liquet) ducantur lineæ, juxta quas fila, quæ trochleas circumdant, extendi po$$int; in medio linea- rum ad$cribantur numeri, de$ignantes fecantes angulorum, quos illæ lineæ cum horizonte efficiunt; & extremitatibus linearum ad$cribantur tangentes horum angulorum.

Nunc in omni ca$u ubi datur æquilibrium, pondera Q & Q $unt ut numeri in medio linearum, juxta quas fila pro- ten$a $unt; & pondus P ut $umma numerorum extremita- tibus ambarum harum linearum ad$criptorum.

Vis qua corpus $uper plano inclinato de$cendere cona- tur, per ea quæ de puncto, quod tribus potentiis trahitur, dicta $unt, determinatur.

DEFINITIO 1.

Planum inclinatum _vocatur, quod cum horizonte efficit_ 235. _angulum obliquum_.

CB repræ$entat lineam horizonti parallelam, AB cum TAB. X. fig. 4. illa efficit angulum obliquum ABC, & planum inclinatum re- præ$entat. Ab extremitate $uperiori plani dimittitur per- pendicularis linea AC ad horizontem.

DEFINITIO 2.

_Longitudo AB vocatur_ Longitudo Plani.

236. DEFINITIO 3

_Linea AC vocatur_ Altitudo Plani.

237.

Corpus P plano AB impo$itum juxta directionem AB $uper Plano conatur de$cendere; ponamus filo hu<007>c lineæ [0101]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XV. parallelo retineri ut quie$cat, plano $u$tinetur, id e$t qua$i pellitur, juxta directionem _dc_ plano perpendicularem, tan- dem gravitate verticaliter per _ce_ conatur de$cendere. Cor- pus ergo P tribus qua$i trahitur potentiis, quarum directio- nes lateribus trianguli _ced_ parallelæ $unt, $ed corpus qui- e$cit, $unt idcirco potentiæ inter $e ut latera hujus triangu- 210. li. Ideo, _vis qua corpus $uper plano conatur de$cendere e$t_ 238. _ad_ vim qua verticaliter conatur de$cendere, _pondus_ nempe _corporis_, ut _de_ ad _ce_ aut ut AC ad AB, id e$t, _ut alti-_ _tudo plani ad hujus longitudinem_, $unt enim $imilia triangula rectangula _cde_, ABC, habentia angulos æquales _ced_, CAB .

29. El. I. MACHINA, Qua plani inclinati affectiones exhibentur.

Planum NOQL in $itu ponitur horizontali; Planum AB 239. IH circa cardines volvitur, & ad inclinationem quam- TAB. X. fig. 5. cunque con$tituitur, ope cochleæ V & quadrantis circu- li _t_.

Regula lignea EF extremitati uni trochleam connexam habet G; circa alteram volvitur; caputque D, in quo mo- vetur, ubique in $ci$$ura _rs_, cum plano NOQL connecti- tur, auxilio cochleæ infra planum.

M e$t cylindrus ligneus, cujus axis e$t chalybeus, & cu- jus ba$es cylindrum paululum excedunt; ita ut in revolu- tione $uper plano ABIH ba$es $olæ planum tangant.

Su$tinetur cylindrus filo tran$eunte $uper trochlea G; quod filum annectitur regulæ tenui æneæ, ita inflexæ, ut per e- jus extremitates axis cylindri tran$eat, & rotetur.

In Experimentis ita di$ponitur trochlea, inclinando re- gulam EF, & movendo caput Dper $ci$$uram _rs_; ut fi- lum, quo cylindrus $u$tinetur, $it parallelum plano inclina- to ABIH.

EXPERIMENTUM 7.

Inclinetur utcumque planum ABIH, pondus corporis 240. Meam habet rationem ad pondus P, quam longitudo plani AB ad illius altitudinem AC; & pondere P corpus M $u$ti- ne tur $uper plano inclinato, ubicunque ponatur.

[0102]PHYSICES ELEMENTA

Ut exacti$$imè experimenta in$tituantur, minora trian- gula rectangula chartacea, aut potius lignea, $unt adhiben- da, & $uper his planum inclinandum; ut commode & ex- acte longitudo plani cum altitudine conferatur.

EXPERIMENTUM 8.

In hoc Experimento eâdem ac in præcedenti utimur Ma- 241. chinâ. Corpus M plano inclinato AB impo$itum, $u$tinetur TAB. IX. fig. 6. potentiâ trahente per MS; concipiantur linea MR, ad ho- rizontem perpendicularis, & ASR ad plani $uperficiem normalis: in omni ca$u ubi pondus P e$t ad pondus corpo- ris M, ut MS ad MR, corpus quie$cit.

Pondere $uo corpus M trahitur juxta directionem RM, plano inclinato $u$tinetur directione ad planum perpendicu- lari, & Experimentum reducitur ad propo$itionem n. 220.

EXPERIMENTUM 9.

Vectis ACB brachia $unt æqualia, & angulum formant, 242. ita ut $i AC continuetur ver$us D, & BD ad CD perpen- TAB. IX. fig. 7. dicularis ducatur, DC $it dimidia pars ip$ius BC aut CA. Appen$o in A pondere _p_ unius libræ, & in B pondere P duarum librarum, po$itoque brachio CA in $itu horizonta- li, datur æquilibrium ; quia pondus Pagit qua$i in vecte 175. recto in puncto D e$$et $u$pen$um .

128.

Mutentur pondera, & majus $u$pendatur in A, minus TAB. IX. fig. 8. vero imponatur brachio BC in B; $i plano verticali illius ca- $us impediatur, dabitur iterum æquilibrium.

Brachia vectis $unt æqualia, & æqualiter motu vectis mo- ventur: vi ergo ponderis P pondus _p_ qua$i trahitur ver$us E in directione ad brachium BC perpendiculari; Ex actio- ne plani verticalis premitur corpus illud horizontaliter; & tandem vi gravitatis verticaliter pellitur. Tribus igitur po- tentiis trahitur pondus _p_, quæ $unt inter $e ut latera trian- guli BED ; Vis ergo tendens terram ver$us (pondus _p_) 220. $e habet ad vim trahentem E ver$us (pondus P), ut BD ad BE, aut DC ad CB , $eu CA; id e$t, ut unum ad duo; quæ 8. El. VI. etiam e$t ratio inter pondera _p_ & P. Et hìc ergo ratio Ex- [0103] [0103a] [0104] [0105]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XVI. perimenti ex $æpius memoraton. 220. deducitur; ad quem omnes alii ca$us potentiarum obliquarum, quæ excogitari po$$unt, etiam pertient.

LIBRI I. PARS III. De Motibus, Potentiarum actionibus, variatis. CAPUT XVI. De Naturæ legibus Newtonianis.

Pre$$iones contrariis pre$$ionibus de$tructas, & ob$tacu- la immediatâ potentiæ actione translata, huc u$que con$ideravimus. Nunc pre$$iones in corpora $ibi per- mi$$a & in motu per$everantia, agentes examinabimus; hìc ut in omnibus Phy$icis ex Phænomenis ratiocinandum e$t, & ex iis naturæ leges deduci debent.

Tres a Newtono traduntur, quibus omnia, quæ ad mo- tum pertinent, explicari po$$e credimus.

LEX I.

Corpus omne per$everat in $tatu $uo quie$cendi vel mo- 243. vendi uniformiter in directum, ni$i quatenus a viribus im- pre$$is cogitur $tatum illum mutare.

Videmus Corpus $uâ naturâ e$$e iners & incapax $e$e mo- vendi, unde ni$i cau$â extraneâ moveatur, in quiete $em- per nece$$ario manet.

Corpus etiam $emel motum in motu $ecundum eandem rectam lineam eadem cum velocitate continuare quotidia- nis Experimentis pleni$hme con$tat; nullam enim unquam mutationem in motu fieri videmus ni$i aliqua ex cau$a.

Corpus vi _in$itâ_ transfertur, & _vis_ hæc, ut ex lege hac 244. $equitur, _non mutatur ni$i actione cau$æ extraneæ_,

LEX II.

Mutatio motus e$t $emper proportionalis vi motrici impre$- 245. [0106]PHYSICES ELEMENTA $æ, & fit $emper $ecundum rectam lineam, qua vis illa im- primitur.

Quando corpori moto alia $uperadditur vis, ad illud mo- vendum in eadem directione, motus celerior fit.

Quando nova impre$$io, motui corporis contraria e$t, retardatur motus.

Si obliquè agat nova impre$$io, viam $uam mutat cor- pus.

Et in genere omnes mutationes in motu fiunt $ecundum directiones & pro magnitudinibus impre$$ionum.

Sit Corpus in A motum per AE celeritate, quam per TAB. X. fig. 6. hanc ip$am de$ignamus lineam, agat in A impre$$io, juxta directionem AD, quæ corpori (ut diximus) agitato juxta hanc directionem communicat celeritatem AD. Corpus duobus nunc agitatur motibus, quibus lineæ AE & AD eo- dem tempore percurruntur; hi duo motus $e$e mutuo non turbant, $ed motu ex ambobus compo$ito, $ecundum hanc legem, quæ ex Phænomenis fuit deducta, corpus fertur.

Ut motum hunc compo$itum determinemus, concipiamus lineam AD, dum in hac corpus movetur, motu parallelo moveri celeritate, qua corpus fertur per AE quam in hoc mo- tu punctum A percurrit. Translata jam $it linea in _ad_, cor- pus erit in _b_, ita ut AE $it ad AD, ut A _a_ ad _ab_; quia & motum lineæ, & corporis, in hac æquabilem ponimus. Ab- $oluto parallelogrammo ADBE, & ductâ diagonali AB, clare patet punctum _b_ in hac diagonali dari,& corpus dari in B, ubi linea AD motu $uo pervenit ad EB: _motu_ ergo 246. _compo$ito corpus percurrit diagonalem parallelogrammi for-_ _mati lineis, $itu directiones, & longitudinibus celeritates mo-_ _tuum de$ignantibus; diagonalis autem celeritatem motus com-_ _po$iti exprimit_.

In $equentibus videbimus & legem re$pectu vis in$itæ lo- cum habere, id e$t, vim in$itam corpori, per diagonalem AB moto, æqualem e$$e viribus primæ per AE, & $ecun- dæ quæ corpori juxta AD communicatur. Si nempe vis $ecunda non pro parte cum prima contrarie agat, quod [0107]MATHEMATICA. LIS. I. CAP. XVI. obtinet, quando Angulus EAD e$t obtu$us.

LEX III.

Actioni contraria $emper & æqualis e$t reactio; $ive cor- 247. porum duorum actiones in $e mutuo $emper $unt æquales, & in partes contrarias diriguntur.

Quomodocunque corpus in aliud agat, ip$um reactionem æqualem & contrariam pati $emper videmus. Digito lapi- dem premo, premitur æqualiter digitus a lapide. Currume- quus protrahit, à curru æqualiter retrotrahitur; lora enim æqualiter ver$us utramque partem di$tenduntur.

Corpus in aliud impingitur, quæcumque $it impre$$io, utrumque æqualem patitur; impre$$iones vero contrariæ $unt: illud pleni$$ime confirmatur Experimentis circa colli$io- nes corporum.

Magnes ferrum ad $e trahit, trahitur æqualiter a ferro.

EXPERIMENTUM.

Su$penditur magnes M, ita ut facillime moveri po$$it, & 248. ferro admoto ad certam di$tantiam, accedit magnes ad fer- TAB. X. fig. 2. rum; & hoc retrahendo, antequam magnes ad hoc perve- nerit, magnes ferrum $equitur; eodem omnino modo, ac ferrum ad magnetem accedit, & hunc $equitur, quando il- lud $u$penditur, & magnes admovetur.

Sedet quis in cymba, cymbam aliam æqualem, & æqua- liter onu$tam, fune trahit; ambæ cymbæ æqualiter moven- tur, & in medio di$tantiæ primæ concurrunt: $i una cym- ba altera $it major, aut magis onu$ta, pro diver$is quanti- tatibus materiæ in $ingulis celeritates erunt diver$æ.

Et hæc eadem lex generaliter in omnibus corporum a- ctionibus in alia copora locum habet.

CAPUT XVII. De Acceleratione & Retardatione Gravium. DEFINITIO 1.

MOtus acceleratus, _e$t cujus celeritas omnibus momentis_ 249. _major fit_.

[0108]PHYSICES ELEMENTA DEFINITIO 2.

Motus retardatus, _e$t cujus celeritas omnibus momentis mi-_ 250. _nuitur_.

Vis gravitatis in omnia corpora pro quantitate materiæ continuo agit , & quæcunque fuerint, gravitate eodem 124. modo moventur. Quando corpus liberè cadit, impre$$io primi momenti in $ecundo momento non de$truitur; ergo ei $uperadditur impre$$io $ecundi momenti, & $ic de cæteris; _motus_ igitur _corporis libere cadentis e$t acceleratus_, & ex 251. Phænomenis con$tat motum _æquabiliter in temporibus æ-_ _qualibus_ accelerari; quod deduci pote$t ex Exp. n. 277.

Unde $equitur _gravitatem eodem modo agere in corpus mo-_ 252. _tum ac in corpus quie$cens_; ideò celeritates æquales, in mo- mentis æqualibus, corpori communicat. Unde _celeritas_, 253. _inter cadendum acqui$ita, e$t ut tempus, in quo corpus ce-_ _cidit_. Velocitas ex. gr. in certo tempore acqui$ita erit du- pla, $i tempus fuerit duplum; & tripla, $i tempus triplum, & c.

De$ignetur tempus per lineam AB, & initium temporis $it 254. A. In triangulo ABE, lineæ 1_f_, 2_g_, 3_h_, quæ parallelæ ad TAB. X. fig. 8. ba$in, per puncta 1,2,3, ducuntur, $unt inter $e ut illarum di$tantiæ ab A, A1, A2, A3; id e$t, ut tempora quæ per illas di- $tantias de$ignantur; & velocitates corporis libere cadentis po$t illa tempora denotant. Si pro lineis Mathematicis aliæ adhibeantur cum minima latitudine, unicuique æquali, non eo mutatur proportio; & hæ minimæ $uperficies æque præ- dictas velocitates denotant. In tempore minimo velocitas pro æquabili haberi pote$t, & ideo $patium in eo tempore percur$um velocitati proportionale e$t , eædemque minimæ 94. $uperficies $patia minimis, $ed æqualibus, temporibus percur- $a de$ignare poterunt: Idcirco in unaquaque minima $uperfi- cie memorata, $i latitudo $uperficiei pro tempore habeatur, $uperficies ip$a $patium percur$um de$ignabit. Totum tem- pus AB con$tat ex talibus temporibus minimis; & area tri- anguli ABE formatur ex $umma omnium $uperficierum mi- nimarum hi$ce temporibus minimis re$pondentium: area er- [0109]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XVII. go hæc $patium tempore AB percur$um de$ignat. Eodem modo area trianguli A1 _f_ repræ$entat $patium tempore A1. percur$um; triangula hæc $unt $imilia, & areæ illorum $unt inter $e ut quadrata laterum AB, A1., id e$t, _$patia ab i-_ 255. _nitio ca$us percur$a $unt inter $e, ut quadrata temporum_ _per quæ corpus cecidit; aut ut quadrata velocitatum inter_ _cadendum acqui$itarum_.

Divi$o tempore AB in partes æquales, A1, 12, 23, 256. 3B; ducantur per divi$iones lineæ ad ba$in parallelæ _$pa-_ _tia percur$a_ in illis partibus, id e$t, _in primo, $ecundo,_ _tertio, & c. momento, po$itis momentis æqualibus_, $unt in- ter $e ut areæ A1_f_, 1_fg_2, 2_gh_3, 3_h_EB; quæ areæ ut ex in$pectione figuræ patet, _$unt inter $e ut numeri impares_ 1. 3, 5. 7. 9.

Si corpus, po$tquam cecidit per tempus AB, non ulte- rius acceleretur, $ed celeritate BE, eo ca$u acqui$ita, u- niformiter motum continuet, per tempus BC, æquale tem- pori ca$us $patium eo motu percur$um de$ignatur per aream BEDC, duplam areæ trianguli ABE; & ideò

Corpus ab altitudine quacunque libere cadens, eacum celeri- 257. tate, quam cadendo acqui$ivit in tempore æqualitempori ca$us, motu æquabili, $patium duplum prædictæ altitudinis percurret.

Quæ propo$itio in $equentibus etiam Experimento con- firmatur.

Motus corporis in altum projecti eodem modo retardatur, quo corporis cadentis motus acceleratur, ut $equitur ex lege 245. 2 ; in hoc ca$u vis gravitatis cum motu acqui$ito con$pi- rat, in illo contrarie agit; cum vero vis gravitatis omnibus momentis æqualibus, æquales corpori celeritates commu- 251. nicet , _celeritas corporis projecti in altum, æqualibus tempo-_ 258. _ribus, æqualiter minuitur, aut retardatur_.

Vis eadem gravitatis generat motum in corpore cadente, & de$truit in corpore ad$cendente, agitque $emper in corpus motum ut in corpus quie$cens; æqualibus ergo temporibus 252. celeritates eædem generantur, & de$tr uuntur. _Corpus <007>n_ 259. _altum projectum_ ad$cendit, donec totum motum ami$erit; [0110]PHYSICES ELEMENTA ideo _ad$cendit per tempus, in quo corpus cadendo pote$t ac-_ _quirere velocitatem, æqualem velocitati cum qua in altum_ _projicitur_.

Si BA repræ$entet tempus, in quo corpus ad$cendit, & 260. BE celeritatem, cum qua in altum projicitur; ad$cen$us ce$$at, ubi celeritas corporis nulla e$t, ideo lineæ paralle- læ ad ba$in in triangulo ABE repræ$entant celeritates in momentis temporis, quibus re$pondent , & area triangu- 258. li ABE $patium ad$cendendo percur$um de$ignat, ut ex de- mon$tratione, circa corpora cadentia data pote$t deduci. 254. Cum autem BE $it velocitas, quam corpus cadendo per tempus AB pote$tacquirere, triangulum hoc ABE idem e$t, 259. quod $patium cadendo percur$um repræ$entat, dum cor- pus inter cadendum hanc ip$am celeritatem BE acquirit . 254. Unde $equitur, _corpus in altum projectum ad$cendere ad_ 261. _eandem altitudinem, à qua cadendo pote$t acquirere veloci-_ _tatem, cum qua projicitur. Et altitudines, ad quas corpo-_ 262. _ra cum diver$is velocitatibus projecta po$$unt ad$cendere, e$$e_ _inter $e ut quadrata illarum velocitatum _. 255.

CAPUT XVIII. De de$cen$u Gravium $uper plano inclinato.

Vis, qua corpus $uper plano inclinato de$cendere cona- tur, ex gravitate oritur, & eju$dem e$t naturæ cum gravitate; ideo vis illa, omnibus momentis, & in omnibus plani partibus, æqualis e$t , & agit in corpus motum eo- 116. dem modo ac in corpus quie$cens . eâdem de cau$a _motus_ 252. _corporis, $uper plano libere devolventis_, eju$dem e$t natur 263. cum motu corporis libere cadentis; & quæ de hoc dicta $unt, de illo etiam affirmari po$$unt. E$t igitur _motus æ-_ _quabiliter acceleratus in temporibus æqualibus _. & propo- 251. $itiones num. 252. 253, 255. 256. 257. 258. 259. 261. 262. $i 264. pro de$cen$u, & ad$cen$u directo, motus $uper plano in- clinato ponatur, hìc etiam locum habent.

Celeritates, quibus _corpora duo_ de$cendunt, _quorum u-_ 265. _num libere cadit, & alterum $uper plano inclinato devolvi-_ [0111]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XVIII. _tur, $i eodem tempore cadere incipiant_, $unt $emper in ea- dem ratione quam in principio ca$us ; ergo _$patia eodem_ 251. 263. _tempore percurrunt, quæ $unt in ratione longitudinis plani_ _ad illius altitudinem_. 237.

In plano AB $patium a corpore percur$um, dum aliud li- 266. bere cadit per altitudinem plani AC, determinatur, du- TAB. X. fig. 9. cendo ad AB perpendicularem CG: tunc enim longitudo plani AB e$t ad illius altitudinem AC, ut AC ad AG. Si 8 El. VI. circulus de$cribatur diametro AC, punctum G erit in pe- ripheria circuli; quia angulus in $emicirculo, ut AGC, $emper e$t rectus ; & ideo punctum ut G, pro plano ut- 31 El. III. cunque inclinato, $emper e$t in eadem illa peripheria: un- de $equitur, chordas omnes, ut AG e$$e inter $e ut vires, quibus corpora $uper his de$cendere conantur; & has per- curri a corporibus devolventibus, in tempore in quo cor- pus, libere cadendo, pote$t percurrere diametrum AC; & ita tempora devolutionum per illas chordas$unt æqualia.

Per punctum C nulla pote$t duci chorda ut HC, quin de- tur per A chorda ut AG ei parallela, id e$t, æqualiter in- clinata, & æqualis; igitur _in $emicirculo_, ut AHC, _Vires_ 267. _quibus corpora juxta chordas, in puncto infimo terminatas_ _de$cendere conantur, $unt inter $e ut hæ chordæ & quando_ 268. _corpus $ibi permittitur eodem tempore, ad punctum infimum_ _$emicircul<007> perveniet, $ive libere cadat juxta diametrum,_ _$ive de$cendat $uper chorda_ HC _quacunque_.

_Tempus devolutionis per totum planum AB pote$t confer-_ 269. _ri cum tempore de$cen$us per plani altitudinem_ AC; nam hocce tempus e$t æquale tempori devolutionis per AG; & quadrata temporum $unt inter $e ut AB ad AG ; $ed 264 255. AB e$t ad AC ut AC ad AG: quadrata igitur linearum AB & AC _$unt inter $e_, ut AB ad AG; & ideo i$tæ lineæ AB & AC $unt inter $e, ut tempora de$cen$us per AB, & AG, aut AC, id e$t, tempora, in eo ca$u, $unt _ut $pa-_ _tia percur$a_.

_In eodem ca$u velocitates in fine de$cen$us $unt æquales_; 270. nam po$t tempora æqualia, quando corpora $unt in G & C, [0112]PHYSICES ELEMENTA velocitates $unt in eadem ratione quam in principio ca$us ; 251. 263. id e$t, ut AC ad AB Quando corpus de$cendit a G ad B, 237. cre$cit velocitas ut tempus ; & velocitas in G e$t ad velo- 263. citatem in B, ut AC ad AB : velocitates ergo in B & C 269. eandem rationem habent ad velocitatem in G, & $unt æ- quales. Ex hi$ce deducimus _corpus eandem acquirere ve-_ 271 _locitatem, cadendo a certa altitudine, $ive directe cadat,_ _$ive per planum inclinatum devolvatur. Et_, cum angulus inclinationis nullam adferat mutationem, _pote$t corpus de-_ _volvi per plurima plana varie inclinata, & etiam per cur-_ _vam_, (quæ ut ex innumeris planis diver$e inclinatis concinna- ta con$iderari pote$t) _& celeritas $emper erit eadem, quando al-_ _titudo e$t æqualis_. Non enim intere$t, utrum Corpus de- TAB. X. fig. 10. $cendat per AB an per EB, in Beadem erit celeritas & eo- dem modo corpus movebitur per BC; ideoque habebit in C velocitatem, quam devolvendo per EC potui$$et acqui- rere, & in D velocitatem, quam cadendo per GD habui$- $et.

EXPERIMENTUM 1.

In hoc Experimento notandum, corpus filo $u$pen$um, 272 & cadendo curvam de$cribens, eodem modo cadere ac $i eandem curvam, in plano excavatam, $ine attritu percur- reret. Corpus filo $u$pen$um cadat ab altitudine AC, TAB. XI. fig 1. per curvam DC, & per curvam EC, & per curvam FGHC ex portionibus variorum circulorum formatam, & in omni ca$u, ad eandem altitudinem eandem percurrens curvam ad$cendet.

Corpus ea cum celeritate, quam cadendo per $uperficiem 273. quamcunque, $ive planam, $ive curvam, acqui$ivit, per a- liam $uperficiem $imilem ad eandem altitudinem, eodem tem- pore, ad$cendere pote$t . 259. 264. 271.

Corpus ea cum celeritate, quam cadendo a certa altitudi- 274. ne acqui$ivit, ad eandem altitudinem per curvam quamcun- que ad$cendere pote$t.

EXPERIMENTUM 2.

Corpus P filo $u$pen$um cadat ab altitudine AC, per 275. FAB. VIII. fig. 1. [0113] [0113a] [0114] [0115]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XVIII. curvam quamcunque BC; celeritate eo acqui$ita ad$cendet TAB. XI. fig. 1. ad eandem altitudinem aliam partem ver$us per cur- vas CD, aut CE, aut C HGF.

Ex demon$tratis in hoc capite , deducimus methodum 71. confirmandi experimentis, quæ de velocitate Corporum cadentium antea $unt demon$trata .

2553 MACHINA, _Qua corporum Cadentium velocitates conferuntur._

Ex ligno cujus cra$$ities AB e$t duorum pollicum, & alti- 276. tudo circiter pollicum novem, formatur machina hæc; ex- TAB. XII, fig. 1. cavatur lignum juxta portionem cycloïdis à $uperiori parte ligni ad F u$que, ubi curva terminatur in ip$ius vertice; continuaturque lignum ab F ad G, juxta tangentem ad cur- vam in vertice F, cujus di$tantia a G e$t unius pedis. Ut lignum hoc exacti$$imè $it elaboratum habeatque $uperfi- ciem admodum politam de$ideratur. Formationem autem cycloïdis in capite $equenti explicamus.

Lignum hoc circumdatur regulis ligneis HH, HI, II; & $patium quod hi$ce continetur in duos qua$i canales divi- ditur regulâ LL, cujus altitudo e$t quartæ partis unius pol- licis.

In Canali utroque movetur globus æneus diametri $emi pollicis, in utroque etiam datur obex O, hi ope cochleæ lateralis ubi de$ideraveris firmantur.

Machina tribus $u$tinetur cochleis æneis, quarum duæ vi- dentur in C, C; harum ope $uperficies FG in $itu ponitur horizontali, cujus $itus indicium dat perpendiculum NM.

Regula LL in $uperiori parte dividitur, ab F ad G in partes æquales, ab F autem $ur$um inæquales $unt; $ed de- mon$trant intervalla æqualia inter altitudines.

Hujus Machinæ hæc e$t proprietas, ut globi ab altitudi- nibus, utcunque inæqualibus, dimi$$i, æqualibus tempo- ribus ad F perveniant, quod facile patebit $i obices O, O, in F firmentur, & globi eodem momento a diver$is altitu- dinibus dimittantur.

Qui hujus proprietatis Geometricam de$iderant demon- [0116]PHYSICES ELEMENTA $trationem caput $equens adeant; ip$am in machina ob$erva- re proprietatem in hoc loco $ufficit.

EXPERIMENTUM 3.

Con$titutâ machinâ, ut dictum, firmentur obices, appli- 277. cato uno divi$ioni quartæ ab F, altero divi$ioni $extæ. Si nunc globi dimittantur eodem momento ab altitudinibus, quæ $unt, ut quatuor ad novem, dimi$$o nempe globo illo a mi- nori altitudine qui datur in canali, in quo obex minus ab F di$tat, eodem etiam momento quàm exacti$$ime ad obices pervenient.

Globi hi eodem momento in F dantur, æqualibus ergo temporibus percurrunt lineas, quæ $unt ut quatuor ad $ex, id e$t, ut duo ad tria, in qua ratione $unt horum globorum velocitates ; horum numerorum quadrata $unt quatuor & 94. novem, id e$t in ratione altitudinum a quibus cadendocor- pora acqui$ivere velocitates $uas; quod Experimento confir- mandum erat.

In con$tituendis obicibus ad globorum magnitudinem at- tendendum.

CAPUT XIX. De O$cillatione pendulorum. DEFINITIO.

G _Rave, filo tenui$$imo $u$pen$<007>um, & cum filo, circa fili_ 278. _punctum fixum, mobile, vocatur_ Pendulum.

Motus penduli e$t vibratorius, $eu o$cillatorius.

Quando pondus, filo exten$o, ab una parte elevatur, gravitate de$cendit, & celeritate acqui$ita ad eandem alti- tudinem aliam partem ver$us ad$cendit ; gravitate deinde ite- 273. rum redit; & vibrationes continuat.

Rationem circa punctum $u$pen$ionis liberrimam hìc po- nimus, & nullam dari aëris re$i$tent<007>am; quæ in majoribus pendulis admodum e$t exigua.

TAB. XI. fig. 2.

In motu $uo corpus P de$cribit portionem circuli PBF; _$i_ loco hujus motus _corpus_ de$cendat per chordam PB; & i- 279. terum ad$cendat per chordam BF; & _vibrationes $uas per_ _chordas peragat_; de$cen$us fiet in tempore, in quo corpus ca- [0117]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XIX. dendo pote$t percurrere diametrum AB ; id e$t, longitudi- 268. nem duplam longitudinis penduli: in tempore æquali, ad- $cendet per chordam BF ; _in tempore_ ergo _integræ vibr atio-_ 273. _nis, corpus cadendo po$$et percurrere_ quatuor diametros ; id e$t, 255 _longitudinem octuplam longitudinis penduli._ Cumque de$cen- $us & ad$cen$us per omnes chordas fiat in tempore æquali, o- mnes vibrationes per chordas, $ive magnas, $ive exiguas, $unt æ- què diuturnæ. In vibrationibus exiguis harum durationes, dum in circulo movetur corpus, cum durationibus vibrationum in chordis con$tantem rationem habent, nempe quæ datur inter circuli peripheriæ quadrantem & diametrum; idcirco _eju$dem_ 280. _penduli vibrationes exiguæ, licet inæquales, ad $en$um $unt_ _æque diuturnæ._

EXPERIMENTUM I.

Pendula duo CP & _cp_ æqualia, $i a punctis P & _p_ eo- 281. dem temporis momento dimittantur, eodem tempore per- TAB. XI. fig. 3. venient in B & _b_, & deinde in F & _f_; & $ic motum con- tinuabunt per arcus PBF & _pbf_, $emper eodem tem- pore.

Hæc autem æqualitas plenius explicanda e$t, & quare vi- brationes in circulo ad vibrationem per chordas quam dixi rationem habeant.

Rotetur circulus FEB$uper lineâ AD donec punctum B 282. in A ad lineam hanc perveniat; hoc motu punctum B de$cri- TAB. XI. fig. 4. bit curvæ portionem BPA: eodem modo $imilis curvæ portio B| D de$cribitur, totaque curva ABD vocatur _Cy-_ _cloïs, circulus_ FEB _generator_ dicitur.

Dividatur in duas partes æquales in B, portione$que BA 283. & BD di$ponantur, ut puncta A & D jungantur in C; pun- ctum vero B cum punctis A & D lineæ AD coincidat. Juxta harum portionum curvaturam laminæ metallicæ in- flectantur, ita ut filum penduli in C $u$pen$i, motu $uo vi- bratorio, ab utraque parte $e$e laminis i$tis applicet, & ean- dem curvaturam cum i$tis adipi$catur. Nunc po$ita longi- tudine penduli CB, corpus P in vibrationibus $uis de$cri- bet cycloïdem ABD, ut in $equenti $cholio 3° demon$tra- [0118]PHYSICES ELEMENTA mus, ita ut filum longitudinis BC æquale $it curvæ CA; quare _tota curva_ ABD dupla _e$t_ lineæ CB; & 284. _quadrupla axis_ FB.

In eodem $cholio demon$tramus. _Tangentem ad curvam_ 285. _in puncto, ut P, parallelam e$$e chordæ EB, in circulo_ _FBE ductæ ad punctum infimum B ex puncto E, in quo cir-_ _culus $ecatur à lineâ PE parrallela ad ba$im AD & per_ _P tran$eunti:_ Ut & _portionem PB curvæ æqualem e$$e_ 286. _duplæ chordæ EB._

Cum autem in $ingulis curvæ punctis corpus in curva de- $cendat juxta directionem tangentis ad curvam, $equi- tur _corpus in puncto quocunque curvæ conari de$cendere_ 287. _cumvi, quæ proportionalis portioni curvæ inter hoccepun-_ _ctum & curvæ punctum inf<007>mum B _. Unde patet, $i duo 267 285. 286. pendula ut CP ab altitudinibus diver$is, eodem momento, dimittantur, celeritates, quibus cadere incipiunt, e$$e in- ter $e, ut $patia percurrenda, antequam ad B perveniant: $i ergo i$tis celeritatibus $olis, motu non accelerato, agita- rentur, eodem temporis momento ad B pervenirent ; eo- 94. dem modo velocitatibus $ecundo momento acqui$itis, et- iam ad B eodem momento pertingunt; idemque ratioci- nium pro momentis $equentibus procedit; & $emi vibra- tiones ex omnibus celeritatibus junctis utcunque inæquales, ut & vibrationes integræ, ii$dem temporibus peraguntur.

Ulterius in primo $cholio demon$tramus. _Tempus un<007>us_ 288. _cuju$que vibrationis e$$e ad tempus ca$us verticalis, per $e-_ _milongitudinem penduli, ut peripheria circuli, ad diame-_ _trum._ In hac curva pars infima cum circuli arcu exiguo ad $en$um coincidit; & hæc e$t vera ratio, quare in circulo tempora vibrationum exiguarum, utcunque inæqualium, $int æqualia; ideo etiam duratio harum vibrationum ad du- rationem vibrationis per chordas, id e$t ad tempus ca$us verticalis per longitudinem octuplam longitudinis penduli , 279. aut $edecuplam $emi longitudinis penduli, illam habet ra- tionem, quæ datur inter peripheriam circuli & quatuor diame- tros , id e$t circiter ut 785 ad 1000: & _celerius per arcum_ 255. 289. [0119]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XIX. _quam per chordas vibratur corpus._

Durationes _vibrationum pendulorum inæqualium_ po$$unt 290. inter $e comparari. Quando arcus $unt $imiles, deviationes re- $pectu chordarum $unt etiam $imiles & tempora vibrationum per arcus $unt ut tempora vibrationum per chordas; hæc vero ut tempora de$cen$us per longitudines octuplas longitudinum pendulorum ; & $ic _quadrata durationum $unt_ ut i$tæ lon- 279. gitudines octuplæ ; $ive _ut ip$æ longitudines pendulorum_.

225. EXPERIMENTUM 2.

Duo pendula CP, _cp_, quorum longitudines $unt ut 4. 291. ad 1., eodem tempore dimittuntur a punctis P & _p_, ita ut TAB XI. fig. 5. vibrationbius arcus $imiles de$cribant; pendulum majus $e- mel vibratur, dum minus duas peragit vibrationes; & ita quadrata durationum vibrationum $unt ut 4. ad 1., nem- pe ut longitudines pendulorum.

Quando vibrationes $unt exiguæ, hæc ratio etiam locum habet, licèt pendula non vibrentur per arcus $imiles .

280.

_Velocitates pendulorum in puncto inf<007>mo, in vibrationibus_ 292. _inæqualibus, $unt inter $e, ut $ubten$æ arcuum, quos corpus_ _de$cendendo de$cribit_. Sic velocitas corpor<007>s P, cadentis per TAB. XI. fig. 2. arcum PB, e$t ad ejus velocitatem quando cadit per DB, ut chorda PB ad chordam DB. Nam ductis lineis hori- 293. zonti parallelis P _f_, D _d_ & junctis P & A, triangula P _f_ B, BPA $unt $imilia : idèo B _f_, BP, BA $unt in con- 31-El. III. 8: El. VI. tinuâ proportione, & quadratum chordæ BP valet produ- ctum diametri per B _f_: eodem modo quadratum chordæ B _d_ æquale e$t producto diametri per BD: ergo quadrata chordarum $unt inter $e ut producta hæc, quæ $unt ut li- neæ _f_ B, _d_B. Quadrata prædictarum velocitatum $unt et- 271. 255. 253. iâm ut i$tæ lineæ _f_ B, _d_ B ; ergo velocitates ut chordæ.

Circa omnia, quæ hucu$que dependulis dicta $unt, _non in-_ _tere$t quantum ponderet corpus quod agitatur, aut an corpora_ 294. _diver $orum pendulorum inæqualiter ponderent, aut ex diver$a_ _dentur materiæ_. Cùm vis gravitatis proportionalis $it quan- titati materiæ in omnibus corporibus , omnia corpora, in 121. ii$dem circum$tantiis, gravitate æque celeriter moventur. [0120]PHYSICES ELEMENTA Quod etiam $equenti Experimento confirmatur.

EXPERIMENTUM 3.

Dentur duo globi æquales, aut inæquales, unus ex plum- 295. bo, alter ex ebore; filis $u$pendantur, ut forment pendu- la æqualia; vibrationes æquales, atque exiguæ utcunque inæquales, $unt æquè diuturnæ.

Sæpe loco fili virga ferrea tenuis $ed rigida adhibetur, & 296. aliquan-do etiam pondera duo aut plura ei annectuntur, & vocatur _pendulum compo$itum;_ in eo ca$u regulæ memora- tæ locum non habent; $ed i$ta pendula ad $implicia revocan- tur, determinando in iis punctum, in quo $i pondera forent juncta, vibrationes e$$ent æquè diuturnæ cum vibrationibus penduli compo$iti, Hocce punctum vocatur _centrum o$cil-_ _lationis._ In $cholio 2°. methodum hujus determinandi ex- plicamus.

Corpus cuju$cunque figuræ pote$t $u$pendi, & circa pun- ctum, aut potius axem, v<007>brari; in eo etiam pote$t deter- minari centrum o$cillationis.

_Quando linea recta, qualis e$t filum ferreum, circa ex-_ 297. _tremitatum alteram vibratur, centrum o$cillationis di$tat a_ _puncto $u$pen$ionis duabus partibus tertiis longitudinis fili._ ut in eodem $cholio demon$tramus.

EXPERIMENTUM 4.

Lamina ferrea AB ita $u$penditur, ut circa extremita- 298. tem A vibretur; pendulum $<007>mplex CP, cujus longitudo e$t TAB. VIII. fig. 6. duarum partium tertiarum AB, eodem tempore cum i$ta lamina dimittitur; & vibrationes penduli, & laminæ, eo- dem tempore peraguntur.

Vibrationes pendulorum, ut diximus, licet inæquales, $unt æquè diuturnæ , & hæc pendulorum proprietas ma- 280 ximi u$us e$t in horologiis, quibus motus æquabilis, pen- dulo adjuncto, communicatur.

Horologiis in diver$is locis tran$$atis vim gravitatis non 299. ubique terrarum æqualem e$$e, enotuit ex eo, quod vibra- tiones eju$dem penduli, in diver$is regionibus, re$pectu temporis, inæquales repertæ $unt; & hæc gravitatis diver- $itas per pendula men$uratur.

[0121]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XIX.

_Dentur duo pendula_, CP, _cp, quorum longitudines $int in-_ 300. _ter$e, ut vires gravitatis quibus agitantur_; $i arcus $imiles TAB. XII. fig. 2. excurrant, in punctis re$pondentibus gravitates eandem $em- per habebunt rationem inter $e, propter inclinationes æ- quales, & quidem rationem arcuum percurrendorum, (quia arcus $imiles $unt ut pendulorum longitudines) qui ergo æ- qualibus temporibus percurrentur , id e$t, _vibr ationes e-_ 94 _runt æ æquè diuturnæ_.

Si ad eandem longitudinem reducantur mutato pendulo _c p_ cujus longitudo fiat _cq,_ æqualis CP; quadratum dura- tionis vibrationis penduli _cq_ e$t ad quadratum durationisvi- brationis penduli _cp_, aut CP, ut longitudo _cq_, aut CP, ad _cp_ ; id e$t ut gravitas quæ in pendulum CP agit ad 290. gravitatem quæ pendulum _cq_ agitat. Id circo _$unt qua-_ 301. _drata durationum vibrationum pendulorum æqualium, inver-_ _sè ut gravitates in pendula agentes_. Et in genere _quadrata_ 302. _durationum vibrationum $unt directè ut pendulorum longi-_ 290. _tudines , & inversè ut gravitates quibus moventur_ , Et- 303. iam _gravitates hæ $unt directè ut longitudines , & inversè_ 301. * 300. _ut quadrata durationum vibrationum_ .

302. SCHOLIUM I. De motu in Cycloide.

Concipiamus portionem cycloïdis aut integram cycloïdem, in linea recta extendi ABD, & corpus in hac linea recta moveri juxta legem penduli o- 304. TAB. XI. fig. 7. $cillati in cycloïde, id e$t dari pre$$ionem in corpusagentem, quæ $equatur ratio- nem di$tantiæ corporis a puncto medioB, & quæ in corpus motum agat ut in cor- pus quie$cens; centro B, radio BA, de$cribatur Semicirculus ALD, quitempus repræ$entat, in quo corpus movetur ab A ad D; tempora in quibus portiones quæcunque lineæ AD de$cribuntur, erectis ad hanc perpendicularibus, de- terminantur, arcus HI tempus in quo FG, & arcus AH tempus in quo AF percurruntur, de$ignant: celeritates autem in punctis F & G proportionales $unt ip$is perpendicularibus FH, GI.

Quæ ut demon$trentur, concipiendum e$t corpus, quod in linea AD mo- 305. vetur ita, ut temporibus, quæ $unt ut arcus AH, HI, percurrat portiones AF, FG, & $ic de cæteris: ita ut totum tempus repræ$entetur per $emicircu- lum ALD. Concipiamus ulterius $emicirculum in partes minimas æqua- les divi$um, momenta minima æqualia temporis de$ignantes, quales $unt H _b_ & I _i_. Id circo po$itis _fh_ & _g i_ etiam perpendicularibus lineæ AD, tem- poribus æqualibus lineæ F _f_ & G _g_ percurruntur, quæ cum exiguæ $unt percur- [0122]PHYSICES ELEMENTA runtur motu æquabili, momenta enim temporis adeo exigua coucipipo $$unt, ut acceleratio aut retardatio in$en$ibilis $it; celeritates ergo in punctis F & G $unt, ut F _f_ & G _g_ , quæ $unt inter $e ut FH ad GI; propter triangu- 94. la $imilia HBF, A _h l_, & IGB, I _mi_, ductis lineis H _l_ & I _m_ parallelis li- neæ AD; & propter æquales Hypotenu$as HB, IB, & H _b_, I _i_.

Incrementa celeritatum momentis æqualibus minimis in punctis F & G, ide $t 107. 252. pref$iones agentes in i$tis punctis , $unt ut _l h_ & _m i_; $unt enim differentiæ cele- 107.252. ritatum in punctis F, _f_, & G, _g_. Sed, propter triangula memorata $imilia, _l h_ & _m i_ $unt inter $e, ut FB ad GB; idcirco pre$$iones, in punctis F & G in corpus agentes $unt inter $e ut di$tantiæ a puncto medio B.

Quæ de incrementis celeritatum demon$trantur in parte AB Hineæ AD, in parte BD de decrementis eodem modo demon$trantur. Agitatur ergo cor- pus juxta legem corporis in cycloïde o$cillati.

Detur corpus motu æquab<007>li $emicir culum percurrens ALD, in tempore 306. unius vibrationis in cycloide, id e$t in tempore, in quo corpus, in linea recta AD ut explicavimus motum, illam percurrit. Ex dictis patet H _b_, F _f_, & I _i_, G _g_, æqualibus temporibus percurri; unde $equitur, cum dire- ctiones $int parallelæ in L & B, celeritates in hi$ce punctis e$$e æquales. Idcirco corpus celeritate quam corpus pendulum habet in B, in tempore unius vibrationis de$cribit $emicirculum, cujus diameter e$t arcus cycloidis a corpore percur$us.

Si corpus integram percurrat cycloidem ABD, diameter hæc erit quadru- 307. pla diametri FB , & velocitas in B erit, quam corpus cadendo ab altitudi- TAB. XI. fig. 4. ne FB acquirit , qua celeritate motu æquabili corpus in tempore ca$us po- 284. te$t percurrere lineam duplam ip$ius FB Sed $patia æqualibus velocitatibus 271. percur$a $unt ut tempora , id circo tempus ca$us per $emilongitudinem 257. penduli e$t ad tempus unius vibrationis per integram cycloidem, aut arcum 95. quemcumque , ut dupla FB, ad $emicircumferentiam circuli, cujus diame- 280. ter e$t quadrupla lineæ FB, aut ad integram circumferentiam, cujus diame- ter e$t etiam dupla FB; ergo in genere ut diameter circuli ad hujus circum- ferentiam; ut monuimus in n. 288.

SCHOLIUM 2. De Centro o$cillationis determinando.

S_it CA pendulum compo$itum; pondera P & Q; inter bæc datur centrum o$cil-_ 308. _lationis O, cujus hæc e$t proprietas_, po$itâ virgâ AC rigidâ & $ine pon- TAB XII. fig. 3. dere, _ut pondus Q, multiplicatum per BC, ad pondus P, multiplicatum per_ _AC, ita AO ad OQ_. Quod ut demon$tremus, con$iderandum e$t pondera Q & A moveri directionibus parallelis inter $e, id e$t æqualiter ad horizontem inclinatis; ideo agitari continuo impre$$ionibus ex gravitate, quæ, ni$i cor- pora virgâ rigidâ juncta forent, illis celeritates communicarent æquales . 118.265. Junctorum autem ponderum celeritates nece$$ario $unt inæquales, & celeri- tas corporis P, actione ponderis Q, augetur, dum hocalterius actione retardatur; quæ actiones contrariæ æquales $unt . Interea punctum intermedium quoddam 247. O, centrum nempe o$cillationis, movetur celeritate ex actione gravitatis ori- unda.

Sit B _b_, O _o_, aut A _a_ (has enim æquales ponimus lineas) $patium percur- $um ex actione gravitatis juxta inclinationem quamcunque agentis in tem- pore quocunque minimo. Cum punctum O hoc $patium percurrit, tantum per BE trans$ertur Q, & potentia quæ in Q agit minuitur quantitate, qua eo [0123] [0123a] [0124] [0125]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XIX. dem tempore corpus hoc percurreret E_b_ & quæ exprimitur per Q x E _b_ . 108. Potentia autem, quæ in P agit, augetur quantitate, qua P eodem tempore transfertur per _a_D, & quæ exprimitur per P x _a_ D ; ponimus enim pa- 128. rallelas B_b_, O_o_, A_a_; potentia ergo quæ retardat motum corporis Q, e$t ad potentiam, quæ accelerat motum corporis P, ut Q x E _b_ ad P x _a_ D: Sed po- tentiæ hæapplicantur vecti, cujusfulcrum e$t C; idcirco harum actiones, quas æquales demon$travimus, $unt ut CB x E _b_ x Q ad CA x _a_ D x P . Ideo CB x Q 175. ad CA x P, ut _a_D ad E_b_, aut AO ad OB. Q. E. D. Patet etiam in pendu- lo tali compo$ito producta fore æqualia, $i unumquodque pondus multipli- cetur per $uas di$tantias a centris $u$pen$ionis & o$cillationis.

_Si plura pondera dentur & unumquodque per $uas di$tantias a centris $u$pen$io-_ 309. _nis & o$cillationis multiplicetur, $ummæ productorum ab utraque parte centri o-_ _$cillationis æquales $unt_. Quod demon$tratione $imili evincitur.

Unde deducimus Methodum computatione determinandi centrum o$cil- lationis.

Sint corpora quæcunque A, B, C, D, E, horum di$tantiæ a centro $u$pen- 310. $ionis re$pectivè litteris _a_, _b_, _c_, _d_, _e_, exprimuntur; $it di$tantia centri o$cilla- tionis a centro $ufpen$ionis _x_. Ponamus _a_, _b_, _c_, minores e$$e _x_, _d_ & _e_ autern majores.

Corporum A, B, C, di$tantiæ a centro o$cillationis $unt _x_-_a_, _x_-_b_, _x_-_c_, & corporum reliquorum di$tantiæ ab eodem centro $unt _d_-_x_, _e_-_x_, multiplicando corpora $ingula per $uas di$tantias ab utroque cen- tro, habemus A_ax_ - A_aa_ + B_bx_ - B_bb_ + C_cx_ - C_cc_ = D_dd_ - D_dx_ + E_ee_ - E_ex_ unde de- 309. ducimus _x_ = {A_aa_ + B_bb_ + C_cc_ + D_dd_ + E_ee_/A_a_ + B_b_ + C_c_ + D_d_ + E_e_}, quam eandem æquationem ha- bemus quæcunque ex di$tantiis _a_, _b_, _c_, _d_, _e_, $uperent _x_; quare generalem hanc detegimus regulam.

_Si $ingula corpora multiplicentur per quadrata $uarum di$tantiarum à centro $u-_ 311. _$pen$ionis, & $umma productorum dividatur per $ummam productorum $ingulorum_ _corporum raultiplicatorum per $uas di$tantias ab eodem centro $u$pen$ionis, quotiens_ _divi$ionis dabit di$tantiam inter centra $u$pen$ionis & o$cillationis_.

Si, continuato pendulo ultra centrum $u$pen$ionis, corpora quædam 312. $upra punctum $u$pen$ionis applicentur, horum di$tantia erit negativa; Si Ex. gr. talia forent corpora A&B, pro + _a_ & + _b_ computatio ineunda foret cum -_a_, -_b_, quorum quadrata cum etiam $int + _aa_ & + _bb_, di$tantia _x_ in hoc ca- $u erit {A_aa_ + B_bb_ + C_cc_ + D_dd_ + E_ee_/-A_a_-B_b_ + C_c_ + D_d_ + E_e_.}

Ut memoratam regulam applicemus lineæ cujus extremitas e$t $u$pen- 313. fionis centrum, $ingula ip$ius puncta, aut potius partes minimæ, multipli- 311. candæ $unt per quadrata di$tantiarum $uarum ab extremitate, $umma horum 7.6. El. XII productorum e$t pyramis, cujus ba$is e$t lineæ quadratum, & altitudo ip$a linea, $i linea dicatur _a_, pyramis hæc valet {1/3}_a_<_>3 . Dividenda hæc e$t per $ummam partium minimarum multiplicatarum per $uas di$tantias ab extre- 34. El. I. mitate, quorum productorum $umma e$t area trianguli cujus ba$is e$t _a_, & altitudo etiam _a_; quæ area valet {1/2}_aa_ . Dividendo autem {1/3}_a_<_>3 per {1/2}_a_<_>2 quo- tiens e$t {2/3}_a_ di$tantia centri o$cillationis a centro $u$pen$ionis, ut $uperius ex- perimento confirmavimus .

298. [0126]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM. 3. In quo quædam in boc capite memoratæ Cycloidis proprietates demon$trantur.

Po$itâ cycloidis memoratâ formatione; $it circulus generator BEF. Pona- 34. mus hunc perveni$$e ad punctum Gba$eos, punctum F erit in _f_, po$ito arcu G_f_ 282. lineæ GF æquali; Punctum de$cribens erit in _b_, & erit hoc punctum Cycloïdis-

TAB. XII. fig. 4.

Ducatur G _c_ H diameter per punctum contactus, erit hæc ad ba$in per- 18. El. III. pendicularis , & parallela diametro BF. Ductâ nunc _b_ L, per punctum Cycloïdis _b_, ba$i parallelâ, $ecante circulum FEB in E, & GH in I; ma- nife$tum e$t, propter æquales GI & FL , in circulis æqualibus æquales 34. El. I. e$$e _b_ I, EL; additâ utrimque IE æquales erunt _b_ E, IL, cui æqualis GF .

34. El. I.

Facile etiam liquet arcus G _f_, _b_ H, EB, æquales e$$e inter $e & lineæ GF; ideoque lineæ _b_ E.

Ex quibus hanc curvæ deducimus proprietatem, _Si ex puncto quocunque Cy-_ 315. _cloidis ad ba$in ducatur parallela, quæ $emicirculum $ecat $uper axe de$criptum_ _ad partem curvæ_, qualis linea hìc e$t _b_ EL, _erit_ hujus _portio_, _inter Cycloi-_ _dem & $emicirculum intercepta, æqualis arcui $emicir culi inter lineam memora-_ _tam & verticem intercepto_. id e$t _b_ E arcui EB æqualis e$t.

Sit Cycloïs ADB; vertex B; ba$is AF; axis BF, qui diameter e$t $emi- 316. circuli FMB.

TAB. XII. fig. 5.

Sumtâ D _d_ portione quacunque infinitè exigua Cycloïdis, poterit hæc pro lineâ rectâ haberi, & continuatâ formabit tangentem in puncto D aut _d_. Ducantur DL, _dl_, ad ba$in parallelæ $emicirculum $ecantes in E, _e_; & ductâ B _e_ continuetur hæc donec $ecet in _b_ lineam DL; $it etiam BO ad ba- $in parallela, circulum tangens in B, & quæ in O $ecatur lineâ _e_O, con- tinuatione lineæ E _e_.

Triangula _b_ E_e_ & _e_ OB, propter B_o_ & _h_E parallelas $unt $imilia. La- tera autem EO & OB $unt æqualia ; ergo & æqualia _e_ E, _h_ E; e$t _e_E ar- 36. El III. cuum B _e_ BE, aut linearum _de_, DE, differentia ; quæ eadem differen- 315 tia e$t ideò etiam _h_ E, quare $unt æquales parallelæ D _h_, _de_; $untetiam id- circo æquales & parallelæ D _d_, _b_ _e_ . id e$t tangens in _d_ parallela chordæ _e_ B, 33. El I. quam Cycloïdis proprietatem $uperius indicavimus in n. 285.

Ii$dem po$itis ducatur FE _i_; erit hæc ad BE aut B _b_ (propter augulum 317. infinite exiguum _e_ BE) perpendicularis , dividetque ba$in trianguli i$oce- 31. El. III, les _b_ E _e_ in duas partes æquales ita, ut _ei_ $it dimidium ip$ius _eb_ aut _d_ D. E$t verò _ei_ differentia inter chordas BE, B_e_; nam $i centro B, radio BE, circulus de$cribatur coincidet hic cum E_i_, quæ infinite exigua e$t; & D _d_ e$t differentia arcuum Cycloidis DB, _d_B.

Concipiamus nunc lineam ad ba$im Cycloidis AF parallelam moveri à B ad F, aliamque lineam interea circa B ita rotari, ut continuo tran$eat per inter$ectionem primæ cum $emicirculo. Ubi prima Ex. gr. pervenit ad _dl_ erit $ecunda in B _e_, translatâ primâ ad DL rotatur $ecunda ut $it in BE. In hoc motu, commune initium habent, & continuo augentur, arcus Cycloïdis DB & chorda EB; $ed illius augmentum $emper duplum e$t au- gmentihujus, quare & integer arcus qui e$t $umma augmentorum, erit du- plusintegræ chordæ, quæ etiam $ummam valet augmentorum $uorum. Ha- [0127]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XIX. bemus ergo etiam demon$tratam propo$itionem in n, 386. memoratam.

Supere$t ut, quæ de evolutione Cycloidis in n. 283. dicta $unt, de mon- $tremus.

Detur iterum eadem Cycloïs ADB; ba$is AF; axis FB; FEB $e- 318. micirculus. Producatur BF ad Cita, ut BF & FC $int æquales; formato- que parallelogrammo A_f_CF; detur $emicirculus A _mf_, qui $emicirculo FEB, æqualis erit; ut & $emi cycloïs A _q_C, cujus axis e$t A _f_ & quæ æqualis e$t $emi-cycloïdi ADB. Concipiamus etiam filum fixum in C & cycloïdi C _q_ A applicatum, evolvi.

Ponamus filum ad hunc perveni$$e $itum, ut cum cycloïde tantum con- veniat à C ad _q_, & ulterius protendi juxta tangentem ad curvam in _q_: $i linea _q_ Q æqualis $it arcui _q_ A, cui filum, nunc ten$um, fuit applicatum, e- rit Q fili extremitas.

Ducatur _q p_ ad ba$in parallela $emicirculum A _m f_ $ecans in _m_, ex quo puncto ducatur linea _m_ A ad A, $unt _m_ A & _q_ N parallelæ & æquales; 285 316. $ed _q_ A, ideoque _q_ Q dupla e$t _m_ A aut _q_N; $unt ergo æquales N _q_, NQ; idcirco $i per Q ad AF & _p q_ detur parallela QP, erunt æquales PF, A _p_; ergo etiam erunt æquales arcus FM, A _m_; ut & anguli MFA, _m_ AF ; 32 27 El. III. & e$t FM, parallela A _m_ , ut & Q _q_; unde $equitur FMQN e$$e paral. 27. El. I. lelogrammum, & æquales e$ie FN, QM; $unt etiam æquales _qm_, AN, in parallelogrammo _m_ AN _q_.

Linea _mq_, aut AN, æqualis e$t arcui A _m_ , aut arcui FM; AF, æ- 325. qualis e$t $emicirculo FMB ; idcirco NF, aut QM, æqualis e$t arcui 282. 315. MEB, & punctum Q, ide$t fili extremitas datur in cycloïde ADB , quam 315. integram extremitas hæc percurret dum totum filum evolvitur.

SHOLIUM 4. De linea celerrimi de$cen$us.

Monuimus $uperius , quod ex deinde demon$tratis etiam patuit ; corpus 289. per arcus circuli exiguos breviori tempore de$cendere, quàm per ho- 307. rum arcuum chordas. Unde patet corpus quod à puncto ad punctum de- $cendit, quando puncta ambo non in eadem verticali dantur, ut viam $uam brevi$$imo tempore peragat, non debere per lineam rectam incedere. Quam- nam autem lineam $equi debeat, lubet hìc demon$trate; quia ad hoc u$u ve- niunt quæ in $uperiori $cholio de Cycloïde demon$trata $unt.

Sint puncta duo A & B, lineâ CD $eparata; moveatur punctum & ab A 319. tendat ad B; $ed ea lege, ut antequam ad lineam CD perveniat, feratur velo- TAB. XII. fig. 6. citate quam dicimus _v_, ubi autem tran$ivit lineam hanc incedat celeritate majori quam vocamus _c_: Ponamus ulterius punctum velocitatibus $ingulis rectas vias percurrere; ideòque moveri per rectam AB, aut lineas AE, EB peragrare: determinandum, quomodo motum dirigere debeat, ut tempore omnium brevi$$imo perveniat ex A in B,

Ponamus tempus quo corpus, velocitate _v_, lineam quamcunque percur- rit ip$â lineâ percurfâ repræ$entari; tempus quo linea percurritur, velocita- te aliâ majori, eo brevius e$t, quo velocitas major e$t, & minuitur in ratio- ne in qua velocitas augetur; tempus ergo, in quo linea quæcunque, veloci- tate _c_ percurritur, repræ$entabitur lineâ minore ip$â percur$â, & quæ ad percur- $am habet rationem quæ datur inter _v_ & _c_.

Si punctum eat per AE & EB tempus motus per AE; quia velocitate _v_ [0128]PHYSICES ELEMENTA percurritur linea hæc, hac ip$â lineâ repræ$entatur; tempus quo EB peragratur, repræ$entatur lineâ EF, quæ $e habet ad EB, ut _v_ ad _c_. Punctum ve- ro F determinatur $i ex B ad CD ducatur BD perpendicularis, fiatque _c,_ _v_:: BD, LD & per L ad DC ducatur parallela, $ecabit hæc BE in puncto F: nam propter parallelas ED, FL, habemus BD, LD :: BE, FE.

Ex hac demo$i$tratione etiam $equitur, $i punctum per lineas alias AM, MB, progrediatur, quarum ultima $ecat LF in N, tempus motus repræ- $entari lineis AM, MN, ita ut determinandum $it per quod punctum lineæ CD punctum mobile tran$eat, quando $umma talium linearum tempora repræ- $entantium e$t omnium minima; quod ut fiat ad $equentia attendendum.

Summas ab utraque parte recedendo à puncto quæ$ito augeri continuo; ideoque in eo puncto $olo $ummas vicinas e$$e æquales, idcirco $i punctum hoc $it E erunt æquales AE + EF & A_e_ + _ef_ ex qua æqualitate $itus pun- TAB XII. fig. 7. cti E deducendus e$t.

Centro A, radio A _e_ de$cribatur circuli arcus _eb_; Centro Bradiis B_f_, & BE de$cribantur arcus E _i_, _fg_, eruntque æquales A_b_ + E_g_ & A _e_ + _i_ _f_ $ubtra- ctis hi$ce quantitatibus æqualibus ex AE + EF = A_e_ + _ef_, re$tant_h_ E + _g_F = _ei_. Unde deducimus. _h_E = _ei_-_g_F. Propter triangula $imilia _ei_E, _fg_F, & B_fg_, B_ie_ ut & BFL, BED,

_ei_, _g_ F :: E_i_, _fg_, :: BE, B_f_ aut BF (difterentia enim e$t infi nite exigua) :: BD, BL. Dividendo

_ei_, _ei_ _g_ F = _b_E:: BD, BD-BL = LD; id e$t ut velocitas infra lineam ad velocitatem $upra lineam.

Triangula _ei_E, ENO, $unt $imilia ut & _eb_ E & _e_ MP; ergo

_ei_, E_e_:: EO, EN

_b_E, E_e_:: EP, M_e_ = EN nam $unt radii eju$dem circuli; E _e_ c- nim e$t infinite exigua.

Ex æquo _ei_, _b_E:: EO, EP. Sunt autem hæ lineæ _co$inus angulorum_ 320. _quos directiones motuum efficiunt cum linea_ CD _quæ $patia $eparat in quibus velo-_ _eitates differunt_: qui ergo co$inus directionum _$unt inter ut velocitates in ip$is_ _iltis directionibus, quando tempus e$t omnium brevi$$imum_.

Moveatur iterum corpus ex A & tendat ad B, ea conditioneut dum tran$- 321. it lineas CD, IL, MN, OP, $ingulis vicibus velocitatem mutet, quæ- TAB. XII. fig. 8. ritur qua lege movetur, po$itis hi$ce lineis parallelis, ut tempore brevi$$imo ex A ad B perveniat.

Requiritur ut corpus ex A ad F perveniat tempore brevi$$imo po$$ibili, ut & ex E ad G, ex F ad H, & ex G ad B, aliter enim in toto motu tem- pus brevius dari pote$t. Ideò _co$inus angulorum quos motus directiones_ AE, 322. EF, FG, GH, HB, _efficiunt cum lineis, parallelis inter $e, $eparantibus $pa-_ _tia in quibus diver$a e$t velocitas, $unt re$pectivè inter $e ut velocitates quibus $in-_ _gu'a percurruntur_.

Con$ideremus nunc corpus quod gravitate de$cendit. Celeritas continuo de$cendendo augetur, & ad eandem profunditatem ubique e$t eadem , innu- 271. meris ergo, & inter $e infinitè parum di$tantibus, planis horizontalibus divi- duntur $patia in quibus celeritas variat: _Linea_ ergo _celerrimi de$cen$us inter_ 323. _duo puncta e$t cujus tangens ubique cum borizonte e$$icit angulum, cujus co$inus_ velocitati cadendo acqui$itæ _proportionalis e$t _, id e$t _radici quadratæ altitu-_ 322. _dinis per quam corpus cecidit _. Hanc autem e$$e Cycloïdis proprietatem de- 255-271. mon$tramus.

[0129]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XIX.

Ponamus Cycloïdem ADB, inver$am, cujus axis $it verticalis, & corpus 324. ex A de$cendere, demon$trandum anguliut _d_ DE, aut BEL , co$inum pro- 285. 316. portionalem e$$e radici quadratæ altitudinis FL , id e$t proportionem $e- 323. qui chordæ FE cujus quadratum ad in$tar altitudinis FL augetur & minui- TAB. XII. fig. 5. tur . Angulus BE _l_ æqualis e$t angulo BFE ; cujus co$inus $i centrum 293. circuli $it F, & radius FB, e$t FE; quod in omnibus punctis cycloïdis Io- 8. El. VI. cum habet, manente eodem radio FB.

Linea ergo celerrimi de$cen$us, à puncto ad punctum, e$t Cycloïs inver$a, cu- 325. jus punctum extremum, ut A, cum $uperiori puncto coincidit & quæ per punctum alterum tran$it.

CAPUT XX. De Projectione Gravium.

SI in corpus motum potentia agat, mutatur motus . 326. _Corpus projiciatur_ per AB, in tempore, in quo pote$t TAB XIII. fig. I. percurrere AB, vi gravitatis, fertur terræ centrum ver$us 245 per BF, & ita, motu compo$ito ex i$tis duobus, movetur per AF ; & hoc motu, $ecundo momento, percurreret 246. FC, ip$i AF æqualem, ni$i $ecundo momento eadem vi gravitatis translatum foret per CG, ita ut motus in $ecun- do momento $it per FG; eodem modo, motus tertii mo- menti e$t per GH, & quarti momenti per HI; cùm verò vis gravitatis continuò agat, illa temporis momenta mini- ma $unt, & ubique dabitur motus aliter compo$itus, id e$t, directionis inflexio; in eo ca$u ergo corpus _movetur in li-_ _nea curva._

Hic _motus corporis ex projectione_ magis $impliciter con- 327. $iderari pote$t in omnibus projectionibus, quæ a nobis fie- ri po$$unt; quia omnes lineæ, quæ ad terræ centrum ten- dunt, pro parallelis haberi po$$unt; quare directio motus ex gravitate $emper e$t eadem; unde motus ex projectione _ex duobus_ tantum _motibus con$tat, primo æquabili per li-_ _neam projectionis, $ecundo terram ver$us accelerato_ .

251.

Projiciatur corpus per lineam AE, horizonti parallelam; TAB XIII. fig. 25 temporibus æqualibus, hoc motu, percurret partes æquales AB, BC, CD, DE: Ex gravitate fertur motu ad horizontem perpendiculari, directione BF, CG, DH, aut EI, quæ hìc parallelæ ponuntur; motus hic e$t acceleratus, & ideò, $i [0130]PHYSICES ELEMENTA po$t primum momentum corpus $it in F, po$t $ecundum erit in G, po$t tertium in H, po$t quartum in I, ita quidem ut po$ito BF unum, CG $it quatuor, DH novem, & EI $edecim . Corpus percurret curvam tran$euntem per o- 255. mnia puncta, quæ eodem modo ac F, G, H, I, determinari po$$unt, vocaturque _Parabola_.

MACHINA Qua demon$trata de corporum projectione confirmantur.

Con$tat hæc ex tribus partibus, quarum con$tructio ex 328. figura $atis patet. A_h_ e$t altitudinis $ex pollicum; DE e$t TAB. XIII. fig. 3. exacte eju$dem altitudinis; longitudo _b_ H e$t duodecim pollicum, po$ito puncto H, ad di$tantiam unius pollicis ab extremitate cavitatis in qua punctum hocce ponitur.

Circulariter, aut juxta aliam curvam quamcunque, ex- cavatur EA; & lamina ferri, $tanno illiti, & admodum politi, obtegitur; ut globus æneus libere juxta illam cur- vam devolvi po$$it; in qua devolutione ob$ervandum, ut curvæ directio in A $it horizontalis.

Dividitur A _h_ in novem partes æquales, quarum A _f_ u- na e$t, A _g_ quatuor.

Quando huic primæ parti Machinæ conjungitur $ecunda TAB. XIII. fig. 4. B, pertingit hæc ad _g_, & _g_ G e$t octo pollicum: $i huic $u- perimponatur pars tertia C, pertingit hæc ultima ad _f_, & _f_F e$t quatuor pollicum.

Su$tinetur Machina hæc tribus cochleis, quarum ope li- nea A _b_ ponitur in $itu verticali, qui $itus determinatur per- pendiculo ad partem machinæ po$ticam; eodem omnino modo ac hæc in alia Machina exhibentur in fig. I. Tab XII. & explicantur in n. 276.

Diameter globi P, qui in Experimentis dimittitur juxta curvam EA, e$t circiter $emi-pollicis; nec minori globo, aut Machinâ, quàm quæ hìc de$cribitur, majori utendum: quo enim corpora $unt minora & motus celeriores, eo etiam magis, $ervatâ proportione, motus aëris re$i$tentiâ re- tardatur; ut $uo loco dicetur.

Quando globus P ab E dimittitur, devolvendo per cur- vam EA certam acquirit velocitatem, quæ in repetitis de- [0131] [0131a] [0132] [0133]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XX. volutionibus $emper e$t eadem; eaque cum celeritate, & directione horizontali, motum continuat.

EXPERIMENTUM.

Junctis tribus Machinæ partibus; ut in fig. 4., dimittatur 329. globus P ab E, impinget in F. Sublata parte minori C, ite- rum dimittatur globus, impinget in G. Sublata tandem parte B, & globo dimi$$o, impingit in H.

Si argilla mollis detur in H & G, punctum impactus exa- cti$$ime notatur; in puncto F, propter directionem motus nimium obliquam, hæc methodus locum non habet; $ed repetitis Experimentis, $olo vi$u, punctum hocce $atis de- terminatur.

Propo$itio n. 257, hac Machina Experimento confirma- 330. tur; nam ut $tatim dictum, globus devolvens per EA im- TAB XIII. fig. 3. pingit in H. Devolvendo per EA acquirit celeritatem, quam cadendo per ED potui$$et acquirere ; ea cum celeri- 271. tate, ex puncto A, horizontaliter projicitur, & æquabili- ter $ecundum illam directionem movetur per _b_ H, dum ca- dendo percurrit A _b_, ip$i ED æqualem; _b_ H vero e$t i- p$ius A _b_ aut ED dupla.

Quæ de curva a corpore horizontaliter projecto dicta $unt, 331. etiam pertinent ad projectionem quamcumque.

Projiciatur corpus per AE; & $int AB, BC, CD, DE, TAB. XIII. fig. 506. æquales; corpus percurret curvam AFGHI ita, ut ver- ticales lineæ BF, CG, DH, EI $int inter $e, ut I. 4. 9. & 16.; in quo ca$u etiam curva _Parabola_ vocatur.

DEFINITIO.

_Sit AI planum quod per A tran$it, $i curva memorata_ 332. _hoc $ecet in I;_ _AI vocatur_ amplitudo _jactus_

Motus corporum, quæ eadem celeritate projiciuntur, cum directionibus diver$e inclinatis, po$$unt inter $e comparari:

_Pote$tque corpus celeritate data in plano dato ad di$tantiam_ 333. _quamcunque projici_. Sit celeritas data illa, quam corpus acqui- rit cadendo ab altitudine LA, quam horizonti AT perpendi- cularem concipimus, & corpus in plano AI in I projicien- dum $it. Ductâ LN horizonti parallelâ, erigatur AN nor- [0134]PHYSICES ELEMENTA malis plano A I, $ecans L N in N; centro puncto med<007>o li- neæ AN per A de$cribatur circulus, qui etiam per L tran$- ibit; $it AR pars quarta lineæ AI; per R ducatur, hori- zonti perpendicularis, id e$t parallela lineæ AL, linea R _b_, quæ circulum $ecat in B & _b_; $i corpus projiciatur per AB aut A _b_ cadet in I. Qua methodo directio jactus determi- natur, $i punctum $it in linea horizontali per A tran$eunti (in quo ca$u L & N coincidunt), aut in plano quocunque inclinato $ive $upra $ive infra lineam hanc horizontalem.

Motu æ quabili celeritate, cum qua projectio fit, corpus 334. pote$t percurrere AE, dum cadit per EI Quia corpus pro- jicitur velocitate per LA cadendo acqui$ita, eodem motu æ quabili pote$t percurrere duplam LA in tempore in quo ab altitudine LA cadit . Spatia, velocitate eâdem & æ- 257. quabili percur$a, $unt ut tempora in quibus percurruntur; 95. ergo tempus ca$us per LA ad tempus ca$us per EI, ut dupla LA ad AE. Ideo 2 LA<_>9 ad AE<_>9 ut, LA ad EI , Quam ergo proportionem $i demon$tremus dari in 255. con$tructione præ cedenti, directionem benè fui$$e determi- natam con$tabit.

Ducatur LB, & habemus angulum BAR a tangente AR, e$t enim perpendicularis radio AO, & a linea circulum $e- cante AB formatum æ qualem angulo AMB in $egmento 32 EI. III. oppo$ito ; anguli etiam alterni RBA, LAB, $unt æ quales ; 29. EI. 1. ergo $unt $imilia triangula ABR, ALB, & lineæ LA, AB, BR, proportionales; ergo LA<_>9 ad AB<_>9 ut LA ad BR; ideo 2 LA<_>9 ad 2 AB<_>9, aut AC<_>9 ut LA ad BR: multiplicando con$equentia per quatuor, habemus 2 LA<_>9 ad AC<_>9 multiplicatum per quatuor, id e$t 2 AC<_>9, aut AE<_>9, ut LA ad 4 BR, aut EI, quod demon$trandum erat.

Demon$tratio $imilis e$t, $i corpus per A _b_ projiciatur. Un- 335. de $equitur _corpus per duas directiones po$$e projici ut in_ _idem punctum cadat, $i autem di$tantia $it omnium maxima_ _ad quam corpus, data velocitate, in plano dato, pote$t pro-_ _jici, unica e$t directio per quam projiciendum e$t corpus,_ [0135]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XX. punctis B & _b_ coincidentibus in Q, puncto medio arcus LQA, a quo puncto $emper æqualiter di$tant puncta B & _b_.

Si AI $it _horizontalis_ arcus AQL, e$t $emicirculus, & 336. in hoc ca$u _amplitudo_, manente celeritate, cum qua pro- jectio fit, _e$t omnium maxima, quando directio projectionis_ _cum borizonte efficit angulum $emirectum_.

Si celeritas mutetur, & corpus $ecundum eandem dire- ctionem projiciatur, amplitudo in eodem plano mutatur in ea- dem ratione cum altitudine A L; id e$t, _amplitudines, manente_ 337. _eâdem directione, $unt_ ut altitudines ad quas corpora, ii$- dem celeritatibus, in altum projecta ad$cendere po$$unt; $unt ergo _ut quadrata celeritatum_ .

262.

Sit iterum LA altitudo a qua cadendo corpus acquirit 338. velocitatem cum qua projicitur per AB; punctum alti$$i- TAB XIII. fig. 1. mum viæ percur$æ determinatur, $i de$cripto $emicirculo cujus diameter e$t AL, per punctum B in quo a directio- ne projectionis $ecatur ducatur horizontalis linea MBG, & fiat BG æqualis BM; punctum quæ$itum erit G.

Hujus patebit demon$tratio $i ad $equentia attendamus; 339. ductâ AI horizontali, corpus ut dictum projectum cadet in I, po$itâ AI quadrupla MB aut AR .

134.

Dum corpus per AB projicitur motus hicce coincidit cum duplici motu horizontali uno & æquabili, altero verticali . Ultimo motu corpus ad$cendit & de$cen- 246. dit, tempu$que ad$cen$us æquale e$t tempori de$cen$us; ideò a$cen$us terminatur ubi corpus motu horizontali dimi- dium AI, id e$t MG, percurrit; punctum ergo alti$$imum datur in verticali lineâ SC quæ per G tran$it. Dentur IE verticalis, AB continuatam $ecans in E, ut & verticalis BR; quia MG dupla e$t MB, id e$t AS dupla AR; e$t etiam CS dupla BR, id e$t CG æqualis GS: Sed AI dupla e$t AS; ergo EI dupla CS, & quadrupla CG; etiam AE dupla AC. Dum Corpus motu projectitio per- currit AE, cadit per EI; dum percurrit AC, cadendo quar- tam partem EI id e$t CG percurrit ; tran$it idcirco in 255. [0136]PHYSICES ELEMENTA motu $uo per punctum G, quod e$t punctum alti$$imum cùm hoc detur in linea CS.

_Si detur curvâ à corpore percur$â, velocitas quam habet_ 340. _corpus in puncto quocunque ut F, illa e$t, quam Corpus po-_ _te$t acquirere cadendo à linea horizontali per L ducta ad_ _punctum F._ Nam Corpus per planum quodcunque ex A, velocitate qua projicitur, ad$cendere pote$t ad horizontalem hanc lineam , $i nunc planum detur ad F u$que cum ip$a 274. corporis projecti via congruens, in F autem $ur$um defle- xum, corpus in F illam habebit velocitatem qua juxta pla- num hoc ad horizontalem memoratam pervenire pote$t, id e$t quam cadendo ab ip$a horizontali ad F u$que ac- quirere pote$t .

274.

Sit corpus ex A projiciendum per punctum H in I, po$i- 341. tis tribus hi$ce punctis in eodem plano verticali, & puncto TAB. XIII. fig. 7. medio $upra lineam quæ reliqua duo jungit. Sit AI ho- rizontalis & per tria puncta data ad hanc normales TE, FD, AL. Ex I per puncta A & H ducantur lineæ IA, IH, quarum ultima $ecat AL in P; fiat GD æqualis AP, & habetur AD directio jactus. Celeritas detegitur $i $umtâ AR quartâ parte AI; & ductâ verticali RB, quæ AD $ecat in B, ducatur BL ita, ut angulus ABL æqualis $it angulo ARB, velocitas quæ$ita e$t quam corpus acquirit cadendo ex L in A,

Corpus projectum æquabili percurrit velocitate AE & AD, dum cadit per EI & DH: ut ergo demon$tremus corpus per hæc puncta tran$ire, demon$trandum AE<_>9 $e habere ad AD<_>9, aut EI<_>9 ad DG<_>9, ut EI ad DH .

255.

In triangulis $imilibus IHG, IPA, AI ad AG, ut AP, aut DG, ad DG minus GH, id e$t HD, Sed in triangulis $imilibus AEI, ADG; AI ad AG, ut EI ad DG; ergo EI ad DG, ut DG ad HD; idcirco EI<_>9 ad DG<_>9, ut EI ad HD. Quod demon$trandum erat. Ve- locitatem autem rite e$$e determinatam con$tabit ex colla- tione fig. 7. cum 6.; $i ad puncta B, L, attendamus, quæ [0137] [0137a] [0138] [0139]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI. in utraque figura ii$dem literis de$ignantur.

CAPUT XXI. _De Viribus Centralibus._

COrpus in motu, motum in linea recta continuat , & 140 ab ea non recedit, ni$i impul$u novo agitetur; po$t impul$um motus e$t compo$itus, ex duobus na$citur tertius etiam in linea recta . Si ergo corpus movetur in curva, 148. omnibus momentis novo impul$u agitatur; curva enim ad rectas lineas revocari non pote$t, ni$i concipiatur divi$a in partes infinite exiguas. Exemplum talis motus habemus in projectione gravium ; aliud habemus in omnibus motibus 316. circa punctum qua$i centrum.

_Corpus quod continuò centrum aliquod ver$us pellitur, $i_ 342. _projiciatur $ecundum lineam quæ per illud centrum non_ _tran$it, curvam de$crihit: & in omnibus punctis conatur ab_ 343. _illa curva recedere $ecundum directionem_ curvaturæ, id e$t, _tangentis ad curvam_; ita ut, $i vis qua ad centrum trahitur, $ubito ab actione ce$$aret, corpus in recta linea per tangen- tem motum continuaret.

Lapis fundæ impo$itus, & in gyrum agitatus, curvam de$cribit, quia funda manum ver$us omnibus momen- tis qua$i retrotrahitur; $i $ibi relinquatur per curvæ tangen- tem recedit.

DEFINITIO 1.

_Vis qua corpus in ca$u prædicto a centro recedere cona-_ 344. _tur_, qualis e$t vis qua funda agitata di$tenditur, _vocatur vis_ _centrifuga_.

DEFINITIO 2.

Vis _autem_ qua corpus centrum ver$us trabitur, aut pelli- 345. tur, vocatur vis centripeta.

DEFINITIO 3.

Nomine communi vires hæ vocantur _vires centrales_.

346.

_In omni ca$u vis centrifuga & vis centripeta $unt a qua-_ 347. _les inter $e_; nam agunt contrarie & $e$e mutuo de$truunt. [0140]PHYSICES ELEMENTA Vicentripetâ corpus retinetur in curvâ, & centrifugâ cona- tur ex hac recedere. Funda agitata æqualiter utramque partem ver$us di$tenditur , & lapis eacum vi a manu co- 247. natur recedere, cum qua retinetur, id e$t, manum ver$us trahitur.

Virium centralium maximus u$us e$t in Philo$ophia Na- turali; Planetæ omnes in gyros moventur, & plerique, $i non omnes, circa axes rotantur.

Propo$itiones præcipuas circa ha$ce vires $eligam & ex- plicabo, hasque Experimentis confirmabo, & in $choliis huic capiti adjectis ip$as demon$trabo.

Præmittenda vero e$t Machinarum de$criptio; quibus hæc Experimenta peraguntur.

MACHINA

Qua Experimenta de viribus centralibus in$tituuntur.

A e$t orbis ligneus diametri circiter duorum pedum cum 348. $emi$$e; hujus fectio verticalis datur in Fig. 2., in qua a a i- TAB. XIV. fig 1. & 2. p$ius orbis $ectionem repræ$entat, _g h_ $ectionem $u$tentacu- li tornati, orbi perpendiculariter in centro adjuncti; con$tat hoc ex duabus part<007>bus $eparatis in D, quæ junguntur qua- tuor cylindris ferreis tenuibus, quorum extremitates annu- lis ex eodem metallo cohærent.

Pars $uperior $u$tentaculi $ulco circumdatur _cc_; & cylin- drice excavatur in _f g_, cujus foraminis diameter e$t trium partium quartarum unius pollicis.

Totius Machinæ pes datur in C, e$t $olidi$$imus: ab u- na parte ei applicatur orbis A, ubi quadrum $uperius pe- dis C excavatur, ut recipiat $u$tentaculum orbis. Cum hoc quadro firmiter connectitur caput ligneum F, (Fig. 3.) cu- jus angulus G, in _g_ (fig. 1.) videri pote$t.

Capiti huic $uperimponitur lamina ferrea R quæ ip$i li- gno in$eritur & cum hoc, ope cochlearum, quales in _s_, _s_, delineatæ dantur, firmiter connectitur, Cum lamina R cohæret alia _r_ circa verticulum mobilem, ita ut laminæ ambæ inter $e recipiant $u$tentaculum tabulæ dum ip$æ $ul- co _c c_ (fig. 2.) in$eruntur, in quo ca$u cu$pis Z foramina _Z, Z,_ trajicit.

[0141]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI.

Orbis cum $u$tentaculo $u$tinetur ligno ED, in quo da- tur lamina ferrea, cui cu$pis æneus _b_ (fig 2.) in$eritur. Ita cum pede Machinæ lignum hocce conjungitur, ut altitudo $ulci _c c_ cum altitudine laminarum R _r_ congruat.

Hi$ce ita di$po$itis, liberrime cirea centrum horizonta- liter orbis movetur, & ut commode circumvolvatur, ei ad- ditur, inter orbem & $ulcum _c e_, rota minor, cujus $ectio videtur in _b b_; in eo loco $u$tentaculum e$t polygonum, & congruit cum foramine in ip$a rota, quæ ope cochlearum _el, el_; firmatur. Variæ tales rotæ minores requiruntur, quarum peripheriæ, in fundo $ulci quo circumdantur, $unt inter $e ut duo, tria, quatuor &c; rotæ omnium minimæ diameter e$t circiter quinque pollicum.

Orbis B, priori $imilis, eodem modo, in parte oppo$ita pedis C circa centrum rotatur. Parva tamen inter ambos datur differentia; hujus orbis $u$tentaculi pars inferior et- iam e$t perforata, ut _i b_ (Fig. 4.); commode nihilominus circumvolvitur, in _h_ applicatur lamina metallica perforata, cui in$eritur tubus inhærens laminæ aliæ M, cujus $ectio verticalis videtur in L, & quæ in ligno ED pedis C hæret in _m_. Perforatur etiam lignum ED, in loco re$pondenti foramini $u$tentaculi, ita ut filum a $uperficie orbis per to- tum $u$tentaculum & lignum ED trajiciatur.

Rota ut _b b_, quæ huic orbi B additur, cum eo cohæret, & e$t æqualis minimæ illarum quæ orbi A $eparatim anne- ctuntur.

Orbes A & B, aut conjunctim, aut$eparatim, celeriter circumvolvuntur, ope rotæ majoris & verticalis Q, cujus pars $uperior in eodem datur plano horizontali cum rotis minoribus ut _b b_. Cum pede C conjungitur machina quæ in fig. 5. repræ$entatur; con$tat hæc ex plano ligneo, cui perpendiculariter inhæret parallelopipedum, in cujus $uperfi- ciei $uperioris extremitatibus verticaliter in$eruntur tro- chleæ _v, v_, & a latere in extremitate altera datur trochlea tertia horizontalis _t_, cæteris pollice fere magis elevata. Superfi- cies $uperior Machinæ, e$t in eodem plano horizontali cum $u- [0142]PHYSICES ELEMENTA perficiebus inferioribus rotarum minorum orbibus con- junctarum.

Sit Orbis B $olus circumvolvendus; Machina Fig. 5. pedi C connectitur, ope duarum cochlearum tran$euntium per fora- mina ut _x_, in plano inferiori Machinæ, quæ di$ponitur ut illius $uperficies $uperior, erga rotam minorem Orbi adhærentem, fi- tum habeat, qui in Fig. 6. videtur, in qua _b_ rotam illam minorem de$ignat: funis circumit rotam majorem Q, & ab in$eriori hu- jus parte tendit a _d_ ver$us _v_, circumponitur rotæ _b_, & juxta _t_ trochleam, _c_ ver$us, ad partem $uperiorem rotæ Q pervenit.

In Fig. 7. $itus Machinæ Fig. 5. repræ $entatur, quando ambo Orbes $imul circumrotandi $unt; $unis di$po$itio ex in$pectione figuræ liquet, ab _v_ tendit ver$us _d_, ad rotæ ma- joris Q partem inferiorem.

In multis Experimentis ulterius requiruntur pyxides oblon- gæ P, P, quæ orbibus imponuntur, & cochleis ibi firmantur; in unaquaque centrum Orbis cum medio pyxidis congruit, & ibi datur foramen æquale foramini _g f_ (Fig. 2.) & huic re$pon- dens, cui in$eritur cylindrus ligneus N (Fig. 2.), ut videtur in L, L: hunc trajicit, & in eo hæret tubulus vitreus, diametri circiter quartæ partis unius pollicis, cujus extremitates lampadis flam- mâ fu$æ angu$tum in medio foramen habent; ita ut per tu- bum filum, aut funis tenuis, $ine attritu $en$ibili, moveatur.

In pyxide, ad exiguam ab L di$tantiam, lamina lignea $u$penditur _v_, quæ cum pyxidis lateribus angulos efficit re- ctos, & in V $eparatim repræ$entatur; circa latus $uperius liberrimè volubilis e$t; in inferiori parte $ci$$ura datur, ad cujus latus paxillus P laminæ in$eritur, infra quem foramen datur, per quod filum trajicit, quod cum paxillo cohæret.

Cum latere pyxidis lamina lignea ela$tica _s_ conjungitur ope cochlearum _q, q_; $eparatim in $itu inver$o videri po- te$t in S; in _k_ cum hac cohæret $phæræ $egmentum ex li- gno duriori, aut ebore. Cochlearum _q, q_, figura datur in Q. Pars oppo$ita pyxidis in partes æquales, recedendo a centro, in fundo dividitur.

[0143]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI.

Pyxis Globum continet, qui $eparatim in G (fig. 12.) vi- detur. Habet hic prominentiam in quo foramen datur ad centrum globi tendens, & quod terminatur in foramine transver$o; filum foramen primum trajicit, & ex forami- ne transver$o exit; hoc cu$pide ligneo _c_ exacte repletur ita, ut filum firmiter hæreat. Filum per tubum memoratum im- mittitur, & in $eparatione D $u$tentaculi Orbis cum ponde- re O (Fig. 9) connectitur. Pondus parti inferiori $u$ten- taculi imponitur, & rece$$u Globi a centro elevatur.

Pondus hocce e$t Orbis plumbeus, diametri circiter duo- rum pollicum; in centro perpendiculariter ei inhæret cy- lindrus æneus, cum cujus extremitate $uperiori filum con- jungitur. Ponderat Orbis cum cylindro $emi-libram, duo talia pondera dantur.

Dantur varia alia pondera, quædam $emi-libræ, alia qua- drantis, quorum figura datur in P (Fig. 9.), & quæ præ- dicto ponderi O $uperimponuntur, ut $ic ad libitum pondus cum Globo conjunctum variari po$$it.

Quando corpus plano impo$itum, cum i$to plano, æquali in 349. tempore, circa commune centrum revolvitur, & circulum de$cribit; $i vis centripeta, qua corpus, omnibus momentis centrum ver$us trabitur aut pellitur, agere ce$$et, & pla- num eadem celeritate movere continuet; corpus a centro re- cedere incipit, re$pectu plani, per lineam quæ per centrum tran$it.

EXPERIMENTUM 1.

Detur Globus funi tenui cohærens, extremita$que altera 350. fixa $it in centro Orbis unius A aut B, & $olus circumvol- vatur, donec Globus ei impo$itus eodem tempore cum illo circumrotetur; re$pectu Orbis quie$cit Globus, & in eo $itu, $olo fune centro Orbis alligato, retinetur; nullam ergo im- pre$$ionem in illo plano patitur, nifi qua funis di$tenditur id e$t, cujus directio per centrum Orbis tran$it, & $ic, $i $ibi relinquatur, non pote$t in illo plano, in primo momen- to, $ecundum aliam directionem moveri.

Quando corpus circa centrum movetur, $i inter movendum 351. [0144]PHYSICES ELEMENTA magis ad centrum accedat, acceleratur illius motus; retar- datur contra, $i a centro recedat.

EXPERIMENTUM 2.

Orbi B cohæret pyxis P, per cujus medium Orbi in$eri- 352. tur cylindrus L, cum $uo tubo vitreo, ut in de$criptione Machinæ dictum.

Globus _t_ filo alligatus, pyxidi imponitur; filum tran$mit- titur per tubum $tatim memoratum, ut & per integrum Orbis $u$tentaculum, & infra lignum ED pervenit, cui et- iam in inferiori parte in$eritur tubus ut N cum tubo vitreo quem funis etiam trajicit. Manu extremitas fili retine- tur.

Orbis circumrotatur; in motu lateri pyxidis Globus $e applicat, & circumfertur ita, ut æquali celeritate cum py- xide moveatur. Trahatur filum, ut Globus magis ad centrum accedat, $tatim in latus oppo$itum pyxidis impinget, quia celerius quam ip$a pyxis movetur. Nunc $i manus admo- veatur, Globus a centro recedit, & in latus primum py- xidis impingit, quia tardius quam pyxis movetur.

Hanc accelerationem in acce$$u corporis ad centrum, & retardationem ex rece$$u, in $cholio primo $equenti deter- minamus; moveatur ex gr. _corpus, quod fertur centrum_ 353. C _ver$us, in curva_ AE, dabitur curva hæc _in eodem plano_ TAB XIV. flg. 11. _cum centro_ C; celerius autem _movebitur_ in E, tardius in A: ducantur lineæ AC, BC, & EC, DC, ita ut areæ ABC & DEC $int æquales inter $e, portiones curvæ AB, DE, in temporibus æqualibus, a corpore de$cribuntur; & ideo, _corpus, quod vi ver$us centrum tendente in curva retinetur,_ 354. dicitur _de$cribere areas circa illud centrum temporibus pro-_ _portionales._

_Hujus propo$itionis inver$am etiam demon$tramus_, cor- 355. pus, quod movetur in linea aliquâ curvâ in plano, & de$cri- bit areas circa punctum quoddam temporibus proportionales, à recta linea detorqueri & urgeri vitendente ad idem pun- ctum.

Quo major e$t quantitas materia in corpore, eomajor e$t, 356. [0145]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI. cæteris paribus, bujus vis centrifuga; _quod oritur exma-_ _jori vi in$itâ_.

Si $luida variæ den$itatis in $patio determinato includan- 357. tur, ita ut graviora a centro non po$$int recedere, quin le- viora ad illud accedant, & di$po$ita $int, ut pondere $uo graviora ad centrum accedant, in motu circa illud centrum leviora ver$us hoc feruntur, & graviora centrum fugiunt.

Si $olidum cum fluido $patio determinato includatur, ad centrum accedit, $i fluido levius fuerit; $i gravius ab eo re- cedit. Quæ omnia oriuntur ex majori vi centri$uga in gra- viori corpore.

EXPERIMENTUM 3.

Quatuor tubi vitrei, diametri circiter unius pollicis, & 358. longitudinis unius pedis, plano inclinato firmiter alligantur, TAB. XIV. fig. 8. hermetice ab utraque parte clau$i. In primo datur mercu- rius cum aqua; in $ecundo oleum tartari per deliquium cum $piritu vini; in tertio aqua cum globo plumbeo; in quarto tandem aqua cum fru$to $uberis, omnes pro dimidia parte vacui relinquuntur.

Planum hocce inclinatum Orbi A aut B imponitur ita, TAB. XIV. fig. 1. ut pars in$erior plani fere ad Orbis centrum pertingat; & ope duarum cochlearum, quarum una tran$it per x (Fig. 8.), Orbi annectitur. Circumvolvatur Orbis, $tatim pars infe- rior tuborum vacua remanebit, & corpora graviora locum a centro maxime remotum occupabunt; $uber de$cendit & hæret in inferiori aquæ parte, dum globus plumbeus ad extremitatem u$que tubi ad$cendit.

Vires centrales non modo re$pectu quantitatis materiæ 359. differunt, $ed etiam di$tantia à centro mutationem a$$ert, ut & celeritas cum qua circumvolvitur corpus; præter hæc nihil in i$tis viribus datur ex quo differentia inter illas oriri po$ht, & in comparandis i$tis viribus hæc $ola con$ideran- da $unt.

DEFINITIO 4.

_Tempus periodicum, e$t tempus in quo corpus circa cen-_ 360. _trum revolvens integram revolutionem peragit;_ id e$t, $i [0146]PHYSICES ELEMENTA curvam de$cribat quæ in $e redit, tempus elap$um inter re- ce$$um a puncto & acce$$um ad idem punctum: $i curva in $e non redeat, pro puncto linea per centrum tran$iens $u- menda e$t.

Tempus periodicum pendet a corporis celeritate, & ideò in comparandis viribus centralibus tempus hocce loco cele- ritatis con$iderari pote$t.

_Quando tempora periodica $unt aqualia & di$tantia æqua-_ 361. _les a centro, vires centrales $unt ut quantitates materiæ in_ _corporibus quæ revolvuntur_ . Temporibus enim æquali- 106. bus eodem modo viribus centralibus moventur.

EXPERIMENTUM 4.

Applicatur Orbi A, rota omnium minima, ex tribus ro- 362. tis ut _b b_, de quibus in de$criptione Machinæ; ita ut $i am- TAB XIV. fig. 1.2. bo Orbes A & B $imul agitentur motu rotæ Q in tempore æquali circumvolvantur; $ingulis applicantur pyxides oblon- gæ P, P; & cylindri cum tubulis vitreis L, L, per foramina in medio pyxidum, $u$tentaculis Orbium in$erun- tur.

Globus _t_ ponderis $emi-libræ pyxidi Orbis B imponitur, & globus _t_ ponderis unius libræ pyxidi Orbis A; filis per tubulos L, L, tran$euntibus & cum ponderibus, in $epa- rationibus $u$tentaculorum Orbium po$itis, cohærentibus, glob<007> annectuntur ita, ut di$tantiæ globorum a centro, quando fila extenduntur, & non elevantur pondera, $int æquales. Inutraque pyxide Ela$terii _s_ extremitas in$eritur $ci$- $uræ laminæ _v_ (V) & filum paxillo _p_ annexum globo etiam conjungitur, dum per idem foramen in prominentiâ globi tran$it cum filo primo. Ope paxilli _p_ ita fili $ecundi longitudo determinatur, ut ad altitudinem octavæ partis pollicis pondus in $u$tentaculo, rece$$u globi a centro, elevari po$$it quie$cente lamina _v_; $i autem magis a centro recedat globus, trahitur la- mina hæc, relaxatur ela$terium, & $egmentum _k_ in latus pyxidis impingit, $trepitu$que auditur, qui magis erit inten$us $i la- tus pyxidis etiam $egmento $phæræ ex ligno duriore aut e- bore muniatur.

[0147]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI.

Nunc $it pondus in $eparatione $u$tentaculi Orbis A uni- us libræ, in $eparatione $u$tentaculi Orbis B $emi-libræ; aut $it hoc unius libræ, & illud duarum librarum.

Moveatur rota Q celerius atque celerius, donec globo- rum vi centrifuga pondera $tatim memorata eleventur; am- bo eodem exactè temporis momento in altum ferentur, quod ex $trepitu memorato manife$tum fit. Pondera ergo quæ $unt ut corpora, cæteris paribus, vi centrifuga $upe- rantur.

Quando quantitates materiæ in corporibus circumrotatis 363. $unt æquales, & tempora periodica æqualia, vires centrales $unt ut di$tantiæ a centro.

EXPERIMENTUM 5.

Hocce Experimentum eodem modo ac præcedens pera 364. gitur; pro globo $emi-libræ, pyxidi Orbis B globus alteri TAB. XIV. fig. 1. æqualis, id e$t, unius libræ, imponitur. Di$tantiæ globo- rum a centro $int in quacunque ratione, $i pondera cum quibus globi conjunguntur eandem inter $e habeant propor- tionem, & rota Q motu continuo accelerato circumagatur, eodem exacte temporis momento pondera elevantur. Sit ex. gr. di$tantia globi Orbis A partium viginti quatuor, & pondus ei annexum unius libræ cum $emi$$e; di$tantia al- terius globi $edecim partium, & pondus annexum unius li- bræ; Experimentum procedet.

_Quando tempora periodica $unt æqualia, $ed di$tantiæ à_ 365. _centro & quantitates materiæ in corporibus revolutis diffe-_ _runt, vires centrales $unt in ratione compo$ita, quantitatum_ _materiæ, & di$tantiarum;_ quod ex duabus ultimis propo- $itionibus $equitur. Ratio hæc compo$ita determinatur, $i quantitas materiæ in unoquoque corpore per $uam di$tan- tiam a centro multiplicetur, & producta quæ$itam inter $e rationem habent.

EXPERIMENTUM 6.

Si in Experimento ultimo globus Orbi B impo$itus mu- 366. tetur, & globus $emi-libræ ad eandem di$tantiam partium TAB. XIV. fig. 1. $edecim a centro pyxidi imponatur, mutetur etiam pondus [0148]PHYSICES ELEMENTA ei annexum, & pro una libra, $emi - libra adhibeatur, Ex- perimentum procedet, & pondera eodem tempore ad$cen- dere incipient. Multiplicando globum $emi-libræ per di- $tantiam a centro $edecim, productum e$t octo; & mul- tiplicando globum unius libræ per di$tantiam viginti quatuor a centro, productum e$t viginti quatuor, quæ producta $unt inter $e ut unum ad tria, id e$t, ut pondera $emi-libræ, & unius libræ cum $emi$$e, quæ in hoc Experimento $imul elevantur.

Differentiæ virium centralium, ex differentiis di$tantia- rum a centro & quantitatum materiæ oriundæ, $e$e mu- tuo po$$unt compen$are; nam _po$<007>tis quantit atibus materiæ_ 367. _in corporibus circumactis in ratione inver$a di$tantiarum a_ _centro, vires centrales erunt æquales_; quantum vis una al- teri major e$t re$pectu quantitatis materiæ, tantum hæc il- lam $uperat propter majorem di$tantiam.

EXPERIMENTUM 7.

Sit globus $emi libræ ad di$tantiam a centro viginti qua- 368. tuor partium; globus unius libræ ad di$tantiam duodecim partium; cæteris manentibus ut in Experimento præceden- ti, $i pondera in $u$ten aculis Orbium fuerint æqualia, eo- dem momento ad$cendent.

Ca$us hujus propo$itionis ex$tat, _quando duo corpora fi-_ 369. _lo juncta circa commune centrum gravitatis revolvuntur._ Di- $tantiæ enim ab illo centro $u nt in ratione inver$a ponde- rum corporum , & ergo vires centrales æquales. Viqua 143. 134. corpus unum a centro conatur recedere, alterum ad cen- trum trahitur; & propter virium æqualitatem _$e$e mutuo_ _netinent & motum continuant_; $i circa aliud punctum revol- vantur, motum non continuant, & corpus, cujus vis centrifuga præpollet, a centro recedit, & corpus aliud $e- cum fert.

EXPERIMENTUM 8.

Corpora duo inæqualia P & Q, filo junguntur, & in 370. hoc notatur punctum C, centrum commune gravitatis il- TAB. XIV. fig. 10. lorum corporum quando filum di$tenditur.

[0149]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI.

In hoc Experimento unicus adhibetur Orbis, ei imponi- tur pyxis oblonga ab utraque parte Orbem excedens, & cujus medium cum centro Orbis congruat. Pyxidi huic corpora $tatim memorata imponuntur, & filo quo jungun- tur manente exten$o, punctum C puncto medio pyxidis ad- movetur. Circumrotatur Orbis, corpora cum pyxide cir- cumferuntur, & in hac quieta manent. Removeatur pun- ctum C a medio pyxidis, in circumvolutione corpora am- bo ferentur ad illam pyxidis extremitatem cui punctum C magis acce$lit.

Etne in hoc ca$u ambo corpora ex pyxidi ejiciantur, cum periculo $pectatorum, pyxidis extremitates obteguntur tabel- lis ligneis, $ex poll. longis, infra quas dum corpora in py- xidis extrema impingunt ex hac ejici nequeunt.

Differentia virium centralium ex differentia temporis pe- riodici etiam determinatur.

Quando quantitates materiæ in corporibus circumrotatis, 371. & di$tantiæ a centro $unt æquales, vires centrales $unt in ratione inver$a quadratorum temporum period<007>corum, _id e$t,_ _directe ut quadrata revolutionum eodem tempore peracta-_ _rum._

EXPERIMENTUM 9.

Orbi A applicatur rota ut _b b_, (Fig. 2.) cujus circumfe- 372. rentia $e habeat ad circumferentiam rotæ illius quæ cum Orbe TAB. XIV. fig. 1.2. B cohæret, ut tria ad duo; ita ut B, quando Orbes $imul moventur, ter revolvatur dum A bis circumagitur, id e$t, hujus tempus periodicum e$t alterius tempus periodicum fe$quiplicatum.

In utraque pyxide P, P, globus unius libræ imponitur, ad di$tantias æquales a centro. In Orbe B, conjungitur glo- bus cum pondere duarum librarum cum quadrante in $u- $tentaculo, & alter globus cum pondere unius libræ in $u- $tentaculo Orbis A. Circumrotantur Orbes, & pondera $imul ad$cendunt. Pondera hic $unt ut 9. ad 4. dum tem- pora periodica ut 2. ad 3. quorum quadrata $unt reciproce ut 9. ad 4.

[0150]PHYSCES ELEMENTA

_Quomodocunque inter $e vires centrales differant_, ex 373. jam dictis inter $e po$$unt comparari; nam _$unt $emper in_ _ratione compo$ita, ex ratione quantitatum materiæ in cor-_ _poribus revolutis , & ratione di$tantiarum a centro , ut_ 361. 363. _& ratione inver$a quadratorum temporum periodicorum_ . 371. Multiplicando quantitatem materiæ in unoquoque corpore per $uam di$tantiam a centro, & dividendo productum per quadratum temporis periodici, quotientes divi$ionum erunt in dicta ratione compo$ita, id e$t, ut vires centrales.

EXPERIMENTUM. 10.

Ob$ervatis ii$dem quæ in Experimento præcedenti, de- 374. tur globus $emi-libræ, ad di$tantiam $edecim a centro Or- bis B, & cum pondere {3/4} unius libræ in $u$tentaculo con- jungatur; globus alter $it unius libræ, ad di$tantiam vigin- ti quatuor a centro Orbis A, & conjungatur cum pondere unius libræ; circumagantur Orbes, eodem momento pon- dera elevantur.

Corpora hic $unt ut {1/2} ad 1.; di$tantiæ ut 16. ad 24.; qua- drata temporum periodicorum ut 4. ad 9.; multiplicando {1/2} per 16., & dividendo productum per 4., quotiens e$t 2. multiplicando 1. per 24., & dividendo productum per 9., quotiens divi$ionis e$t 2 {2/3}. Vires ergo centrales $unt inter $e ut 2. ad 2 {2/3}, aut ut 3. ad 4. quam rat<007>onem pondera in $u$tentaculis etiam inter $e habent.

Quando quantitates materiæ $unt æquales, di$tantiæ ip$æ 375. per quadrata temporum periodicorum dividuntur ad deter- minandam proportionem inter vires centrales.

In hoc ca$u _$i quadratatemporum periodicorum fuerint in-_ 376. _ter $e ut cubi di$tantiarum_, quotientes divi$ionum _erunt in_ _ratione inver$a quadratorum di$tantiarum;_ & in hac ratio- ne etiam _vires centrales._

EXPERIMENTUM II.

Sint tempora periodica Orbis B & A, ut 1. ad 2.; den- 377. tur globi æquales, & di$tantia a centro in orbe B $it decem alterius globi di$tantia a centro $it $edecim, pondus primo annexum $it unius libræ cum quadrante, & pondus in $u- [0151] [0151a] [0152] [0153]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI. $tentaculo alterius Orbis A $it $emi-libræ; in agitatione Or- bium pondera eodem momento ad$cendunt.

In hocce Experimento vires centrales $unt ut 5. ad 2. quod etiam computatione detegitur . Hæc ratio paululum admo-* 375 dum differt a ratione inver$a quadratorum di$tantiarum, quæ $unt inter $e ut 200. ad 512.: cubi etiam di$tantiarum, $unt fere ut quadrata temporum periodicorum; hæc $unt ut 1. ad 4., illi ut 125. ad 512. quæ rationes non admodum dif- ferunt. Aliis adhibitis numeris hæ rationes exacte eædem erunt, & Experimentum eodem modo procedet; $ed non commodètempora periodica, aut pondera, $ecundum quam- libet rationem variari po$$unt.

Si corpora $int inæqualia, $ed in bæc agant vires centra- 378. les, quæ, ut gravitas, æqualiter in $ingulas materiæ particu- las agant, non intere$t quæcunque $int ma$$æ corporum, & propo$itio ultima etiam in corporibus inæqualibus obti- net.

Ellip$in vocant Geometræ lineam ovalem cujus hæc e$t 379. de$criptio. Sit A _a_ recta; C punctum hujus medium; F, _f_, TAB. XV. fig. 1. puncta à C æqualiter di$tantia; F G _f_ filum, cujus extremi- tates in F & _f_ fixæ $unt, quod æquale e$t lineæ A _a_. Ten- $o filo clavo G, in plano in quo datur A _a_ Ellip$is de$cribi- tur. Puncta F, _f_, vocantur foci; C centrum; A _a_ axis major; minor axis per centrum tran$it, cum majori angulos effici- ens rectos, & ab utraque parte curvâ terminatur.

Quando vis, qua corpus punctum ver$us fertur, non u- 380. bique e$t eadem, $ed cum di$tantia à centro cre$cit, aut minuitur, $ecundum certam proportionem, variæ inde oriuntur curvæ.

_Ponamus vim quæ in corpora mota agit ut in quie$centia,_ 381. _quæ ad di$tantias æquales à centro æqualis $it, adinæquales de-_ _cre$cat, in ratione inver$a quadratorum di$tantiarum ab hoc_ _puncto, de$cribet corpus Ellip$in cujus focorum alter cum cen-_ _tro virium coincidit_; ita ut in unaquaque revolutione $emel ad hoc accedat corpus, & iterum ab hoc recedat. In rece$$u minuitur corporis celeritas , & quidem ita, ut vis centralis, li- 3526 [0154]PHYSICES ELEMENTA cet ip$a minuatur, viam corporis flectat, & hoc ad centrum accedere cogat: acce$$u augetur velocitas ita, ut, licet vis augeatur, corpus iterum a centro recedat.

_Circulus_ ad hoc genus curvarum pertinet, & in hoc ca- 382. $u corpus etiam circulum pote$t de$cribere, _qui, $i bujus_ _diameter æqualis $it aximajori Ellip$eos cuju$cunque, eodem_ _tempore cum bac de$cribitur._

Corpus pote$t tali celeritate projici, ut in rece$$u a cen- 383. tro vis, quæ auctâ di$tantiâ minuitur, non valeat ad viam ita inflectendam, ut corpus redeat; percurrit in hoc ca$u corpus curvam aliam Parabolam aut Hyperbolam.

Si vis centralis juxta alvam proportionem quamcunque 384. in rece$$u a centro decre$cat, non poterit corpus lineam in $e redeuntem, & a circulo parum aberrantem, de$cribere.

_Sed $i vis decre$cat juxta proportionem parum ab bac ab-_ 385. _errantem, aut curva à circulo non multum differat; poterit_ _curva a corpore de$cripta referri ad Ellip$in mobilem,_ cu- jus nempe axis, in plano, in quo corpus revolvitur, mo- vetur motu angulari, manente foco in centro virium. _Mo-_ 386. _tus_ autem _axeos in eandem partem dirigitur cum motu cor-_ _poris, $i vis celerius decre$cat auctâ di$tantiâ quam prora-_ _tione inver$a quadrati di$tantiæ: Si_ vero _vis tardius,_ id e$t 387. minus, _decre$cat in rese$$u a centro, motus Ellip$eos in_ _contrariam partem dirigitur._

Corpus etiam Ellip$in de$cribit, $i vis centralis, in re- 388. ce$$u a centro, cre$cat, & $it ubique in ratione di$tantiæ a centro, quod in boc ca$u cum centro Ellip$eos coincidit.

EXPERIMENTUM 12

Longiori filo $u$pendatur globus plumbeus; $i a puncto 389. in quo quie$cit retrahatur, gravitate $ua $emper hoc ver$us fertur; & ab omni parte, $i di$tantia fuerit æqualis æqua- li cum vi. In motu $uo a puncto memorato globus circu- lum de$cribit, partem quamcunque ver$us retrahatur: $i portiones circuli nonfuerint admodum magnæ, cum cycloï- de coïncidunt, & vis cum qua globus, in quocumque pun- cto, fertur punctum in$imum ver$us, e$t ut illius di$tantia [0155]MATHEMATICA. LIB I. CAP. XXI. ab hocce puncto ; vis ergo illa cre$cit in ratione di$tan- 2@7. tiæ.

Retrahatur globus a puncto infimo, & oblique projicia- tur, figuram ovalem circa hocce punctum de$cribet, quæ, quando globus per $patium magnum non excurrit, ab Elli- p$i fere nihil differt, propter virium proportionem, & quia in eo ca$u ad $en$um in eodem plano movetur globus.

Centrum Ellip$is e$t punctum in quo globus quando non projicitur quie$cit, in unaquaque revolutione bis ad illud globus accedit, & bis ab illo recedit. Si $upra men$am globus $u$pendatur ita, ut fere men$am quando quie$cit tangat, & punctum cui tunc re$pondet in men$a notetur, Experi- mentum multo $it magis $en$ibile; in$equendo globum hujus via cum creta in men$a notari pote$t.

_Si vis juxta aliam rationem cre$cat, curva in $e non re-_ 390. _dit;_ Sed pote$t $æpe ad Ellip$in in plano mobilem referri.

EXPERIMENTUM 13.

Ii$dem po$itis quæ in Experimento præcedenti, projiciatur 391. globus ut ad di$tantiam majorem excurrat; curvam de$cri- bit quæ ad Ovalem mobilem referri pote$t; bis in unaqua- que revolutione quidem accedit ad centrum, & bis ab eo recedit; $ed $itus punctorum, in quibus minime aut maxi- me di$tat, in $ingulis revolutionibus mutatur, & $empere- andem partem ver$us hæc puncta feruntur, horumque motus cum globi motu con$pirat.

Ex hac ultima propo$itione, $i ad n. 384. attendamus, $e- 392. quitur, _nullâ vi centrali, ad æquales di$tantias æqualiter_ _agenti, curvam po$$e de$cribi in $e redeuntem & excentri-_ _cam,_ id e$t cujus centrum cum centro virium non coincidit, _præter_ Ellip$in, _in cujus focorum altero centrum virium da-_ _tur; vimque centralem, in hoc ca$u, $equi rationem in-_ _ver$am quadrati di$tantiæ_

393.

_Circulum_ autem, _cujus centrum cum centro virium coin-_ _cidit, po$$e de$cribi vi juxta rationem quamcunque cre$cen-_ _tem aut decre$centem,_ $i modo ad di$tantias æquales æqua- liter agat, facile patet.

[0156]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM 1. Generalia de viribus centralibus.

Concipiamus dari vim, qua corpus, ubicunque detur, pellatur centrum 394. C ver$us, non intere$t quomodocunque in punctis diver$is varietur vis TAB. XV. fig. 2. hæc; concipiamus vim hanc non e$$e continuam, $ed illam ictibus in cor- pus agere, & momenta temporis inter ictus e$$e æqualia. Ponamus etiam cor pus projectum per AB hanc percurrere lineam in momento tali; motum per BL, æqualem AB, in momento $equenti continuaret, ni$i in B ictu in corpus pelleretur hoc ad C; ponamus celeritatem, ex hoc ictu oriundam in corpore jam agitato, talem e$$e, ut hac corpus po$$it, in intervallo tem- poris inter duos ictus, percurrere lineam LD; $i LD $it parallela BC, corpus duobus motibus agitatum pecurrit BD , daturque in D, in momento in 146. quo ictu $equenti iterum ad centrum pellitur. Si ictus hic non daretur, in mo- mento $equenti percurreret DE, po$itis DE & BD æqualibus, $ed eodem tempore centrum ver$us fertur, id e$t per DC pellitur, $i juxta hanc dire- ctionem percurrat lineam æqualem lineæ EF in tempore in quo percurre- ret DE, motu compo$ito corpus movetur per DF, po$itis EF & DC pa- rallelis. Eodem modo demon$tramus in momento $equenti corpus percur- rere FH, $i GH $it æqualis $patio in hoc momento, ex ictu C ver$us per- currendo, po$iti$que FG & DF æqualibus, ut & GH & FC parallelis.

Triangula ABC, BLC, habent ba$es æquales AB, BL in eadem li- nea, & verticem communem C; $unt ergo æqualia . Triangula BLC, 38. El. 1. BDC ba$inhabent communem BC& con$tituuntur inter parallelas BC, LD, $unt ergo æqualia . Idcirco etiam æqualia $unt triangula ABC, BDC. 37. El. 1. Eodem modo demon$tramus æqualia triangula BDC, DFC & in gene- re æqualia e$$e inter $e triangula quæcunque ut ABC, BDC, DFC; FHC, quorum ba$es momentis æqualibus a corpore projecto percurrun- tur. Ex qua demon$tratione deducitur propo$itio n. 351.

_Etiam patet_ corpus projectum & vi centrum ver$us tendenti agitatum, move- _395._ ri in plano, quod tran$it per lineam juxta quam corpus projicitur & per centrum virium, ut monuimus in n. 353.

Concipiamus nunc momenta inter duos ictus minui, ut & ip$os ictus, ma- 396. nentibus nihilominus illis æqualibus inter $e, po$itis hi$ce utcunque inæ- qualibus, demon$tratio eadem locum habebit. Si diminutio $it in infinitum mutantur ictus in pre$$ionem continuam, & corpus in $ingulis punctis a via recta deflectitur; $ubjicitur tamen legi in demon$tratione præcedenti deter- minata. Si ergo corpus moveatur in curva ABDE, & tempus concipia- TAB. XIV- fig. 11. tur divi$um in momenta infinite exigua, & æqualiainter $e, area trianguli mixti ACB continebit tot triangula exigua æqualia inter $e, quot dantur momen- ta in tempore, in quo percurritur AB, & area trianguli mixti DCE eo- dem modo continebit tot triangula æqualia inter $e & prioribus, quot dan- tur momenta in tempore in quo percurritur DE; ideoque @empora in quibus corpus AB & DE, percurrit, $unt inter $e ut numeri triangulorum æqua- lium areis ACB, DCE, contentorum, id e$t ut ip$æ areæ. Unde genera- lem deducimus propo$itionem in n. 354. memoratam

Cujus propo$itionis inver$a, quæ continentur in n. 355. etiam demon$tratur. 397. Si corpus motum per AB in momento $equenti, & æquali, percurrat BD, quia TAB. XV. fig 2. [0157]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI. motu primo, in momento hoc, per BL æqualem AB motum continua$$et, nece$$ario juxta directionem L Da via $ua remotum fuit , $i autem trian- 246. gula ABC, BDC $int æqualia, etiam æqualia erunt BDC, BLC; i- deoque linea LD parallela BC; id e$t directio vis quæ corpus a linea re- 39.21.1. cta detorquet centrum C ver$us dirigitur.

Si nunc concipiamus curvam quamcunque dividi, lineis ad centrum viri- um ductis, in triangula minima æqualia, horum ba$es, temporibus æqua- libus a corpore _quod in curva vi centrali retinetur,_ percurruntur ; $unt ideo 398. 394. _corporis velocitates in variis curvæ punctis,_ ut ba$es hæ , quæ _$unt inversè ut_ 94. _perpendiculares à centro virium in_ ba$es continuatas , id e$t _in tangentes adcur-_ 1@. El. VI. 38. El 1. _vam in punctis de quibus agitur._

Maxime generalia $unt huc u$que in $cholio hoc demon$trata, quæ nunc 399. addam tantum obtinent, $i vis in hoc cum gravitate congruat, ut agat in cor- poramota ut in quie$centia, corpora autem ponimus æqualia; $i verò vis & in hoc cum gravitate congruat, ut eodem modo agat in $ingulas materiæ parti- culas, non intere$t utrum corpora $int æqualia nec ne.

_Lineæ infinitæ exiguæ, viribus æqualibus, a@cedendo adcentrum, percur$æ $unt,_ 400. _ut quadrata temporum quibus percurruntur._ Vis enim pro uniformi in $patio infinitè exiguo haberi pote$t, & quæ de corporibus cadentibus demon$trata $unt , hìc referri po$$unt.

235.

Si vires differant, $ed tempora fuerint æqualia, $patia percur$a $unt ut vi- _401._ res .

107

Ergo _$patia infinite exigua, viribus centralibus percur$a, $unt, ut viresip$æ, &_ 402. _ut quadrata temporum;_ in ratione nempe compo$ita ex hi$ce ambabus ratio- nibus.

Ex hi$ce deducimus, _corpus, quod vi centrali in curva retinetur, in $ingu-_ 403. _lis momentis infinitè exiguis moveri juxta leges explicatas de corpor<007>bus pro-_ 327. 331. _jectis._ Nam, licet corpus tendat ad centrum, $i $patium percur$um $it in- finitè exiguum re$pectu di$tantiæ a centro, lineæ ad centrum ductæ pro pa- rallelis haberi po$$unt.

Sit Curva AFGE in qua corpus movetur; C centrum virium; AD TAB. XV. fig. 3. tangens ad curvam in puncto A; ponamus AD infinitè exiguam, lineas- que BF & DG ad AC dari parallelas, erunt hæ ut quadrata linearum AB, AD , quæ $unt ut tempora quibus AF, AG percurruntur.

331. 327. SCHOLIUM 2. De Motu in Circulo.

V_is quæcunque qua corpus in circulo retinetur,_ $i ad circuli centrum dirigatur, 404. agit $emper perpendiculariter ad motus directionem; tangens enim ad ra- dium perpendicularis e$t . Idcirco actio hujus vis nunquam cum motu 18. El. 114. corporis con$piràt, aut contrarie agit, quare _agit eodem modo ac in corpus qui-_ _e$cens ageret;_ hac de cau$a non intere$t utrum vis in omni ca$u eodem modo po$$it agere in corpus motum ac in quie$cens ut gravitas, an non.

Moveatur corpus in circulo cujus Diameter e$t GL; C centrum circuli 405. & virium. Detur corpus æquale per AD projectum, velocitate qua cor- TAB XV. fig. 4. pus in circulo movetur.

Corpora hæc æqualibus temporibus percurrunt lineas æquales, infinitè [0158]PHYSICES ELEMENTA exiguas, AB, GH; æqualibus etiam temporibus percurrunt lineolas BE, HI, primum pondere $uo, $ecundum vi centrali, po$itâ BE verticali, & HI ad GC parallelâ; quæ lineolæ $unt inter $e, ut corporis pondus ad vim centralem quæ corpus in circulo retinet .

107.

Sit DF altitudo à qua cadendo corpus acquirit velocitatem cum qua pro- jectio fit, corpus $patium hoc cadendo percurrit dum motu uniformi proje- 257. ctitio lineam duplam percurrit ; $i ergo DF $it verticalis & AD dupla i- 327. p$ius DF corpus projectum per F tran$ibit : Idcirco AB<_>q aut GH<_>q, ad 95. 255. AD<_>q, aut 4 x DF<_>q, ut BE ad DF.

In circulo ducta I _i_ parallela GH, id e$t perpendiculari ad diametrum, 18. El 111. erunt G_i_ aut HI, GI aut GH, & GL, in continuâ proportione , quare 31. El 111, @. 4. El VI. GH<_>q = HI x GL.

Memorata proportio mutatur ergo in hanc HI x GL, 4 x DF<_>q:: BE, DF:: BE x GL, DF x GL. Alternando HI x GL, BE x GL:: 4 x DF<_>q, DF x GL. Unde deducimus HI, BE:: DF, {1/4} GL.

_Id e$t_ vis qua corpus in circulo retinetur e$t ad corporis pondus, ut altitudo à 406. qua corpus cadendo acquirit velocitatem cum quæ projectio fit ad quartam partem diametri.

_Si idem corpus in eodem circulo_ aliâ velocitate _feratur,_ con$equentia propor- 407. tionis manent; mutantur ideo antecedentia in eadem ratione, id e$t _viscen-_ _tralis_ variat, ut altitudo à qua cadendo corpus acquirit velocitatem cum qua movetur, quæ altitudo _$equitur proportionem quadrati velociatatis_ .

255.

Quamdiu autem de eodem circulo agitur tempus periodicum eo minus e$t, 408. quo velocitas e$t major, & vice ver$a, e$tque tempus hoc inver$è ut velo- citas, unde patet demon$tratio n. 371. vires cæteris paribus e$$e inver$è ut quadrata temporum periodicorum.

In n. 363. diximus, vires centrales, po$itis corporibus, ut & temporibus 409. periodicis æqualibus, e$$e ut di$tantias a centro, quod ut demon$tremus po- TAB. XV. fig. 5. nimus duo corpora æqualia, circulos concentricos BIL, AFM æquali- bus temporibus de$cribere; momentis minimis æqualibus arcus $imiles BI, AF percurrunt. Corpora autem momentis ii$dem per tangentes BH, AD, moverentur, $i nulla daretur vis centralis; nam propter arcus exiguos $unt hi tangentibus æquales; Corpora ergo, æqualibus momentis, viribus centra- libus, transferuntur per lineas HI, DF, in quorum ratione $unt vires cen- trales; has autem lineas e$$e ut di$tantiæ a centro BC, AC, facile pa- tet.

Supere$t circa motum in circulo ut demon$$remus propo$itionem n. 376. $int di$tantiæ à centro D & _d;_ tempora periodica T, _t,_ vires centrales V, _v;_ ponamus T<_>q, _t_<_>q:: D<_>c _d<_>c;_ erg<_>o {D/T<_>q}, {_d_/_t_<_>q}:: {D/D<_>c}, {_d_/_d_<_>c}:: {1/D<_>q}, {1/_d_<_>q}. Sed V, _v_:: {D/T<_>q}, {_d_/_t_<_>q}; ergo V, _v_:: {1/D<_>q}, {1/_d_<_>q}. Q. D, E.

[0159]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXI SHOLIUM 3. De Motu in Ellip$i.

In hoc, & $equentibus $choliis, ponimus agi de vi quæ in corpora mota ut in quie$centia agit.

Sit Ellip$is DAE; centrum C; moveatur corpus in Ellip$i, in quare- tinetur vi, quæ ad centrum dirigitur; vis hæc determinanda e$t.

410.

Detur Corpus in A, & $it AI tangens ad Ellip$in; AB diameter; ED TAB. XV. fig. 6. diameter ip$i conjugata tangenti parallela ; AL arcus momento exiguo La Hire $ect. con. Lib. 2. pro. 10. con$tanti de$criptus; IL, parallela AC, $patium eodem momento vi cen- trali percur$um, quod $patium ip$ius vis centralis rationem $equitur .

401.

Ducantur LG parallela IA, & LH ad AC perpendicularis; ut & AF ad ED normalis; jungantur etiam C & L.

Triangula rectangula LHG, AFC, $unt $imilia propter angulos æqua- les LGH, ACF . Ergo LH, LG :: AF, AC; & LH x AC = LG x AF. 29. El. 1

Con$tans autem e$t quantitas LH x AC; e$t enim duplum areæ triangu- li ALC , quæ momento con$tanti quo AL de$cribitur proportionalis e$t . 34. El 1.

In Ellip$i etiam e$t con$tans quantitas ED x AF ; Ergo ED x AF, 354. 396. e$t ad LH x AC aut LG x AF, id e$t, ED ad LG, $emper in eadem La Hire $ect. con. lib. 5. prop. 21. ratione ubicunque punctum ut A in Ellip$i $umatur; con$tans id circo etiam e$t ratio inter ED<_>q & LG<_>q. In Ellip$i autem ED<_>q, LG<_>q:: AB<_>q, AG x GB , aut LI x AB, propter æquales AG & LI, & differentiam infini- ibid. Lib. 3. prop 3. tè exiguam inter GB & AB; con$tans idcirco etiam e$t ratio inter AB<_>q & LI x AB, id e$t, inter AB & LI, augetur ideò LI, id e$t, vis centra- lis in eadem ratione in qua augetur & minuitur AB, aut ip$ius dimidium AC, quod æquale e$t di$tantiæ corporis à centro; ut notavimus in n. 388.

Si vero dum corpus in Ellip$i movetur vis ad focum dirigatur, hæc rece- 411. dendo a centro virium decre$cit in ratione inver$a quadrati di$tantiæ, ut habetur in n. 381. cujus propo$itionis hîc dabimus demon$trationem.

Sit DAB $emi Ellip$is; BD axis; C centrum; F focus ad quem vis di$igi- TAB XV fig. 7. tur; AI tangens ad Ellip$in in puncto quocunque A; AL arcus infinitè exiguus.

Ductis AC, AF, $int LG & CE parallelæ tangenti AI; LI paral- lela AC; & L _i_ æqui di$tans AF; erunt æquales LI & AG, ut & L _i_ & A _g_ . AE autem erit æqualis CD $emi axi majori; ductis enim A _f_ ad 34. El 1. focum alium & _f_ M etiam ad AI parallelam, erunt anguli AM_f,_ A_f_M æquales , & latera AM, A_f,_ æqualia , $unt etiam æqualia EM, EF La Hire $ect. con. Lib. 8. prop. 8. 5. El. 1. 2 El. VI. propter æquales CF, C_f_: Ergo EM + M Aid e$t EA valet FE + A_f,_ & 379. e$t EA dimidium $ummæ linearum FA, A_f,_ quæ $imul $umtæ æquales $unt axi BD .

379.

Ducantur ulterius LH ad AC normalis, & L_b_ cum AF angulos effi- ciens rectos; junganturque puncta H, _b._

Propter angulos rectos AL_b,_ LHA, puncta H, _b,_ $unt in circumfe- rentia $emi circuli cujus diameter A e$t L ; idcirco anguli _b_LH, _b_AH, 31 El. 117. $unt in eodem $egmento & ideò æquales : $unt etiam in eodem $egmento, 21. El. 111. & æquales anguli LH_b_ & LA_b;_ hic autem quia AL e$t in$initè exigua [0160]PHYSICES ELEMENTA cum angulo IA_b_ coincidit & angulo AEC æqualis e$t ; quare $imilia 29 El 1. $unt triangula L_b_H, AEC, & # # L_b,_ LH:: AC, AE aut CD.

Etiam propter triangula $imilia A_g_G, AEC, AG e$t ad A_g,_ aut LI, ad L_i,_ ut AC ad AE, aut CD.

Hi$ce po$itis concipiamus duo corpora Ellip$in hanc percurrentia, eodem tempore, quorum unum retineatur vi, quæ ad centrum Ellip$eos C dirigitur, alterum vi ad focorum alterum F tendente.

Dum corpora ambo arcum exiguum percurrunt AL, primum vi centrali movetur per IL, $ecundum vi centrali percurrit _i_L, tempora autem quibus corpora has lineolas percurrunt, $untinter $e ut areæ LAC, LAF , ponimus 354. 396. enim integram Ellip$in æqualibus temporibus a $ingulis corporibus percurri; ideoque in utroque ca$u idem tempus periodicum per integram aream repræ- $entari. Areæ vero illæ $unt inter $e ut harum dupla AC x LH, AF x L_b;_ hæc autem producta quia LH, L_b_:: CD, AC, $unt ut AC x CD ad AF x AC, id e$t ut CD, ad AF.

Spatia IL, _i_L, viribus centralibus percur$a, quæ ut vidimus $unt ad AC ad CD, $unt etiam in ratione compo$ita virium, & quadratorum temporum , aut li- 402. nearum CD, AF.

Vis per AC huic lineæ proportionalis e$t, ut demon$travimus , & hac 410. ip$â lineâ de$ignari pote$t; vim per AF dicimus V: ergo AC, CD :: AC x CD<_>q, V x AF<_>q Unde deducimus V = {CD<_>c/AF<_>q}; patet igitur propter con$tantem CD<_>c, mutato puncto A, vim V mutari in ratione inver$a quadrati di$tantiæ AF. Q. D. E.

412.

Circa motum in Ellip$i ulterius notavimus , quod nunc demon$trabimus, $i 382. vis decre$cat in ratione inver$a quadrati di$tantiæ, circulum cujus diameter axi majori Ellip$eos æqualis e$t, eo tempore a corpore percurri in quo hoc Ellpi$im ip$am de$cribere po$$et.

Sit $emi Ellip$is BAD; axis major BD; $emi axis minor CA; F focus TAB. XV. fig. 8. centrum virium. Centro F, & radio FA circulus de$cribatur AP, de- mon$trandum tempus periodicum in circulo æquale e$$e tempori periodico in Ellip$i; radius enim FA æqualis e$t $emi axi majori Ellip$eos, ut ex hujus de$criptione $equitur .

379.

Dentur duo corpora in A, quorum unum in circulo, alterum in Ellip$i moveatur, $intque AL, AM arcus minimi codem tempore de$cripti; $pa- tia vicentrali percur$aerunt æqualia; quia ambo corpora ad eandem di$tanti- am AF a centro dantur: $patia autem hæc $unt _i_L, NM, po$itis A_i_ ad Ellip$in & IN ad circulum, tangentibus, ut & NM, & _i_L, ad AF pa- rallelis. Sint etiam IL ad AC, OM ad NA, GL ad AI parallelæ, & du- cantur LC, LF, MF.

In circulo OM<_>q æquale e$t 2MN x AF; nam AF & OF pro æqua- 32. El. 111. 3. 4 El. VI. libus habentur & AO, MN $unt æquales.

In Ellip$i AC<_>q, BC<_>q aut AF<_>q:: 2IL x AC, GL<_>q = {2IL x AF<_>q/AC} $unt La Hire $ect. com. lib. 3. prop 3. enim æquales AG, IL, & AC, GC tantum quantitate infinite exigua differunt.

Triangula I_i_L, ACF, $unt $imilia quia latera $unt re$pectivè parallela; ideò [0161]MATHEMATICA, LIB I. CAP. XXI. FA, AC:: _i_L, aut MN, IL = {MN x AC/FA}

Sub$tituendo pro IL valorem in hac æquatione GL<_>q = {2IL x AF<_>q/AC} habe- mus GL<_>q = 2MN x AF, cui quantitati etiam æquale e$t OM<_>q, $unt ergo 413. æquales GL & OM, unde patet _in Ellip$i corpus in extremitate axeos mino-_ _ris eadem velocitate moveri qua aliud fertur in circulo cujus diameter æqualis e$t axi_ _Ellip$eos majori, $i eadem vi centrali quæ ad $ocum Ellip$eos dirigitur, ambo in_ _curvis retineantur._

Quia curva in A parallela e$t ip$i Axi BD, $unt æqualia triangula CAL, 37. El. 1. FAL ; triangula rectangula CAL, FAM, quorum ba$es $unt æqua- les $unt inter $e ut altitudines AC, AF aut CD; In hac eadem ratione $unt inter $e areæ Ellip$eos, & circuli. Idcirco alternando area trianguli CAL, aut FAL, ad aream Ellip$eos, ut area trianguli FAM ad aream circuli: ergo tempus in quo corpus movetur per AL ad tempus periodicum in Ellip$i, ut tempus in quo percurritur AM ad tempus periodicum in cir- 354. 396. culo ; antecedentia $unt æqualia ideò & con$equentia Q. D.E.

SCHOLIUM 4. De Motu in orbitâ agitatâ

Detur curva quæcunque a corpore vi centrali de$cripta, AF; centrum vi- 414 rium C. Dividatur curva hæc ductis radiis ex centro C, CA, CB, TAB. XV. fig. 9. CD & c, angulos æquales infinitè exiguos inter $e continentibus.

Concipiamus $ingulos angulos $ervarâ radiorum longitudine æqualiterau- geri aut minui, novamque curvam dari _a f_ per radiorum extrema tran$euntem.

Triangula ACB, _acb_ propter ba$es æquales CA, _ca,_ $unt inter $e utaltitu- dines , quæ $unt ut anguli ACB, _acb;_ $inguli autem anguli in unâ cur- 1. El. VI vâ $unt ad re$pondentes in aliâ in eâdem ratione; in $ingulis enim curvis $unt omnes æquales inter $e; ideo triangula quæcunque re$pondentia ut ACB _acb;_ BCD, _bcd,_ $unt in eadem ratione, & $ummæ quæcunque triangulorum re$pondentium etiam in eadem ratione; idcirco triangula hæc mixta $unt proportionalia ACE, _ace_:: ECF, _ecf;_ & alternando ACE, ECF:: _ace, ecf._

Ponamus nunc corpus in curva _af_ moveri, dum corpus quod vi centrali ad C tendenti curvam AF percurrit; concipiamus ulterius, dum corpus unum percurrit AB, alterum per _ab_ transferri, dum primum ad D pertingit, alterum da- ri in _d,_ & $ic ulterius; eodem tempore ergo percurruntur AF, _ae,_ & tem- pore etiam eodem percurruntur EF & _ef._ idcirco tempora quibus AE, EF percurruntur $unt ut illa quibus per _ae, ef_ corpus movetur. Tempora autem illa $unt ut areæ ACE; ECF ; quæ $unt ut areæ _ace, ecf;_ in qua ergo 354. 396. ratione $unt tempora quibus per _ae,_ & _ef,_ corpus transfertur; quæ eadem de- mon$tratio cumlocum habeat, $umtis arcubus quibu$cunque; $equitur corpus in curva _af_ translatum de$cribere areas lineis ad centrum _c_ ductis tempori- bus proportionales, & retineri in curvâ vi centrali ad _c_ tendenti .

355. 397.

Concipiamus nunc curvam AC circa centrum C moveri ita, ut motus TAB. XV. fig. 10. angularis curvæ $equatur proportionem motus angularis corporis in hac curva agitati: dum corpus in curva ab A ad F movetur ip$ius motus an- gularis e$t ACF, ponamus curvam interea transferri motu angulari, lineam- [0162]PHYSICES ELEMENTA que _a_ Cad $itum AC perveni$$e, angulo$que ACF, AC_a_ dum augentur eandem $emper inter $e rationem habere; quare erunt etiam in ratione con$tanti an- guli _a_CF, ACF.

Si nunc hæc ratio illa $it quæ in figura præcedenti datur interangulos _acf,_ ACF, & moveatur corpus, retineaturque vi centrali in curva quie$cente Fig. 9. AEF, aliudque corpus eodem modo percurrat curvam $imilem & æqualem, ut dictum, agitatam, hoc ultimum, ut facile, patet, revera movebitur in cur- vâ _aef_ quie$cente.

_Hinc deducimus_ corpus omne quod vi centrali curvam quamcunque de$cribit, 415. eandem curvam, circa centrum virium mobilem, vi al<007>â centrali de$cribere po$$e.

De differentia inter vires has centrales nunc agendum.

Sint A, B, D, tria parum admodum a $e invicem di$tantia puncta curvæ 416. cuju$cunque a corpore, vicentrali ad C tendenti percur$æ detur GBH tan- TAB. XV. fig. 11. gens ad curvam in puncto B; $intque GD, HA, ad BC parallelæ poni- mus GB, BH æquales inter $e, ideoque AB, BD æqualibus temporibus percurri.

Propter di$tantiam inter puncta A, B, D, infinitè exiguam, vis centralis in motu per hæc puncta non mutatur, ideò temporibus æqualibus quibus AB, BD percurruntur, æqualiter vi centrali a recta deflectitur cor- pus, id e$t hujus via æqualiter incurvatur, ex qua æquali deflectione $equi- tur æquales e$$e inter $e HA, GD.

Angulus quem curva quæcunque cum tangenti efficit e$t infinitè exiguus 417. ideoque HA & DG $unt in$inite exiguæ re$pectu HB, HG; quare cum hæ $int æquales, & infinitè exiguæ, $unt æquales anguli BCA, BCD.

Sint ulterius anguli AC_a,_ DC_d,_ æquales inter $e; & centro C de$cri- pti arcus circulorum A_a,_ D_d._ Evidenti$$ime patet puncta _a,_ B, _d,_ e$$e pun- cta curvæ in qua corpus movetur, $i in curva ABD mobili feratur, po$ito mo- tu angulari curvæ ad motum angularem corporis, ut angulus _a_CA ad an- gulum ACB ; & in hoc motu corpus ab _a_ ad B fertur eodem tempore, in 434. quo in curvâ quie$cente ab A ad B pergit.

Ponamus FBI, in puncto B, tangere curvam _a_B_d,_ & ad BC paralle- las dari I _a,_ F _d;_ quia æqualibus temporibus percurruntur _a_ B, B_d,_ $untæ- quales IB, BF, quæ ii$dem temporibus $ublatâ vi centrali po$$et percurri; $untque et<007>am æquales F_d,_ I_a;_ quod eâdem demon$tratione evincitur qua probavimus æquales HA, GD .

416.

Jungantur F, G ut & H, I; & ducantur DE parallela FG, & AL paral- lela HI; producatur ED ad O $ecans BC in N.

Propter æquales BH, BG, & BI, BF, ut & æquales angulos HBI, FBG, $unt æquiangula & congrua triangula FBG, BHI , quare $unt 4. El. 1. æquales FG, HI quæ etiam parallelæ $unt : quare etiam æquales & pa- 27. El. 1. rallelæ AL, ED ; Sunt quoque æquales L_a,_ E_d,_ cum $int quantitatum 30. 34. El. 1. re$pective æqualium differentiæ A _a_ & D _d,_ angulorum æqualium men$uræ, in circulis, quorum radii infinitè parum differunt, $unt etiam æquales; ideò æquiangula $unt triangula A L_a,_ DE_d_ , & æquales anguli AL _a,_ DE _d;_ 8. El. 1. hic autem æqualis e$t angulo ONC, & ille angulo DNC , propter cru- 29. El. 1. ta parallela; quare $unt æquales & recti anguli ONC, DNC.

Eo tempore quo, vi centrali, in curvâ mobili percurritur F_d,_ in curva 418. quie$cente, vi centrali, percurritur GD, quæ æqualis e$t FE; ideò $pa- tium differentiâ virium eodem tempore percur$um e$t E_d._ Punctum au- [0163]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXI. tem E in hac figura determinatur ductâ per D perpendiculari ad BC.

Hi$ce po$itis, $it centrum virium C, & moveatur corpus in curvâ AEG 419. ita circa centru<007>n C agitatâ, ut motus angularis curvæ $e habeat ad motum an- TAB XV. fig. 12. gularem corporis in curva circa idem centrum C, ut angulus _a_ CA ad an- gulum ACE. Sit EG continuatio curvæ AE; centro C radio CG de- $cribatur arcus FG _g;_ ducti$que EC, GC, fiat angulus GCF ad ECG, ut angulus _a_ CA ad ACE. Dum corpus percurrit EG in curva AE, mo- tu curvæ punctum G ad F transfertur & corpus percurrit EF, tempore quo potui$$et percurrere EG in curva quie$cente Per G ad EC ducatur per- pendicularis GH, quæ utrimque continuata $ecat EC in H & CF conti- nuatam in _f;_ & erit _f_F $patium differentiâ virium percur$um, po$itis angu- lis FCG & GCE infinite exiguis .

418.

Si, $umpto puncto E alio quocunque, EG & EF ita determinentur, ut æ- quali tempore de$cribantur ubicunque detur punctum E; id e$t, areæ EGC, EFC, determinatam habeant magnitudinem , lineola _f_ F differentiæ viri- 354. 396. um proportionalis erit .

401.

Area EGC dicatur N; & M area EFC; po$itis N & M quantitatibus determinatis. Habemus EC x GH = 2N & EC x _f_ H = 2M; unde dedu- cimus GH = {2N/EC} & _f_H = {2M/EC}; ut & _f_ H + GH, id e$t _f g_ = {2M + 2N/EC}, & _f_ H - GH, id e$t _f_ G, = {2M - 2N/EC}. Ex proprietate circuli e$t _f_ G x _fg_ = _f_ F x _f_ @ $umtis FC & CI æqualibus .

36. El. 213.

Æquatio hæc, $ub$tituendo pro _f_ G & _fg_ valores, mutatur in hanc {4M<_>q - 4N<_>q/EC<_>q} = _f_F x _f_I; $ed, propter _f_ F infinitè exiguam, _f_ I valet 2FC, & quia infinitè parum differunt CF, EC, una pro aliâ u$urpari pote$t: er- go iterum mutatur æquatio in hanc {4M<_>q - 4N<_>q/CF<_>q} = 2_f_ F x CF: idcirco _f_ F = {2M<_>q - 2N<_>q/CF<_>c}. Numerator hujus fractionis e$t con$tans quantitas $e- quitur ergo _f_ F, id e$t differentia virium, rationem inver$am denominatoris, nempe, cubi di$tantiæ a centro.

Vis hæc e$t exce$$us qua vis centralis in curva mobili $uperat vim in curva quie$cente & motus curvæ cum motu corporis con$pirat.

Quando punctum _f_ cadit inter G & H, eadem demon$tratio locum habet, $ed vis centralis in curvâ quie$cente excedit aliam, & curvæ motus in con- trariam partem dirigitur. Si autem punctum _f_ inter H & _g,_ aut ultra _g_ ca- dat, agitur de motu corporis in contrariam partem ex E ad A.

_Ex hi$ce omnibus deducimus._ Si corpus vi centrali quacunque curvam de$cri- 420. bat, $uperadditâ, aut detractâ, vi quæ $equatur rationem inver$am cubi di$tan- tiæ, eandem curvam, circa centrum virium mobilem, corpus de$cribere. Si vis $u- 421. peradditur motus curvæ cum motu corporis ad eandem partem tendunt. In con- 422. trarias partes diriguntur $i vis detrabatur.

[0164]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM 5. De Motu in Ellip$<007> agitatâ.

Corpus in Ellip$i retinetur vi centrali ad focum tendente & juxtarationem 423. inver$am quadrati di$tantiæ decre$cente , $i $uperaddatur vis quæ decre- 381. 411. $cat in ratione inver$a cubi di$tantiæ, eandem corpus de$cribit Ellip$im trans- latam ita, ut eandem partem ver$us motus ip$ius cum motu corporis diri- gatur Vis ultima magis decre$cit, auctâ di$tantiâ, quam prima; idcirco $um- 420. 421. ma virium, celerius decre$cit quam juxta rationem inver$am quadrati di$tan- tiæ, unde con$tat propo$itio n. 386.

Simili demon$tratione con$tat n. 387. nam $i ex vi quæ $equitur rationem 424. inver$am quadrati di$tantiæ tollatur vis, quæ $equatur rationem inver$am cubi di$tantiæ, id e$t primâ celerius decre$cens, quæ $upere$t lentius quàm juxta rationem inver$am quadrati di$tantiæ, auctâ hac, minuitur.

In n. 385, 386, 387. egimus de viribus, juxta rationem, a ratione dupli- 425. catâ inver$a di$tantiæ parum aberrante, decre$centibus, aut de curvis circulis fini- timis; quia in hi$ce ca$ibus in propo$itionibus error $en$ibilis non datur, licet vires $equantur rationem aliûs pote$tatis cuju$dam di$tantiæ; in quo ca$u Mathe- maticè loquendo curva non e$t Ellip$is mota juxta leges explicatas, ad quod requiritur vis, quæ e$t $umma aut differentia virium, quarum una $equitur ra- tionem inver$am duplicatam , alia inver$am triplicatam, di$tantiæ .

331. 411. 420.

Ut autem ex dato motu angulari Ellip$eos vim addendam aut detrahen- dam, & vice ver$a ex data hac, motum curvæ determinemus, 426. $it A extremitas axeos majoris; F focus centrum virium; _a_ A portio circuli TAB. XV. fig, 13. centro F, radio F A de$cripti; A L Ellip$eos portio.

Ponamus dum corpus in Ellip$i fertur per AL, ip$am curvam motu an- gulari _a_ FA transferri; angulo$que _a_ FL, AFL e$$e inter $e ut M ad N. Ponimus etiam angulos hos e$$e infinite exiguos.

In _a_ & A ad circulum _a_ A ducantur tangentes _a i,_ EAI, $ibi mutuo oc- currentes in E, & quarum ultima etiam Ellip$in tangit in A; ducantur et- iam AB, LI, ad _a_ F parallelæ, ultima propter infinite exiguos arcus _a_ A, AL, pro parallela haberi pote$t ip$i AF; tandem $int AC ad _a_ B, & LG ad AI parallelæ.

Sunt æquales E _a,_ EA , ideoque _a_ E & EB, quæ EA æqualis e$t. Pro- 36. El. III. pter triangula $imilia EBA, E_i_I, e$t # # EB aut {1/2} _a_ B, E _i_ aut _a i_-{1/2} _a_ B:: BA, _i_ I; _a_ B autem $e habet ad _a i,_ ut angulus _a_ F A ad _a_ FL, id e$t, ut M-N ad M: ergo BA, _i_ I::{1/2} M-{1/2}N, {1/2}M + {1/2}N::M-N, M + N.

Ex circuli proprietate _a_ C aut BA, _a_ A aut _a_ B, & diameter, $unt in continua proportione ; ergo BA = {_a_ B<_>q/2AF}. Ellip$is in extremitate a- 31. El. 111. 8. El VI. xeos majoris coincidit cum circulo cujus diameter e$t axeos parameter ; id- _La Hire_ _$ect. con._ lib. 7. cot. prop. 6. [0165]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXI. eo $i hæc dicatur 2R, erit IL = {AI<_>q/2R} = {B_i_<_>q/2R}:$ed{_a_B<_>q/2AF} $e habet ad {B_i_<_>q/2R}, ut {

    M-N
<_>q/AF} ad{N<_>q/R}; idcirco IL, AB:: {N<_>q/R} {
    M-N
<_>q/AF}

Sed ut vidimus AB, I _i_:: M-N, M + N; ergo ex compo$itione rationis IL, I _i_:: {N<_>q x

    M-N
/R}, {
    M-N
<_>q x
    M + N
/AF} = {
    M<_>q-N<_>q
x
    M-N
/AF} :: {N<_>q/R}, {M<_>q-N<_>q/AF} Eodem tempore percurruntur IL & _i_ I, prima vi qua corpus retinetur in Ellip$i quie$cente, $ecunda difterentiâ vis hujus cum vi qua corpus in El- lip$i mobili retinetur, ergo vis in Ellip$i ad differentiam hanc, ut {N<_>q/R} ad {M<_>q-N<_>q/AF} .

401.

Dicatur {N<_>q/AF<_>q} vis qua corpus in Ellip$i retinetur in puncto A, & fiat {N<_>q/R}, {M<_>q-N<_>q/AF} :: {N<_>q/AF<_>q}, ad differentiam virium {RMM-RNN/AF<_>c}

Si agatur de di$tantia alia quæcunque quæ dicatur D, vis qua corpus reti- netur in Ellip$i hac analogia detegitur , 381. 411. {I/AF<_>q}, {I/D<_>q} :: {N<_>q/AF<_>q} ad vim quæ$itam {NN/DD}.

Difterentia virium detegitur hac regulâ , 410. {I/AF<_>c}, {I/D<_>c} :: {RMM-RNN/AF<_>c} ad differentiam quæ$itam {RMM-RNN/D<_>c}.

Idcirco vis integra qua corpus in Ellip$i mobili retinetur $equitur propor- 427. tionem {NN/D<_>q} + {RMM-RNN/D<_>c}, quando corpus & Ellip$is ad eandem partem tendunt. Si motus hi fuerint contrarii vis proportionalis e$t {NN/D<_>q}-{RMM - RNN/D<_>c}.

[0166]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM. 6 _De Computatione motuum Ap$idum in curvis parum_ _cum circulo differentibus._

Ap$ides dicuntur extremitates axeos majoris Ellip$eos in qua movetur cor- pus, quod vi ad focum tendente retinetur. Agitur hìc de motus Ap$idum determinatione, id e$t de motu angulari Ellip$eos, po$itâ vi, quæ $equatur rationem pote$tatis cuju$cunque di$tantiæ, in quo ca$u motus ad Elliptin mobilem referri non poterit, ni$i agatur de curvâ à circulo parum diffe- rente .

425.

Lemmatica autem propo$itio præmittenda e$t. Quadratum hujus quanti- 428. tatis _a_-_b_ e$t _aa_-_2ab_ + _bb,_ ut cubus formetur $ingulæ quanti- tates hujus quadrati per _a_-_b_ multiplicari debent, productum duarum prima- rum per has e$t _a<_>3_ - 3_aab_ + 2_abb_ & in reliqua parte producti ad$cendit _b_ ad majorem quàm ad primam pote$tatem.

Ut ex cubo formetur quarta pote$tas, $ingulæ cubi quantitates per _a_-_b_ multiplicari debent; multiplicatis duabus primis, habemus _a_<_>4 - 4_a<_>3b_ + 3_aabb_ & in reliquis quantitatibus totius pote$tatis elevatur _b_ ultra primam pote$ta- tem.

Siccontinuando clarè patet: _Siagatur de pote$tate quantitatis_ a-b, _cujus index $it_ 429. n, _primos terminos e$$e_ a<_>n - na<_>n-1b, & _in reliquis omnibus dabitur_ b _ad pote$ta-_ _tem magis elevatam._

Po$itis nunc quæ in Scholio præcedenti $unt demon$trata; dicatur H di- 430. $tantia omnium maxima AF; & X difterentia indeterminata inter H & D; reducendo duas fractiones {NN/D<_>q} + {RMM-RNN/D<_>c} ad unicam habemus {DNN + RMM - RNN/D<_>c}, $ub$tituendo in numeratore pro D valorem H-X, vis in Ellip$i mobili proportionalis e$t {RMM-RNN - HNN-NNX/D<_>c}. Detur nunc vis quæ $equatur rationem cuju$cunque pote$tatis di$tantiæ, cu- jus pote$tatis index $it n-3, id e$t vis e$t ut D<_>n-3 = {D<_>n/D<_>c} = {

    H-X
<_>n/D<_>c} = {H<_>n-nH<_>n-1X + &c/D<_>c} in reliquis terminis numeratoris ultra primam pote$tatem 429. ad$cendit X; ideò hi omnes exigui $unt re$pectu illorumqui hìc ponuntur, quia X exigua e$t re$pectu H: ponimus enim curvam cum circulo parum differrre. Si nunc motus corporis quod vi hac in curva retinetur referri debeat ad mo- tum in Ellip$i mobili, vis hæc analoga ponenda e$t cum vi qua corpus in tali Ellip$i revera retinetur, $unt ergo analogæ quantitates hæ [0167]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXI. {RMM - RNN + HNN - NNX/D<_>c} & {H<_>n-nH<_>n-1X/D<_>c} id e$t propter communem denominatorem, $unt analogi numeratores.

In Ellip$i a circulo parum differenti, H cum $emi parametro R vix dif- fert, ut ex generatione Ellip$eos & parametri definitione $equitur ; er- 397. go -RNN HNN $e$e mutuo de$truunt & RMM fit HMM; quanti- _La Hire_ _$ect. con._ det. po$t. pro. 3. lib 3. tatesque analogæ $unt HMM-NNX & H<_>n-nH<_>n-1X, id e$t partes con- $tantes $unt inter $e ut indeterminatæ quæ per X multiplicantur; ergo HMM, NNX :: H<_>n, nH<_>n-1X: dividendo antecedentia per H, con$equentia per X, & dividendo terminos $ecundæ rationis per H<_>n-1 habemus MM, NN :: I, n. & M, N :: I, I n

_Id e$t,_ motus angularis corporis in Ellip$i translatd $e habet ad ip$ius motum 431. angularem in eadem Ellip$i quie$cente, ut un<007>tas ad radicem quadratam numeri, qui tribus excedit indicem pote$tatis, cujus rationem vis $equitur

Ex dato igitur motu angulari curvæ, pote$tas quam $equitur vis detegitur & vice ver$a ex datâ pote$tate detegitur motus curvæ angularis.

Exemplum unicum dabo, quod u$um $uum habet in A$tronomicis Detur cor- 432. pus quod movetur in Ellip$i quæ $ingulis revolutionibus tribus gradibus progre- diatur, id e$t motus ip$ius in curva translata e$t 363 grad dum m orbe qui- e$cente foret 360. grad.; M ergo ad N, ut 363. ad 360. aut ut 121 ad 120; & MM ad NN ut 14641, ad 14400: ergo n = {14400/14641}, & pote$tas di$tantiæ cujus proportionem $equitur vis e$t {14400/14641} - 3 = -{29523/14641} quare vis e$t reci- procè ut D<_>2{9523/14641} = D<_>2{241/14641} = D<_>2{4/243} proximè.

_LIBRI I. PARS IV._ De Viribus in$itis, & Colli$ione corporum. CAPUT XXII. _De Viribus corporibus motis in$itis._

Vi in$itâ corpus de loco in locum transferri diximus , 12. de virium comparatione nunc agendum; quod ut or- dine fiat, de harum gene$i quædam præmittenda erunt.

Vidimus antea corpus ex loco moveri, $i pre$$io, con- traria pre$$ione non de$tructa, in illud agat ; quod ergo 101. obtinebit, _$i corpus nullo ob$taculo retineatur:_ quacunque 433. celeritate corpus cedit hanc in perpetuum $ervabit quamdiu [0168]PHYSICES ELEMENTA causâ extraneâ non de$truitur . Si continuetur pre$$io in 2432 corpus, _augetur celeritas_ jam acqui$ita, illudque _quam diu_ _corpus premitur._

Nulla unquam datur pre$$io $ine reactione ip$i pre$$ioni 434. æquali ; uhi non contraria pre$$ione de$truitur, $ed ob- 247. $taculum movet pre$$io, vimque generat, ex ob$taculi in- ertiâ oritur re$i$tentia, aut reactio.

Pro parte $æpe contrariâ pre$$ione de$truitur pre$$io, quod $upere$t in hoc ca$u movet ob$taculum, & vim generat; $ic navis quæ fune trahitur, ab aquâ patitur re$i$tentiam, quam- diu hæc minor e$t pre$$ione illâ, qua funis trahitur, auge- tur navis celeritas, & reactio, quæ actioni æqualis e$t, cum utramque partem ver$us funis æqualiter di$tentatur, pro parte inertiæ navis tribuenda e$t. Ubi, auctâ celeritate, eo u$que re$i$tentia aquæ crevit, ut $ola actionem de$truat, qua navis protrahitur, motu æquabili, viin$itâ, progredi- tur hæc; duabus pre$$ionibus in hanc agentibus $e$e mutuo de$truentibus.

_In omni ca$u in quo pre$$ione ob$taculum movetur,_ aut hu- 435. jus motus mutatur, non contrariâ pre$$ione in totum de- $truitur pre$$io, & _vis generatur._

Clare etiam patet _pre$$ionem minuere_ po$$e corporis cele- 436. ritatem, ideoque _vim;_ eodem modo ac auget celeritatem & vim.

Videmus, vim e$$e effectum integrum pre$$ionis, quæ per tempus finitum in corpus egit, pre$$io autem ip$a, $ingulis momentis infinite exiguis de$truitur. Ergo _pre$$io omnis_ 437. _re$pectu vis in$itœ e$t infinite exigua._ Id circo _vis minima_ 438. _maximam pote$t $uper are pre$$ionem._

Qui conati $unt experimentis pre$$ionem cum vi in$itâ conferre effectum pre$$ionis con$iderarunt in quo corpus fuit confractum, aut partes intropre$$æ, quod $ine motu locali, ideoque gene$i vis in$itæ , fieri non potuit, cujus 435. vis in$itæ effectus, cum effectu alîus vis fuit collatus.

In his omnibus non agitur de pre$$ione infinite magna, quæ tempore finito vim generat infinite magnam. Quan- [0169] [0169a] [0170] [0171]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXII. do pre$$io vim generat non in acceleratione æquales gradus velocitatis æquali actione communicantur; _ut_ enim _æquales_ 439. _gradus velocitatis corporibus æqualibus,_ quorum unum quie- $cit, alterum movetur, _æqualibus actionibus communicentur;_ _requiritur ut illud quod in corpora agit re$pectu utriu$que_ _eandem habeat relationem;_ id e$t, de$ideratur ut cau$a mo- vens eadem velocitate cum corpore moto feratur, in quod tunc poterit agere ut in corpus quie$cens: actio autem qua cau$a movens transfertur $uper addenda e$t actioni hujus ip$ius, ut habeamus actionem integram qua corpus move- tur. Unde deducimus _difficilius corpus acceler ari quam mo-_ 440. _veri._

Sint ela$tra infinite parva _e, e, e, e,_ &c, juncta inter $e, 441. & flexa, quæ, $i ad pri$tinam redeant figuram, illam ac TAB. XVI. fig. 1. quirant, quæ in E repræ$entatur, & per $patium infinite exiguum $e$e expandant. Ela$trorum hæc e$t proprietas, ut, $i, dum $e expandunt, in corpus $ibi relictum premant, huic vim integram, cum qua $e expandunt, communicent, $i ad partem oppo$itam ob$taculo immobili in$i$tant. Ela- $trum E communicat corpori P gradum velocitatis infinitè exiguum. Ut ela$trum $equens corpori æqualem gradum velocitatis communicet, requiritur ut ela$trum, dum $e$e expandit, ea velocitate feratur, quam corpus jam acqui- $ivit, aliter non ageret in corpus motum, ut E in corpus quie$cens egit; præterea requiritur, ut in hoc motu in$i- $tat Ela$trum translatum ob$taculo, quod ver$us partem op- po$itam cedere nequeat; id e$t propellendum e$t ea vi, qua hoc propellit corpus; quod obtinebit, $i ela$tro $imili $e$e expandente propellatur. Duo ergo ela$tra eodem mo- mento $e$e expandentia requiruntur, ut $ecundus gradus celeritatis corpori communicetur, id e$t vis de$idera- tur dupla illius, qua primus gradus corpori communicatur. Simili demon$tratione patebit, tria ela$tra, eodem momen- to $e$e expandentia, aut vim triplam requiri, ut communi- cetur tertius velocitatis gradus & $ic de cæteris. Po$itis nempe gradibus velocitatis infinitè exiguis ne in $ingulis [0172]PHYSICES ELEMENTA gradibus varii gradus dentur, & po$itis ela$tris $ine inertiâ, ne ad hæc transferenda vis quædam con$umatur, quæ ut Mathematica $it demonftratio ponenda $unt. Patet ergo vim, qua gradu infinite exiguo corporis celeritas augetur, eo majorem de$iderari, quo corpus majorem jam acqui$ivit celeritatem, vimque hanc in ratione celeritatis jam acqui$i- tæ augeri; unde $equitur _corpus accelerationi re$i$tere in ra-_ 442. _tione velocitatis $uæ. Eademque actione gradum quemcun-_ _que velocitatis tolli qua communicari potuit._

Unde $equitur _difficilius corpus accelerari quam retarda-_ 443. _ri._ Si Ex. gr. corpus decem habeat gradus velocitatis, mi- nori impetu tollitur decimus, quàm communicatur unde- cimus.

Etiam patet, _corporis, quod velocitate finita fertur,_ id 444. e$t quod habet gradus velocitatis infinitè exiguos infinito nu- mero, _velocitatem gradu infinitè exiguo non po$$e augeri,_ _ni$i actione in infinitum $uperante actionem, qua æqualis gra-_ _dus infinite exiguus communicari po$$et corpori qu<007>e$cen-_ _ti_ .

442.

Et ne quis objiciat demonftrationem locum non habere, 445. $i $ucce$$iva non detur, qualem po$uimus, Ela$trorum re- laxatio; $ed velocitatem communicari corpori quie$centi pro- portionalem numero illorum quæ $imul relaxantur. Re$p. Talem quidem e$$e velocitatem Ela$terii primi $epo$itâ, ut fecimus, horum inertiâ, & $epo$itâ omni actione in corpus; po$itâ autem hac negamus velocitate tali moveri ela$terium primum, quod non corpore celerius moveri pote$t; hujus autem celeritatem ex præcedenti demon$tratione deduci de- bere liquet, quia relaxatis $imul ela$teriis, corpus tamen $ucce$$ivè omnes gradus velocitatis $uæ acquirit ita, ut de- mon$trata de d<007>ver$is ela$ter<007>is referri debeant in hoc ca$u ad $ucce$$ivam partium relaxionem in Ela$tris.

Ex præcedenti demon$tratione etiam deducimus, juxta 446. quam rationem, auctâ corporis velocitate, augeatur vis cor- 441. pori in$ita. Ela$teria $e$e expandentia agunt in corpus, cui nullum re$i$tit ob$taculum; ideo integram qua $e expandunt [0173]MATHEMATICA. LIB. I. CAR. XXII. vim corpori communicant; cûm autem ela$teria $int æqua- lia, vires $unt ut numeri Ela$teriorum, quorum expan$ione communicantur. Corpus verò expan$ione Ela$teriorum non pote$t celeritatem acquirere, mi$i motu accelerato, ita ut per $ingulos gradus minores velocitatis tran$eat. Sit A F TAB. XVL. fig. 2. celeritas corporis; A _b, bc, cd,_ & c. gradus infinitè exi- gui celeritatis, A _b_ primus, _bc_ $ecundus, & c. per quos o- mnes tran$it corpus antequam acquirat celeritatem AF. Parallelogramma A _bhe, bcif, cdlg,_ & c $unt in- ter $e re$pectivè, ut numeri Ela$teriorum, quibus gradus velocitatis primus, $ecundus, tertius, &c. acquiruntur; ideoque areæ A _dle,_ AFG _e,_ $unt inter $e ut numerie- la$teriorum, quibus velocitates A _d,_ AF acquiruntur, id e$t $unt hæ areæ inter $e ut _Vires_ eju$dem corporis, aut 447. duorum _corporum æqualium,_ hi$ce velocitatibus motorum; eùm autem lineæ A _e, eh, bf, fi,_ & c. $int infinitè exi- guæ; areæ A _dle,_ AFG _e_ à triangulis $imilibus _adl, afg,_ non differunt, & _$unt inter $e ut quadrata_ laterum homolo- gorum , aut _velocitatum_ A _d,_ AF, quod confirmabimus 19. El. VI. experimentis; $ed pauca antea præmittenda $unt.

Vires e$$e inter $e ut quadrata velocitatum, aliis demon- $trationibus, quæ ex principiis quæ nil inter $e, neque cum his quæ hìc ponuntur commune habent, deductis, in $equenti- bus etiam demon$trabo, ubi de viribus obliquis, & de re$i$ten- tia fluidorum, agam.

_Vires, quas corpus cadendo acquirit, $unt ut altitudines,_ 448. _quas cadendo percurrit, ab initio ca$its;_ $unt enim hæ ut quadrata velocitatum in fine de$cen$us . Cum propo$itio 255. hæc $equentibus Experimentis immediatè demon$tretur, patet _gravitatem, quæ æqualibus temporibus æquales corpo-_ 419. _ri communicat gradus celeritatis, non iidem æquales gradus_ 251. _vis communicare,_ $ed illud, quo corpus ad Tellurem ten- 442. dit, cum ip$o corpore moveri , dum in corpus motum 439. agit, ut in quie$cens.

_Si corpora fuerint inæqualia, æqualibus velocitatibus_ 450. _mota, vires in$itæ $unt inter $e ut quantitates materiæ in_ [0174]PHYSICES ELEMENTA _$ingulis;_ Vis enim corporis e$t $umma virium omnium par- ticularum ex quibus con$tat, & $ingulæ particulæ minimæ æquales vires habent æquales, $ivelocitate eâdem ferantur; idcirco in corporibus æque velocibus $unt vires, ut nume- ri particularum æqualium materiæ in $ingulis.

MACHINA. _Qua corporum motorum vires conferuntur._

A$$eris AB longitudo e$t unius pedis, latitudo decem 451. pollicum, cra$$ities pollicum duorum. Excavatur hic in TAB XVI. fig. 5. _a b c d_ ad profunditatem unius pollicis cum $emi$$e, & cum pedibus EE, EE, quibus $u$tinetur firmiter conne- ctitur.

Pedibus hi$ce etiam quatuor $u$tinentur columnæ ligneæ CD, CD, CD, CD, ad angulos ip$ius a$$eris. Colu- mnarum altitudo excedit paululum pedestres. Duæ quæ pede eodem, juxta latitudinem a$$eris po$ito, inhærent, regulis minoribus _ee, ee, f, f, g, g, b, b,_ junguntur ita, ut regula RR, tran$iens inter minores re$pondentes, parallela $it $uperficiei a$$eris.

Tres globi (fig. 4.) æquales, diametri $esquipollicis, ex ære formantur; $olidus unus e$t C, reliqui duo cavi; con$tant hi $inguli ex hemi$phæriis duobus A, _a,_ & B, _b,_ quæ co- ehleâ junguntur. Globorum pondera $unt inter $e ut u- num, duo, tria.

Ubi Experimenta in$tituenda $unt, argillâ molli, & homo- geneâ, exacte repletur cavitas _a b c d,_ & cultro ligneo, quod ex argillâ prominet, abraditur, ut hujus $uperficies non modo exacte plana $it, $ed & idem formet planum cum illo quod ex a$$eris $uperficie $upere$t, cavitati$que oras format.

Regula memorata RR inferius paululum juxta longitudi- nem, excavata e$t, ut globum quemcunque ex memoratis recipiat, qui in G videtur, dum manu M tenetur. In hoc $itu inferius globi punctum ab argillæ $uperficie di$tat pollicibus novem. Di$tantia hæc dupla e$t, $iregula RR tran$- eat inter regulas _f, f, f, f,_ $i inter regulas _g, g,_ tripla; [0175]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXII. quadrupla verò $i ponatur RR inter regulas _b, b._

EXPERIMENTA I<_>2

Po$itâ regulâ RR, inter regulas _e, e_ $ucce$$ive dimittantur 452. globi ænei tres, hi$ce oleo antea illinitis; hi argillâ pro parte TAB. XVI. $ig. 3. 5. immerguntur cavitate$que formant, eo majoresquo globi gra- viores $unt. Cavitates tres A, B, C, repræ$entantur in fig. 5.; punctis notatæ lineæ cavitatum profunditates demon$trant.

Leviori globo cavitas A formata e$t, globum hunc voca- mus primum; $ecundum dicimus illum cujus pondus du- plum e$t, & qui cavitatem formavit B; tandem tertium vo- camus globum $olidum, cujus pondus e$t primi triplum, & qui cadendo ab altitudine novem pollicum cavitatem forma- vit C.

Si regula RR po$ita $it inter regulas _f, f,_ & globi dimit- 453. tantur, cavitates formantur, quæ infig. 5. notantur litteris B, D, E.

Si RR detur inter _g, g,_ & globi primus & $ecundus di- 454. mittantur, cavitates formantur C, E. (fig. 5.)

Tandem dimi$$o ab altitudine maximâ, po$itâ RR inter 455. _b, b,_ globo primo cavitas formatur D. (fig. 5.)

Ip$æ autem cavitates $unt $phæræ $egmenta quæ $unt in- 456. ter $e ut numeri in ip$is po$iti 1. 2. 3. 4. 6.

Ut pateat, his Experimentis, quæ de viribus $unt demon- $trata, confirmari, con$iderandum, _vim in$itam illud e$$e_ 457. (quodcunque hoc fuerit) quod datur in corpore moto, & non datur in corpore quie$cente, id e$t, illud _quo corpus_ _motum, in ob$taculum incurrens, in hoc agit;_ Corpus autem ip$um dumagit, nullam patitur actionem, exceptâ reactione ex ob$taculi re$i$tentiâ, quæ reactio cum actioni æqualis $it , 247. $equitur _corpus pati quantum agit;_ & actionis effectum in 458. ob$taculum $equi rationem ip$ius vis ami$$æ, diminutio enim ip$ius vis e$t effectus reactionis; unde deducimus, vi- res integras proportionales e$$e effectibus quibus con$umun- tur, quod etiam aliâ con$ideratione evidens e$t.

Quo major e$t re$i$tentia quam patitur corpus, quo ip$i- us actio in$tantanea major e$t, & eo citius integram amittit [0176]PHYSICES ELEMENTA vim, effectum tamen æqualem edit; nam vis quæ re$i$ten- tiâ de$truitur, proportionem $equitur ip$ius re$i$tentiæ, & temporis per quod egit, id e$t vis ami$$a $equitur rationem compo$itam re$i$tentiæ & temporis; quam eandem ratio- nem $equitur actio corporis, & effectus quem edit;

_Ita ut iterum pateat_ vim ami$$am effectui, quem edit dum de- 459. $truitur, proportionalem e$$e, $ive breviori $ive longiori tem- pore de$truatur.

Actio pre$$ionis _e$t indeterminata, &_ manente inten$itate 460. $equitur rationem temporis per quodegit. Vis autem corpo- ri in$ita, datis ip$ius ma$$â, & velocitate, determinata e$t, & determinatum tantum edere pote$t effectum, _quod brevio-_ _ri aut longiori præ$tatur tempore; pro majori aut minori, quam_ _patitur, re$i$tentia ._

459.

_Quando corpus cavitatem formando_ in _argillâ, mo-_ 461. _tum_ cadendo acqui$itum _amittit,_ $uperat pre$$ionem qua partes argillæ inter $e cohærent, & re$i$tentiâ, quam hanc $uperando pre$$ionem patitur, vis ip$a minuitur, & tandem in totum de$truitur; _effectus_ ergo _vis,_ in hoc ca$u dum cor- pus amittit motum, e$t $eparatio partium argillæ dum juxta $e invicem hæ moventur, qui effectus _proportionem $equitur_ _numeri particularum mot arum, & $patiiab his in motu juxta_ _$e invicem percur$i,_ & $ive hoc lentius $ive celerius fiat, cohæ$io fuperanda eadem e$t, & evidenti$$imum e$t in du- bium minime vocari po$$e, _Vires e$$e æquales quæ forman-_ 462. _do in eâdem argillâ cavitates æquales, & $imiles, con$umun-_ _tur._

Dimi$$is globis tribus ab altitudine novem pollicum vires 463. TAB. XVI. $ig. 5. $unt ut 1. 2. 3. cavitates formantur A, B, C ; cavitates 450. 452. hi$ce æquales habemus $i globus primus $ucce$$ivè dimitta- tur ab altitudinibus novem , octodecim & viginti $eptem 452. 553. pollicum ; in hoc ergo ca$u vires $unt ut altitudines, id e$t 454. ut quadrata velocitatum .

255.

Si globus primus & $ecundus dimittantur ab altitudine octodecim pollicum vires $unt ut 1, 2 , & cavitates forman- 450. tur B & D ; hi$ce æquales habemus $i globus primus di- 453. [0177] [0177a] [0178] [0179]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXII. mittatur $ucce$$ive ab altitudine octodecim pollicum & 453. ab altitudine trium pedum , ita ut iterum pateat vires e$$e 455. ut altitudines. Conclu$iones $imiles ex aliis experimentis deducuntur.

Dum cavitas formatur $ingula augmenta minora $unt & inter $e ut numeri particularum quæ cedunt, & ut $patia per quæ inter alias moventur, id e$t augmenta hæc $unt ut vires quas corpus hæc augmenta formando amittit : ideo- * 461. que augmentorum $umma, id e$t integra _cavitas, $equitur_ 464. _proportionem_ $ummæ virium ami$$arum, id e$t, _vis ami$$æ in_ _formatione integræ cavitatis._ Quod cum memoratis Experimentis congruit .

456. EXPERIMENTA 2<_>R.

Ex Ebore formantur cylindri duo AB, DC, diametri 465. $e$quipollicis, hemi$phericæ $unt extremitates A, D, co- TAB. XVL $ig. 6. nicæ reliquæ B, C. Minoris longitudo e$t fere duorum pol- licum cum $emi$$e; alter duobus pollicibus longior e$t, & hujus pondus duplum exacte e$t ponderis alterius. Cum his cohærent fila in extremitatibus conicis.

De$ideratur ut in extremitatibus A & D axium eandem habeat ebur ela$ticitatem, quod facilius obtinetur quàm quis forte crederet; $i ad illud attendamus ut puncta illa coincidant cum axe ip$ius dentis, quamvis in hoc pun- cto ela$ticitas omnium minima $it, ad quod hîc non atten- dimus.

Scrupulus omnis circa æqualitatem hanc ela$ticitatis tol- li pote$t, $i duo cylindri con$truantur æquales, & $imiles cy- lindro DC; dimittantur hi a diver$is, $ed $emper pro am- bobus æqualibus, altitudinibus, quod ut fiat filis $uis ut C _c_ retinentur, quibus relaxatis impingunt cylindrorum partes ut D in planum horizontale, quod ex ceruleo marmore de$ideratur, & probe admodum firmatum, paululum etiam madefactum, ut color magis $it inten$us. In impactu par- tes ela$ticæ intropremuntur maculamque notabilem admo- dum & circinnatam cylindri in marmore, aut potius in hu- mido vapore quo obtegitur, relinquunt; $i amborum cy- [0180]PHYSICES ELEMENTA. lindrorum maculæ, ubi ab æqualibus altitudinibus de$cen- dunt, in omni ca$u $int æquales, eandem cylindrosin locis ut D ela$ticitatem habere extra dubium erit. His expertis unus ex cylindris a parte C minuendus e$t, ut magnitudi- nem habeat AB, id e$t dimidium ponderis $ui amittat.

Si nunc cylindrus CD dimittatur ab altitudine novem 466 pollicum, & AB ab altitudine octodecim pollicum maculæ in marmore erunt quam exacti$$ime æquales.

Si AB ab altitudine trium pedum, id e$t prioris quadru- 467. plâ, dimittatur, macula major erit & diametri erunt ut 5 ad 6 proximè,

Ela$teria æqualia, & $imilia, viribus æqualibus æqualiter 468. flecti quis in dubium vocavit? dum enim relaxantur vires exerunt æquales illis quibus fuere flexa: æqualem autem, dum relaxatur ela$terium, $emper exerit vim, ubi inflexio e$t ea- dem, $ive lentius $ive celerius fuerit inflexum, clarum ergo e$t vires æquales habui$$e cylindros AB & CD ubi hoc cecidit ab altitudine novem illud ab altitudine octodecim pollicum. Si ambo ab altitudine cecidi$$ent novem pollicum vis cy- lindri CD dupla fui$$et ; duplicata ergo fuit vis cylindri 450. AB, duplicatâ altitudine, id e$t vis ut altitudo aucta fuit; id e$t ut quadratum velocitatis .

255.

Si autem vis cre$ceret ut velocitas juxta magis receptam $ententiam, duplicanda fui$$et velocitas ad duplicandam vim, hanc autem in hoc ca$u magis fui$$e auctam experimento patuit .

467.

Licet abunde $atisfactum mihi videatur illis, qui vires non $tatuunt proportionales effectibus quibus con$umuntur, hìc experimenta quædam nihilominus addam, quibus con- $tabit æqualibus edendo effectus vires con$umi æquales, licet inæqualibus temporibus effectus edantur.

EXPERIMENTUM 3.

Formatur ex ebore (potui$$et ex ligno duriori & gravio- 469. ri formari) cylindrus cujus $ectio per axem in AB repræ$en- TAB. XIX. fig. 1. tatur, Angulus in hac $ectione CAD e$t 120. gr. angulus EBF e$t 54 gr. 20′ BG æqualis e$t tribus partibus quar- [0181]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXII. tis unius pollicis. Ut cylindrus hicce $u$pendatur, lamel- læ æneæ perforatæ dantur H & I, ut & duplicatus uncus in medio in L, cui fila connectuntur quæ per lamellarum H, I, foramina tran$mittuntur. Lamella H ita ponitur ut di- mi$$a perpendiculari ad axem, A _h_ $it trium partium quarta- rum unius pollicis.

Applicatur cylindrus hic machinæ, cujus ope Experi- menta circa colli$ionem corporum in$tituuntur, & cujus de- $criptio in capite $equenti habetur dum eidem machinæ 491. firmiter jungitur pixis, in eâdem de$criptione memoranda, argillam mollem cujus $uperficies plana e$t, continens.

In argillam dimittatur cylindrus velocitate quacumque, & motum amittat cavitatem formando, extremitate A in argillam incurrente. Si, mutato paululum pixidis $itu, eâ- dem velocitate cylindrus in argillam impingat, extremitate B in hanc penetrante; quæcunque fuerit velocitas qua cor- pus in utroque ca$u movetur, $i in utroque eandem habeat velocitatem, id e$t impactione eandem vim amittat; cavita- tum diametri erunt ut 2 ad 3.

Cavitatum ba$es, quæ $unt ut quadrata diametrorum , 1 El. XII funt ut 4 ad 9, & cavitatum profunditates ut 9 ad 4, (hoc enim ex conorum forma $equitur) id e$t ba$es $unt inversè ut altitudines, quare cavitates $unt æquales ; ideoque effectus 15. El, XII. virium æquales ; inæqualibus tamen temporibus vires 461. con$umuntur cum ad inæquales profunditates in argillam pe- netrent coni.

_Vires corporibus in$itæ,_ inter $e differre non po$$unt ni$i 470. re$pectu velocitatis, aut quantitatis materiæ in corporibus: ergo vires quæeunque, ex dictis conferuntur inter $e, & 447. 450. _$unt in ratione compo$ita quantitatum materiæ, & quadra-_ _torum velocitatum._ Si igitur $ingulorum corporum ma$$æ per quadrata $uarum velocitatum multiplicentur, producta virium rationem exprimunt.

Ex his facillime deducimus _corpora cadendo vires æqua-_ 471. _les acquirere, $i altitudines, quas de$cendendo percurrunt,_ _$int inter $e in ratione inver$a ma$$arum._ In Experimentis [0182]PHYSICES ELEMENTA hujus capitis primi cavitates, & in $ecundis partium ela$ti- carum introce$$iones fuere æquales, ubi corpora cecidere ab altitudinibus quæ erant inversè ut ma$$æ.

_Vires_ vero ip$as _e$$e in_ hac _ratione inver$a ma$$arum $i_ 472. _velocitates fuerint reciprocè ut ma$$æ,_ facile etiam liquet.

Sint ma$$a corporis cuju$cunque M & velocitas V; alterius corporis ma$$a _m_ & hujus velocitas _v:_ & po- namus _m,_ M:: V, _v,_ id e$t M x V = _m x v;_ hinc deduci- mus, V, _v_:: M x V<_>q, _m x v<_>q,_ multiplicando V & _v_ per æquales quantitates: Sed M x V<_>q, _m x v<_>q_ $unt ut vires ; 470. quæ ergo $unt ut velocitates, id e$t inversè ut ma$$æ.

CAPUT XXIII. _De Colli$ione corporum._ DEFINITIO I.

_C_Eleritas qua duo corpora, ad $e mutuo accedunt, aut 473. $eparantur, vocatur celeritas re$pectiva.

Quando corpora ambo ad eandem partem tendunt, ad $e 474. invicem accedunt, aut $eparantur, velocitate, quæ æqualis e$t di$$erentiæ velocitatum ab$olutarum. Velocitas autem re- 475. $pectiva e$t $umma velocitatum ab$olutarum, $i motuum di- rectiones $int contrariæ.

DEFINITIO 2.

Impactio duorum corporum dicitur directa, $i directio _476._ motus, aut motuum, quando ambo moventur, tran$eat per $ingulorum gravitatis centra; $ibæc eadem linea, quœ per ambo centra gravitatis tran$it, $ecet partes $uperficierum quæ in $e mutuo incurrunt; tandem $i bæ $uperficies quæ in $emu- tuo incurrunt ad lineam, quæ per centra gravitatis tran$it, $int perpendiculares.

DEFINITIO 3.

In omni alio ca$u ictus dicitur obliquus.

477.

_Quando corpus motum in aliud incurrit,_ in hoc agit, a- 478. ctioque rationem $equitur re$i$tentiæ quam patitur ; & 458. _quantum agit tantum ex vi in$itâ amittit._

[0183]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII.

Non hic agam de corporibus perfectè duris, talia nulla 479. novimus, & inutile foret in hi$ce colli$ionum leges deter- minare, quod an $ine errore factum e$$et experimentis de- terminari non po$$et.

_Omnia_ autem _corpora nobis nota con$tant ex partibus in-_ 480. _ter $e cobærentibus,_ vi cujus effectum novimus, & cujus cau$a nos latet: Sed verâ _pre$$ione_ partes inter $e cohærere, cuicunque cau$æ hanc tribuamus, in dubium nemo voca- bit.

Nulla datur pre$$io, quæ minimâ in$itâ vi $uperari non pote$t ; ergo _nulla datur corporum colli$io $ine quadampar-_ 438. 481. _tium introce$$ione._

De colli$ione corporum in genere hoc capite agam; ex- plicandum ideo _quid obtineat in corporibus non eba$ticis;_ 482. nam & hoc ip$um _in ela$ticis locum babet, in momento in_ _quo corpora concurrunt,_ antequam partes intropre$$æ ad pri- $tinam figuram redeant.

Hac figuræ in$tauratione _corpora ela$tica_ $e$e mutuo re- 483. pellunt; idcirco _po$t ictum $eparantur._ Nulla autem talis datur actio _$i omniela$terio de$tituantur;_ ergo _po$t impactum_ 484. _directum non $eparantur;_ nam in impactione hac, directio mutari non pote$t, & ideo _in eâdem lineâ ambo motum_ _contiuuant, in qua ante ictum movebantur,_ & in qua a $e invicem non repelluntur.

Dum partes corporum intropremuntur de$truitur vis quæ 436. pre$$ionem qua cohærent $uperat; Ergo _corpus in aliud_ 480. _incurrere non pote$t, aut duo in $emutuo, $ine diminutione $um-_ 485. _mæ virium._

In corporibus ela$ticis partes ictæ ad pri$tinam re- deunt figuram, & redeuntes premunt in corpus, cujus actione introce$$ere, hac pre$$ione nova generatur vis, $ed de hac nondum agimus, _in_ ip$is _corporibus ela$ticis datur,_ 486. _ante figuram in$tauratam, diminutio virium, de qua bic_ _agimus._

Quando _corpus, nonictu alius corporis, $ed_ pre$$ione movetur, 487. $i hæc minor $it illa quapartes cobærent, $ine partium introce$$io- ne corporimotus communicatur.

[0184]PHYSICES ELEMENTA

_Nulla in corporum colli$ione vis de$truitur, ni$<007> quæ ad_ 488. _partes intro premendas requiritur._ Ponamus primo cor- pora ad eandem partem tendere, antecedens nece$$ario tar- dius alio movetur, & ictu acceleratur, con$equens ve- ro quia in aliud agit ex vi $ua amittit. Effectus vis a- mi$$æ e$t augmentum vis in antecedente, & introce$$io partium, & effectus hic valet vim ami$$am à con- $equente . Sed illa, quam acqui$ivit antecedens, non 478 e$t vis de$tructa, ergo $ola hæc de$truitur, qua partes in- trocedunt. Secundo, tendant corpora in partes contrari- as, in hoc ca$u corpora ambo $ibi mutuo re$i$tunt, non mo- do inertiâ, $ed etiam viribus in$itis, quo vero major e$t re- $i$tentia, eo magis partes comprimuntur, eoque major par- tium introce$$io, ita ut vires impropriè dicantur $e$e mu- tuo de$truere, vi $ua corpus corpori re$i$tit, quâ natâ re$i- $tentiâ vis corporis alîus de$truitur, $uperando pre$$ionem qua partes cohærent. Paradoxa hæc propo$itio, _vim nun_- 489. _quam immediate vim de$truere,_ experimentis extra dubium e$t, quibus con$tat introce$$iones in corporibus eju$dem ge- neris, (nempe quorum partes æqualiter cohærent,) e$$e æ- quales, $i vires æquales ictibus de$truantur, $ive corpora tendant ad eandem partem; $ive directionibus contrariis ferantur, viribus æqualibus, aut utcumque inæqualibus; $ive in obicem firmum impingat corpus; ut, præmifsâ machinarum de$criptione, exponam.

MACHINA _Qua experimenta circa colli$iones corporum_ _in$tituuntur._

Tabula lignea ABC, fere triangularis, & verticalis, 490. altitudinis circiter quatuor pedum cum $emi$$e, & latitudi- TAB. XVII. nis, circa ba$in trianguli, trium pedum, verticaliter di$ponitur.

In $uperiori parte datur ad horizontem parallela $ci$$ura _st,_ in qua duo clavi quadrati, aliquando plures, moventur; qui ubique cochleis, ad po$teriorem tabulæ partem applicantis firmantur; ut ex figura clavorum in V patet.

Super unoquoque clavo movetur tubulus quadratus X, [0185]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. pote$tque per totam clavi longitudinem firmiter cum eo connecti cochlea _e_ in $uperiori parte. In parte inferiori tubulis his unci minimi junguntur; quos fila tenui$$ima (aut potius chordæ citharæ) _i h, i h_ trajiciunt, quæ globos veluti P& Q $u- $tinent. Fila illa annectuntur paxillis _l, l;_ quostorquendo ele- vantur, aut deprimuntur, globi.

Clavus, quo globus quicunque $u$tinetur, ita in $cif- $ura _st_ $i$titur, ut illius centri a linea AD, quæ tabulam in duas partes æquales verticaliter dividit, di$tantia æqualis $it $emidiametro globi; illudque pro omnibus globis fit, ductis notis in tabulæ $uperficie.

Tubulus cum unco, quo globus $u$penditur, in ea parte clavi firmatur, ut fili a tabulæ $uperficie di$tantia paululum excedat $emidiametrum globi; & dantur in clavis divi$io- nes, quibus, pro magnitudine globi, $itus tubuli determi- natur.

Quando duo globi adhibentur, linea AD hos $eparat; & in hoc ca$u, ut & quando plures adhibentur, $i diver$æ fuerint magnitudinis, globus maximus minoris di$tantiam a tabula determinat, & tubuli re$pondentibus clavorum divi- $ionibus admoventur, ut globorum omnium centra æque di- $tent a tabula. Centra illa paxillorum _l_ conver$ione ad ean- dem altitudinem reducuntur; quod in omnibus Experimen- tis ob$ervandum.

Regulæ duæ æneæ EG, EG, ad horizontem parallelæ di$- ponuntur; $uperficies tabulæ ad illas recipiendas paululum excavatur, ut illarum $uperficies cum tabulæ $uperficie con- gruat A po$teriori utriu$que regulæ parte datur in tabula $ci$$ura, longitudinis circiter quinque pollicum, per quam tran$it cochlea regulæ cohærens, & cujus ope regula retine- tur, & transfertur per longitudinem $ci$$uræ. In Experi- mentis di$tantia extremitatis G, utriu$que regulæ, a linea AD, æqualis e$t $emidiametro globi, ad eandem partem hujus lineæ $u$pen$i, quod ut fiat di$tantiæ pro $ingulis glo- bis notis indicandæ $unt.

Divi$iones regularum tales $unt, ut denotent angulos æ- [0186]PHYSICES ELEMENTA quales, a filis, quibus globi $u$penduntur, percur$os.

Uthos angulos in Experimentis men$uremus, dantur indices quatuor, duo majores M, M, & duo minores N, N.

Moventur indices i$ti per $ci$$uras _or, or;_ & cochleis à po$teriori parte tabulæ, proarbitrio agentis, con$tituuntur. Tabulæ $uperficies juxta $ci$$uras paululum excavatur, ad motum indicum dirigendum; majores ad tabulæ extremita- tem pertingunt, licet $ci$$uræ extremitas ab ea fere tribus pollicibus di$tet.

Delineatio majorum indicum datur in figura $eparata M; in qua _a b_ e$t lamina, quæ in cavitate in tabulæ $uperficie movetur; _c d_ e$t index, ad illam laminam normalis, & lon- gitudinis circiter trium pollicum.

Datur etiam in N figura $eparata indicum minorum; ho- rum longitudo æqualis e$t $emidiametro minimorum globo- rum, qui Machinæ applicantur, & quorum diameter commode $tatuitur unius pollicis cum $emi$$e; indices hi inter majores po- nuntur, quia illis motus globorum non impeditur; aliquan- do ambo minores in eadem $ci$$ura firmantur, quando tres anguli ab una parte men$urandi $unt.

In hoc ca$u globus ut Q elevatur, aut po$t ca$um ad$cendit, B ver$us. Ad di$ponendum indicem ut men$uretur angu- lus ille, regulæ EG, quæ e$t a parte B, extremitas G con- jungi debet cum extremitate G alterius regulæ, po$itæ ut ante dictum.

Cochleæ tres ferreæ F, F, F, in$erviunt ad tabulam ex- acte in $itu verticali di$ponendam ita, ut linea AD $it ad ho- rizontem perpendicularis; quod facillime præ$tatur, $u$pen- dendo globo quocunque, & ponendo indice majori ita, ut filum tran$iens juxta notam in illo indice $it parallelum li- neæ AD.

In Experimentis circa colli$iones corporum non ela$tico- rum, utimur globis, in forma lignea L, ex argilla molli du- ctis.

Forma hæc L quinque partibus con$tat; quarum quatuor [0187]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. in H, H, H, H, videntur; hæ junctæ cavitatem $phæricam continent, diametri unius pollicis & $emi$$is, cum apertura in inferiori parte: circumdantur cochlea ita, ut firmiter in- ter $e connectantur ope annuli I, in interiori parte cochleam $imilem continentis.

Partes omnes conjunctæ in L repræ$entantur; datur fora- men in _v,_ communicationem habens cum cavitate interiori; per hocce tran$mittitur filum, & cavitas oleo illinitur, & ar- gilla impletur; filum memoratum in argillam penetrat, & in hac irregulariter di$ponitur. Sublato annulo I, quatuor re- liquæ partes facillime $eparantur, & globum in medio relin- quunt, qui filo $tatim memorato alteri filo connectitur, quo Machinæ applicatur.

Experimenta circa corpora ela$tica inftituuntur adhibitis globis eburneis. Sex minores de$iderantur, diametri unius pollicis cum femi$$e; præter hos unus ponderis dupli, al- ter ponderis tripli, & tandem unus ponderis quadrupli.

In Experimento undecimo capitis $equentis, $ex memora- ti globi æquales Machinæ applicantur; & ita $u$penduntur, ut $e$e mutuo tangant. Præ$tamus hoc (vide fig. _L._) ope laminæ _m n,_ quæ cochleis _q, q,_ per $ci$$uram _st_ tran$euntes, Ma- chinæ connectitur. Lamina hæc continet clavos quatuor _p, p, p, p;_ in quorum extremitatibus dantur foramina, per quæ fila, quibus globi $u$penduntur, tran$mittuntur. Paxillis _l, l, l, l_ fila illa annectuntur. Globi reliqui duo clavis memoratis V $u$penduntur.

In hac Machina percu$$io globorum in loco infimo $em- per e$t directa: & globi, licet a diver$is altitudinibus, $ive ad eandem partem, $ive ad partes contrarias, dimittantur, eodem momento ad locum infimum perveniunt ; & ita, 280. in eo ca$u, percu$$io $emper e$t directa; celeritates vero in loco infimo denotantur divi$ionibus regularum EG, EG ; nam pro arcubus non majoribus, quam quos glo- 222. bi in hac Machina excurrunt, ratio inter arcus & chordas fen$ibiliter non differt. Altitudines, a quibus globi di- mittuntur, determinant celeritates ante impactum; & al- [0188]PHYSICES ELEMENTA titudines, ad quas globi ad$cendunt, celeritates po$t impa- ctionem.

MACHINA _Alia, cujus ope eadem Experimenta circa colli$io-_ _nes in$tituuntur._

Hîc & aliam, quam eodem fundamento cum præceden- 491. ti nixam con$trui curavi machinam, etiam exponam. Varia huic addidi, quæ & præcedenti applicari po$$unt, ita ut omnia experimenta, quibus hæc in$ervit, & primâ in- $titui po$$int, magis tamen commodè adhibitâ hac $ecun- da.

Con$tat hæc ex a$$ere verticali ABDC, cujus longitu- TAB. XVIII. fig. 1. do BC e$t trium pedum; altitudo AD circiter decem pol- licum, cra$$ities fere $e$qui pollicis.

Huic a$$eri, aut Tabulæ, applicantur, eodem modo ac in præcedenti machina, regulæ æneæ divi$æ EG, EG, ut & indices majores, M, M, & minores, qui hìc non de- lineantur.

Pede $u$tinetur Tabula ita, ut D ad altitudinem circiter duorum pedum cum $emi$$e elevetur.

Columna H pedis po$t tabulam, quæ ip$i applicatur, continuatur, & $u$tinet tenuiorem columnam L, quæ ta- men pro parte ip$i tabulæ $uperimponitur ita, ut $uper$i- cies anterior ligni $uperioris _k_ $it in eodem plano cum $u- perficie ABDC.

Columna H in $uperiori parte, ubi huic columna L $u- perimponitur, excavatur, ut recipiat prominentiam in in- feriori parte columnæ L, quæ prominentia poligona e$t & exacte cum cavitate congruit, in qua firmatur cochleâ. Cum columnâ L cohæret tabula lignea II, cujus cra$$ities e$t $emi pollicis & cujus u$us e$t, ut columnam in tali $itu firmet, in quo hujus axis lineæ DA continuatæ, parallelus e$t.

Pars columnæ $uperior $eparatim in R exhibetur, parti TAB. XVIII. fig. 2. huic applicatur regula ænea quadrata SS, longitudinis cir- citer octo pollicum, latitudo & altitudo quartæ parti [0189] [0189a] [0190] [0191]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. pollicis æquales $unt. Horizonti regula hæc parallela e$t ut & $uper$iciei ligni R, à quo di$tat tribus partibus quartis unius pollicis. Ut firmetur cohæret cum prominentiis _t, t_ quæ cochleis ad partem po$ticam ligni K retinentur.

Regulæ huic unci junguntur quatuor Y, V, V, Y, di- $tantia inter medios V, V, e$t $e$qui pollicis, huju$que di- $tantiæ punctum medium datur in plano, quod concipitur per- pendiculare ad $uperficiem K & per axem columnæ _l_ tran$- it; di$tantia Y Y e$t trium pollicum.

Juxta regulam hanc SS tubuli duo quadrati moventur, qui ad libitum cochleis firmantur, & cum quibus unci exigui, ftatim memoratis $imiles, cohærent. Tand em in medio & in extremitatibus regulæ foramina dantur _f, f, f,_ æqualiter a $e in vicem di$tantia, po$itis extremis a $e mutuo remotis $e- ptem pollicibus cum $emi$$e,

Ut in præcedentis machinæ de$criptione monui, $ex de TAB. XVIII fig. 3. $iderantur globi eburnei diametri $e$qui pollicis ut A. Loco majorum globorum utimur tribus cylindris eburneis quorum diametri globorum diametris æquales $unt. Duorum $ectio per axem repræ$entatur in C; tertii $ectio datur in B; cy- lindri B pondus duplum e$t ponderis globi A eju$dem dia- metri cum cylindro; cylindrorum $ingulorum ut Cpondera tripla $unt ponderum globorum.

In his cylindris cavendum ut axis dentis eburnei, ex quo formantur, perpendiculariter $ecet axem cylindri cir- citer in hujus medio. Ubi globus cum cylindro, aut duo cylindri, $imul machinæ applicantur cavendum ut convexi- tas unius alterius planam $uperficiem tangat.

Ex ebore, aut ligno duriore & graviore, ulterius quatuor TAB. XXIII. fig. 4. formantur cylindri, quorum duorum minorum $ectiones per axem exhibentur in D, reliquorum in E, & F.

Si ex ebore formentur ad $itum axeos dentis non atten- dimus, quia ela$ticitate $ua in Experimentis non a- gunt

Horum cylindrorum diametri $unt etiam $e$qui pollicis, [0192]PHYSICES ELEMENTA in extremo uno ad formam hemi$phærii formantur, ex- tremum alterum coni formam habet angulu$que _m l n_ e$t centum graduum: angulos centum & viginti graduum, ut & nonaginta graduum, in experimentis adhibui, $ed antepo- nendum vidi angulum centum graduum.

Pondera cylindrorum $unt inter $e ut duo, tria, & quatuor.

Cylindri etiam duo cavi formantur ex ligno; quorum TAB XVIII. fig. 5. diametri externæ $e$qui pollicis $unt, minor longitudinis e$t trium poll., major quinque poll.; repræ$entatur ille in _g,_ & am- borum $ectiones per axem videntur in G & H. Separatio in cavitate utriu$que datur ad di$tantiam unius pollicis ab ex- tremitate unâ; videntur hæ in _a a, a a,_ & _ab_ e$t unius pollicis, cra$$ities ligni in _b_ e$t octavæ partis pollicis. Majo- rem lignum habet cra$$itiem in reliqua cylindri parte, ubi nempe cavitatem majorem circumdat. Cavitas minor, ubi experimenta in$tituenda $unt, argillâ repletur, & quæ pro- minet cultro ligneo abraditur, ut unita $it $uperficies in quam cylindri, ultimum memorati, in experimentis incur- runt; in majorem cavitatem, minori aut majori copiâ ar- gilla intruditur pro diver$o pondere cylindro communican- do.

Cylindri omnes eburnei & lignei $equenti methodo $u- $penduntur. Ductâ lineâ in $uperficie cylindri cuju$cunque ut _g_ ad axem parallelâ, in hac duæ tenues lamellæ perforatæ, aut exigui annuli, _o, o,_ firmantur ut & duplex uncus _v_ in me- dio. Foramina in lamellis _o, o,_ non majora $unt, ni$i ut per hæc duplicatæ chordæ citharæ tran$mittantur.

Lamellæ hæ omnes ita ponuntur, ut ductis ad cylindri axes perpendicularibus à centris foraminum; quales in cylindro D. (fig. 4.) _o h, o h,_ perpendiculares hæ axem $e- cent in _h, h,_ ad di$tantiam trium partium quartarum poll. ab extremitatibus _p, l._ Notandum tamen re$pectu cylin- drorum cavorum, $atis e$$e $i hæc tantum ob$erventur re- $pectu lamellarum, quæ ad partem cavitatum minorum dan- tur.

Cum globis $ingulis, ut A (Fig. 3), etiam lamella exi- [0193]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. gua perforata _o_ jungitur in eo loco ubi dentis axis tran$it, & uncus exiguus _c_ ad exiguam â lamella di$tantiam ponitur.

Globi & cylindri filis tenuibus, aut chordis citharæ, $u- TAB. XVIII. fig. 1. $penduntur, fila hæc cum paxillis _p, p, p, p,_ cohærent, & tran$- eunt $uper uncis _v, v, z, z;_ in extremitatibus oppo$itis fila duplicantur formato nodo ad di$tantiam aliquot pollicum ab extremitate, & per foramina lamellarum exiguarum tran$- mittuntur, & unco duplici connectuntur. Hac methodo cy- lindri P & Q $u$penduntur, quàm facillimè etiam tollun- tur, manentibus filis, quibus cylindri alii annectuntur.

In hac $u$pen$ione di$tantia inter uncum ut _z,_ & vicinum _v,_ requiritur, quæ in cylindro datur inter lamellas per quas fila transmittuntur, quod admoto cylindro facillime men- $uratur.

Eadem di$tantia de$ideratur inter extremitatem G regu- læ EG & notam _n,_ quæ ad eandem partem cum regula da- tur, & a linea AD di$tat tribus partibus quartis unius polli- cis.

Cochleis ferreis F, F, F, ita di$ponitur Machina ut cy- lindrorum $eparatio lineæ AD re$pondeat, & ut hi pa- rum admodum di$tent a plano ABDC.

Quando globus $u$penditur, connectitur filo tran$eunti $uper unco _v,_ & extremitas G regulæ EG notæ _n_ admo- vetur.

Quando cylindrus cavus $u$penditur minor cavitas line- am AD ver$us datur.

Corpora ad eandem altitudinem $u$pendenda $unt, & ut cylindrorum axes horizonti paralleli $int cavendum; his in- $ervit linea _h h_ horizonti parallela in $uperficie tabulæ du- cta, cui lineæ partes cylindrorum inferiores re$pondere de- bent.

Propter filorum amborum, quibus cylindrus quicunque $u$penditur, paralleli$mum, & æqualitatem, axis in motu $uo paralleli$mum $ervat & $ingula corporis puncta æquali- ter de$cendunt, eâdemque velocitate moventur, ubi in [0194]PHYSICES ELEMENTA loco infimo ad quem pervenire pote$t cylindrus in aliud corpus directe incurrit.

Velocitates corporum ante & po$t impactum, ut de præ- cedenti machinâ dictum, men$urantur, attendendo ad fila ex- terna quamdiu agitur de motu corporum ad illam partem lineæ AD ad quam $u$penduntur; $i autem agatur de mo- tu corporis ut P ultra AD, ver$us C, interius filum adhi- bendum, & regulæ EG, qua ad partem C datur, extremitas G admovenda e$t notæ _n,_ quæ ad partem B datur.

Lignum N in quibu$dam experimentis applicatur tabulæ TAB. XVIII. fig 6. ABDC ita ut hujus latus _c e_ cum linea AD congruat, firmaturque cochleis per foramina _i, i,_ in tabula, & $ci$$u- ras _dg, dg,_ in ligno, tran$euntibus. Cochleæ hæ in T re- præ$entantur, horum capita $uperficiei aver$æ tabulæ ABDC applicantur, pote$tque lignum hoc ad varias altitu- dines firmari.

Excavatur lignum hocce in R ad profunditatem pollicis unius, cavitatis hujus altitudo _c e_ e$t quatuor pollicum, la- titudo duorum pollicum, lignique cra$$ities in _c e_ octavæ par- tis pollicis tantum e$t.

Ubi Experimentis lignum hocce in$ervit cavitas argillâ re- pletur, cultroque ligneo prominentem argillam abradimus, ut $uperficies unita $it. In hanc argillam cylindri incurrunt, ubi corpora in obicem firmum impingenda $unt.

EXPERIMENTUMI.

Lignum N (Fig. 6.), repletâ hujus cavitate argillâ molli, 492. applicandum e$t tabulæ ABCD, ibique firmandum, $ub- TAB. XVIII. fig. 1. lato nempe corpore Q, & in loco corporis P cylindrus F (Fig. 4.) $u$pendendus e$t ita, ut conus, qui oleo illiniri de- bet, argillam ver$us dirigatur, & ut inferior $uperficies cylindri lineæ _hh_ re$pondeat.

Dimittatur cylindrus ab altitudine quinque graduum & impingendo in argillam vim $uam amitter, formando cavi- tatem: partes enim argillæ $olæ cedunt, cùm hujus partes multo minus cohæreant, quàm partes eboris aut ligni, & ma- jor pre$$io minorem vincat.

[0195]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII.

Cavitas hæc men$uranda e$t & tollendum lignum N. Ma$$a corporis e$t quatuor, velocitas quinque; ergo vis centum de$tructa fuit formando cavitatem. 470.

Cavitas minor cylindri G (Fig. 5.) argillâ replenda e$t, $uperficie$que abradenda cultro ligneo, ut unita $it; dein- de ponderandus e$t cylindrus, tantumque argillæ adjicien- dum, ut cum cylindro D (Fig. 4.) æqualiter ponderet, quæ ar- gilla majori cavitati intrudi debet.

Su$pen$is nunc cylindris ita, ut pars conica cylindri D(Fig. 4.), oleo illinita, alium ver$us dirigatur; à partibus oppo$itis $ingu- li a divi$ione quinta dimittendi $unt, in $e mutuo incur- runt, po$t ictum quie$cunt, & cavitas in argilla formatur. Men$uranda e$t hæc; $ingulorum corporum ma$$æ valent duo, velocitates $unt quinque, ergo $ingulorum vires quinqua- ginta , & vis tota in colli$ione de$tructa valet etiam cen- 470. tum.

Ii$dem manentibus, unitâ iterum $uperficie argillæ in ca- vitate minori cylindri, dimittendi $unt ambo ab eadem par- te, unus ab altitudine quinque, alter ab altitudine quindecim; po$t ictum non $eparantur & $imul ad divi$ionem decimam ad$cendunt; $i enim huic divi$ioni index applicetur ad ip$um pertingit filum, non autem ad illum pertingit hoc, $i magis index removeatur. Et hìc cavitas formatur, quæ men$uran- da e$t. Unius corporis ma$$a e$t duo, velocitas quindecim; ergo vis quadringenta & quinquaginta, alterius vis e$t quin- quaginta, & $umma virium ante ictum quingenta. Po$t ictum ma$$a e$t quatuor & velocitas decem; ergo vis quadringen- ta: vis ergo ictu de$tructa etiam e$t centum ut in duobus præ- cedentibus experimentis.

In tribus hi$ce ca$ibus cavitates quâm exacti$$imè $unt æquales, quod Experimentis confirmandum erat. In primo & tertio ca$u vires non fuere contrariæ, & ni$i $uperando partium cohæ$ionem potui$$e vim quandam de$trui clare patet.

Experimenta potui$$ent eodem modo in$titui, partibus 493. cylindrorum hemi$phæricis in argillam incurrentibus, $ed ca- [0196]PHYSICES ELEMENTA vitates conicæ exactius po$$unt conferri, quod ad Experi- menta $equentia etiam debet referri.

Motu duobus corporibus communi corpora hæc in $e mu- tuo agere non po$$unt; pendet ergo ictus a _velocitatere$pe-_ 494. _ctivâ,_ qua _manente, inten$itas impactionis eadem erit, quomo-_ _docunque celeritates ab$olutæ varient;_ ab inten$itate hac pen- det _partium introce$$io,_ quæ ergo _$emper eadem erit,_ _$<007>_ 495. _duo corpora eâdem velocitate re$pectivâ in $e mutuo incur-_ _rant, quibu$cunque velocitatibus moveantur._

EXPERIMENTUM 2.

Su$pen$o cylindro quocunque ex tribus qui in Fig. 4. de- 496. lineantur; & quolibet ex cylindris cavis, Fig. 5. TAB XVIII fig. 4. 5.

Hujus minor cavitas argillâ repleatur, ut in de$criptione machinæ & experimento 1°. dictum, & in majorem cavita- tem argillæ quantitas quæcunque intrudatur; dim<007>ttantur hi, unus à decimâ quintâ, alter à quintâ divi$ione, ad ean- dem partem, & men$uretur cavitatis diameter.

Unitâ iterum argillæ $uperficie incurrat cylindrus unus velocitate decem in alium quie$centem, & iterum men$u- retur cavitatis diameter.

Tandem, iterum unitâ argillæ $uperficie, cylindrus unus dimittatur ab altitudine quartæ divi$ionis, alter a $exta di- vi$ione, & in partes contrarias tendant, men$ureturque ite- rum cavitatis diameter.

In hi$ce tribus ca$ibus velocitates re$pectivæ $unt æquales , 474. 47;. cavitates etiam minimè differunt.

Vires æquales con$umuntur in formandis cavitatibus æ- qualibus ; nulla vis perit ni$i quæ in cavitatibus forman- 464 dis con$umitur ; ergo _quomodocunque duo corpora movean-_ 488 _tur, $i eadem fuerit velocitas re$pectiva, eadem vis ictu_ 497 _de$tructa erit ._ Hanc idcirco determinabimus in omni 495 concur$u duorum corporum, manente velocitate re$pectivâ, $i hoc fiat in uno ca$u.

_Sicorpora duo, $ive æqualia, $ive utcunque inæqualia in con-_ 498. _trarias partes lata,_ in $e mutuo incurrant, pote$t, datâ velocitate re$pectivâ, ita componi horum motus, ut quod [0197] [0197a] [0198] [0199]MATHEMATICA, LIB. I. CAP. XXIII. libuerit alium po$t ictum $ecum ferat, unde $equitur, ca$um dari, in quo _po$t ictum quie$cunt._

In hoc ca$u _$umma virium_ ab$olutarum valet vim in omni ca$u, po$itâ eadem velocitate re$pectivâ, de$tructam . 497. In hoc eodem ca$u $umma hæc _e$t, $ervatâ velocitate re-_ _$pectivâ omnium minima:_ $i enim $umma minor daretur, mi- nor vis ictu periret, quod impo$$ibile . 497.

_Summam_ autem _hanc e$$e omnium minimam, $i po$itis diro-_ 499. _ctionibus contrariis, celeritates fuerint inver$e ut ma$$æ,_ & in hoc ca$u $olo e$$e minimam, in $cholio $equenti 1. demon$tramus.

Unde ergo $equitur in eo $olo ca$u _corpora in contrarias_ 500. _partes lata, & in $e mutuo incurrentia, po$t ictum quie$ce-_ _re, $i velocitates fuerint inver$e ut ma$$æ ._ 498:

EXPERIMENTUM 3.

Su$pen$is cylindris F, (Fig. 4. Tab. 18.) & G, (Fig. 5. Tab 18.) 501. cavendum autem, ut hic, argillâ in po$teriori cavitate in- TAB. XIX fig. 2. tru$â, cum cylindro D (Fig. 4. Tab. 18.) æqualiter ponde- ret; ma$$æ nunc erunt ut quatuor ad duo, aut ut duo ad unum. Incurrant hi directionibus contrariis in $e mutuo, F velo- citate quinque, & G velocitate decem, & po$t ictum qui- TAB. XIX fig. 3. e$cent. Cavitas in argilla in V repræ$entatur.

Vires autem in hoc ca$u $unt inver$è ut velocitates ; er- 472. go _ut corpora inæqualia in contrarias partes lata, po$t ictum_ 502. _quie$cant, vires in$itæ inæquales de$iderantur._ Circa quam inæqualitatem $equentia experimenta notatu digni$$ima $unt.

EXPERIMENTUM 4.

Firmato obice N, (Fig. 6. Tab. 18.) in argillam incurrat cy- 503. lindrus F ea velocitate, qua in experimento præcedenti mo- TAB. XIX. fig. 4. tus fuit, cavitatem format S (Fig. 3.). Mutato paululum obi- TAB. XIX. fig. 5. ce in hunc incurrat cylindrus D (Fig. 4. Tab. 18.) ea ve- locitate qua cylindrus G, qui in præcedenti experimento eju$dem ponderis fuit cum hoc cylind<007>o D, in hoc præce- denti experimento fuit agitatus, cavitatem formabit duplam præcedentis, quæ in T (fig. 3.) repræ$entatur, quod [0200]PHYSICES ELEMENTA manife$tè virium inæqualitatem indicat.

Hæ autem duæ cavitates conjunctæ æquales $unt cavitati $oli quæ in præcedenti experimento fuit formata, & ita an- te demon$trata cum Experimentis his exacti$$ime congruunt. 464. Si enim, adhibito Circino Proportionum conferamus $oli- da $imilia, quorum latera homologa $unt diametri trium cavitatum, S, T, V, (Fig. 3.) in duobus ultimis experimentis formatarum, videbimus cavitates has e$$e inter $e ut unum, duo, & tria; id e$t majorem æqualem e$$e duobus mino- ribus $imul $umtis. Quod etiam $equenti experimento patet.

EXPERIMENTUM 5.

Firmato obice N, in hunc impingat veloc<007>tate quinque 504. cylindrus F; $ublato hoc & $u$pen$o cylindro D, impingat TAB. XIX. fig. 6. hic velocitate decem in obicem, incurrendo in ip$am cavita- tem jam formatamictu cylindri F; cavitatem augebit & hæc nunc valebit ambas cavitates in Exper. præcedenti 4<_>to. for- matas , & erit æqualis cavitati V (Fig. 3.) Exp. penul- 464. timi.

Circa hoc Experimentum 5<_>tum. notandum aliquando ictu 505. argillæ $uperficiem compactiorem fieri & ela$ticitatem quan- dam acquirere in quo ca$u Experimentum non procedit. Semper autem ob$ervavi cavitatem, duobus ictibus quibu$- cunque formatam, $i corpus quod ultimum impingit non re$iliat, æqualem e$$e duobus cavitatibus, quæ ii$dem icti- bus $eparatim formari potui$$ent; $i vero corpus in cavita- tem incurrens quantumvis parwm re$iliat indicium habemus ela$ticitatis argillæ, & in tali ca$u cavitatem ex duobus icti- bus minorem $emper detexi $ummâ cavitatum $eparatarum, eoque minorem quo ictu acqui$ita ela$ticitas major erat, cla- re autem patet partes ela$ticas argillæ difficilius intropremi quam aliæ quæ ela$ticitate de$tituuntur. Sequenti etiam experimento, quod jam præcedentibus patuit, alio modo demon$tramus.

EXPERIMENTUM 6. 506.

Incurrant in $e mutuo uterque velocitate quinque, cylin- TAB. XIX. fig. 7. [0201]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. drus $æpius memoratus F, & cylindrus cavus argillam continens H (Fig. 5. Tab. 18.), qui cum præcedenti $it eju$dem ponderis.

Sublatis his incurrant in $e mutuo uterque velocitate de- TAB. XIX. fig. 8. cem, cylindrus D cum cylindro cavo argillam continenti G, qui etiam æqualiter ponderent.

Tandem $ublato cylindro D, & $ub$tituto cylindro F, TAB. XIX. fig. 2. unitâque iterum argillâ cylindri G, incurrant hi in $e invi- cem ii$dem velocitatibus, quibus in jam memoratis im- pactionibus fuere agitati, id e$t, ut in Exp. 3°. hic velocitate decem, ille velocitate quinque.

In hi$ce tribus occa$ionibus po$t ictum corpora quie$cunt; cavitates autem $unt inæquales. In primo ca$u e$t omnium minima, repræ$entatur in T; in $ecundo e$t omnium maxima, TAB. XIX fig. 3. vide X; in tertio media e$t, delineatur in V: & quidem $unt cavitates in proportione arithmetica, ut ip$æ vires ictibus de$tructæ. In primo ca$u ma$$æ $ingulæ valent quatuor velocitate quinque corpus utrumque fertur, id e$t utriu$que vis e$t centum & vis de$tructa valet ducenta. 470.

In Secundo ca$u utriu$que corporis ma$$a e$t duo, & velocitas decem; ergo vis ducenta ; & vis de$tructa 470 quadringenta, in hoc etiam ca$u cavitas dupla e$t cavitatis præcedentis.

In tertio ca$u unius corporis vis e$t centum, alterius valet ducenta & vis quæ de$tructa e$t valet trecenta; cavitasideo media e$t inter cavitates præcedentes.

Si in experimento tertio vis minor augeatur, ita tamen 507. ut vim alterius corporis nondum æquet, _corpus, cujus vis_ _minor erit, corpus majori vi motum regredi coget;_ directo in hoc ca$u experimento demon$tramus vim corporis victi, alterius vim $uperare; eodem modo ac in Exp. 4. demon- $travimus vires in Exp. 3. fui$$e inæquales.

Vis corpori in$ita alterius vim nunquam immediate de- 508. $truit , perit hæc actione qua partes intropremuntur , ita 489. 488. ut corpus eo majorem amittat vim, quo majorem patitur re- $i$tentiam; $ed hæc a materiæ inertiâ & a vi contrariâ ori- [0202]PHYSICES ELEMENTA pote$t, ita ut corporis vis minuenda $it, $i hujus inertia, id e$t, materiæ quantitas augeatur, ut in utroque ca$u 13. æqualiter alii corpori re$i$tat, unde paradoxi explicationem deducimus. Nam, ut ex hac ob$ervatione $equitur, _Quando_ 509. _duo corpora in $e mutuo incurrunt, duæ dantur actiones, &_ _duæ reactiones, utraque actio $uæ reactioni æqualis e$t;_ ut corpora quie$cant po$t ictum, non requiritur ut ante ictum vires contrariæ $int æquales, $ed ut utrumque corpus patiatur re$i$tentiam talem, ut agendo po$$it vim $uam con- $umere.

Ex demon$tratis facile deducimus quomodo datis corpo- 510. ribus, & horum velocitate re$pectiva, _vis ictu de$tructa de-_ _terminetur:_ determinatâ, nempe $ummâ virium, po$itis, eâ- dem velocitate re$pectivâ, motibus contrariis, & velocita- 497. 500. tibus in ratione inver$a ma$$arum . Hanc autem $ummam dari in $cholio 1. $equenti demon$tramus, _Si produ-_ _ctum ma$$arum per quadratum velocitatis re$pectivæ multi-_ _plicetur, & per $ummam ma$$arum dividatur._

EXPERIMENTUM 7. 511.

Su$pen$is cylindris E (fig. 4. Tab 18.) & G, $æpius memo- TAB. XXII. fig. 1. rato, redacto hoc ad pondus cylindri D, id e$t $int ma$$æ ut tria ad duo; incurrant corpora hæc in $e mutuo dum am- bo in contrarias partes feruntur, majus velocitate $eptemde- cim, minus velocitate tria, in quo ca$u velocitas re$pe- 475. ctiva e$t viginti . Po$t ictum moventur $imul velocitate novem, id e$t ad nonam u$que divi$ionem ad$cendunt.

Multiplicando ma$$as habemus 6. Quadratum velocitatis re$pectivæ e$t 400. cujus productum per productum ma$$a- rum e$t 2400; dividendo numerum hunc per 5. $ummam ma$$arum habemus, vim ami$$am 480. Hanc autem bene determinari demon$tramus.

Vis corporis majoris ante ictum habetur multiplicando 289. per 3 , e$t ergo 867. Minoris vis habetur multipli- 470. cando 9. per 2 . e$t ideo 18; & $umma virium e$t 885. 470. Po$t ictum ma$$a e$t 5 & quadratum velocitatis 81, id circo $upere$t vis 405, quæ $i $ubducatur ex 885. habemus ut an- te vim ami$$am 480.

[0203]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII.

Si cylindrus F cujus ma$$a e$t quatuor, velocitate undecim, TAB. XXII. fig. 2. demtâ parte vige$imâ $ecundâ, in obicem firmum incurrat, cavitatem formabit æqualem illi, quæ in hoc experimento im- pactione corporum fuit formata, vis in hoc ca$u ami$$a e$t 480 {1/121} . id e$t vix a vi, in impactione memorata ami$$a, 470. differt; quod ergo iterum confirmat, vim ictu de$tructam 462 regula n. 510. bene fui$$e determinatam.

Ex demon$tratis de corporibus po$t ictum quie$centibus deducimus regulas quibus in omni ca$u corporum velocita- tes po$t ictum determinantur.

_Moveantur corpora, aut ver$us eandem partem_ (fig. 1.) 512. _aut in partes contrarias_ (fig. 2.) & $int ma$$æ ut AB & TAB XX. fig. 1. 2. BC; $it hujus velocitas BE; illius BN: velocitas re$pe- ctiva erit EN . Dividatur hæc in I ita, ut IN $it ad 474. 475. IE, ut BC ad BA, & erit BI velocitas, qua ambo cor- pora _po$t ictum_ feruntur; id e$t _mutationes in velocitatibus_ _$unt in ratione inver $a ma$$arum,_ BC acquirit EI dum AB amittit NI. Si enim concipiamus navem translatam velo- citate BI, & in hac moveatur corpus BC velocitate IE a prora ad puppim, habet velocitatem ab$olutam BE; & corpus AB feratur a puppi ad proram velocitate IN, ha- bebit hoc velocitatem ab$olutam BN; hæc corpora, cum in nave ferantur directionibus contrariis, & velocitatibus, quæ $unt inver$è ut ma$iæ, po$t ictum, in nave quie- $cunt , id e$t eadem cum nave velocitate ferun- 500. tur.

Determinatur BI regulâ facili, quam ut detegamus, $int rectangula BM, BF producta ma$$arum per $uas celerita- tes, & ab$olvantur parallelogramma AO & CD; ductâ DO, $ecat hæc BN in I; nam triangula DIE & INQ $unt $imilia, & IN ad IE, ut NO, aut BC, ad DE, aut AB. Per I ducatur HL, parallela AB, & complementa IM, IF , erunt æqualia; ergo _corporibus tendentibus ad ean-_ 43. EL. 1. 513. _dem partem, $i ex $umma productorum_ BM, & BF, _ma$-_ fig. 1. _$arum per $uas velocitates_ $ubtrahamus MI, & ejus loco $ub- [0204]PHYSICES ELEMENTA $tituamus IF, prædicta $umma æqualis erit rectangulo AL, quod $i _dividatur per_ A C, _$ummam ma$$arum, quotiens di-_ _vi$ionis dabit_ A H, aut BI, _velocitatem corporibus com-_ _munem po$t ictum._

EXPERIMENTUM 8.

Globi duo æquales ex argilla molli $u$penduntur, $i hi 514. partem eandem ver$us moveantur, P velocitate decem, Q TAB. XXI. fig. 1. velocitate $ex; po$t ictum motum $imul continuabunt ve- locitate octo.

Cum ma$$æ $int æquales unitate de$ignari po$$unt, & $um- ma productorum ma$$arum per velocitates e$t $edecim, quæ $i per $ummam ma$$arum duo dividatur habemus ut in Ex- perimento velocitatem octo,

EXPERIMENTUM 9.

Su$pen$is cylindris, eburneo E cujus ma$$a e$t tria, 515. & ligneo argillam continenti G, cujus ma$$a e$t duo, feran- TA. XXII. fig. 3. tur hi ad eandem partem, primus velocitate duodecim, $e- cundus velocitate $eptem, po$t ictum $imul velocitate de- cem moventur.

Multiplicando ma$$am 3 per velocitatem 12, habemus 36, addito 14, producto ma$$æ 2 per velocitatem 7, habe- mus $ummam productorum 50, quæ $i dividatur per $um- mam ma$$arum 5, habemus velocitatem experimento dete- ctam 10.

_Si corpora tendant in partes contrarias,_ & ex producto 516. majori BM $ubtrahamus MI, & $ub$tituamus IF, habe- TAB. XX. fig. 2. mus BM æquale gnomoni AHLFEB; ex quo $i $ub- trahamus productum BF, habemus HC _di$$erentiam pro-_ _ductorum ma$$arum per $uas velocitates;_ $i autem hanc _di-_ _vidamus per $ummam ma$$arum_ AC, _quotiens erit veloci-_ _tas quæ$ita_ BI, _quæ dirigitur ad eandem partem_ cum BN: id e$t ambo corpora, velocitate detectâ, feruntur ver$us eandem partem _cum corpore, cujus productum ma{$s}æ per_ _velocitatem alius productum $imile excedit._

[0205]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. EXPERIMENTUM 10.

Su$pen$is globis, ex argilla molli, æqualibus P & Q, $int 517. hi in contrarias partes moti, P velocitate $ex, Q velocita- TAB. XXL. fig. 2. te quatuordecim, po$t ictum velocitate quatuor motum con- tinuat, Q $ecum ferens P.

Quia propter ma$$as æquales hæ unitate de$ignari po$$unt, producta ma$$arum per velocitates $unt 6. & 14., quorum differentia e$t 8., quæ divi$a per $ummam ma$$arum 2, dat velocitatem po$t ictum quatuor.

EXPERIMENTUM 11.

Non differt experimentum hoc à colli$ione in Experimen- 518. to 7. memoratâ, pote$t autem velocitas corporum po$t TA. XXIL. fig. 1. ictum ex nunc demon$tratis determinari.

511.

Multiplicando ma$$am E per velocitatem 17., habemus 51; $ubtractis 6, producto ma$$æ 2 per velocitatem 3, re$tat 45; quibus divi$is per 5. $ummam ma$$arum, habemus velocita- tem novem Experimento detectam.

Si corpus unum quie$cat, ex utrâque regulâ $equitur cor- _519._ poris moti productum velocitatis per ma$$am dividi debere per ma$$arum $ummam.

EXPERIMENTUM 12.

Globus P ex argillâ molli in globum æqualem quie$cen- TAB XXI. fig. 3. tem Q, velocitate decem, incurrit, po$t ictum $imul velo- citate quinque motum continuant.

_Corpus in motu alii corpori_ $ine impactione _motum com-_ 520. _municare pote$t, in hoc tantum pre$$ione agendo; in quo ca-_ _$u_ $i pre$$io qua partes cohærent inter $e $uperet pre$$ionem corporum mutuam _nulla datur_ partium introce$$io, & nulla _vis_ _de$tructa_ : ideoque $umma virium ante & po$t actionem 488; eadem e$t.

Ut autem demon$tremus quomodo corpora mota, pre$$io- 521. ne in alia, $ine impactione, motum communicare po$$int, con- TAB. XXI. fig 4. cipiendum e$t corpus Q, quod formatur revolutione figuræ _a b c d_ (quæ $emicirculo & duobus quadrantibus termina- tur) circa axem _a c._

[0206]PHYSICES ELEMENTA

Quie$cat hoc, quamvis. demon$tratio etiam corpori moto applicari po$$it; concipiamus ulterius duo corpora P, P; duo concipimus ut actio in corpus Q $it directa; moveantur hæc, velocitatibus æqualibus, directionibus parallelis inter $e, & axi corporis Q, moveantur etiam, ut ad Q perveniant ita, ut corporis Q $uper$icies tangat corpora P, P, in punctis in quibus hæc ip$a $uper$icies parallela e$t ip$i directioni mo- tus; Corpora ergo P, P, in corpus Q nullam exerunt acti- onem, ubiad hoc perveniunt. Dum motum continuant jux- ta $uper$icies excavatas ad, ab, in corpus Q premunt, quod cum non retineatur cedit & dum pre$$io continua- 433. tur acceleratur Q: donec corpora P, P, hoc de$erant, quod $emper fiet antequam corpora P, P, puncta _b_ & _d_ per- veniant.

Hæc pre$$io nullum ex$erit effectum præter mo- tum quem corpori Q communicat; ideoque corpora P, P, ex viribus tantum amittunt, quantum acquirit corpus Q . 458. In hi$ce attritum $eponimus qui $ine quadam partium intro- ce$$ione dari non pote$t; ideoque $ine virium de$tructione. In $cholio autem 3°. Cap, 28. ip$os motus po$t concur$um determinamus.

Si corpus ut P $imili actione premat in ob$taculum, quod 522. hac pre$$ione non movetur, & cujus partes $atis arctè co- TAB. XIX. fig. 9. hæreant, ut huic actioni non cedant, corpus ex vi $ua non amittet; in hoc ca$u corporis pre$$io in ob$taculum re$i- $tentiâ ob$taculi, quidem de$truitur, $ed cum nul- la detur partium introce$$io, neque vis communicata, nul- lam etiam corpus P vim amittit; $ic corpus quod $uper plano inclinato de$cendit eodem modo acceleratur ac cor- pus quod libere cadit $i ad eandem profunditatem ambo 271. de$cendant ; licet illud in planum premat. In hi$ce occa- $ionibus, illud quod ob$taculum in loco retinet corporis a- ctionem de$truit & corpori vim communicat æqualem illi quam actione $ua corpus amittit, quare ip$a corporis vis non mutatur.

[0207] [0207a] [0208] [0209]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXIII.

Ex hi$ce patet _actione corporis hujus vim, ideoque velo-_ 523. _oitatem, non minui $ine ip$ius ob$taculi, aut partium hoc_ _componentium; translatione ex hac actione oriunda._

SCHOLIUM 1. _Demon$trationes n._ 499. 510

Dentur duo corpora A & B; $it hujus velocitas b; illius celeritas a; velo- 524. citas re$pectiva, $i in contrarias partes ferantur e$t _a_ + _b_ ; hanc dici- 475. mus _d._ Summa virium e$t A_aa_ + B_bb,_ quam, manente velocitate re$pecti- va, diximus omnium minimam po$itis A, B:: _b, a_ , id e$t A_a_ = B_b._

499.

Po$itis enim talibus velocitatibus, augeatur _a_ quantitate quacunque _e;_ vis corporis A erit nunc A_aa_ + 2A _ae_ + A_ee._ Corporis B velocitas, quia manet velocitas re$pectiva _d = a + b,_ erit _b-e;_ nam _a + e + b - e = a + b;_ er- go vis corporis B erit B_bb_ - 2B_be_ + B_ee,_ & $umma virium e$t A_aa_ + B_bb_ + A_ee_ + B_ee_ + 2A_ae_ - 2B_be._

Sed propter A_a_ = B_b_ $e$e mutuo duo ultimi termini de$truunt, & $um- ma valet A_aa_ + B_bb_ + A_ee_ + B_ee,_ quæ primam excedit. Similis e$t de- mon$tratio $i augeatur velocitas _b,_ minutâ, eâdem quantitate, velocitate _a;_ un- de patet demon$tratio n. 499.

Po$uimus A, B::_b,_ _a;_ componendo A + B, B::_b_ + _a_ = _d,_ _a;_ ergo 525. _a_ = {B_d_/A + B}, $imiliter _b_ = {A_d_/A + B}; idcirco $umma virium A_aa_ + B_bb_ = {ABB_dd_ + BAA_dd_/

    B + A
<_>q} dividendo numeratorem & denominatorem per B + A, quantitas hæc æqualis e$t {AB_dd_/B + A} ut in n. 510. monuimus.

Demon$trationes Algebraicæ n. 513. 516.

Geometrice demon$travimus regulas n. 513. & 516. algebraice quam $a- cillime deducuntur ex propo$itione numeri 512.

Sit corpus A motum velocitate _a;_ corpus B agitatum velocitate _b:_ velo- citas re$pectiva e$t _a - b_ $i corpora ad eandem partem tendant ; hæc ictu de- 526. $truitur quare e$t $umma mutationum in velocitatibus corporum po$t ictum. 474. B e$t ad A ut mutatio velocitatis in A, ad mutationem velocitatis in B ; & 484. componendo A + B, A::_a - b,_ ad mutationem in velocitate corporis B, quæ 511. [0210]PHYSICES ELEMENTA mutatio ergo e$t {A_a_ - A_b_/A + B}; cum velocitas _b_ minor $it velocitate _a,_ auge- tur illa in percu$$ione: ideò velocitas corporis B, id e$t velocitas utriu$- que corporis po$t impactionem, e$t _b_ + {A_a_ - A_b_/A + B} = {B_b_ + A_a_/A + B} ut ha- 484. betur in n. 513.

Po$itâ velocitate re$pectiva _a + b,_ tendentibus nempe corporibus in con- 527. trarias partes , $imili ratiocinio regula n. 516. detegitur. 475.

Ha$ce ambas regulas de colli$ione corporum etiam ex demon$tratis cir- 510. 525. ca quantitatem vis ami$$æ deduci po$$unt, quam demon$trationem hìc $ub- jiciam, ut $irmitas illorum quæ de viribus in$itis $uperius demon$tra- ta $unt clarius pateat, dum ex ip$is, per vias omnino diver$as, deducimus regulas experimentis con$irmatas.

Sint iterum corpora A & B; hujus velocitas _b_ illius _a;_ tendant ad eandem 528. partem, & velocitas re$pectiva erit _a - b._

Summa virium ante ictum e$t A_aa_ + B_bb_ ; vis ictu de$tructa e$t 470. {AB_aa_ - 2AB_ab_ + AB_bb_/A + B} , $ubtrahendo hancex $umma virium habemus 510. 525. vim po$t ictum $uper$titem {AA_aa_ + 2AB_ab_ + BB_bb_/A + B}; corpora po$t i- ctum non $eparantur , & ma$$a e$t A + B, per quam $i dividamus vim $uper- 484 $titem po$t ictum, habemus quadratum velocitatis po$t colli$ionem; quod quadratum ergo e$t {A A_aa_ + 2A B_ab_ + BB_bb_/

    A + B
<_>q} = {
    A_a_ + B_b_
<_>q/
    A + B
<_>q}. cujus radix {A_a_ + B_b_/A + B} dat velocitatem quæ$itam.

Si adhibita velocitate re$pectiva _a + b_ computatio ineatur regula n. 516. 529. detegitur.

Vulgo quantitas motus, quam ip$ius vis in$itæ proportionem $equi ponunt, 530. determinatur multiplicando ma$$am non per quadratum velocitatis, $ed per ip$am velocitatem, ex hocprincipio deduxere Philo$ophiip$as illas regulas n. 513. 516. quas nos variis methodis ex principiis no$tris deduximus; mirum hìc quid contigit, error erroris $uit de$tructio, & duplex error ad veritatem conduxit; fal$um de men$ura virium $ecuti $unt principium, & quod veri- tati etiam minime congruum e$t, nullam vim intropremendo partes & ha- rum $uperando cohæ$ionem corpora amittere po$uere.

[0211]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. SCHOLIUM 2. _De percu$$ione corporum lineis rigidis inter $e cohæ-_ _rentium, & circa centra agitatorum._

_S_int corpora A & C, lineâ inflexili conjuncta, & circa centrum _H_ agitata; fint _531._ etiam corpora alia _B & D_ eodem modo juncta & circa _I_ agitata.

TAB. XX. fig. 3.

_Ponamus darihorum corporum percu$$ionem directam,_ quod obtinebit $i in $emu- tuo impingant, unum ex corporibus adhærentibus uni lineæ, cum corpore quo- cunque ex illis quæ cum alia cohærent lineâ, ut A & B. Impactio erit di- recta $i hæc corpora directè in $e mutuo incurrant, quod fieri non poterit ni$i in momento incur$us lineæ quibus corpora cohærent $int parallelæ in- ter $e.

Si in momento incur$us in quo in eâdem lineâ ambo moventur corpora, motu quodam communi ferantur non hoc motu in $e mutuo agent; impactio ergo pendebit â _velocitate re$pectivâ,_ qua _manente_ eadem _datur_ partium intro- 495. ce$$io , & _eadem vis ami$$a_ , _quibu$cunque velocitatibus corpora agi-_ 497 _tentur._

Dari ca$um _in quo corpora_ in partes contrarias lata, _po$tictum quie$cunt_ faci- 532. le patet; & in hoc _ca$u, datâ velocitate re$pectivâ, $ummam virium e$$eomnium_ _minimam_ etiam liquet, tota enim vis de$truitur & minor quantitas nunquam pote$t de$trui ; quænam autem $it ratio velocitatum in hoc ca$u di- 531. cam.

Sit _a_ di$tantia corporis A â centro H, circa quod rotatur, & _c_ di$tantia corporis C ab eodem centro. Eodem modo $it _b_ di$tantia corporis B, & _c_ di$tantia corporis D, â centro I, circa quod hæc corpora agitantur. Sit ulte- rius _m_ velocitas corporis A; & _n_ velocitas corporis B.

_In ca$u in quo corpora po$t ictum quie$cunt demon$tramus, po$itis motibus con-_ 533. _trariis m,_ n::Bbb + D_ddxaa,_ A_aa_ + C_ccxbb._ id e$t, A_aa_ + C_ccx_ _bbm_ = B_bb_ + D_ddxaan._

_In hoc enim_ ca$u $umma virium, manente velocitate re$pectivâ m + n, e$t o- _534._ mnium minima.

Summa virium e$t A_mm_ + {C_ccmm_/_aa_} + B_nn_ + {D_ddnn_/_bb_} ; nam _a, c::m,_ 535. {_mc_/_a_} = velocitati corporis C; & _b, d, ::n,_ {_dn_/_b_} = velocitati corporis D.

470.

Ponamus nunc velocitatem _m_ augeri quantitate _e,_ & eadern quantitate mi- nui velocitatem _n,_ ut velocitas re$pectiva maneat; videbimus $ummam e$$e majorem.

Velocitas corporis A nunc e$t _m_ + _e;_ Corporis C e$t {_mc_ + _ec_/_a_}; corporis B [0212]PHYSICES ELEMENTA e$t _m - e;_ & tandem celeritas corporis D e$t {_nd_ - _ed_/_b_}. Summa virium nunc erit A_mm_ + 2A_me_ + A_cc_ + {C_ccmm_ + 2C_ccme_ + C_ccee_/aa} + B_nn_ - 2B_ne_ + B_ee_ + {D_ddnn_ - 2D_ddne_ + D_ddee_/_bb_}. Sed

    A_aa_ + C_cc_
x _bbm_ =
    B_bb_ + D_dd_
x _aan;_ ponimus enim de hoc ca$u agi; dividendo hanc æquationem per _aabb,_ habemus A_m_ + {C_ccm_/_aa_} = B_n_ + {D_ddn_/_bb_}; idcirco in ultima $umma $e$e mutuo de$truunt + 2A_me_ + {2C_ccme_/_aa_} & - 2B_ne_ - {2D_ddne_/_bb_} & $umma ad hanc reducitur A_mm_ + A_ee_ + {C_ccmm_ + C_ccee_/_aa_} + B_nn_ + B_ee_ + {D_ddnn_ + {D_ddee_/_bb_} quæ primâ memoratâ $ummâ major e$t. Q. D. E.

Nec diver$a e$t demon$tratio $i augeatur _n,_ imminutâ velocitate _m._

Vis in colli$ione quacunque, datâ velocitate re$pectivâ, de$tructa determi- 536. nari pote$t, nam valet $ummam virium in ca$u in quo hæc minima e$t . Sit 531. nunc _m + n = r._

Datur ratio inter _m_ & _n_ & componendo 533.

    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ +
    B_bb_ + D_dd_
x _aa,_
    A_aa_ x C_cc_
x _bb_:: _m + n = r, n;_ ergo n = {
    A_aa_ + C_cc_
x _bbr_/
    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ +
    B_bb_ + D_dd_
x _aa_}. Eodem modo detegi- mus m = {
    B_bb_ + D_dd_
x _aar_/A_aa_ x C_cc_ x _bb_ +
    B_bb_ + D_dd_
x _aa_}. Summa virium e$t {
    A_aa_ + C_cc_
x _mm_/_aa_} + {
    B_bb_ + D_dd_
x _nn_/_bb_} , $ub$tituendo pro _m_ & _n_ 535 valores $umma hæc erit {
    A_aa_ + C_cc_
x
    B_bb_ + D_dd_
<_>q x _aarr_ +
    B_bb_ + D_dd_
x
    A_aa_ + C_cc_
<_>q x _bbrr_/{
    /A_aa_ + C_cc_
x _bb_ +
    B_bb_ + D_dd_ x aa
<_>q} Dividendo numeratorem & denominatorem per
    A_aa_ + C_cc
_ x _bb_ + [0213]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXIII.
    B_bb_ + D_dd_
x _aa;_ _habemus_ {
    _Aaa_ + _Ccc_
x
    _Bbb_ + _Ddd_
x _rr_/
    _Aaa_ + _Ccc_
x _bb_ +
    _Bbb_ + _D dd_
x _aa_} _vim_ 537. _ami$$am data velocitate re$pectivar._

Si Corpora memorata A & B, cum reliquis circa centra I & H agitata, ve- 538. locitatibus quibu$cunque in $e mutuo incurrant directè, po$t ictum ambo eâ- dem velocitate feruntur , & $eparantur non ex actione corporum, $ed quia 484. circa centra diver$a H & I moventur.

Concipiamus dari punctum quod eadem velocitate fertur, qua corpora po$t ictum ante $eparationem $eruntur, & juxta eandem directionem.

Re$pectu hujus puncti corpora po$t impactionem quie$cunt; ideo re$pectu ip$ius anteictum contrariis velocitatibus movebantur in ratione

    B_bb_ + D_dd_
x _aa_ ad
    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ , ha$que velocitates amittunt, cum re$pectu puncti 533. po$t ictum quie$cant, quare hæ ip$æ velocitates $unt mutationes, quæ ex ictu in velocitatibus contingunt, quæ ergo mutationes $unt in memoratà ratione; & componendo
    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ +
    B_bb_ + D_dd_
x _aa_ ad
    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ ut $umma mutationum, id e$t velocitas re$pectiva, ad mutationem in veloci- tate corporis B.

Si nunc velocitas corporis A dicatur _p;_ & _q_ velocitas corporis B, po$ita hac minori; velocitas re$pectiva erit _p-q_ $i motus eandem partem ver$us dirigantur, & mutatio velocitatis corporis B, detegitur {

    A_aa_ + C_cc_
x _bbp_ -
    A_aa_ + C_cc_
x _bbq_/
    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ +
    B_bb_ + D_dd_
x _aa_} quæ mutatio e$t velocitas acqui$ita; quia minor velocitas in motibus con$pirantibus augetur: quare $i addatur ip$i velocitati _q_ habemus velocitatem amborum corporum po$t ictum; quæ ergo e$t {
    A_aa_ + C_cc_
x _bbp_ +
    B_bb_ + D_dd_
x _aaq_/
    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ +
    B_bb_ + D_dd_
x _aa_}. 539.

Si motus in contrariam partem dirigantur velocitas re$pectiva e$t _p_ + _q_ & 540. velocitas po$t ictum $imili ratiocinio detegitur {

    A_aa_ + C_cc_
x _bbp_ -
    B_bb_ + D_dd_
x _aaq_/
    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ +
    B_bb_ + D_dd_
x _aa_} $ubtracto nempe in nu- meratore producto minore ex majore.

Clarè patet non intere$$e utrum in hac colli$ione corpora, quæ eidem lineæ 541. juguntur, ad eandem partem dentur centri circa quod linea movetur, an ad partes diver$as, nam eodem n<007>odo corpus movetur, à quacunque parte centri detur, $imodo di$tantia ab hoc $it eadem, vim etiam centrifugam, qua corpora a centro recedere conantur, & actiones quas, dum concurrunt, in retinacu- la exerunt, non hîc con$iderari debere, $atis manife$tum e$t .

523.

Demon$trata hæc ad numerum quemcunque corporum po$$unt applicari, & u- 542. niver$ales regulæ ex demon$tratis quam facillime illiciuntur.

Videmus etiam quid obtineat, _Si corpus in lineâ rectâ motum directè in aliudin-_ 543. _currat quod cum aliis lineæ rectæ, circa centrum mobili, cohæret;_ Corpus enim il- lud in linea recta motum agit qua$i lineæ rectæ, circa punctum quodcunque mobili, adhæreret.

[0214]PHYSICES ELEMENTA

Quie$cant corpora A & Cin a & c, dum ut ante mobilia $unt circa H. Po- namus B aut b in linea recta motum, velociate _q_ directè & perpendiculariter ad a H incurrere in a; _velocitatem po$t ictum detegimus_ ip$â formulâ præcedenti. Pono enim B cum linea cohærere & agitari circa centrum ad di$tantiam quam- cunque _b;_ in hac colli$ione _p_ & D æquales $unt nihilo, ideo evane$cunt quan- titates, quæ _per_ has multiplicantur quare memoratâ formula in hanc mu- 539. tatur {B_bbaaq_/

    A_aa_ + C_cc_
x _bb_ + B_bbaa_} = {B_aaq_/A_aa_ + C_cc_ + B_aa_}: ex qua _banc_ deducimus _regulam. Corpus impingens per quadratum di$tantiæ puncti, in_ _quod incurrit, âcextro, & per velocitatem $uam multiplicatur, productumque boc_ _dividitur per $ummam omnium corporum, $ingulorum multiplicatorum per quadrata_ _$uarum di$tantiarum à centro._

Propo$itiones n. 500. 510. 512. 513. 516. $unt ca$us peculiares propo$i- 544. tionum in hoc Scholio in n. 533. 537. 538. 539. 540. demon$tratarum, ut patet, $i ponamus duo corpora quæ cum lineis, circa centra quæcunque mo- bilibus, cohærent.

SCHOLIUM 3. Examen Experimenti circa corpora in lancem, aut brachium, libræ impingentia.

Mer$ennus, de Lanis, & alii experimentum dedere circa corpora caden- 545. tia in$titutum, & notarunt corpus in lancem libræ impingens, pondus ma- jus, in lance oppo$itâ, paululum elevare; & pondera $ic elevari ad exiguam, $ed æqualem (quam tamen circum$tantiam non notat Mer$ennus) altitudinem, $i corpus quod impingit cadat ab altitudinibus quæ $unt ut quadrata pon- derum quæ elevantur.

Mer$ennus tamen notat in quibu$dam circum$tantiis experimentum non pro- ce$$i$$e, quod & mihi contigit, experimentum paululum aliter in$tituenti, quod defectui machinæ tribuebam, & in illis $olis altitudinibus, in quibus regulam $atis exacte ob$ervari videbam, defectus, qui in machina me non latebant, minus noxios credebam. Cum autem attentius rem examinarem me toto cælo erra$$e percepi, & ip$is illis principiis Mechanices, de quibus inter omnes convenit, adver$ari, memoratam dari inter quadrata ponderum elevatorum proportionem, quæ datur inter altitudines, a quibus cadit corpus, quod in lancem, aut brachium oppo$itum, impingit; & in dubium vocare non potui ip$i defe- ctui machinæ tribuendum e$$e, $i aliquando inter certos limites hæc dete- gatur proportio, ut mihi $emper contigerat. Non $en$ibilis fateor dabitur error, $i corpus cadens, & pondustotius libræ, id e$t, jugi & lancium, admodum exigua fuerint re$pectu ponderum elevatorum: $ed in hoc ca$u experimen- tum in$titui non poterit; majus enim pondus $ubtiliori libræ imponi non po- te$t.

Ut autem, quæ hoc experimentum $pectant, clarius paterent, Machinam con- [0215]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. $trui curavi, qua, quantum pote$t exacte, & omnino $ine $en$ibili errore, ex- perimentum in$tituitur: & po$t experimentum in$titutum circa hoc com- putationem inivi.

BILANX Qua altitudines conferuntur, a quibus corpus cadens, pondera paululum elevat.

Libræ jugum e$t AB; pede $u$tinetur, dum circa centrum, ut in aliis li- 546. bris, volubile e$t: Lanx L ferrea e$t; oppo$ita M e$t lignea & orbicularis, TAB. XX. fig. 4. excavata ad profunditatem pollicis. Hæc, ubi experimenta in$tituenda $unt, argillâ molli repletur, quæ cultro ligneo abraditur, ut inæqualitatibus exem- ptam, & horizontalem, habeat $uperficiem; qua de cau$a lanx hæc faciletol- li pote$t, iterumque in loco $uo $u$pendi. Di$tantia B M excedit pedes tres, quare in men$æ extremitate ponenda Machina e$t.

Globus G filo $u$penditur, & unco laminæ D cohærenti alligatur.

Pondus Q lanci L imponitur, ut detur æquilibrium. Quibus po$itis, adji- citur pondus ictu elevandum P, & ut jugum in $itu maneat horizontali, bra- chium A, quod nunc magis gravatur, gnomone ferreo, cum pede cohæren- ti, $u$tinetur. Facile videmus alio pede, gnomone de$tituto, $u$tineri debe- re machinam ante impo$itum pondus P, ut de æquilibrio con$tet.

Gnomoni in _f_ annectitur lamina ela$tica tenuis _fg,_ quæ exten$a ad _i,_ per- tingit, ubi extremitas _g_ retinetur, ope laminæ minimæ _i,_ quæ cum brachio A cohæret; paululum elevato brachio laxatur _g;_ unde con$tare pote$t in va- riis tentaminibus æqualiter elevati, $i nempe, paululum tantum imminuto i- ctu, quo agitatur libra, ela$terium non relaxetur.

EXPERIMENTUM.

Omnibus ut dictum di$po$itis, po$itoque pondere P æquali unciis quatuor; 547. globum G ita $u$pendi, ut ip$ius altitudo, di$tantia nempe inter inferiorem partem globi & argillæ $uperficiem, foret pollicum 6 {7/8}, & ab$ci$$o filo, im- pactione globi, laxata e$t lamina _fg:_ repetitoque variis vicibus experimen- to eodem modo proce$$it hoc; imminuta autem altitudine, quartâ parte polli- cis, aut etiam minus, nunquam ela$terium fuit relaxatum, qua eadem metho- do $equentes altitudines fuere determinatæ.

Duplicato pondere P, altitudo globi fuit pollicum 14 {1/8}

Tandem triplicato pondere P, id e$t, po$ito hoc duodecim unciarum altitu- do fuit 23 {1/2} pollicum.

His omnibus altitudinibus cavitatum ictibus in argillâ formatarum profun- ditates addendæ $unt, & altitudines neglectis exiguis fractionibus erunt 7. 14 {5/16}. 23 {3/4}.

Si hac eâdem machinâ eadem in$tituantur Experimenta, aliâ adhibitâ argil- lâ, altitudines paululum variari po$$unt. Si argilla minus mollis $it cavitates minores erunt, & altitudines $upra argillæ $uperficiem planam majores, in- tegræ autem altitudines eædem. Sed $i magis aut minus ponderet argilla, il- lud di$crimen dabit, nam, licet eo non mutetur materia elevanda, materia ta- men movenda mutatur, unde di$crimen nece$$ario $equitur, ut hoc compu- tatione $equenti clarius patebit.

[0216]PHYSICES ELEMENTA

Jugum Bilancis figuram habet quæ in AB repræ$entatur, in ip$is locis A & 548. B excavatur, ut hoc in fig. 4. videri pote$t, de cætero ubique e$t eju$dem TAB. XX. fig. 5. cra$$itiei.

Propter figuram irregularem, admodum difficilis foret computatio; ideo, $ervato jugi pondere, mutatam concepi figuram; remotis partibus quibu$dam à centro, & admotis aliis, po$uique figuram illam e$$e, quæ repræ$entatur in fig. 6., in qua tota longitudo illa e$t, quæ in Bilance inter puncta $u$pen- $ionis datur; ex qua mutatione exiguus tantum error in computatione dari pote$t.

Hujus figuræ $uperficies, cum jugum eju$dem $it cra$$itudinis ubique, re- præ$entare pote$t jugi pondus in omnibus partibus. Figura hæc AB con$t@t ex parallelogrammo & duobus triangulis: junctis triangulis, figura reducitur ad illam quæ in fig. 7. exhibetur, qua ad$umtâ computationem inibo.

Hunc u$um computatio hæc habere poterit, quod inde patebit, cum demon$tratis circa percuffionem experimenta no$tra congruere. Fundamentum autem ip$ius computationis habetur in n. 543.

Ante omnia $ingula puncta $uperficiei ADEB, pondus jugi repræ$entan- TAB. XX. fig. 7. tis, per quadrata di$tantiarum $uarum a centro motus re$pective multiplicari debent. Hoc $ine errore $en$ibili fiet, $i loco di$tantiarum a centro, di- $tantiæ a l<007>neâ CF u$urpentur, quo computatio facilior evadit.

Si nunc operatio pro parallelogrammo in$tituatur, $ingulæ lineæ parallelæ & æquales lineæ DA, per quadratum $uæ di$tantiæ à CF multiplicandæ $unt, id e$t, $ingula hæc quadrata per eandem quantitatem AB aut CG multiplica- ri debent, id e$t, $umma quadratorum per CG multiplicanda e$t; $umma au- tem quadratorum e$t pyramis, cujus ba$is e$t quadratum AC & altitudo ea- dem AC, quæ pyramis valet {1/3} AC<_>c . Multiplicata hac per CG habemus 7. El. XII. {1/3} CG x AC x AC<_>q $ummam productorum $ingulorum punctorum paralle- logrammi DC, multiplicatorum per quadrata di$tantiarum $uarum a CG.

Similis $umma pro $ingulis punctis trianguli DCG æqualis e$t, {1/12} GF x AC x AC<_>q. Hoc facile detegent $ubtilioris Geometriæ gnari, & aliis il- lud explicare inutiliter laborarem. Duplicando producta hæc habebimus $i- milem $ummam pro integra figura ADFEB; & e$t {2/3} CG x AC x AC<_>q + {1/6} GF x AC x AC<_>q, = _b_ x AC<_>q; ponendo _b_ = {2/3} CG x AC + {1/6} GF x AC.

His po$itis dicatur _a_ altitudo a qua globus dimittitur, & velocitas ca- 549. dendo acqui$ita, qua globus in lancem Mincurrit, & quæ radici quadratæ hujus altitudinis proportionalis e$t , poterit √ _a_ de$ignare.

255

Multiplicando hanc velocitatem per globum G (fig 4.) & per quadratum di- $tantiæ AC, & dividendo hoc productum per $ummam omnium corporum in experimento motorum, re$pectivè multiplicatorum per quadrata di$tantia- rum $uarum a centro motus, habemus velocitatem puncti A po$t ictum .

543.

Partem hujus $ummæ jam determinavimus, quoad jugum nempe, quod $u- pere$t habemus multiplicando pondera lancium L & M, ut & P, Q, & G (fig. 4.) per quadratum di$tantiæ AC, nam omnia hæc corpora con$iderari po$$unt qua$i darentur in ip$is punctis $upen$ionis A & B. Summam ponderum lan- 128. [0217]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. cium ut & P, Q, & G, dicimus _c,_ & velocitas puncti A po$t ictum erit {AC<_>q x G_va_/_b_ x AC<_>q + _c_ x AC<_>q} = {G_va_ /_b_ + _c_}. 543.

Ut, data hac velocitate, altitudinem ad quam elevatur punctum A cumal- titudine _a_ conferamus, determinandum e$t centrum o$cillationis, quod mo- vetur ut corpus in quod gravitas tantum agit , di$tantia autem centri o$cil- 296. lationis a centro motus e$t {_b_ x AC<_>q + _c_ x AC<_>q/P x AC } = {_b_ x AC + _c_ x AC/P}. 3127

Di$tantia autem AC $e habet ad di$tantiam hanc centri o$cillationis, id e$t (multiplicando utramque di$tantiam per P, & dividendo per AC) P ad _b_ + _c,_ ut velocitas puncti A ad velocitatem centri o$cillationis; & in eadem ratione altitudo ad quam ad$cendit A, quam dicimus _d,_ ad altitudinem ad quam ad$cendit centrum o$cillationis; ergo P, _b_ + _c_:: {G_va_/_b_ + _c_}, {G_va_/P} = velocitati centri o$cillationis. Et P, _b_ + _c_:: _d_ {_db_ + _dc_/P} = altitudini, ad quam centrum o$cillationis ad$cendit.

Altitudo hæc etiam quadrato velocitatis hujus centri exprimitur, cum _a_ ex- primat altitudinem ad quam corpus velociate √ _a_ pertingit . 255. 261. Habemus ergo hanc æquationem {G<_>q x _a_/P<_>q} = {_db_ + _dc_/P} id e$t G<_>q x _a_ = _db_ x P + _dc_ x P: & _a_ = {

    _b_ + _c_
x _d_ x P/Gq}

Pro litteris ut numeri $ub$tituantur, con$iderandum, _b_ æquale e$$e {2/3} GC 550. x AC + {1/6}-GF x AC, dum ip$a figura ADFHB, id e$t 2GC x AC + GF x AC , Jugi pondus repræ$entat; quare hoc pondus jugi ad _b,_ ut 34. El. 1. 2GC + GF ad {2/3} GC + {1/6} GF.

In no$tra machina e$t GC ad GF ut 3 ad 4. & jugi pondus novemdecim unciarum cum dragmis duabus & $crupulo uno, id e$t $crupulorum 463, Ergo 15, 4:: 463, _b_ = 123 {1/2}. $crup.

Pondera lancium additis Q & G id e$t _c_-P valent 1320. $crupula; Globus G, ponderat $crupula 67; altitudo _d_ æqualis e$to, 21. poll. id e$t, excedit paulu- lum quintam pollicis partem.

[0218]PHYSICES ELEMENTA

Et præcedens æquatio mutatur in hanc {_a_ = {

    _b_ +
_c_ x _d_ x P/G<_>q} = {
    123 {1/2} + 1320 + P
x 21P/67<_>q x 100} = {
    1443 {1/2} + P
x 21P/448900}

Sub$tituendo $ucce$$ive pro P quatuor, octo, & duodecim uncias, id e$t, $crupula 96, 192, 288 detegimus _a_ = 6, 91. _a_ = 14, 68; & _a_ = 23, 32.

Quæ altitudines parum admodum differunt cum altitudinibus experimento de- tectis; differentia autem tribuenda e$t mutationi figuræ jugi in computatione 548.

SCHOLIUM 4. De Centro o$cillationis, & percu$$ionis.

Superius , ex demon$tratis circa pre$$ionem, deduximus methodum determi- 551. nandi centrum o$cillationis; eandem ibi traditam regulam quàm facilli- 311. 312. me deducimus ex demon$tratis circa vires.

Corpus eandem acquirit velocitatem, ideoque v<007>m, a certa altitudine caden- do, quamcunque viam in de$cen$u $equatur & vis acqui$ita huic altitudini 271. proportionalis e$t . Dum corpora pendulo compo$ito juncta de$cendunt 448. nulla actione vis de$cendendo acqui$ita de$truitur; nihil etiam datur quoau- geri po$$et, ergo $umma virium æqualis e$t $ummæ virium quas corpora, $eparatim a $uis altitudinibus cadendo, pot ui$$ent acquirere.

Sint corpora A, B, C, D, di$tantiæ a puncto $u$pen$ionis _a,_ _b,_ _c,_ & _d._ Alti- tudines, a quibus corporahæc de$cendunt, $unt ut _a,_ _b,_ _c,_ & _d_ & in eadem ra- tione velocitates. Dicatur di$tantia centri o$cillationis à puncto $u$pen$io- nis _x,_ & velocitas acqui$@ta de$cendendo ab altitudine a qua centrum hoc de$cen- dit √ _x;_ ideò velocitas corporis A, $i libere cecidi$$et, fui$$et √ _a_ & ip$ius 255. vis A _a_ ; $ummaque virium $i $ingula corpora libere cecidi$$ent A_a_ + B_b_ + 470. C_c_ + D_d._ Si quædam corpora dentur ad partem oppo$itam puncti $u$pen$io- nis ad$cendunt & horum vires negativæ $unt.

In corporibus pendulo junctis velocitas corporis A detegitur hac regulâ _x,_ _a_:: _vx,_ {_a_/_vx_}. Cæterorumque corporum velocitates $unt {_b_/_vx_}, {_c_/_vx_} & {_d_/_vx_}; $ummaque virium {A_aa_/_x_} + {B_bb_/_x_} + {C_cc_/_x_} + {D_dd_/_x_} , quæ cum memo- 470. ratæ $ummæ æqualis $it; detegimus _x_ = {A_aa_ + B_bb_ + C_cc_ + D_dd_/A_a_ + B_b_ + C_c_ + D_d_} juxtare- gulam n. 311.

Quando pendulum compo$itum in obicem fixum, ad quamcunque a cen- 552. tro $u$pen$ionis di$tantiam po$itum, impingit, $æpe in illud quod pendulum $u$tinet premit, integram tamen in obicem vim exerit, $i pre$$io quam in cen- [0219]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIII. tro $u$pen$ionis exerit nullum ibi generet motum . Ita autem obex, in quem 523. incurrit pendulum, di$poni pote$t ut nullam pendulum in puncto $u$pen$i- onis exerat in retinaculum $uum pre$$ionem. Punctum penduli quod in hoc ca$u in obicem incurrit vocatur centrum _percu$$ionis._ 553.

Centri _hujus hæc_ e$t proprietas, dari æquilibrium inter actiones quibus corpora ab utraque parte hujus centri in pendulum agunt.

Po$$umus ergo con$iderare pendulum qua$ivectem, cujus $u$tentaculum e$t obex, in quem incurrit, po$itus in ip$o centro percu$$ionis, & æquilibrium dari dum in hunc vectem corpora incurrunt, velocitatibus quibus in pendulo moventur.

Penduli A I formati corporibus A & D, junctis lineâ inflexi, $u$pen$â in 554. I, centrum percu$$ionis erit H, $i po$itis, vecte cujus $u$tentaculum e$t H, TAB. XXIII. fig. 1. & in hunc incurrentibus corporibus A & D, in ip$is punctis A & D, velo- citatibus quas in pendulo habent, detur inter ha$ce actiones æquilibrium; tunc enim punctum I penduli ullo motu affici non pote$t, aut $iretineatur, ullam exe- rere pre$$ionem.

Ut ca$um æquilibrii determinemus po$itis variis corporibus, $ingulorum actiones determinari debent, id e$t, $unt hæ actiones conferendæ inter $e.

Relictâ nunc penduli con$ideratione, ad $olum vectem attendendo; $it Cor- 555. poris A velocitas _m,_ & _a_ di$tantia AH; _Corporis_ D velocitas _n,_ & _d_ di$tantia HD. Eodem modo in vectem agit corpus A, utrum in A ad partem M, aut in L ad partem N, eadem velocitate in hunc incurrat po$itis HA & HL æqualibus. Actio etiam erit eadem $i, $ervatis corporum velocitatibus, concipiamus hæc ro- tari circa centrum H & ità agitata _in vectem_ incurrere per _e_ L & _f_ D. Conti- nuetur H_f_in G, ut HG & H_e,_ aut HA, $int æquales, æquilibrium dabitur, $i velocitas puncti _e_$e habeat ad velocitatem puncti G, ut D_dd_ ad A_aa_ , id e$t 533. D_dd,_ A_aa_:: _m,_ {_an_/_d_}, hæc enim e$t velocitas-puncti G; ergo A_am_ = D_dn;_ unde patet _actionem $equi rationem producti ma$$æ corporis per veloc<007>tatem, & di-_ _$tantiam a fulcro._

In pendulo velocitas $equitur rationem di$tantiæ à puncto $u$pen$ionis; & di$tantia a fulcro, e$t di$tantia a centro percu$$ionis; ergo actio corporis $equitur rationem producti corporis per $uas di$tantias a centris $u$pen$ionis & percu$$ionis, daturque æquilibrium inter actiones ab utraque parte centri percu$$ionis, quando producta hæc ab utraque parte hujus centri $unt æqualia, quam eandem cùm _centrum o$cillationis_ habeat proprietatem , $equitur hoc 556. _cum centro percu$$ionis coincidere._ 309.

CAPUT XXIV. De congre$$u corporum Ela$ticorum.

Corpora ela$tica, po$t ictum, ut jam notavimus, $eparan- tur, $ed vi diver$a in circum$tantiis $imilibus; nam 483. in variis corporibus ela$ticitas differt.

[0220]PHYSICES ELEMENTA DEFINITIO.

Ela$ticitas dicitur perfecta, quando partes ictæ ad pri- _557._ $tinum $itum redeunt, vi æquali illi, cum qua fuere i- ctæ.

De perfecta agimus ela$ticitate, licetnulla corpora tali e- la$ticitate prædita nobis nota $int; regulæ enim generales ni- $i quoad perfectam ela$ticitatem tradi non po$$unt; quo ma- gis ad hanc corpora accedunt eo magis exacte motus ho- rum cum regulis congruunt.

Nulla vis in colli$ione corporum perit, ni$i quæ intro- premendo partes con$umitur ; ideo $i corpora $int ela$ti- 432. ca tota impenditur in inflexione partium ela$ticarum, $ed æquali vi ad pri$tinam figuram hæ redeunt; ergo vis de- $tructa iterum in$tauratur; & _$umma virium corporibus in$i-_ 558. _tarum po$t ictum æqualis e$t $ummæ virium ante ictum;_ quæ demon$tratio univer$alis maximè e$t, & colli$ionibus quibu$cunque applicari pote$t.

Hinc $equitur _Corpus ela$ticum in obicem firmum ela$ticum_ 559. _impingens, eâdem celeritate redire qua acce$$it. Si dire-_ _ctio perpendicularis $it ad obicem etiam in eâdem lineâredi-_ _bit,_ cum non magis unam quàm aliam partem ver$us po$- $it deflecti.

In reliquis de directa impactione tantum in hoc capite ago.

_Ela$terium flexum, po$itum inter duo corpora quie$centia,_ 560. _dum $e$e expandit ambo movet corpora;_ $i pre$$io qua partes corporis cohærent $uperet pre$$iones quas ela$terium in corpus hoc exerit, tota ela$terii actio, cum nulla detur partium introce$$io, in movendis corporibus con$umitur, _& $umma virium corporibus communicatarum valet vim qua_ _ela$terium fuit flexum._ Sed dum ela$terium hæc movet corpora, duas exerit actiones, quæ $ingulæ æquales $unt reactioni quam patiuntur ; id e$t, utraque actio æ- 247. qualis e$t re$i$tentiæ quam ad partem oppo$itam patitur. Re$i$tentiæ hæ $unt ut quantitates materiæ in corporibus ; 13. [0221]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIV. ergo _actiones_ in eadem ratione ad partes oppo$itas; id 561. e$t, _$unt in ratione inver$a corporum motorum, in qua ea-_ _dem ratione $unt velocitates corporibus communicatæ._ 472.

Ca$us hic ex$tat, _$i duo corpora ela$tica in $e mutuo incur-_ 562. _rant velocitatibus quæ $unt inversè ut ma$$æ;_ nam po$itis his non ela$ticis, po$t ictum quie$cunt; ergo in ip$o mo- mento concur$us, ante figuram in$tauratam, datur ela$te- rium flexum inter duo corpora quie$centia. Separantur ideo hæc velocitatibus quæ $unt inversè ut ma$$æ , 561. id e$t, velocitates po$t ictum in eadem $unt ratione in qua ante ictum erant; unde $equitur _corpus utrumque redire_ _eâdem velocitate quam ante ictum habuit,_ nam $i minuatur in uno, non $ervabitur ratio ni$i & in altero minuatur, qua- re $umma virium minor erit, quod impo$$ibile , demon- 558. $tratio eadem e$t $i quis unius corporis auctam velocitatem dicat.

Experimenta de corporibus ela$ticis in$tituuntur alteru- trâ Machinarum $uperius explicatarum, & adhibitis glo- 490. 491. bis eburneis aut cylindris in fig. 3. Tab. 18. delinea- tis.

EXPERIMENTUM 1.

Corpora duo P & Q, quorum ma$$æ $unt ut unum ad 563. tria, in $e mutuo incurrunt, hoc velocitate quinque, illud TAB. XXI. fig. 9. velocitate quindecim, po$t ictum utrumque ad eandem fe- rè à qua cecidit altitudinem redit.

Defectus ela$ticitatis in cau$a e$t quare non exactè ad ea$- dem, à quibus cecidêre, redeant altitudines.

Quæ de ela$terio, inter corpora quie$centia $e$e expan- dente, demon$trata $unt, ad ela$terium inter corpora, eâdem cum his velocitate tran$latum, & re$pectu corporum quie$cens, referri debent; _$i ergo in nave duo corpora ela-_ 564. _$tica velocitatibus, quæ $unt inver$e ut ma$$æ, in $e mu-_ _tuo impingant, velocitatibus ii$dem in nave redibunt._

Po$itis quæ in n. 512. dicta $unt, in nave, quæ velocitate 565. BI fertur, corpora non ela$tica po$t ictum quie$cunt, & TAB. XX. fig. 1. 2. mutationes in velocitatibus $unt in versè ut ma$$æ, de$tru- [0222]PHYSICES ELEMENTA ctis velocitatibus quibus in nave ad $e invicem acce$$ere; $i fuerint ela$tica, in nave a $e mutuo recedunt ii$dem hi$ce velocitatibus quibus in nave ad $e mutuo acce$$ere , id e$t 564. $ecunda in velocitatibus datur mutatio æqualis primæ, quare utrumque corpus duplam patitur in velocitate mutationem, & _velocitas re$pectiva po$t ictum æqualis e$t velocitati re-_ 566. _$pectivæ ante ictum._ In fig, 1. corpus motum velocitate BN, in nave ante ictum habebat velocitatem IN, hanc ami$it, & huic æqualem in contrariam partem acqui$ivit IG, habet ideo velocitatem BG. Corpus aliud cujus velocitas erat BE in nave ante ictum redibat id e$t lentius ip$a nave movebatur quantitate IE po$t ictum æquali velo- citate in contrariam partem id e$t celerius ip$â nave fer- tur velocita$que e$t BP, po$itis IE & IP æquali- bus.

Eodem modo in fig. 2. Corpus quod habebat velocitatem BN, ami$it velocitatem IN, quam in nave habebat, & velocitate, huic æquali, IG nunc in nave redit, id e$t velocitate BG po$t ictum fertur; corpus aliud cujus velocitas erat BE, in na- ve redibat velocitate IE nunc mutato motu velocitate huic æquali IP in nave a pupiad proram fertur, & ip$ius velocitas ab$oluta e$t BP.

Ex hi$ce deducimus regulas duas quibus corporum ela- $ticorum velocitates po$t ictum determinamus.

REGULA I.

Si corporis velocitas, po$itis corporibus non ela$ticis in $e _567._ mutuo impingentibus, ictu augeatur, augmentum duplica- tum priori velocitati e$t addendum, ut celeritas po$t impa- ctum determinetur, $i corpora fuerint ela$tica.

REGULA II.

Duobus corporibus non ela$ticis in $e mutuo impingenti- _568._ bus, $i corpus ex velocitate amittat, pars ami$$a duplican- da e$t, quando ela$tica $unt corpora; & a priori velocitate $ubtrahenda, ad determinandam celeritatem po$t percu$$io- nem.

Circa $ecundam regulam ob$ervandum, corpus quod 569. [0223]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIV. redit non modo amittere pri$tinam velocitatem, $ed præte- rea pro velocitate ami$$a etiam haberi velocitatem, in con- trariam partem acqui$itam; & in hoc ca$u $umma ambarum harum velocitatum duplicanda e$t & expriori celeritate $ub- trahenda. Quando autem major velocitas ex minori $ubdu- citur, exce$$us in contrariam partem $umendus e$t.

EXPERIMENTUM 2.

Corpus P, cujus ma$$a e$t duo, & celeritas novem, im- 570. pingitur in corpus quie$cens Q, cujus ma$$a e$t unum; TAB XXI. fig. 5. po$t impactum Q fertur celeritate duodecim, & P mo- tum continuat velocitate tria; quod cum prædictis Regu- lis congruit: nam $i corpora non e$$ent ela$tica, celeritas amborum po$t occur$um e$$et $ex ; corpus ergo Q ac- 519. quireret $ex gradus velocitatis; ideo per Reg. I. acquirit 567. nunc duodecim gradus. Corpus P quod $epo$ita ela$tici- tate amittit tres gradus velocitatis, per Reg. II. amittit 568. $ex, qui$i $ubtrahantur a novem, velocitate priori, re$tant tres gradus velocitatis.

EXPERIMENTUM 3.

Corpus P, cujus ma$$a e$t duo, & velocitas octo, in- 571. currit in corpus Q, cuius ma$$a e$t unum, & quod veloci- TAB. XXI. fig. 6. tate quinque eandem partem ver$us fertur; po$t occur$um corpus Q movetur velocitate novem, & P velocitate $ex fertur. Quod iterum per Regulas præcedentes potui$$et determinari. Si corpora non e$$ent ela$tica, ambo celeri- tate $eptem po$t impactum moverentur . corpus Q acqui- 513. reret duos gradus celeritatis, qui per Reg. I. duplicari de- bent, & priori celeritati quinque addi, unde habemus no- vem: corpus P ami$it unum gradum velocitatis, per Reg. II. amittit duos, ei ergo re$tant $ex.

EXPERIMENTUM 4.

Corpus P in aliud Q, quie$cens & triplum, velocitate 572. duodecim impingitur, & velocitate $ex regreditur. In hoc TAB. XXI. fig. 7. ca$u corpora non ela$tica moverentur celeritate tria; cor- pus ergo Pami$i$$et novem gradus velocitatis, amittit ergo per Reg. II. octodecim gradus; qui $i $ubtrahantur a priori ve- 568. [0224]PHYSICES ELEMENTA locitate duodecim, dantur $ex grad. in contrariam partem ; 569. eodem modo $equentibus Experimentis confirmatur quod per Regulas detegitur.

EXPERIMENTUM 5.

Corpus P velocitate novendecim fertur eandem partem 573. ver$us cum corpore triplo Q, moto celeritate tria; po$t im- TAB. XXI. fig 8. pactum corpus P regreditur velocitate quinque.

EXPERIMENTUM 6.

Corpus P celeritate quinque, & corpus Q triplum ce- 574. leritate undecim, in partes contrarias feruntur; po$t occur- TAB. XXI. fig. 10. $um, Q motum continuat celeritate tria, & P regreditur velocitate novemdecim.

EXPERIMENTUM 7.

Eadem corpora P & Q in contrarias partes feruntur, P 575. celeritate $edecim, & Q velocitate octo; ambo po$t impa- TAB. XXI. fig. 11. ctum regrediuntur, P cum viginti & Q cum quatuor gradi- bus velocitatis.

Omnes ca$us percu$$ionum corporum ela$ticorum Regu- lis memoratis determinantur; $equentem etiam ex illis de- ducimus propo$itionem.

Quando corpora $unt æqualia, & eandem partem ver $ivs _576._ feruntur, permutatis velocitatibus motum continuant; $i in contrarias partes ferantur, permutatis velocitatibus regre- diuntur.

Cas. I. Tendant corpora ad eandem plagam, & $it A B 577. velocitas unius corporis, B C velocitas alterius corporis; TA. XXII. fig. 4. propter ma$$as æquales, $unt velocitates ut producta ma$$a- rum per velocitates. Dividatur linea A C in duas partes æquales in D, & $it D _b_ æqualis DB; AD aut DC de- notat celeritatem utriu$que corporis po$t occur$um, $i non $int ela$tica ; & celeritas BC augetur quantitate DB, du- 513. plici quantitate tali augeri debet propter ela$ticitatem , id 567. e$t, fiet _b_ C: celeritas AB; in corporibus non ela$ticis, minuitur quantitate DB; duplici illa quantitate minui de- bet, ex prædicta ratione ; & fiet a _b._ Velocitates igi- 568 tur AB & BC mutantur in velocitates A _b_ & _b_ C; A [0225]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIV. B vero & _b_ C, ut & BC & A _b,_ $unt æquales inter $e.

EXPERIMENTUM 8.

Corpora duo æqualia &, primum velocitate decem, alte- 578. rum velocitate quinque, eandem partem ver$us feruntur; mutatis velocitatibus po$t impactum motum continuant: quod etiam detegitur computatione ex præcedentibus Re- gulis.

Cas. 2. Sit AB celeritas unius corporis, CB celeritas 579. alterius; differentia AC dividatur in duas partes æqua- TA. XXII. fig. 5. les, & fiat A _b_ æqualis CB. Quando corpora non $unt ela$tica, velocitas utriu$que po$t occur$um, ver$us ean- dem partem, e$t AD ; corpus ergo primum ami$it ve- 516. locitatem DB, corpus alterum ami$it totam velocitatem CB & in contrariam partem acqui$ivit DC; tota ergo quan- 569. titas ami$$a etiam e$t DB ; hæc quantitas $i duplicetur, erit _b_ B quantitas celeritatis ab utroque corpore ami$$a ; 568. quæ $ubtracta ex velocitate utriu$que corporis, dat in u- troque ca$u velocitatem in contrariam partem ; differen- 569. tia hæc re$pectu motus AB e$t _b_ A, pro motu CB e$t C _b;_ C _b_ vero & AB, ut & _b_ A & CB, $unt æquales inter $e.

EXPERIMENTUM 9.

Si corpora æqualia, unum celeritate decem, alte- 580. rum velocitate quinque, in contrarias partes ferantur, per- mutatis velocitatibus ambo regrediuntur po$t percu$$io- nem.

Corpus impingitur in alind æquale quie$cens, _$i velocitates_ _581._ _permutentur,_ corpus primum po$t impactum quie$cet, alte- rum vero cum velocitate prioris movebitur.

EXPERIMENTUM 10.

Corpus velocitate decem impingat in corpus æquale quie- 582. tum, primum po$t occur$um quie$cet, & aliud celeritate de- cem movetur.

In omnibus hi$ce experimentis notandum, hæc hìc tra- di ut obtinerent $i perfecta foret ela$ticitas, ad cujus defe- ctum $emper attendere debemus.

[0226]PHYSICES ELEMENTA

_In corporibus ela$ticis $ubita admodum e$t elaterii actio._ 583. Ideo $i varia corpora ela$tica $int contigua, & extremum percutiatur, omnia $equentia agitantur qua$i e$$ent $e- parata; etiam $i ex variis contiguis, eâdem velocitate motis, antecedens in corpus quodcumque incurrat, agit ut à reliquis $eparatum ageret; Unde $equitur _corpus move_- 584. _ri $ola actione corporis vicini, & in vicinum corpus tantum_ _agere,_ partibus ela$ticis ad figuram redeuntibus, antequam actio corpori $equenti communicari po$$it.

EXPERIMENTUM 11.

I. Sint corpora plurima æqualia P, Q, R, S, T, V, 585. in eadem linea di$po$ita, & $e$e mutuo tangentia; corpus TA. XXII. fig. 6. P impingatur in Q. quacunque velocitate, po$t occur- $um P,Q,R,S, & T quieta manent, & V $olum movetur.

2. Moveantur æqualibus velocitatibus P & Q, ita ut Q im- TA. XXII. fig. 7. pingatur in R, po$t impactum P,Q,R, & S quie$cunt, T & V vero $imul moventur.

3. Eodem modo $i tria moventur, po$t occur$um tria etiam TA. XXII. fig. 8. moventur.

4. Tandem $i, P,Q,R, S & $imul moveantur, & S per- TA. XXII. fig. 9. cutiat T, po$t percu$$ionem P & Q quie$cunt, R, S, T, & V $imul moventur. Generaliter quicunque $it globorum numerus, quot moventur ante occur$um, tot etiam po$t il- lum moventur.

Agunt hæc corpora qua$i e$$ent $eparata . In primo cafu P TA. XXII fig. 6. impingitur in Q & quie$cit ; Q ictu agitatum impingitur in 583. R & etiam quie$cit, & $ic de cæteris, donec tandem T per- 501. cutiat V, quod, cùm nullo ob$taculo retineatur, $olum in motu continuat.

In $ecundo ca$u, corpus Q eodem modo corpus V TA. XXII. fig. 7. propellit; in$equitur immediate P impingens in Q, quod jam ex priori impactu quie$cit, motus ille etiam eodem modo communicatur corpori T, quod non pot- e$t percutere V jam in motu; & cum motus corporum P & Q æque veloces $int, & illa corpora quam proxi- me $e$e in$equantur, $en$ibile tempus inter illas duas mo- [0227]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIV. tus communicationes non datur, unde etiam corpora V & T æque velociter moventur & non $eparantur.

A lio experimento con$tat, ita $ubitam e$$e ela$terii actio- nem ut vix concipiatur.

EXPERIMENTUM 12.

Globus eburneus cavus, diametri circiter@ duorum pol- 586. licum, ex duobus con$tat hemi$phæriis A & B, quæ cochleâ TA. XXII. fig. 10. quàm arcti$$imè inter $e conjungi po$$unt.

Hemi$phærium B dimittitur ita, ab altitudine quacunque, ex. gr. octodecim pollicum, ut plano marmoreo cœru- leo, paululum madefacto, impingat; & quidem ut pun- ctum medium $uperficiei in planum incurrat. Hoc haud difficulter obtineri pote$t, $i in eo loco majorem ha- beat cra$$itiem hemi$phærium quâm extrema ver$us. Men- furetur macula quam in marmore corpus impactu impri- mit.

Conjungatur hem<007>$phærium A, & dimittatur ab eadem altitudine globus ita, ut idem punctum $uperficiei hemi- $phærii B in planum marmoreum incurrat, quod facile fiet $i hemi$phærium A alio levius fuerit: Macula priori quam ex- acti$$ime æqualis erit, & globus multo minus re$iliet.

Tandem in globi cavitatem in$eratur plumbi fru$tum P, eju$dem ponderis cum ip$o globo, ibique firmetur; dimi$$o eodem modo globo, & in hoc tertio ca$u macula eadem erit, & globus vix re$iliet.

Dimi$$o autem ab eadem altitudine globo $olido ex ebo- re, globo memorato æquali, macula major e$t, & fere ad il- lam à qua cecidit altitudinem globus redit.

In hoc experimento videmus, partes ictas hemi$phærii B ad figuram redii$$e, antequam huic hemi$phærio actio hemi$phærii A, aut plumbi in$erti, communicari potuerit, licet $atis arcte hæc corpora cohæreant.

[0228]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM I. _Uberior demon$tratio n._ 558.

Demon$travimus in congre$$u corporum ela$ticorum $ummam virium ante TAB. XX. fig. 12. & po$t ictum e$$e eandem ; unde $equitur, po$itis explicatis in n. 565. 566. AB x BN<_>q + BC x BE<_>q = AB x BG<_>q + BC x BP<_>q; cujus & hìc geometri- 470. cam dabimus demon$trationem.

Primo tendant corpora eandem partem ver$us. Formentur quadrata li- 587. nearum BE, BG, BN, & BP; ducatur omnium diagonalis BV. Du- TAB. XX. fig. 18. catur IS parallela ad PV; & per S, punctum, in quo diagonalem $ecat, ducatur XSK, parallela PB; continuentur GR & EQ in Z & K; quia IN & IG $unt æquales, ut & IP & IE, triangula YST, RSZ $unt æ- qualia, etiam triangula SXV, SKQ. Idcirca Trapezium GRTN æ- quale e$t rectangulo GZYN, & trapezium EQVP æquale rectangulo EKXP.

Semidifferentia quadratorum linearum BN, BG e$t trapezium GRTN, id e$t rectangulum GZYN. Eodem modo $emidifterentia quadratorum linea- rum BP, BE e$t rectangulum EKXP; Sed rectangula hæc, propter communem altitudinem IS, $unt ut ba$es , aut ut ba$ium $emi$$es IN, IE; etiam ut 1. El. VI. $unt $emidifferentiæ quadratorum ita integræ differentiæ: ergo

BN<_>q - BG<_>q, BP<_>q - BE<_>q::IN, IE, id e$t ut BC ad AB ex con$tructione. Idcirco AB x BN<_>q - AB x BG<_>q = BC x BP<_>q - BC x BE<_>q; ideo AB x BN<_>q + BC x BE<_>q = AB x BG<_>q + BC x BP<_>q. quod demon$trandum erat.

Tendant nunc corpora in partes contrarias. Formentur iterum quadrata 588. linearum BP, BN, BE aut B _e,_ & BG aut B _g._ Propter æquales IN, TAB. XX. fig. 29. IG, & IP, IE, æquales $unt NP, EG, aut _e g;_ addamus utrim- que _e_ N, erunt æquales _e_ P, _g_ N. Differentia quadratorum BV & BQ, id e$t quadratorum linearum BP, BE, e$t rectangulum, cujus ba$is e$t PV, & _e_ Q, id e$t PE, & altitudo _e_ P; differentia quadratorum BT, BR, id e$t quadratorum linearum BN, B _g_ aut BG, e$t rectangulum, cujus ba- $is e$t NT, & _g_ R, id e$t NG, & altitudo _g_ N; propter æquales alti- tudines rectangula hæc $unt ut ba$es PE, NG, aut ut harum $emi$$es IE, IN, quæ $untut AB, BC; ergo BP<_>q - BE<_>q, BN<_>q - BG<_>q:: AB, BC

Idcirco AB x BN<_>q - AB x BG<_>q = BC x BP<_>q - BC x B<_>Eq; unde deducimus AB x BN<_>q + BC x BE<_>q = AB x BG<_>q + BC x BP<_>q. Quod demon$trandum erat.

[0229] [0229a] [0230] [0231]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXIV. SCHOLIUM 2. Illu$tratio circa mutuam corporum ela$ticorum actionem.

Licet circa $ummæ virium æqualitatem ante & po$t ictum dubium $apere$$e 589. nullum po$$it, cum hæc ex ip$a per$ecta cla$ticitate $equatur , & etiam, 557. utin præcedenti $cholio fecimus, ex regulis computationis deducatur, ob$curum quid nihilominus in hi$ce dari non diffiteor; cum ex demon$tratis non pa- teat, quomodo ela$terium, quod dum $e inter corpora expandit, & ad partes oppo$itas vires, quæ $untinver$è ut ma$$æ, communicat , po$$it $æpe unico 561. corpori integram non modo, qua $e expandit, imprimere vim; $ed præter- ea quantum ex vi aliûs corporis tollit. Si Ex. C. corpus A duobus gradi- 470. bus velocitatis, id e$t, cum quatuor grad. vis , incurrat in corpus B æquale quie$cens, po$t ictum, $epo$ita ela$ticitate, ambo unico gradu velocitatis gau- 519. dent & $ingula unicum gradum vis habent , id e$t, amborum vis valet duo, 470. & duobus reliquis gradibus vis partes fuere compre$$æ ; id e$t, $i corpora 488. $int ela$tica, hac ip$a viela$terium fuit flexum, & eadem vi $e$e expandit : 557. Po$t ictum verò corpus B duos habet gradus velocitatis , id e$t vim qua- 576. tuor , & quie$cit A; Ela$terium ergo ip$i B tres gradus vis communicavit, 470. & gradum unum ex A $u$tulit; quamvis duobus tantum gradibus vis fuerit flexum; & licet propter corpora æqualia, æquales impre$$iones ab utraque parte exeruerit.

Ut hæc tollatur difficultas, inter vim ab$olutam & relativam di$tinguen- 590. dum. Ela$terium inter corpora po$itum vires ip$is communicat, quæ $uut inver$è ut ma$$æ, $i inter corpora quie$cat ; id e$t, $i, translatis corporibus, eodem 561. motu cum hi$ce feratur; quales ideò motus corporibus communicantur in nave quæ eadem velocitate cum corporibus fertur, & in qua idcirco hæc cum e- la$terio quie$cunt ; $ed propo$itio hæc ad motus ab$olutos referrinon debet, quo- 564. rum unus acceleratur, alter retardatur, translato jam ip$o ela$terio ante hu- jus actionem, ad ca$um ita con$ideratum demon$tratio propo$itionis appli- cari nequit.

Circa vires ab$olutas notandum, has corpori $æpe communicari, cau$â mo- venti quæ ip$a transfertur, in quo ca$u _non $ola cau$a movens in corpus agit,_ 591. _$ed & in corpus datur actio illa quæ ip$am transfert can$am moventem, corporique_ _communicatur vis, quæ valet $ummam barum actionem_ ; nam vis hæc e$t ef- 249. fectus ambarum actionum conjunctarum; agitur enim de ca$u in quo hæ a- lium nullum effectum edunt. Hæc jam alia occa$ione notavimus .

446.

Quando ela$terium ob$taculo in$i$tit quod ad partem oppo$itam non cedit, totam vim qua fuit infiexum corpori quod ab ob$taculo repellit communicat, ut hoc antea notavimus , & $equitur ex demon$trationen. 561. & confirmatur 441. experimentis memoratis addita propo$itione n. 559; quæ, po$itâ perfectâ ela- 492. $ticitate, in dubium a nemine vocatur, neque vocari pote$t.

Si autem ela$terium quod ab una parte in$i$tit ob$taculo quod non cedit totam $uam ad oppo$itam partem vim exerat, multo magis _Ela$terium quod_ 592. _ad illam trans$ertur partem ad quam agit, integram vim, quarelaxatur, corpori com_- _municabit, cui etiam imprimet vim quæ valet actionem, quæ ip$um transfert ela_- _$terium dum relaxatur_ .

591. [0232]PHYSICES ELEMENTA

_Ex quibus quoque $equitur,_ quando ob$taculo non omnino immobili in$i $tit E- _593._ la$terium hoc ad partem oppo$itam exerere vim $uam totam, demtâ illâ, quâ ob$tacu- lum pote$t movere.

Si hæc applicemus ad ca$um memoratum, facile videmus corpori B com- 594. municari duos gradus vis, quibus partes ela$ticæ fuere flexæ, & prætereaim- pre$$ionem qua ela$terium fuit translatum, durante expan$ione , quæ impre$- 591. $io e$t actio corporis A in Ela$terium, & valet vim a corpore A in hac a- ctione ami$$am . Ami$it autem A unum gradum vis, qui ergo ip$i B, præ- 478. ter duos memoratos, fuit communicatus; accepit ergo B tres gradus vis, qui additi uni gradui, quem ante ela$terii actionem habebat, dant quatuor gra- dus vis. Quod explicandum erat.

Ratiocinium omnino $imile e$t in aliis ca$ibus, in quibus po$t $eparatio- 595. nem ad eandem partem corpora tendunt, aut unum quie$cit; $i autem ad partes propo$itas po$t ictum moveantur ex ii$dem principiis difficultas tolli- tur, uthoc patebit exemplo.

Sit corpus A cujus ma$$a e$t I. quod velocitate 6., id e$t, cum vi 36. , in- 596. currit in corpus duplum quie$cens B; ponimus corpora perfecte ela$tica. 470. Po$t ictum B habebit velocitatem 4, id e$t, vim 32. & A redibit velocitate 2, 519. 567. 568. habebitque vim. 4 . Hoc, jam ante demon$tratum, nunc e$t illu$trandum.

Ante in$tauratam figuram, corpora ambo cum duobus gradibus velocita- tis moventur , & Ela$trum fuit flexum vi 24. . Si navem concipiamus in 519. qua corpora po$t ictum, ante $eparationem quie$cunt, id e$t cujus velocitas 510. etiam e$t duo; corpora in hac $eparantur viribus & velocitatibus, quæ $unt in- ver$e ut ma$$æ ; B velocitate 2., & A celeritate 4., $i Ela$trum minus fui$- 472 561. $et flexum, etiam vires fui$$ent inver$è ut ma$$æ ; ergo, pro parte relaxato 564. Ela$terio, in hac ratione $unt vires, ideoque velocitates ; idcirco ubi B ha- 472. bet unum gradum velocitatis in nave, A duos habet, & actio ela$tri valet 6. gradus vis.

Tum, motus ab$olutos con$iderando, B habet velocitatem 3, & A quie$cit; Ela$trum verò vim 18. $uper$titem exerit, dum corpori B $ecundum gradum velocitatis in nave & corpori A tertium & quartum in ip$a communicat. Ha- bet nunc B, $epo$ita nave, velocitatem 4. & redit A velocìtate 2.

Corpus B ante ela$trum relaxatum vim habet 8 , dum Ela$trum primos 470. 6. gradus vis exerit nondum redit A, ver$amurque in ca$u n. 595. ideo $ex hi gradus corpori B communicantur, & præterea quantum amittit A ut hoc in n. 594. explicavimus, id e$t 4; habetque B vim 18. quæ re$pondet velo- citati 3 ; ma$$a enim e$t duo.

470.

Ela$trum nunc ab una parte in$i$tit corpori quie$centi, ad alteram corpo- ri agitato, ip$umque huc u$que totum fuit translatum, nunc autem pro par- te tantum transfertur & pote$t repellere corpus A vi 4, ideoque reliquam tan- tum vim 14 poterit ip$i B imprimere ; hi additi ad 18, dant gradus 32. quos 593. ut ex aute demon$tratis liquet revera habet.

[0233] [0233a] [0234] [0235]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIV. SCHOLIUM 3. Paradoxi explicatio.

Ex corporum elafticorum proprietate in n. 584. memorata deducitur para- 597. doxi, quod non minus notabile e$t quàm vulgare, explicatio.

Fabri argentarii, qui domus cuju$cunque partem $uperiorem occupant, incudem pulvino $uperimponunt, quo magis ictibus mallei incus re$i$tit, & minus tremit domus.

Ponamus, $ublato pulvino, trabi incudem imponi, incus corpus e$t ela$ti- cum, & trabs, quæ in extremitatibus fixa e$t, etiam corpus e$t ela$ticum. Ponamus malleo incudem percuti.

Dicatur mallei ma$$a M; incudis ma$$a I; & ma$$a trabis cum corporibus cohærentibus & quæ cum ip$a agitantur T; $it etiam velocitas mallei v. Multiplicando M per _v,_ & dividendo productum per $ummam Ma$$arum mallei & incudis & habemus dimidium velocitatis incudi communicatæ , 519 567. nam licet trabi impo$ita $it incus agitatur qua$i $ola e$$et , & ip$ius velocitas 585. e$t {2Mxv/M + I}, qua velocitate incus percutit trabem & corpora cum hac conjun- cta; multiplicando velocitatem incudis per ma$$am habemus {2MxIxv/M + I} divi- dendo duplum hujus producti per $ummam ma$$arum habemus {4MxIxv/M + Ix1 + T} trabis velocitatem . Denominator hujus fractionis MxI + IxI + TxM 519. 585. + TxI, propter M exiguum re$pectu 1 & T, vix ab hoc alio differt M x I + IxI + TxI, quo po$ito, velocitas detecta mutatur in hanc {4Mxv/M + I + T}.

Interpo$ito corpore molli, pulvino nempe, inter trabem & incudem, cor- pora hæc unicam qua$i formant ma$$am, ideoque cum nunc malleus majus percutiat corpus majorem patitur refi$tentiam, & velocitas trabi communicata habetur dividendo 2 Mxv per $ummam ma$$arum M + I + T , & velocitas e$t 519. 567. {2Mxv/M + I + T} dimidium velocitatis $ublato pulvino; & agitatio, $ublato hoc i- p$o, quadruplum pote$t edere effectum .

447. 459. [0236]PHYSICES ELEMENTA CAPUT XXV. De motu compo$ito.

SI corpus moveatur, & hujus celeritas augenda aut minu- 598. enda $it, manente directione, _evidens e$t,_ impre $$ionem requiri, quæ proportionalis $it differentiæ quadratorum ve- locitatis quam corpus ante actionem habuit, & illius quam po$t actionem habet, _huic enim differentiæ vis communicata_ _aut $ublata proportionalis e$t ._ 447.

_Ponamus duas actiones eodem tempore in corpus juxta e an-_ 599. _dem directionem agere._ Dum augetur velocitas; cre$cit in ratione duplicata vis corpori in$ita ; id e$t hujus augmen- 447. tum $equitur proportionem augmenti trianguli quod dum augetur eidem $imile manet, & cujus latus unum velocitatem TAB. XXIII. fig. 2. repræ$entat ; vis dum velocitas e$t A _g,_ e$t ad vim ubi 19. El. vi. velocitas e$t A _l,_ ut area A _g r_ ad A _l s._

Concipiamus, actiones alternatim in corpus agere per in- tervalla temporis æqualia; actione primâ communicari vim A _d o,_ $ecundâ vim _d o p e;_ iterum actione prima commu- nicari vim _p e f q,_ & $ecundâ _f q r g_ & $ic ulterius; $umma arearum albarum repræ$entat vim integram prima actione communicatam, & $umma nigrarum de$ignat vim integram $ecundâ actione corpori impre$$am. Cum per tempora æ- qualia actiones egerint, vires hæ, id e$t, $ummæ arearum, $unt ut ip$æ actiones, in qua etiam ratione e$t area. quæcun- que alba ad $uam vicinam nigram: $i momenta temporum fuerint in$initè exigua, ut $unt quando actiones $imul agunt, areæ hæ pro parallelogrammis haberi po$$unt, & parallelogram- ma vicina eandem habebunt altitudinem; ideoque erunt in- ter $e ut ba$es ; ergo ba$is albi ad ba$im vicini nigri, _ut_ I. El. VI. _actio prima ad $ecundam,_ & in eadem ratione $umma ba- $ium parallelogrammorum alborum ad $ummam ba$ium ni- grorum; id e$t, _ita $e habet velocit as quam communicavit_ _actio prima ad velocitatem ex $ecundâ oriundam._ Quæ ea- [0237]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXV. dem demon$tratio in acceleratione quacunque corporis ex duabus actionibus locum habet.

Si in corpus motum, actio detur juxta directionem di- ver$am a directione motus primi, mutationem in directione dari $uperius vidimus , & quæ velocitates in hi$ce ca$ibus 245. fpectant examinavimus , de viribus nunc agendum. Movea- 246. tur corpus per AD, celeritate, quam hac lineâ de$igna- mus, & vis nova hoc pellat per AE, celeritate, quam hac TAB. XXIII. fig. 314. 5. linea de$ignamus; corpus duabus celeritatibus latum, mo- vetur per AB . _Non_ tamen _in $ingulis_ hi$ce _ca$ibus im-_ 600. _pre$$ione æ quali æ qualis communicatur velocitas lateralis;_ 246. ponimus AB & AE in tribus figuris re$pectivè æquales. In fig. 4. motus $ecundus, pro parte cum motu primo con- $pirat, ita ut in hoc motu contineatur acceleratio motus per AD. Eodem modo retardatio velocitatis per AD con- tinetur in motu per AE in fig. 5. Idcirco impre$$iones, qui- bus corpora per AE pelluntur, ut velocitatem hac lineâ de$ignatam corporibus $ingulis communicent, non $unt æ- quales inter $e , neque impre$$ioni, qua corpori quie$centi 443. hæc po$$et communicari velocitas .

440.

In $olo ca$u fig. 3, in quo angulus EAD e$t rectus, motus 601. lateralis neque con$pirat neque contrarie agit cum motu per AD, & impre$$io, qua corpus movetur, in corpus agit qua$i quie$ceret; idcirco in hoc ca$u vis corpori communicata pro- portionalis e$t quadrato $uæ velocitatis , & cùm impre$$io non po$$it vim per AE minuere, corporis vis integra pro- 447. portionalis e$t ambobus quadratis linearum AD & AE, quod congruit cum demon$tratis: nam fertur corpus celeritate AB, 246. cujus quadratum valet memorata duo quadrata .

[47. El I.

Ex his virium men$ura $i hæc ignota e$$et, detegi po$$et. Cor- 601. pori, quod habet vim quæ re$pondet celeritati AD, communi- catur vis quæ velocitati AE re$pondet, quæ cum corpori com- municetur qua$i quie$ceret, vim primam mutare non pote$t; va- let ideò corporis vis integra $ummam harum virium, dum ip$ius velocitas e$t AB; ergo vis quæ huic re$pondet velocitati, memoratæ $ummæ æqualis e$t. Quod $ieri non poterit in omni [0238]PHYSICES ELEMENTA ca$u ni$i quadratis velocitatis vires proportionales $int .

47. El. v.

Deducimus ex his non intere$$e neque re$pectu impre$- TAB. XXIII. fig. 3. $ionum, quibus corpus agitatur, neque re$pectu virium, ne- que velocitatum, utrum corpus per AB feratur celeritate AB, an per AD & AE celeritatibus hi$ce lineis proportio- nalibus, quæ inter $e angulum rectum continent. Quare _motus per AB, juxta directionem ut AD, nil continet præ-_ 603. _ter motum velocitate AD._

_Deducimus etiam_ motum corporis re$olvi _po$$e_ in duos _604._ alios _innumeris modis, quod fiet,_ $i linea, in directione motus da- ti po$ita, & longitudine celeritatem de$ignans, $it hypotenu- $a trianguli rectanguli; nam hujus reliqua duo latera $itu motuum quæ $itorum directiones dabunt, & longitudinibus $uis re$pective velocitates horum expriment: eruntque vires juxta has directiones quadratis velocitatum proportionales.

Ut nunc determinemus, qua vi corpus per AE $it agitandum, 605. ut ei communicetur celeritas AE, in ca$u in quo motus hic cum TAB. XXIII. fig. 4. primo motu pro parte con$pirat; motum per A Ein duos re$ol- 246. vo per A _f_ & A _g,_ ângulum rectum continentes, & ducitur E _g_ parallelâ A _f._ Per A _f_ tantum corpori vis communicanda e$t, qua corpus $i quie$ceret hac celeritate po$$et ferri, & quæ proportionalis e$t quadrato A _f_ ; per A _g_ autem vis com- 601. 447. municanda e$t, qua celeritas AD quantitate A _g_ augeatur, id e$t fiat A _h,_ quæ vis proportionalis e$t differentiæ qua- 591. dratorum A _h,_ AD . Hæ vires $imul communicandæ e- runt juxta AE ut corpus hac celeritate po$$it ferri; & vis integra corporis proportionalis e$t quadrato lineæ AD, dif- ferentiæ quadratorum linearum A _h_ & AD, & quadrato A _f;_ primis duobus ex hi$ce tribus quantitatibus in unam $ummam collectis, habemus quadratum lineæ A _h,_ cui $i addatur quadratum lineæ A _f,_ aut _h_ B, habemus quadra- tum lineæ AB; cui proportionalem e$$e vim corpori in$i- 447. *246. tam ex ante demon$tratis $equitur , cum con$tet corpus 606. celeritate AB ferri . TAB. XXIII. fig. 5.

Simotum per AE eodem modo in duos re$olvamus per A _f_ & A _g_ , motu hoc $ecundo retardatur motus per AD; unde $equi- 604. tur, ut corpus per AE, celeritate hac lineâ de$ignatâ feratur, illi [0239]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXV. communicandam e$$e vim, quæ proportionalis $it quadrato A _f,_ & impre$$ionem, qua agitatur, ulterius tantum valere debere, ut quantitate _A g_ po$$it minuere velocitatem AD, in hoc ca$u corpus juxta directionem AD tantum $uper$ti- tem habebit vim proportionalem quadrato A _b_ , cui $i ad- 598. datur vis proportionalis quadrato A _f_, habemus vim propor- 601. tionalem quadrato AB; quod iterum cum ante demon$tra- tis congruit .

246 447.

Propo$itionem hanc, vim $equi proportionem quadrati 607. velocitatis, non po$$e referri ad illam cum qua alia in ea- dem linea agit, facile ex ante demon$tratis $equitur , hac 598. 599 de causâ ubi vim in duas re$olvimus, hæ quadratis veloci- tatum proportionales non erunt, ni$i ambarum directiones angulum rectum contineant ne aliter pro parte con$pirent aut contrarie agant . Ex quibus deducimus vim re$olu- 601. tam non iterum po$$e re$olvi. Motus per AB re$olvitur in duos motus eju$dem corporis per AD & AE, & vires TAB. XXIII. fig 54. quadratis velociratum $unt proportionales; $ed $i motus per AE iterum in duos per AF & AG angulum rectum con- tinentes $eparetur, non erunt hæ ultimæ quadratis veloci- tatum proportionales, & non poterit hîc applicari n. 604, in quo agitur de viribus, quæ non modo inter $e non con- fpirant, neque contrarie agunt, $ed quæ cum tertiâ nil commune habent. Hîc autem ip$e motus corporis per AB in tres motus re$olvitur per AD, AF & AG, in qui- bus AF & AD pro parte con$pirant, AD & AG partim contrariè agunt; & re$olutio quæ ad velocitates pote$tappli- cari, cùm demon$tratio n. 246. eadem $it, $ive motus in re- folutione con$pirent, $ive contrarie agunt, ad vires non po$$e referri ex ante demon$tratis clarum e$t . 440. 443.

In n. 605. 606. motum per AB compo$itum habemus ex 608. duobus, quorum unum in alios re$olvimus, $ed ita, ut po$t TAB. XXIII. fig. 4. 5. re$olutionem omnes motus darentur in duabus lineis, angu- lum rectum continentibus: quare motus in $ingulis lineis, $eparatim con$iderari potuere, quod nunquam fieri pote$t ubi motus varii in pluribus quàm duabus lineis dantur, tunce- [0240]PHYSICES ELEMENTA nim quidam nece$$ario motuspro parte con$pirant, aut con- trarie agunt; de his nihil demon$travimus, ex eadem tamen theoria virium deduci po$$unt.

CAPUT XXVI. De Percu$$ione obliqua. DEFINITIO 1.

_ANgulus incidentiæ_ vocatur angulus quem directio motus 609. corporis, ad aliud accedentis, efficit cum perpendicula- ri ad $uperficiem hujus in puncto, in quo percutitur.

DEFINITIO. 2.

_Angulus reflexionis_ e$t angulus, quem cum eadem per- _610._ pendiculari efficit directio motus corporis po$t percu$$io- nem.

_Si Corpus ela$ticum_ P _in obicem firmum ela$ticum_ FG _in-_ 611. _currat, obliquè_ juxta directionem P _a, redibit_ per _a p, i-_ TAB. XXIII. fig. 6. _ta, ut angulus incidentiæ_ P _a_ B _æqualis $it angulo reflexio-_ _nis_ B _a p._ Motus per P _a,_ quam longitudine celeritatem corporis de$ignare ponimus, pote$t re$olvi in duos, quorum unius directio parallela $it lineæ B _a,_ alterius huic perpen- dicularis; & corpus in obicem incurret in _a,_ qua$i celeritati- bus C _a,_ B _a,_ & juxta ha$ce directiones, ad hunc accederet *. 604. Motus per C _a_ ictu non mutatur & celeritate _a_ E corpus motum continuat, po$itis C _a, a_ E æqualibus; motu per B _a_ directè in ob$taculum incurrit, & per eandem lineam, ea qua acce$$it celeritate redit , id e$t per _a_ B; hi$ce au- 559. tem duobus motibus agitatum corpus redit per _a p,_ diago- nalem rectanguli lineis _a_ E, _a_ B, formati ; Triangula ve- 246. rò BP _a,_ B _a p_ e$$e æqualia liquet, unde con$tat propo$i- tum. Simili methodo detegimus motus corporum oblique in $e mutuo impingentium.

Corpus Q quie$cit, corpus P, directione & celeritate TAB XXII. fig. 11. & 12. PA, in illud impingitur. Per centra amborum corporum, cum P in A pervenerit, ducatur linea DB, & ad illam [0241]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXVI. perpendicularis PB, & ab$olvatur parallelogrammum ABPC; motus per PA re$olvitur in duos alios per PB & PC, aut BA, CA ; motu per CA corpus P non agit in corpus Q; 604. actio ergo oritur ex $olo motu per BA, id e$t, _corpus P,_ 612 _impactu obliquo per PA, celeritate PA, in corpus 2 agit,_ _eodem modo ac $i directe in illud incurreret per BA, cele-_ _ritate BA._ Quare motus corporis Q ex illa actione, $ive corpora $int ela$tica, $ive non, determinatur ex iis quæ de impactu directo dicta $unt.

Motus corporis P poft impactum ex ii$dem principiis de- 613 ducitur Motus per C A non mutatur; ergo motu illo æquali celeritate corpus P fertur, directione AE; $it ideo AE æqualis CA. Mutatio in motu BA determinatur re- $pectu corporis P, eodem modo ac motus corporis Q, ex iis quæ de colli$ione directâ explicata $unt. Sit celeritas po$t impactum AD, in $ig. 11., quando corpus progreditur, & in fig. 12., quando regreditur; ex i$to motu & motu per AE oritur motus compo$itus per diagonalem A _p,_ quæ $itu & longitudine directionem & celeritatem corporis P po$t im- pactum denotat .

246.

_Quando corpora $unt æqualia & ela$tica,_ totus motus per 614. BA ex percu$$ione de$truitur , & $olus motus per C A $u- 581. pere$t, qua directione tunc etiam fertur corpus P. In hoc ca$u $emper po$t impul$um corpora ambo, _quocunque modo_ _corpus P ad aliud accedat, $eparantur directionibus angulum_ _rectum continentibus._

MACHINA.

Qua Experimenta quæ dam de Colli$ione obliqua, & compo$ita, in$tituuntur.

Duo plana lignea CDE, CDE, ad formam trianguli rectan- 615 guli, cujus latus CD e$t longitudinis circiter trium pedum TAB XXIV. fig. 1. cum $emi$$e, latus DE unius pedis cum $emi$$e, laborata, verticaliter po$ita, circa cardines A & B convertuntur.

Experimenta in hac Machina adhibitis globis eburneis in- $tituuntur diametri unius pollicis cum $emi$$e.

Plana ita conjunguntur, ut $i hi$ce alia parallela, ad di$tan- [0242]PHYSICES ELEMENTA tiam quæ paululum $emidiametrum globorum excedit, concipiantur, horum inter$ectio $it ip$e axis circumvolutio- nis: quod præ$tatur $i cardines adhibeantur ut G (fig. 2.) quorum partes _b, b,_ ad majorem firmitatem, ligno in$erun- tur.

In centro cardinis $uperioris A, datur cylindrus parvus _a,_ (fig. 2.) in cujus ba$i foramen datur, quod cum alio a latere conjungitur, ita ut per illa immittatur filum _i h,_ quo glo- bus P $u$penditur, & quod paxillo annectitur.

Ope cochlearum F, F, F, F, F, Machina in $itu ver- ticali di$ponitur, ita ut filum _h i_ cum axe Machinæ coinci- dat.

In _m, m,_ clavi duo planis memoratis in$eruntur, his glo- bi Q, Q, $u$penduntur, ad talem di$tantiam a planis ut unum- quodque illud, cui applicatur, fere tangat; id e$t, ut linea, quæ concipitur per centra globorum P & Q, huic plano $it parallela; requiritur ulterius, ut hi globi, ad eandem altitudi- nem po$iti, $e$e mutuo tangant.

Fila, quibus globi Q & Q $u$penduntur, trajiciunt fora- mina in prædictis clavis, & paxillis _l, l_ annectuntur, ut commode elevari, deprimique, & omnium globorum cen- tra in eodem plano, ad horizontem parallelo, di$poni po$- $int. Regula ænea R, ita inflexa ut juxta illam globus Pin $uo motu ad$cendat, convertitur circa extremitatum alte- ram, & centrum motus cum axe Machinæ coïncidit. In- $ervit ad notandam viam globi P, & altitudinem ad quam ad$cendit.

Globus uterque Q juxta planum cui applicatur dimittitur, & altitudo a qua dimittitur notatur indice plano infixo, ad quod in utroque plano foramina quatuor dantur, angulos æquales, re$pectu motus filorum, continentia.

Quando globus Q a certa altitudine dimittitur, in glo- bum P impingit, illumque $ecundum eandem directionem propellit.

EXPERIMENTUM. I. 616

Exhibetur hic horizontalis $ectio hujus Machinæ, cui TAB. XXIV. fig. 3. [0243] [0243a] [0244] [0245]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXVI. $u$penduntur globus P, & unus ex globis Q. Planis ad angulum rectum di$po$itis, quacunque directione, & à quacunque altitudine cadendo, corpus P impingatur in corpus Q, po$t impactum corpora directiones planorum $equuntur.

Ex ii$dem principiis etiam deducitur motus duorum cor- 617 porum po$t percu$$ionem, quando ambo moventur, quo- modocunque in $e mutuo ferantur. Ca$us præcipui repræ- $entantur in Tab. XXIII, & omnes eodem modo re$olvun- tur.

Corpus P moveatur directione & celeritate P A; corpus TAB. XXIII. fig 7. 8. 9. 10. 11. & 12. Q directione & celeritate Q _a;_ ducatur linea B _b,_ tran$iens per amborum corporum centra ubi$e$e mutuo tangunt; ad illam $int CA & _c a_ perpendiculares, & ab$olvantur pa- rallelogramma PBAC & Q _b a c._ Motus corporis P re- $olvitur in duos alios, quorum celeritates & directiones de$ignant CA, BA. Motus, in quos re$olvitur motus cor- poris Q, de$ignantur per _c a, b a_ . Motibus per CA & _c a_ 604 corpora non agunt in $e mutuo, non mutantur ergo hi mo- tus, & po$t occur$um de$ignantur per A E & _a e,_ ip$is AC & _a c_ æquales; percu$$io ex motibus per lineas B A, _b a_ e$t directa, & determinatur in capitibus XXIII. XXIV.: $it mo- tus corporis P ver$us D, & ejus celeritas AD; corporis Q motus ver$us _d,_ & ejus celeritas _a d._ Po$t occur$um ergo motus corporis P componitur ex motibus per AE & AD, & movetur per diagonalem A _p_ Corporis Q motus po$t impactum componitur ex motibus per _a e_ & _a d,_ unde cor- pus illud fertur per diagonalem _a q;_ & longitudines illarum diagonalium celeritates corporum po$t occur$um denotant . 246. In Fig. 7. 8. & 9. corpora non ela$tica ponuntur. Fig. 10. 11. & 12. eo$dem ca$us datis corporibus ela$ticis repræ$en- tant. In fig. 7. litteræ quædam de$unt, quia puncta ip$is de$ignata cum aliis coincidunt.

[0246]PHYSICES ELEMENTA CAPUT XXVII. _De Colli$ione compo$ita._ DEFINITIO.

COmpo$itam _dicimus_ colli$ionem _ubi plura dantur quam_ 618 _duo corpor a concurrentia, aut ubi corpus unum in plu-_ _ra plana eodem tempore incurrit._

In hoc capite quædam examinabo circa colli$ionem tri- um corporum, & impactionem corporis in duo pla- na.

Corpus P, velocitate AP, incurrit in angulum GCF, juxta 619 directionem AP; determinandum qua actione in utrumque TAB. XXV. fig 1. 2. planum GC & FC incurrit.

Notandum corpus, integram $uam amittere vim; ponimus enim ob$taculum fixum.

Ductis AB & AD, quæ cum CG & CF angulos effi- ciunt rectos, $int PE & PH ad has re$pectivè parallelæ.

Si nunc concipiamus Corpus P, eodem tempore ferri per AE & AH, velocitatibus hi$ce lineis proportionalibus, revera 246. movebitur per AP velocitate AP ; ideò po$$umus con$i- derare corpus, dum pertingit ad P, agitari velocitatibus HP & EP, & juxta ha$ce directiones in plana CG, CF incurrere directè ita ut quæ$tio eo reducatur, quibus viribus corpus eodem tempore per AE & AH ferri po$$it.

Si angulus FCG e$$et rectus, & rectus e$$et angulus EAH; idcirco motus hi neque contrarie agerent, neque ad eandem partem tenderent, & quadratis velocitatum AE & AH actiones proportionales e$$ent . 604.

Ubi autem angulus, quem plana continent, e$t acutus, aut obtu$us; ut in hi$ce figuris, ducendæ $unt ad AP perpen- diculares EL, HI. In motu per AE continetur motus per AP velocitate AL; in motu per AH continetur motus per AP velocitate AI, & nil præterea ex motu per A P in his motibus continetur, propter angulum rectum AIH , 603. Ita ut non inter$it, quantum ad motum corporis, utrum eo- [0247] [0247a] [0248] [0249]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXVII. dem tempore moveatur corpus per AH & AE, velocitatibus hi$ce lineis proportionalibus; an in linea AP moveatur eo- dem tempore velocitatibus AI & AL. In utroque ca$u revera movetur corpus per AP, velocitate AP; quæ ergo valet ambas velocitates AL, AI, quod & aliunde con$tat: Nam AL & IP $unt æquales propter triangula $imilia & æqualia AEL, HIP habentia latera re$pectivè parallela, quorum AE & HP $unt æqualia . 34. El 17

Jam cum motus per A L contineatur in motu per AE quo agit in planum GC, & motus per AI contineatur in motu per AH, quo in aliud planum corpus agit; $equitur actiones in plana e$$e vires quibus corpus eodem tempore fertur velocitatibus AL & AI: vires verò hæ $unt ut ip$æ velocitates , & integra vis corporis, quæ quadrato veloci- 599. tatis AP proportionalis e$t , $ecari debet in duas partes 447. quæ $int inter $e ut AL & AI; partes hæ $unt rectangula AP per AL, & AP per AI.

Si, po$ito angulo GCF obtu$o, directio motus AP cum 620 crure uno, ut CF, angulum etiam efficiat obtu$um, in TAB. XXV. fig. 3. hoc ultimum planum tantum actionem exerit corpus, pro- portionalem quadrato lineæ AD, perpendiculari ad FC, & ictu non integram amittit vim, $ed per CF motum po$t impactionem continuat, velocitate linea DC proportio- nali.

Hæc ex re$olutione motus $equuntur. Nam aliundè 604 demon$trabimus nullam in planum GC dari actionem.

In ca$u fig. 2. ubi angulus; quem AP cum CF efficit, e$t acutus, actio in planum GC minuitur, aucto angulo hoc, $i hic rectus $it, ut in fig 3. datâ corporis directione _a_ P, parallelogrammi AEPH diagonalis AP coincidit cum latere AH, & latus aliud AE, ideoque AL, evane$cunt, & cum hi$ce actio in planum GC etiam tollitur ; quæ ergo auctâ 619. inclinatione viæ corporis ad planum hoc etiam nulla e- rit.

In determinandis quæ$pectant directam colli$ionem trium corporum, illi $imili utimur methodo quam circa duorum cor- [0250]PHYSICES ELEMENTA porum colli$ionem in cap. XXIII. adhibuimus. _Vbitria dantur_ 621. _corpora duæ dantur velocitates re$pectivæ à quibus_ pendent actiones corporum in $e mutuo , & partium introce$$io- 494. nes, quæ _manentibus_ corporibus, & hi$ce duabus velocita- tibus, _eadem $emper e$t,_ ideoque & _vis ictu de$tructa_ . _Quan-_ 622 _do corpora po$t ictum quie$cunt $umma virium e$t, datis ve-_ 488. _locitatibus re$pectivis, omnium minima;_ $i enim $umma mi- nor daretur minor vis ictu de$truetur, quod fieri non pot- e$t.

Demon$tramus autem in Scholio 1. hujus cap. _vim, datis ve-_ 623 _locitatibus re$pectivis, e$$e omnium minimam, $i motis duobus_ _corporibus unam partem ver$us, aliud in contrariam partem_ _ita feratur, ut bujus ma$$æ productum per $uam velocitatem_ _valeat $ummam productorum ma$$arum reliquorum duo-_ _rum, $ingularum multiplicatarum per $uas velocita-_ _tes._

In hoc autem ca$u corpora po$t ictum quie$cere, & ideo $ummam virium e$$e omnium minimam etiam deducimus ex demon$tratis circa colli$ionem corporum duorum, ad quam trium corporum colli$ionem referimus.

Sint corpora tria A, B, C; velocitas primi _f b;_ $ecundi 624 _g i;_ tertii _l i._ Ponimus producta A per _f b_ & B per _g i,_ TAB XXV. fig. 4. $imul $umta, valere productum C per _l i._

Concipiamus corpus C in duas partes re$olvi D & E ita, TAB. XXV. fig. 5. ut D per _l i_ valeat A per _f b,_ & E per _l i_ æquale $it B per _g i;_ id e$t $it D ad E, ut A per _f b_ ad B per _g i._ In hoc ca$u A ad D, ut _l i_ ad _f b,_ & corpora hæc concurrentia po$t 500. ictum quie$cunt : quie$cunt etiam B & E ; quia B ad E, 500. ut _l i_ ad _g i._ Hæc autem quatuor corpora à tribus da- tis, memoratis velocitatibus agitatis, non differunt.

Vis in ictu quocunque ami$$a datis velocitatibus re$pectivis valet $ummam virium in ca$u in quo corpora quie$cunt ; 622. hæc autem $umma $olis datis velocitatibus re$pectivis exprimi pote$t &, ut in Scholio 1. demon$tramus. _In omni concur$u_ 625. _directo trium corporum, vis ami$$a proportionem $equitur_ _$ummætrium productorum, quæ formantur multiplicatis dua-_ [0251]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXVII. _bus ma$$is in $e mutuo, & per quadratum velocitatis re$pe-_ _ctivæ barum ip$arum, divi$â $ummâ bacper $ummam trium_ _ma$$arum._

Datis corporibus A, B, & C; 1. multiplicari debet ma$$a A per ma$$am B & productum hoc per quadratum velocita- tis re$pectivæ A & B; 2. productum ma$$æ A per ma$$am C multiplicandum e$t per quadratum velocitatis re$pectivæ ho- rum corporum; 3. tandem ductis ma$$is B & C in $e invi- cem, productum multiplicari debet per quadratum velocita- tis re$pectivæ horum corporum; $umma verò trium horum productorum dividenda e$t per $ummam ma$$arum, & habe- bimus vim ictu ami$$am.

_Si non fuerint ela$tica tria corpora, de talibus enim agi-_ 626 _mus, po$t ictum_ eadem velocitate feruntur , & hæc e$t ve- 484. locitas quam navis haberet, in qua corpora juxta legem in n. 610. indicatam agitata forent; quia po$t ictum in nave corpora quie$cerent, translatis ip$is eadem cum nave ve- locitate. Navis _velocitatem_ in Scholio 1. _detegimus,_ & ha- betur, _multiplicando $ingulorum corporum ma$$as per $uas_ _velocitates & dividendo per $ummam ma$$arum $ummam_ _productorum, $i tria corpora ad eandem partem tendant; $in_ _minus, motuum contrariorum producta à $e invicem $ub-_ _trabi debent._

Videmus quæ $pectant trium corporum colli$ionem, in multis cum iis quæ de duobus corporibus demon$trata $unt convenire, quod etiam referri pote$t ad demon$trata de mu- tationibus velocitatum in ratione inver$a ma$$arum . Nam 512. ut in Scholio 1. demon$tramus; _Mutationes in velocitatibus_ 627 _duorum corporum, oriundæ ex actione mutua borum corporum_ _in colli$ione, $unt inver$e ut corporum ma$$æ, licet & aliâ a-_ _ctione eodem tempore unius motus mutetur._

Si nunc concipiamus corpora perfectè ela$tica, hæc in 628 nave memoratâ, $olâ ela$terii actione moventur, & à $e in- vicem recedunt ii$dem celeritatibus, & viribus, quibus ad $e invicem acce$$ere; in hoc enim ca$u $ingula ela$teria, quæ, dum relaxantur, vires generant æquales illis, quibus, [0252]PHYSICES ELEMENTA fuere flexa , de$ideratam, ut hunc præ$tent effectum, pati- 557. untur re$i$tentiam, æqualem nempe illi, quam in inflexione pa$$a $unt, nam eodem modo corpus re$i$tit, dum certam a- mittit vim & dum eandem acquirit.

Unde generalem hanc deducimus conclu$ionem, _mutationem_ 629 _in velocitate, in impactione corporum ela$ticorum quorumcun-_ _que, re$pectu $ingulorum duplam e$$e illius quæ in eodem in-_ _cur$u, datis corporibus non ela$ticis, locum baberet:_ ideo _regulæ n 567. 568. & hìc applicari po$$unt._

In demon$tratione hac ponimus actione mutua duorum 630 corporum ut A & Bela$ticas horum corporum partes tantum TAB. XXV. fig 4. intropremi, id e$t, illud tantum flecti ela$terium quod da- tur inter hæc corpora ubi in _a, b,_ concurrunt nullamque hujus actionis partem transferri ad inflectendas partes ela$ti- cas inter _b_ & _c._

Hæc $ic $e$e revera haberi $equi videtur ex $ubitâ admo- dum partium ela$ticarum inflexione & in$tauratione, quam $uperius demon$travimus . 583. 584.

Si autem concipiamus partes lentius intropremi, ut in- tropremuntur partes corporum mollium non $eparantur cor- pora ela$tica, ut ad $e mutuo acce$$ere, & difficilior e$t mo- tus determinatio.

_In concur$u trium Corporum mollium_ A, B, & C, _eodemmo-_ 631 _mento ad $e mutuo accedentium, introce$$iones $unt æquales_ inter _a_ & _b_ & inter _b_ & _c,_ _licet actiones $int inæquales;_ nam dum, Cagit in B, $i hæc actio, actionem $uperet quam A in B ad partem oppo$itam exerit non modo _c_ intropremit partes inter _b_ & _c;_ $ed & premit, in _b_ ita ut augeatur actio in- ter _b_ & _a;_ quareactione mutua corporum _c_ & _b,_ non modo partes inter hæc corpora intropremuntur, $ed & augetur introce$$io partium inter _a_ & _c,_ & hæc actio di$pergitur ita, ut _b,_ quod inter _a_ & _c_ quie$cit, æqualiter ab utraque par- te prematur; quare ab utraque parte, introce$$iones $i æque facile partes introcedant, æquales $unt; $umma vero cavi- tatum ambarum $equitur proportionem vis de$tructæ in his formandis . 464. 488.

[0253]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXVII. EXPERIMENTUM. 1

Su$pendatur Globus ex argillâ molli ita, ut re$pondeat me- dio Machinæ n. 491. tran$mi$$o filo per foramen medium _f_ (Tab. 18. fig. 2.) ad latera hujus duo $u$pendantur cylin- dri D & F, (Tab. 18. fig. 4.) adhibitis uncis YY, loco uncorum V, V, (fig. 2.) Quie$cente globo, in hunc di- mittantur, eodem momento, cylindri, major ve- locitate quinque, & alter velocitate decem, quæ velocitates $unt inversè ut ma$$æ, in qua ratione et- iam $unt vires ; po$t ictum tria corpora quie$cunt & ca- vitates ab utraque parte $unt æquales. Inæquales e$$e ca- vitates $i corpora hæc ip$a eodem modo mota impingant in 503. obicem fixum $uperius vidimus .

In hoc experimento vis majoris cylindri habetur multi- plicando ma$$am quatuor per quadratum velocitatis viginti quinque , & e$t 100; eodem modo vis alîus cylindri de- 470. tegitur 200., & $umma virium 300; vis hæc ictu perit, & cum cavitates $int æquales in utraque formanda con$u- mitur vis 150. quod experimento $equenti confirma- tur.

EXPERIMENTUM 2.

Ii$dem po$itis quæ in experimento primo, tollatur cy- 632. lindrus major & in ip$ius locum $u$pendatur cylindrus minori $imilis & æqualis. Si globus paululum convertatur & in hunc cylindri ambo dimittantur velocitate 8 {2/3}, po$t ictum corpora quie$cunt, & cavitates erunt æquales inter $e, & illis quæ in primo experimento formatæ $unt. Cum vires $int æquales & cavitates æquales, corpus utrumque $uam format cavitatem, vis autem quæ con$umitur habetur multi- plicando ma$$am duo per quadratum velocitatis 75 {1/9}, & e$t 150 {2/9}.

Si nunc _concipiamus partes ela$ticas flecti, ut memo-_ 633. _ratorum corporum mollium partes introcedunt,_ inflexio in- TA. XXV. fig. 4. ter _a & b_ æqualis erit illi quæ datur inter _b & c;_ & _con-_ _$ideranda $unt corpora qua$i $eparata actione ela$terio-_ _rum duorum æquè potentium inter hæc po$itorum._ Quo- [0254]PHYSICES ELEMENTA modo in hoc ca$u $eparatio determinetur in Scholio 2. videbimus.

Quomodo duo corpora, directionibus diver$is mota, in tertium eodem momento directè incurrentia hoc agitent, etiam explicabimus.

Dentur corporaA,B, directè eodem momento, velocitatibus 634. quibu$cunque, incurrentia in corpus quie$cens C, directio- TA. XXV. fig 6.7. nibus AK, BK. Productis hi$ce directionibus, $int KD velo- citas corporis A, & KE corporis B celeritas; erigantur D Fad K D normalis, & EG cum K E angulum rectum efficiens; dividatur KD in H ita, ut KH $e habeat ad HD, ut ma$$a corporis A ad ma$$am C; eodem modo di- videnda e$t KE in L, ut KL $it LE; ut ma$$a B ad ma$- $am C. Ductis nunc F H, GL, $e$e mutuo inter$ecanti- bus in N, linea K N $itu directionem, & longitudine velo- citatem, demon$trabit corporis C po$t ictum.

Corpora autem A & B in lineis K D, K E, motum con- tinuant, cum nullâ actione horum directio mutari po$$it. Velocitates verò determinantur dimi$$is ex N ad KD & KE perpendicularibus NI, NM; e$tque KI corporis A, & K M corporis B velocitas po$t ictum.

Nulla datur actio qua corpora A & Cin ictu directo, cum 635. non $int ela$tica, $eparari po$$int ; & licet actione corpo- 484. ris B moveatur corpus C, eo quidem minuitur actio corpo- ris A, $ed non C ab A juxta directionem KD $eparat; tunc enim C ab actione ip$ius A $ubduceret; ergo po$t ictum A & C eadem velocitate moventur juxta directionem K D; idcirco $i C percurrit AN, velocitate quam hac lineâ ex- primimus, movebitur A velocitate KI; motus enim per KN, juxta directionem K D, nil continet præter velocitatem KI ; & corpus A amittet velocitatem DI.

603.

Ulterius ad hoc debemus attendere, ductis lineis NO, NP, parallelis KE & KD, corpus C impactucor- porum A & B eodem tempore juxta directiones K O & KP propelli, & quidem velocitatibus hi$ce lineis propor- [0255]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXVII. tionalibus, $i per KN, velocitate KN moveatur , & mu- 246. tatio in velocitate corporis quie$centis C, ex actione cor- poris A erit KO; ergo KO ad ID, $i N ritè $it determi- natum, ut ma$$a A ad ma$$am C , id e$t ut KH ad HD, 6271. quod tantum obtinet $i punctum N detur in FH; produ- cta enim PN donec $ecet FD in Q, habemus PN ad NQ, ut KH ad HD, $ed PN æqualis e$t KO, & NQ ip$i ID . 34. El. 1. Eodem modo demon$tramus quæ$itum punctum N dari in linea GL; ideoque in inter$ectione hujus lineæ cum linea FH. Quod demon$trandum erat.

Si corpora $int ela$tica, mutationes velocitatum duplæ 636. $unt ; ergo $i producatur & duplicetur KN, habebimus 629. motum corporis C per K _n,_ velocitate K _n;_ & $umtis, I _i_ ip$i _l_ D, & M _m_ lineæ ME, æqualibus, habebimus K _i_ & K _m_ corporum A & B velocitates. _In hoc ca$u $ummæ viri-_ 637. _um ante & po$t ictum $unt æquales ;_ quod etiam ex hac ve- 558. locitatum determinatione $equi in Scholio 3. demon$trabi- mus.

Quando angulus EKG e$t obtu$us cum corporum A & 638. B motus pro parte contrarii $int & hîc referri debent quæ in n. 630. notata fuere.

Difficile admodum e$t demon$trata hæc experimentis con- 639. firmare. Experimenta circa corpora non ela$tica in$titui non po$$unt, quia globi ex argillâ $i omni ela$terio de$tituantur, quod in experimentis de$ideratur, po$tictum cohærent inter $e; & præterea quod etiam in corporibus ela$ticis locum habet nunquam certi $umus an exacti$$imè eodem momento ambo corpora incurrant, de quo, ubi agitur de deferentiâ mini- mâ, ni$i ex viâ quam $equitur corpus C judicium ferre non po$$umus, quæ ergo experimento determinari nequit. In eo $olo ca$u in quo corpora A & B $unt æqualia, & æqualibus velocitatibus mota, primo intuitu patet corpora hæc eodem momento in C impegi$$e, $i hujus via angulum DKE in duas partes æquales dividat: de hoc ca$u $equens in$titui pote$t experimentum.

[0256]PHYSICES ELEMENTA EXPERIMENTUM 3.

Sectio horizontalis Machinæ, in n. 615 de$criptæ, hîc re- 640. præ$entatur, applicatis huic Machinæ tribus globis ebur- TA XXIV. fig. 4.5. neis in de$criptione memoratis. Si corpora Q, Q, eodem momento dimittantur ab æqualibus altitudinibus, & forme- tur parallelogrammum _abcf_ cujus latera _ab, ac,_ $unt dire- ctiones corporum Q, Q, continuatæ, & æqualia $ubten$is arcuum per quos corpora Q, Q, de$cendunt; corpus P, $i angulus QPQ $it acutus minori ad$cendit velocitate, quàm qua ad$cendendo po$$et percurrere arcum cujus $ubten$a me- morati parallelogrammi foret diagonalis.

Po$ito autem angulo obtu$o ad majorem ad$cendit alti- tudinem quam quæ diagonali parallelogrammi determina- tur.

Quæ cum explicatis in n. 634. 636. conveniunt.

SCHOLIUM 1. _Demon$trationes n._ 623. 625. 626. 627.

Dentur tria corpora A, B, C, directè in $e mutuo impingentia, po$itâ pri- 641. mi velocitate _a,_ $ecundi _b,_ tertii _c,_ $umma virium e$t A _a a_ - B _b b_ - C _c c_ ; $i A & B ad eandem partem & C in contrariam tendant, ciximus in 470. n. 623. $ummam hanc fore, datis velocitatibus re$pectivis omnium mini- mam, $i A _a_ - B _b_ = C _c;_ Quod ex quiete corporum po$t ictum, in n. 624. demon$trato, quidem $equitur, $ed directè etiam probatur, $i velocitatem quamcunque concipiamus auctam aut diminutam quantitate quacunque ut x, & computatio ineatur de $umma virium.

Sit Ex. Gr. Corporis A velocitas _a - x;_ ut $erventur velocitates re$pecti- væ movetur B velocitate _b - x;_ & corporis C velocitas erit _c - x._ $umma virium e$t A _aa_ + 2A _a x_ + A _xx_ + B _bb_ + 2B _bx_ + B _xx_ + C _cc_ - 2C _cx_ + C _x x,_ quæ excedit primam quantitate A _x x_ + B _x x_ + C _x x_ $ublatis 2A _a x_ + 2 B _b x_ - C _c x_ quæ $e$e mutuo de$truunt; cum autem exce$$us detur quo- modocunque velocitates mutatas $ervatis velocitatibus re$pectivis, conci- piamus, $equitur $ummam in ca$u memorato fui$$e minimam.

li$dem po$itis, velocitas re$pectiva corporum A & B e$t _a-b_ ; corporum 642. 474. A & C e$t _a + c_ ; & tandem velocitas re$pectiva corporum B & C valet 475. b + _c_ . Vis ami$$a datis hi$ce velocitatibus re$pectivis valet $ummam vi- 475. rium in hoc ca$u, in quo $umma hæc e$t minima , & in quo A _a_ + B _b_ = C _c._ 621. Vim hanc ami$$am diximus æqualem e$$e [0257] [0257a] [0258] [0259]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXVII. {ABx

    a-b
<_>2 + ACx
    a + c
<_>2 + BCx
    b + c
<_>2/A + B + C} . Quod ut demon$tremus pto- 625. bandum quantitatem hanc æqualem e$$e A _a a_ + B _bb_ + C _cc._ aut {ABx
    a-b
<_>2/x A + B + C. + ACx
    a + c
<_>2 + BCx
    b + c
<_>2 = A_aa_ + B_bb_ + C_cc_}

Quia A _a_ + B _b_ = C _c_ etiam AA _aa_ + 2AB _ab_ + BB _bb_ = CC _cc_ = AC _ac_ + BC _bc_ unde deducimus AA _aa_ + BB _bb_ + CC _cc_ = 2AC _ac_ + 2BC _bc_ -2AB _ab._ Sed multiplicatis A _aa_ + B _bb_ + C _cc_ per A + B + C habemus AA _aa_ + BA _aa_ + CA _aa_ + AB _bb_ + BB _bb_ + CB _bb_ + AC _cc_ BC _cc_ + CC _cc,_ & $ub$tituendo pro AA _aa_ + BB _bb_ + CC _cc_ valorem detectum, habemus A _aa_ + B _bb_ + C _cc_ x A + B + C = AB _aa_ -2AB _ab_ + AB _bb_ + AC _aa_ + 2AC _ac_ + AC _cc_ + BC _bb_ + 2BC _bc_ + BC _cc_ + ABx

    a-b
<_>2 + ACx
    a + c
<_>2 + BC
    b + c
<_>2. Quod demon$trandum erat.

Sint iterum tria corpora A, B, C; velocitas primi _m;_ $ecundi _n;_ & tertii _p._ 643. Ut regulam n. 626. demon$tremus, dicimus _x_ velocitatem navis ibi memoratæ & velocitates corporum A & B in nave, $i concipiamus hæc i- p$â nave celerius ferri, erunt _m_-_x_ & _n_-_x;_ C vero, $i hoc nave lentius mo- veatur, in hac in contrariam partem fertur velocitate _x_-_p._ Cum agatur de ca$u in quo po$t ictum corpora quie$cunt habemus A _m_-A _x_ + B _n_-B _x_ = C _x_-C _p_ .

622. 615. 641.

Unde deducimus x = {A_m_ + B_n_ + C_p_/A + B + C}. Quod demon$trandum erat.

Si non omnia corpora ad eandem partem tendant illorum quæ in con- trariam partem feruntur velocitates $unt negativæ & producta in numeratore negativa.

Ponamus ut in præcedentibus demon$trationibus corpora A, B, & C, & con- 644. cipiamus hæc ad eandem partem ferri ita, ut in nave, quæ movetur ea velo- TAB. XXV fig. 4. citate qua corpora po$t ictum agitantur, velocitates corporum A & B à pup- pi ad proram $int _f h, g i,_ corporis C velocitas à prorâ ad puppim _l i._ In hoc ca$u corpus $olum C lentius nave movetur, & actione amborum alio- rum acceleratur. Cum in nave corpora po$t ictum quie$cant $umma pro ductorum A per _f b,_ & B per _g i,_ valet C per _l i_ .

622. 623. 641.

Divi$o C in duas partes D & E, ut $upra . quæ $int inter $e ut A per _fh_ TAB. XXV. fig. 5. 624. ad B per _g i,_ $i A agat in D, & B in E, etiam corpora in nave quie$cunt , id e$t; con$iderando motus ab$olutos, non attendendo ad navem, agitatis 624. D & E ante ictum æqualibus velocitatibus, & æqualiter accelerantur hæc actionibus corporum A & B, quantitate nempe _i l_ & vires iis communican- tur quæ $unt inter $e ut ma$$æ D & E , id e$t, ut producta A per _f b_ & B 450. per _g i._ Unde $equitur, in colli$ione trium horum corporum, actiones cor- TAB. XXV. fig. 4. porum A & B in C, dum $imul accelerant motum hujus corporis, e$$e in- ter $e ut A per _f b_ & B per _g i,_ in qua ratione $unt etiam velocitates, quæ hi$ce actionibus corpori C communicantur .

199.

Divi$â integrâ velocitate communicatâ _i l_ in duas partes _i m, m l,_ quæ $int [0260]PHYSICES ELEMENTA inter $eut A per _f b_ ad B per _g i,_ erit _i m_ velocitas communicata actione cor- poris A.

Multiplicando _i m_ & _m l_ per C, quo ratio non mutatur, habemus _i m_ per C ad _m l_ per C, ut A per _f b_ ad B per _g i;_ unde deducimus _i m_ per C plus _m l_ per C, id e$t C per _i l,_ ad _i m_ per C, ut A per _f b_ plus B per _g i_ ad Aper _f b:_ antecedentia autem $unt æqualia ergo & con$equentia.

Idcirco A ad C. ut _i m_ mutatio velocitatis in corpore C ex actione cor- poris A, ad _f b_ mutationem in velocitate corporis A. Id e$t, mutationes in velocitatibus horum corporum oriundæ ex actione mutua in colli$ione. $unt inver$è ut ma$$æ, ut hoc notavimus in num. 627.

SCHOLIUM 2. _Inve$tigatio motus memorati in n. 633._

Concipiamus tria corpora A, B, C, perfecte ela$tica; $it primi velocitas _m,_ 645. $ecundi _n;_ tertii _p;_ tendant hæc ad eandem partem: Po$t ictum ante in- $tauratam figuram velocitas e$t {A_m_ + B_n_ + C_p_/A + B + C} , dicatur hæc _v._

626. 643.

Vis ictu de$tructa e$t {ABx

    m-n
<_>2 + ACx
    m-p
<_>2 + BCx
    n-p
<_>2/A + B + C} 625. 641. Sit hæc æqualis 2A_ff_ + 2B_ff_ + 2C_ff._

Si non omnia corpora ad eandem partem tenderent velocitas po$t ictum, & vis de$tructa, ii$dem regulis determinari po$$ent,

Sepo$ito ela$terio po$t ictum corpora in nave, velocitate _v_ motâ, quie- $cerent, $olo ergo ela$terio in hac po$t ictum moventur & ii$dem velocitati- bus in nave moventur, quibus ii$dem ela$teriis corpora $i revera quie$ce- rent, agitarentur; determinatis ergo motibus in hoc ultimo ca$u habebimus motus in nave, unde motus ab$oluti facile deducuntur.

Ponimus igitur corpora quie$centia A, B, C, & inter hæc ela$teria flexa 646. viribus quibus in ictu partes fuere compre$$æ, quæ valent 2 A _ff_ + 2 B _ff_ + 2C _ff._ Cum agatur de ca$u in quo inter A & B, & inter B & C, partes æqualiter inflectuntur, vis qua ela$terium utrumque comprimitur e$t A _ff_ + B _ff_ + C _ff_ talemque vim dum ela$terium $e$e expandit corporibus com- municat ,

560.

Ela$terium inter A & B $e$e expandens Corpori A communicat vim B _ff_ + C _ff,_ & in corpus B actionem exerit, quæ valet vim A _ff_ . Eodem mo- 561. do ela$terium aliud corpori C communicat vim A _ff_ + B _ff_ & in Bexerit a- ctionem quæ valet vim C _ff_ .

561.

Corpus B premitur ergo duabus actionibus in partes oppo$itas, $i A $uperet C, magis hoc corpus ver$us premitur corpus B, actione quæ valet differen- tiam actionum A _ff_ & C _ff,_ de cætero actiones in utramque partem $unt æ- quales inter $e & valent C _ff._

[0261]MATHEMATICA. Lib. I. Cap. XXVII.

Dum ela$teria actionibus æqualibus in $e mutuo premunt, utrumque agit qua$i ob$taculo immobili <007>n$i$teret; & integram $uam vim in partem oppo$itam exerit ; id e$t ela$teria agunt in corpora A & C ita, ut $ingulis, præter me- 561. moratas vires, communicent vim C _ff;_ quare vis corpori A communicata va- let B _ff_ + 2C _ff,_ & C movetur vi A _ff_ + B _ff_ + C_ff,_ dum B ad par- tem Cpellitur actione quæ valet A _ff_-C _ff._

Sed B non pote$t moveri, quin eâdem velocitate propellatur ela$terium inter B & C, & ab ela$terio ita agitato accipit corpus C vim ftatim memo- ratam eodem modo ac in nave, in qua ela$terium ob$taculo cede- re ne$cio in$i$teret, actione ela$terii moveretur; id e$t velocitas qua corpus C a B recedit, aut B celerius movetur, illa e$t quæ competit impre$$io- ni $tatim memoratæ, quæ velocitas e$t _f_ {A + B + C/C} . Si corporis B ve- 470. locitas dicatur _x,_ erit _x_ + _f_ {A + B + C/C} velocitas corporis C. Summa viri- um horum corporum e$t A _ff_ + B _ff_ + C _ff_ & præterea A _ff_-C _ff,_ ide$t valet $umma hæc 2 A _ff_ + B _ff;_ Unde deducimus {B _xx_ + C _xx_ + 2_fx_ AC + BC + CC + A _ff_ + B _ff_ + C _ff_ = 2A_ff_ + B_ff_ ; 479. aut {_x x_ + 2_f x_ AC + BC + CC/B + C = A_ff_-C_ff_/B + C}; & {x = _f_AB + 2AC-_f_AC + BC + CC/B + C}: additâ velocitate _f_A + B + C/C} qua C recedit à B habemus ip$ius C velocitatem {_f_C AB + 2AC + _f_B AC + BC + CC/BC + CC}

Corporis autem A velocitas ex ip$ius vi ante determinata detegitur e$tque velocitas hæc {_f_AB + 2AC/A}.

Velocitates hæ ex velocitate _v_ $unt $ubtrahendæ, aut ip$i $unt addendæ, 647. pro ut cum motu navis con$pirant aut contrariæ agunt.

Si in primo motu A celerius B feratur, id e$t _m_ $uperet _n,_ velocitas cor- poris A po$t ictum erit {v-_f_AB + 2AC/A}; reliquæ velocitates detectæ corporum B & C ip$i _v_ addendæ $unt.

In $cholio 2. Capitis $equentis demon$trabimus $ummam virium po$t ictum 648. æqualem e$$e A _mm_ + B _nn_ + C _pp;_ quod cum ante demon$tratis congruit .

558. [0262]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM 3. _Demon$tratio n._ 637.

Diximus $ummam virium po$t ictum æqualem e$$e $ummæ virium ante i- ctum in colli$ione in n. 636. explicata; Po$itâ igitur velocitatum determi- TAB. XXV. fig. 6. natione ibi traditâ demon$trandum Corpus C tantum virium acquirere quan- tum amittunt A & B.

Quadratum lineæ KN æquale e$t quadratis linearum KO & ON, aut 649. KP, & bis rectangulo IOK ; etiam æquale e$t idem quadratum quadratis 12. El. 11. KO & KP & bis rectangulo MPK ; unde $equitur æqualia e$$e rectangula hæc, 12. El. 11. & quadratum KN valere quadratum KO, & rectangulum IOK, ut & quadratum KP cum rectangulo MPK; ergo quadratum KN æquale e$t rectangulis IKO & MKP; & quadratum K _n,_ duplæ ip$ius KN, quod quadruplum e$t quadrati KN, valebit quater $ummam rectangulorum IKO & MKP. Multiplicatis his per C, habemus vim corporis C, ictu acqui$i- tam, æqualem 4CxKOxK_l_ + 4CxKPxKM .

Vis, quam ictu ami$it corpus A, habetur multiplicando A per difterenti- 470. am quadratorum KD, K _i,_ velocitatum ante & po$t ictum , Differentia 598. autem hæc propter æquales DI, I _i,_ valet quater rectangulum KID ; & vis a- 8. El. 11. mi$$a e$t 4AxIDxKI: Sed in n, 635 vidimus A, C::KO, ID; ergo AxID = CxKO, & vis quam amittit A e$t 4CxKOxKI.

Eodem modo demon$tramus vim quam amittit B æqualem e$$e 4CxKP xKM, ideoque $ummam virium ami$$arum valere vim quam C acqui$ivit Q. D. E.

Vix differt demon$tratio quando agitur de ca$u fig. 7.

CAPUT XXVIII. _De Motu Centri gravitatis._

IN colli$ione corporum, motus re$pectivos, a motibus ab- $olutis di$tingui, in variis occa$ionibus jam notavimus; his nunc ulterius addendum, corporum ip$orum motus ab- $olutos, cum motu ab$oluto omnium corporum $imul con$i- deratorum non debere confundi.

DEFINITIO.

Motum ab$olutum corporum quorumcumque $imul con$ider a- _650._ torum vocamus motum centri gravitatis communis.

Ut in $ingulis corporibus de motu dijudicamus ex motu centri gravitatis, & hoc ad plura $imul con$iderata applica- ri po$$e clarum e$t.

[0263]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXVIII.

Circa _motum_ hunc _ab$olutum plurimorum corporum_ nota- 650. mus, _ip$um, actione re$pectivâ,_ qualis e$t omnis colli$io, _non_ _mutari;_ ideoque _Centrum gravitatis commune variorum_ 651. corporum in eâdem lineâ, eâdem velocitate, ante & po$t i- _ctum moveri._ Quod in omnibus colli$ionibus ante explica- tis obtineri demon$trabimus.

Sint A & B centra gravitatis duorum corporum, _$i ad_ C, TA. XXV. fig. 8. _centrum gravit atis commune, accedant ambo corpora, veloci-_ 652. _tatibus quæ $unt_ inter $e ut di$tantiæ $uæ à centro, nempeut AC ad BC, id e$t, _inver$e ut ma$$æ ip$orum corporum ,_ 134. 143. _quie$cit in hoc motu centrum gravitatis;_ nam dum eodem tempore percurrunt A _a,_ B _b,_ quæ $unt ut AC, BC, re$tant _a_ C, _b_ C in eâdem ratione inver$a ma$$arum, qua- re & in hoc $itu C e$t commune gravitatis centrum , quod 134. in motu hoc non fuit tran$latum.

_Eadem demon$tratio pote$t applicari ad motum_ corpo- _653._ rum à commune gravitatis centro recedentium, velocitati- bus quæ $unt inver$e ut ma$$æ, _in quo ca$u ergo etiam_ cen- trum _hoc_ quie$cit.

_Si varia_ dentur _corpora,_ ut A, B, D, & hæc _in eâdem_ 654. _lineâ mota, accedant omnia ad_ C _commune gravitatis centrum,_ TA. XXV. fig. 9. _aut recedant ab hoc,_ velocitatibus quæ in $ingulis corpori- bus $unt ut di$tantiæ ab hoc centro _quie$cit_ etiam _hoc ip$um._ Nam _cum_ in $itu A, B, D $umma productorum ma$$arum per di$tantias a C ab una parte hujus puncti æqualis $it $imi- li $ummæ ad aliam partem , & hoc locum habebit muta- 141. 143. tis omnibus di$tantiis, ut hîc fit, in eadem ratione, quare C manet centrum commune gravitatis ; quod ergo quie- 141. $cit.

_In hoc ca$u,_ multiplicatis $ingulis ma$$is per $uas veloci- tates, $umma productorum ab una parte centri gravitatis, æqualis e$t $imili $ummæ ad aliam partem; _ponimus enim_ _velocitates ut di$tantias à centro hoc._

Ex hi$ce $equentes deducimus conclu$iones.

Corporum duorum, aut trium, in $e mutuo directè incur- _655._ rentium ita, ut po$t ictum, $i non $int ela$tica, quie$cant, an- [0264]PHYSICES ELEMENTA te ictum quie$cit centrum gravitatis . In hoc eodem con- _656_ _500. 652._ _622. 623._ _654._ _cur$u, etiam quie$cit centrum hoc $i @orpora $<007>nt ela$tica ._ _562 629._ _653. 654._

_Si corpora duo aut tria directe in $e mutuo incurrant &_ navis concipiatur ita agitata, ut corpora, po$itis his non e- la$ticis, in hac po$t ictum quie$cant, in hac ip$a anteictum 657. quie$cit centrum gravitatis , & in tali conflictu po$t ictum 655. etiam quie$cit idem hoc centrum, $i corpora $int ela$tica , 656. unde $equitur navem hanc moveri ea velocitate, qua an- te & po$t ictum, commune corporum _gravitatis_ centrum fertur, cujus ergo _centri motus non mutatur._

Hoc quoque locum habere in motibus memoratis in n. 658. 633. 634. 636. demon$trabimus in $cholio $equenti 2.

_In concur$u obliquo duorum corporum_ duos con$ideravi- 659. mus motus, unum quo directe in $e mutuo incurrunt, al- terum lateralem , qui in impactu non mutatur; quare ne- 617. que mutatur centri gravitatis motus lateralis; $ed neque juxta aliam directionem centri gravitatis motus mutari po- te$t, quia impactu directo non mutatur ; Idcirco nullo 657. re$pectu motus hic variat & _velocitatem directionemque $uam_ _$ervat commune corporum gravitatis centrum._

Unicum circa motum centri gravitatis notandum $uper e$t quod in Scholio $equenti 1. demon$tramus; _$ummam_ 660. _virium corporum quorumcumque concurrentium, æqualem_ _e$$e $ummæ vis quam haberent omnia corpora, $imul agita-_ _ta ea velocitate, qua fertur cummune gravitatis centrum,_ _<010> omnium virium quibus corpora re$pectu centri bujus mo-_ _ventur._ Id e$t $i $umma ma$$arum per quadratum veloci- tatis centri gravitatis multiplicetur, & $ingulæ ma$$æ mul- tiplicentur per quadrata velocitatum, quibus ad gravitatis 661. centrum tendunt, id e$t, quibus _in nave, in qua centrum_ _gravitatis quie$ceret_ agitata forent, $umma omnium produ- ctorum æqualis erit $ummæ productorum $ingularum ma$- $arum ductarum in quadrata velocitatum $uarum. Id circo _$i mutatis motibus, $uma virium <007>n hac nave non mutetur,_ _neque mutabitur $umma virium ab$olutarum._

Propo$itio hæc univer$alis e$t; $ed cum in hi$ce omnibus [0265]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXVIII. de colli$ione agatur, corpora tantum concurrentia con$ide- ramus.

SCHOLIUM 1. Demon$tratio n. 660.

QUamdiu corpora moventur in eâdem lineâ propo$itio ultimum memo- 662. rata $implici algebraica computatione patet.

Sint corpora A, B, C, primi velocitas _m;_ $ecundi _n,_ tertii _p;_ centri gravi- tatis velocitas _d._ Tendant corpora ad eandem partem; & $int _m_ & _n_ majores ip$a _d;_ _p_ verò minor: Ergo velocitates, quibus corpora ad centrum gravitatis tendunt $unt _m - d, n - d, d - p;_ & A x

    _m - d_
+ B x
    _n - d_
= C x
    _d - p_
; quare 654. 2 A _md_ - 2A _dd_ + 2B _nd_ - 2 B _dd_ = 2 C _dd_ - 2C _dp,_ multiplicando inte- gram æquationem per 2_d._ Demon$trandum A _mm_ + B _nn_ + C _pp_ =
    A + B + C
x _dd_ + A x
    _m - d_
<_>2 + B x
    _n - d_
<_>2 + C x
    _d - p_
<_>2. Ultima hæc quantitas $ic pot- e$t exprimi A _mm_-2 A _md_ + 2 A _dd_ + B _nn_ - 2B _nd_ + 2 B _dd_ + C _pp_ - 2 C _pd_ + 2C _dd._ Sed - 2A _md_ + 2A _dd_ - 2B _nd_ + 2B _dd_ & - 2C _pd_ + 2 C _dd_ $e$e mutuo de$truunt & quantitas hæc tantum valet A _mm_ + B _nn_ + C _pp._ Quod demon$trandum erat.

Sint iterum tria corpora A, B, C, quorum tantum gravitatis centra con$i- 663. deramus; $it commune gravitatis centrum D; ponamus corpora moveri per TA. XXV. fig. 10. AE, BE, CF, velocitatibus hi$ce lineis proportionalibus. Directio & ce- leritas centri gravitatis D e$t DE. Velocitates, quibus corpora ad centrum commune gravitatis tendunt, $unt AD, BD, CD, hæ enim e$$ent corpo- rum velocitates in nave, in qua centrum gravitatis quie$ceret. Idcirco de- mon$trandum A x AE<_>q + B x BE<_>q + C x CE<_>q = A + B + C x DE<_>q + A x AD<_>q + B x BD<_>q + C x CD<_>q.

Ad DE ducantur perpendieulares AF, BG, CH, LDL. Di$tantiæ corporum A, B, C à linea LDL $unt FD, GD, HD; ergo, quia D e$t centrum commune gravitatis A x FD + B x GD = C x D unde patet D 141. 159 eorum corporum e$$e commune gravitatis centrum po$itis his in F, G & H . Si in hoc $itu concipiamus corpora moveri A velocitate FE, B 141. velocitate GE, & tandem C velocitate HE; centri gravitatis velocitas erit DE; Ergo A x FE<_>q + B x GE<_>q + C x HE<_>q =

    A + B + C
x DE<_>q + A x FD<_>q + B x GD<_>q + C x HD<_>q addendo utrimque A x AF<_>q + 661. B x BG<_>q + C x CH<_>q & $ub$tituendo triangulorum rectangulorum AFD, BGD, CHD, AFE, BGE, CHE, quadrata Hypotenu$arum pro quadratis laterum , habebimus propo$itum. 47. EL @

[0266]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM 2. Demon$trationes n. 658. ut <010> 648.

DIximus in ca$u n. 633. quem in n. 645. peculiarius explicavimus etiam 658. motum centri gravitatis non mutari, quod ut demon$trctur, probandum corpora ita à $e invicem $eparari, ut con$ideratis $olis motibus quibus $epa- rantur, quie$cat centrum gravitatis; tunc enim $i concipiamus corpora $e- parari in nave, ea velocitate mota qua corpora conjunctim ante $eparationem moventur, velocitate qua navis fertur commune gravitatis centrum motum continuabit.

Po$itis quæ in n. 645. fuere expllcata demon$trandum A multiplicatum 664. per velocitatem ibi determinatam quod productum e$t@ _f_ AB + 2AC, valere $ummam productorum corporum B & C, $ingulorum multiplicato- rum per velocitates ibi detectas . Producta hæc $unt 654. {_f_BAB + 2AC - _f_BAC + BC + CC/B + C} & {_f_CAB + 2AC + _f_BAC + BC + CC/B + C} quorum $umma e$t {_f_BAB + 2AC + _f_CAB + 2AC/B + C}, id e$t _f_AB + 2AC. Quod demon$trandum erat.

Hi$ce demon$tratis facile patent, quæ in n. 648. fuere memorata, $ummam virium ante & po$t ictum, in motu in n. 645. & $eq. memorato e$$e æqualem. 665. Vires quibus partes ela$ticas inflexas po$uimus, $unt vires quibus ad centrum commune gravitatis acce$$ere corpora , $ervatâ eâdem virium $ummâ à $e- invicem, uti ex computatione ip$a $equitur, fuere $eparata, id e$t, illa ip$a 642. 654. fuit $umma virium quibus à centro gravitatis rece$$ere, cum hujus centri ve- locitas ictu non fuerit mutatâ , unde $equitur $ummam virium ab$oluta- rum etiam eandem e$$e ante & po$t ictum .

664.

In n. 658. diximus etiam centrum commune gravitatis corporum in col- 661 li$ionibus compo$itis in n. 634. 636 memoratis, eadem directione & veloci- 666. tate motum po$t corporum concur$um continuare.

Si concipiamus corpora A & B ultra K eadem velocitate, qua anteictum movebantur, motum continuare quie$cente eodem modo corpore C, neque TA. XXV fig. 6. 7. directio neque velocitas centri gravitatis communis mutata erit; con$tabit ergo propo$itum $i demon$tremus in eodem puncto ver$ari centrum gravita- tis, po$itis corporibus, C in K, A in D, & B in E; aut po$itis his, C in N, A <007>n I, & B in M; aut tandem po$itis, C in _n,_ A in _i,_ & B in _m._ Patebit autem in hi$ce tribus occa$ionibus idem e$$e gravitatis centrum $i demon$tre- mus hujus di$tantias à lineis KF & KG non mutari.

Re$pectu lineæ utriusque demon$tratio eadem e$t, quare de KF tantum a- gam.

[0267]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXVIII.

Di$tantia puncti N ab hac linea e$t NM; puncti _n_ e$t 2NM; puncto- rum D, I, & _i_ di$tantiæ ab cadem KF deteguntur hi$ce proportionibus PN, NM:: { KD, {NM x KD/PN} \\ KI, {NM x KI/PN} \\ K_i,_ {NM x K_i_/PN} Quibus detectis, di$tantiæ centri gravitatis communis corporum, à memo- ratâ lineâ KF, in tribus memoratis corporum di$po$itionibus, deteguntur {NM x KD x A/PN x A + B + C}, {NM x C/A + B + C} + {NM x KI x A/PN x A + B + C}, & {2 NM x C/A + B + C} + {NM x K_i_ + A/PN x A + B + C} quas æquales demon$tramus. 159.

Ex con$tructione $equitur PN $e habere ad NQ, & etiam 2 PN ad 2 NQ, ut A ad C; NQ æqualis e$t ID, & valet KD-KI ergo PN x C = KD x A - KI x A, & PN x C + KI x A = KD x A.

Eodem modo 2NQ valet 2ID, id e$t _i_D, & æqualis e$t KD - K_i;_ unde deducimus 2PN x C + K_i_ x A = KD x A.

Multiplicatis hi$ce tribus quantitatibus æqualibus KD x A, PN x C + KI x A, & 2PN x C + K_i_ x A, per NM & divi$is productis per PN x

    A + B + C
, habebimus quotientes æquales, à di$tantiis detectis non di- ver$os. Q. D. E.

SCHOLIUM 3.

SI demon$tratam in hoc capite propo$itionem, ante & po$t colli$ionem 667. centrum gravitatis eâdem velocitate ferri, applicemus ad colli$ionem in n. 521. memoratam, corporum po$t colli$ionem velocitates determinare po$$u- mus.

Tria corpora po$t ictum, juxta directionem primi motus feruntur veloci- tate, qua ante ictum centrum gravitatis fertur ; nam nulla datur actio qua 652. directe $eparari po$$int; velocitas hæc detegitur regulâ in n. 519. traditâ. itaque moventur ut corpora mollia po$t impactionem directam, $ed quæ in hac corporum mollium impactione de$truitur, corpora impingentia vim $er- vant in ca$u quem examinamus; & hac idcirco lateraliter feruntur quæ vis 601. datur quare lateralis velocitas, quæ nempe cum prima directione angulumeffi- 510. 525. cit rectum, detegi pote$t: ideoque directiones & velocitates ab$olutas qui- bus corpora impingentia po$t ictum moventur facile determinantur.

Dicatur Q ma$$a corporis quie$centis; $int aliorum ma$$æ P, P; & horum TAB XXI. fig. 4 volocitas _v._

[0268]PHYSICES ELEMENTA

Po$t ictum corpus Q movetur velocitate {2P_v_/2P + Q} ; eâdem velocitate, jux- 519. ta eandem directionem, feruntur corpora P, P, $ed hæc præterea laterali- ter feruntur viribus quæ valent {2PQ_vv_/2P + Q} ; quare utriu$que lateralis ve- 510. 525. locitas e$t {_v_Q/2P + Q} , & velocitas ab$oluta {_v_ 4PP + 2PQ + QQ/2P + Q} . 470. 610.

CAPUT XXIX. De Legibus Ela$ticitatis.

QUid $it _Ela$ticitas,_ & unde oriatur, jam vidimus ; 701. etiam quid ex eo in congre$$u corporum, $ive dire- cte, $ive oblique, in $e mutuo impingentium eve- niat; $upere$t ut ip$ius Ela$ticitatis leges examinemus, il- ludque ex Phænomenis.

Omnia corpora, in quibus Ela$ticitatem ob$ervamus, con$tant ex filamentis tenuibus, aut $altem qua$i ex talibus con$tantia con$iderari po$$unt, corpus enim in fila divi$um concipi pote$t; illaque fila, ad $e mutuo appo$ita, corpus formare; ut ergo in ca$u omnium minime compo$ito E- la$ticitas examinetur, chordæ con$iderandæ $unt, & qui- dem metallicæ; chordæ enim exinte$tinis ovium $piram for- mant, & non ut fibræ, ex quibus corpora formantur, con- $iderari queunt.

Fibrarum Ela$ticitas in eo $ita e$t, quod extendi po$$int, _668._ <010> $ublata vi qua producuntur, iterum ad pri$tinam longi- tudinem redeant.

_Fibræ nullam habent Ela$ticitatem, ni$i certâ vi ten-_ 669. _$æ $int;_ ut patet ex chordis parum ten$is, & quarum ex- tremitates fixæ $unt; quæ $i a $itu paululum removeantur, ad illum $ponte non redeunt: qui$nam vero $it gradus ten- $ionis, in quo Ela$ticitas inchoetur, Experimentis nondum fuit determinatum.

_Quando nimia vi fibra tenditur, Ela$ticitatem amittit;_ 670. [0269] [0269a] [0270] [0271]MATHEMATICA. LIB. I. CAP XXIX. & neque gradus hicce ten$ionis notus e$t; illud con$tat, ten$ionem fibrarum, quæ Ela$ticitatem con$tituit, certis limitibus terminari.

Ex hi$ce patet differentia corporum ela$ticorum & non 671. ela$ticorum; quare corpus ela$ticum Ela$ticitatem amit tit, & quomodo Ela$ticitate de$titutum proprietatem hanc acqui- rit. Lamina metallica, repetitis mallei ictibus, quibus fibræ tenduntur, fit ela$tica, calefacta vim hanc amittit, dum vi ignis $itus partium turbatur.

Inter limites ten$ionis, quibus ela$ticitas terminatur, pro vario ten$ionis gradu, vis diver$a requiritur, ad chordam certa quantítate producendam; quænam hic proportio lo- cum habeat Experimentis determinari debet, quæ, ut jam dictum, cum chordis metallicis in$tituenda $unt. Cum ve- ro hæ chordæ vix $en$ibiliter producantur, directe produ- ctionum proportiones men$urari nequeunt; alia methodo hæ determinantur.

Sit chorda horizontalis AB, certa vi ten$a; cujus extre TA XXVI fig. 2. mitates in A & B fixæ $unt; pondere in medio chordæ ap- pen$o inflectatur chorda, ut $itum ACB acquirat.

DEFINITIO.

Linea ut _C_ c a puncto medio chordæ po$t inflexionem, ad _672._ punctum medium in $itu naturali, vocatur chordæ $agit- ta.

Sit _c e_ circuli portio, centro B, & radio B _c,_ de$cripti. Inflexione dimidia pars chordæ producta fuit quantita- te C _e,_ quæ quantitas cum $agitta C _c_ certam relationem habet.

Pondus etiam, quo chorda inflectitur, certam cum vi, qua fibra producitur, id e$t, per BC trahitur, relationem habet; & ita in variis Experimentis ex comparationibus $a- gittarum, & ponderum quibus chordæ inflectuntur, pro- ductionum proportiones determinari po$$unt, ut $equentibus Experimentis patebit.

[0272]PHYSICES ELEMENTA MACHINA Qua Experimenta de Ela$ticitate in$tituuntur.

Machinæ hujus pars præcipua e$t tabula lignea verti- 673. calis, longitudinis circiter trium pedum, altitudinis unius TA. XXVI. fig. 2. pedis.

Regulæ ligneæ _mn, mn,_ tabulæ cohærent, & iis $u$ti- nentur duo Pri$mata H, H, ad formam cunei, quæ juxta illas regulas moventur, & ubique ope cochlearum tran$euntium per $cis$uras in tabula firmantur.

Dantur inter A & B divi$iones æquales, a medio tabulæ partem utramque ver$us, ad $itum Pri$matum determinan- dum.

In O datur $ulcus, quo Machinæ a latere connectitur tro- chlea T, cujus figura datur in F, fig. 2. Tab. X.

Chorda, cum qua Experimenta fiunt, ab una parte an- nectitur extremitati regulæ _m n,_ & ad aliam partem circumit trochleam T, pondere P illam tendente, & Pri$matibus H. H, in punctis, quæ a medio Machinæ æque di$tant, illam $u$tinentibus.

Medio Tabulæ in$eritur lamina ænea _d e,_ in partes mini- mas divi$a, juxta quas divi$iones movetur lamina ænea _fg,_ quæ chordæ appenditur, & in qua foramen datur per quod hæc immittitur; huic laminæ conjuncta e$t lanx L, quæ unâ cum lamina _f g_ exacte e$t ponderis unius unciæ.

Longitudo chordæ in Experimentis æqualis e$t di- $tantiæ inter apices Pri$matum H, H; nam in inflexionibus minimis, circa quas $olas Experimenta fiunt; ponderibus in C appen$is, chorda $uper Pri$matibus non movetur, pondus P non elevatur, & pars, ut AB, $ola inflexionibus i$tis producitur.

In chordæ inflexionibus $agittæ men$urantur divi$ioni- bus laminæ _e d,_ nam extremitas _g_ laminæ _g c_ æqualiter $emper cum puncto C, in chordæ inflexione, de$cendit.

EXPERIMENTUM. I.

Sit pondus P duarum librarum, & inflectatur chorda in 674. C pondere unius unciæ, id e$t, pondere lancis & laminæ [0273]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIX. _f g,_ noteturque divi$io in lamina _de_ ad quam extremitas _g_ laminæ _f g_ de$cendit. Mutetur pondus P, & $it quatuor librarum, duplicandum etiam e$t pondus, quo chorda infle- ctitur, ut de$cendat _g_ ad eandem divi$ionem, & pondus hoc e$t duarum unciarum; tres unciæ ad eandem inflexionem requiruntur, quando pondus P e$t $ex librarum.

Ex hoc Experimento $equitur, _pondus, quo certa quan-_ 675. _titate producitur fibra, in variis gradibus ten$ionis f<007>bræ,_ _eandem cum ten$ione rationem $equi:_ $i dentur ex. gr. tres fibræ eju$dem generis, longitudinis, & cra$$itiei, quarum ten$iones $unt ut 1. 2. & 3.; pondera quæcunque in eadem proportione æqualiter producunt illas fibras.

_Eju$dem fibræ productiones minimæ $unt inter $e quam_ 676. _proxime ut vires quibus fibræ producuntur._ Detur ex. gr. fibra ten$a pondere centum unciarum, $i $eparatim producatur viribus unius unciæ, duarum unciarum, & tri- um unciarum, productiones erunt quam proxime ut unum, duo, & tria , id e$t, unaquæque uncia $uperaddita fere 673. æqualiter producit fibram: nam ten$iones ponderibus 100. 101. & 102. unciarum, quibus in $ingulis ca$ibus, quando uncia $uperadditur, tenditur fibra, parum inter $e diffe- runt.

Hæc fibrarum proprietas ad inflexionem ip$arum appli- 677. cari pote$t, & magni u$us e$t. Inflectatur chorda AB, ita ut TA. XXVI. fig. 3. $itus A _c_ B, A _c_ B, & ACB acquirat, ita tamen ut in maxima inflexione $agitta non $it quartæ partis unius pollicis, po- $itâ chordæ longitudine duorum pedum cum $emi$$e; in i$tis ca$ibus productiones chordæ $unt admodum parvæ, er- go in ratione virium, a quibus oriuntur , & i$tas vires de- 676. $ignant; denotet c D vim qua chorda non inflexa tenditur, & centro B de$cribatur circulus D_d;_ lineæ _dc,_ _dc,_ _d_C, quæ $ingulæ $uperant lineam cD, quantitate, qua in $ingulis inflexio- nibus fibra fuit producta, exprimunt vires integras, quibus in $ingulis ca$ibus fibra tenditur. Sed h<007>c arcus D _d_ vix e$t unius gradus, & D $emper a puncto c $atis di$tat, quare D _d_ pro linea recta ip$ic C parallela haberi pote$t, & lineæ _cd,_ _cd,_ C _d_ [0274]PHYSICES ELEMENTA in eadem $unt ratione cum lineis _c_B, _c_B, CB. Punctum ideo C ver$us B & A $emper trahitur, viribus lineæ CB aut CA proportionalibus; & vis qua chorda inflectitur, cu- jus directio e$t per c C, duplicatæ $agittæ rationem $equi- 220, 231. tur , & e$t ut ip$a $agitta. _In omnibus ergo chordæ cu-_ 678. _ju$cunque inflexionibus minimis, $agitta cre$cit & minuitur_ _in eadem ratione cum vi qua chorda inflectitur._

EXPERIMENTUM 2.

Chorda AB, pondere quocunque ten$a, inflectitur pon- 679. deribus unius unciæ, duarum, & trium unciarum, de$cen- TA. XXVI. fig. 2. $us puncti _g,_ id e$t, ip$æ $agittæ, $unt inter $e ut unum, duo, & tria.

_In chordis eju$dem generis, cra$$<007>tiei, & æqualiter ten$is,_ 680. _$ed diver$æ longitudinis, productiones, quæ ex $uperadditis_ _æqualibus ponderibus oriuntur, $unt inter $e ut chor darum_ _longitudines._ Ex eo hoc patet, quod chorda in omnibus punctis $it æque ten$a; productio ergo integræ chordæ e$t dupla productionis dimidiæ partis, aut chordæ dimidiæ lon- gitudinis.

Quod ad inflexionem harum chordarum attinet, $int 681. AB, _ab,_ chordæ eju$dem generis & cra$$itiei, $ed diver$æ TA. XXVI. fig. 4. longitudinis, æque ten$æ & ita inflexæ, ut ACB $it $itus illius; _adb_ hujus inflexio; & $int triangula BC_c_ & _b_D_d_ $i- milia: _c_B e$t ad D_b,_ id e$t, $unt chordarum longitudines, ut CB ad _db;_ chordæ ergo proportionaliter ad longitudi- nes producuntur, & ideo viribus æqualibus, juxta directio- nes _bd, ad,_ BC, AC trahuntur ; propter $imilitudinem 680. autem triangulorum $tatim memoratorum vires etiam juxta _c_C & D_d_ agentes $unt æquales inter $e , & _$agittæ c_C, 682. D_d $unt ut chordarum longitudines;_ quod igitur, _cæteris_ 200. 232. _paribus, in chordis inæqualibus & inflexis_ $emper obti- net.

EXPERIMENTUM 3.

Chorda A B pondere quocunque tenditur, applicatis 683. Pri$matibus H, H, ab utraque parte ad $extam divi$ionem; TA. XXVI fig. a. inflectatur pondere quocunque, ita ut $agitta $it $ex divi- [0275]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIX. $ionum laminæ _ed._ Mutentur Pri$mata & ad quartam ta- bulæ divi$ionem ab utraque parte ponantur, $agitta erit qua- tuor divi$ionum laminæ, & $ic pro quocunque $itu Pri$ma- tum.

Fibræ eju$dem generis, $ed diver$æ cra$$itiei, $i inter $e comparantur, po$$unt con$iderari qua$i formatæ ex multis fibris tenui$$imis eju$dem cra$$itiei, quarum numerus in fi- bris memoratis erit in ratione $oliditatis harum fibrarum, id e$t, ut quadrata diametrorum, aut ut pondera _quando_ 684. _fibræ $unt æquales._ Viribus ergo in eadem ratione quadra- torum diametrorum, hæ fibræ æqualiter tenduntur; quæ etiam ratio inter vires, quibus chordæ inflectuntur, requi- ritur, ut $agittæ datis fibris æqualibus $int æquales. Sed minuendo in eadem ratione vim, qua fibra tenditur, cum vi, qua inflectitur, $agitta non mutatur ; _po$<007>tis_ igitur _vi-_ 673. _ribus, quibus_ fibræ _tenduntur, æqualibus, $i æqualibus vi-_ _ribus inflectantur,_ etiam in eo ca$u _$agittæ erunt æquales,_ _quæcunque fuerit cra$$itiei diver$itas._

EXPERIMENTUM 4.

Dentur chordæ quæcunque eju$dem generis, & inæqua- 685. lis cra$$itiei; $eparatim applicentur Machinæ, relictis Pri$ma- TA. XXVI. fig. 2. tìbus H, H, $i eodem pondere Ptendantur, & etiam eodem pondere Linflectantur, $agittæ erunt æquales.

_Sichordautcunque ten$a_ AB _inflectatur,_ ut figuram ACB 686. acquirat, _& $ibirelinquatur,_ ex ela$ticitate ad primam figuram TA. XXVI. fig. 1. redit, & in eo ca$u motus puncti C e$t acceleratus; nam in $itu ACB chordæ, punctum Cmovetur, nam trahitur vi qua in illo $itu retineri pote$t; motus hicce non de$truitur, & ei $uperad- ditur, in $ingulis punct<007>s $agittæ, motus oriundus ex vi qua pun- ctum C in ip$is retineri po$$et; celeritas omnium maxima e$t in _c,_ & eâ punctum C ulterius fertur, deinde redit, _varia$-_ _que vibrationes peragit,_ in quibus punctum C ni$i parva $pa- tia non excurrit; qua de cau$a vis, qua, in omnibus di$tan- tiis a _c,_ agitatur punctum C, e$t ut hæc di$tantia . Congruit 678. ergo motus hicce cum motu corporis in cycloïde vibrati, _& vibrationes licet inæquales $unt æque diuturnæ_ . 380. 387

[0276]PHYSICES ELEMENTA

Nam cum cau$a movens $it _chordæ Ela$ticitas_ transfertur 687. cau$a hæc cum ip$a fibra, quæ re$pectu ip$ius quie$cit, quare in hanc, licet agitatam, premit qua$i quie$ceret hæc, ita ut hìc vis movens $it _eju$dem generis cum gravitate ._

252.

_Po$itis duabus chordis $imilibus & æqualibus, $ed inæ-_ 688. _qualiter ten$is,_ vires inæquales requiruntur ut æqualiter inflectantur; ergo vibrationes temporibus inæqualibus pera- gunt.

Motus illarum conferri po$$unt cum motibus pendulo- rum in cycloïdibus vibratorum , & æquales cycloïdes, viri- 685. bus diver$is, de$cribentium; quæ vires $unt inver$e ut qua- drata temporum vibrationum : in chordis ergo etiam _qua-_ 301. _drata temporum vibrationum $unt inter $e inver$e,_ ut vires quibus æqualiter inflectuntur; quæ $unt _ut pondera quibus_ _chordæ tenduntur ._ 674.

_Quando chordæ $unt $imiles, æque ten$æ, $ed diver$æ_ 689. _longitudinis,_ motus harum cum motu pendulorum etiam TA. XXVI. fig. 4. confertur. Non intere$t quantum ad actionem gravitatis in corpus, & ideo quantum ad motum corporis ex gravi- tate, utrum manente materiâ, ip$a vis gravitatis minuatur in certa ratione, an vero manente hac vi materia in ea- dem ratione augeatur , quod ergo ad motum chordæ et- 111. iam applicari pote$t . Ergo chordæ, ACB, _adb,_ quæ 687. ponderibus æqualibus inflectuntur, agitantur ut corpora in quibus gravitates agerent, quæ forent inter $e ut _ab,_ ad AB; in hac enim ratione inver$a $unt quantitates materiæ in chordis. Chordæ etiam hæ moventur ut pendula, quo- rum longitudines $unt ut _c_B ad D_b,_ aut AB ad _ab;_ ergo quadrata durationum vibrationum, quæ $unt inversè ut vi- res, & directè ut longitudines pendulorum , $unt in ra- 3@2. tione compo$ita ex inver$a ratione _ab_ ad AB, id e$t, AB ad _ab,_ & directa ip$ius AB ad _ab;_ quæ ratio compo$ita e$t ratio quadratorum longitudinum; _chordarum_ igitur _lon-_ _gitudines $unt ut vibrationum tempora._

Eodem modo comparantur _tempora vibrationum chorda-_ 690. _rum diver$æ cra$$itiei, po$itis chordis æqualibus, & aqua-_ [0277]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIX. _libus ponderibus ten$is;_ hæ æqualibus ponderibus æqualiter inflectuntur , & ideò agitantur ut pendula æqualia, in quæ 684 agunt gravitates, quæ _$unt_ inversè _ut_ quantitates materiæ in chordis , id e$t, ut quadrata diametrorum; quæ ratio 112. iterum invertenda e$t ad habendam proportionem quadra- torum durationum vibrationum ; Ideo _diametri_ ip$æ $unt 301. ut durationes.

_Datis chordis eju$dem generis quibu$cunque, vibratio_ 691. _num durationes $unt in ratione compo$ita, ex ratione inver-_ _$a radicum quadratarum ponderum, quibus chordæ tendun-_ _tur , ratione longitudinum chordarum , & ratione dia-_ 868. _metrorum ._ Multiplicando diametrum per longitudinem, 689. dividendo productum per radicem quadratam ponderis, 690. quo chorda tenditur, $i pro variis chordis eadem operatio in$tituatur, quotientes divi$ionum erunt inter $e ut vibra- tionum tempora.

Lamina ela$tica pro congerie chordarum haberi pote$t: 692. quando lamina inflectitur, fibræ quædam producuntur, & productiones inæquales $unt in diver$is laminæ punctis, & ex iis, quæ de chordis dicta $unt, curva, quæ a lamina in- flexa formatur, detegitur.

Comparando inter $e varias _eju$dem laminæ inflexiones,_ 693. hæ _proportionales $unt viribus quibus lamina flectitur._ Sit TA. XXVI. fig. 5. lamina AB, cujus extremitas A fixa e$t, duabus inflecta- tur viribus, quibus perveniat ad _ab & ab;_ $i una fuerit alterius dupla, _bb_ & _b_B erunt æquales; & ideo in vi- brationibus motus _laminæ_ eodem modo acceleratur ac 694. motus chordæ , & hæ _vibrationes $unt æque diutur-_ 678. _næ ._ 686.

EXPERIMENTUM 5.

Lamina A ex variis laminis ela$ticis junctis con$tat, The- 695. cæ B in$eritur, ibique ad latus utrumque movetur inter re- TA. XXVI. fig. 6. gulas _cd,_ _cd;_ fila duo $upremæ parti laminæ annectuntur, & per foramina _e, e,_ in fundo Thecæ, immittuntur. Pon- dus $emi-libræ filis appenditur, & de$cendit hoc per $patium $emi-pollicis; $uperaddito æquali pondere, de$cen$us iterum [0278]PHYSICES ELEMENTA e$t $emi-pollicis, & $ic ulterius donec non amplius compri- mi po$$it lamina.

Unaquæque lamina minor proportionaliter ad pondus in- flectitur, & motus ponderis, ex omnibus inflexionibus jun- ctis, eandem proportionem $equitur. Cum pluribus laminis junctis Experimentum in$tituitur, quia in variis inflexioni- bus directio actionis ponderis in laminas $en$ibiliter non mutatur.

Quæ de inflexione laminarum dicta $unt, ad laminam 696. curvam ACB transferri po$$unt; $i illa duobus ponderibus TA. XXVI. fig. 7. gravetur ut $itus _acb, acb_ acquirat, & pondera $int inter $e ut unum ad duo, di$tantiæ _cc_ & _c_C erunt æquales ; in- 693. troce$$iones igitur puncti C $unt ut pondera quibus lamina gravatur: quod etiam referri pote$t ad introce$$iones pluri- marum laminarum junctarum.

Non tamen in Globo ACB, ex materia ela$tica, qui qua$i 697. ex variis laminis con$tans con$iderari pote$t; introce$$<007>ones TA. XXVI. fig. 8. puncti ut C erunt proportionales viribus, quibus corpus comprimitur. Nam $i introce$$io duplicetur, dupla vis qui- dem requiritur propter duplam laminarum inflexionem, $ed augenda ulterius e$t vis propter majorem numerum lamina- rum inflexarum, & experimentis con$tat, hac de cau$a v<007>m duplicandam e$$e, ita ut vis quad<007>upla requiratur: et- iam in genere experimentis con$tat, quadratum introce$$io- nis $equi eandem proportionem cum vi, qua globus com- primitur, id e$t, $i ip$e globus in obicem firmum incurrat, $unt introce$$iones ut velocitates, quibus in hunc impingi- tur . 447.

Impingat, variis vicibus, punctum C globi ACBE in 698. planum quodcunque, & punctum C introcedat ad _d,_ d, & D, TA. XXVI. fig. 9. velocitates in ictibus erunt inter $e ut lineæ C_d,_ Cd, CD; in primo ictu pars _a_C_b_ plana fit, in $ecundo pars _a_Cb, in tertio pars ACB: cum hìc $emper agatur de arcubus minimis, arcus, id e$t, diametri $uperficierum planarum ex ictibus, $unt in- ter $e ad $en$um ut chordæ C_a,_ Ca & CA; ergo ip$æ $uperficies ut quadrata illarum chordarum, in qua etiam [0279]MATHEMATICA. LIB. I. CAP. XXIX. ratione, $unt lineæ C_d,_ Cd, & CD , quæ $unt inter 293. $e ut velocitates . _In Sphæra_ igitur _ela$tica $uperficies pla-_ 698. _næ ex ictibus eandem cum velocitatibus, quibus in obicem_ 699. _incurrit, proportionem $equuntur._

EXPERIMENTUM 6.

Detur planum marmoreum, cæruleum, horizontaliter 700. aliquo in loco firmatum, & paululum madefactum, quan- TA XXVI. fig. 10. tum nece$$e e$t, ut color magis $it inten$us; $i in illud glo- bus eburneus cadendo impingat, pars globi, quæ plana facta $e$e lapidi applicat, maculam circinnatam in hujus $u- perficie relinquit. Cadat globus ab altitudine novem pol- licum, & $it macula illa E; cadat ab altitudine trium pe- dum prioris quadrupla, & $it macula F; tandem cadat ab altitudine $ex pedum & novem pollicum noncupla prioris, & $it macula G. In hoc Experimento velocitates corporis $unt inter $e, ut unum, duo, & tria ; in qua etiam ratio- 255. ne $unt maculæ E, F, & G; nam formando triangula re- ctangula DAB, DBC, in quibus latera DA, AB, BC $unt æqualia inter $e & diametro maculæ E, linea BC ex- acti$$ime æqualis erit diametro maculæ F, & linea CD dia- metro maculæ G, unde con$tat propo$itum . 47. El. 7. 2, El, XI@.

SCHOLIUM.

IN comparandis motibus chordarum, ip$arum inflexionem tantum con$ide- 701. ravimus in puncto medio, non attendendo ad curvaturam ip$ius fibræ dum agitatur, quo demon$trationes de comparandis variarum fibrarum vibratio- nibus non mutatur, fi autem tempus ip$um vibrationis cuju$cunque detegen- dum e$$et, quod fit determinando longitudinem penduli eodem tempore vi- brationes peragentis cum fibra, curvatura hæc con$ideranda foret; $ed de hoc tempore hìc non agam, neque de curvâ ela$ticâ in n. 691. memoratâ; quia in hi$ce u$us Methodorum fluxionum d<007>rectæ & inver$æ de$ideratur, quod ad ip$a Elementa Phy$ices $pectare mihi non videtur.

FINIS LIBRI PRIMI. [0280] PHYSICES ELEMENTA MATHEMATICA EXPERIMENTIS CONFIRMATA. LIBER II. _Pars I. de Gravitate, & Pre$$ione Fluidorum._ CAPUT I. _De Gravitate partium Fluidorum, & illius Effectu in_ _ip$is Fluidis._

FLuidum vocatur corpus, cujus partes impre$$ioni cuicunque cedunt, & cedendo facillime mo- ventur inter $e . Unde $equitur _fluiditatem ex_ 50. _eo oriri, quod partes non arcte inter $e cohære-_ 702. _ant, & quod motus non impediatur inæqualita-_ _tibus in Partium $uperficiebus,_ ut fit in pulveribus.

_Particulæ_ autem, _ex quibus fluida con$tant, non diffe-_ 703. _runt ab aliorum corporum particulis, & cum his ea$dem pro-_ _prietates habent;_ fluida enim $æpe in $olida convertuntur, quando magis arcta inter partes cohæ$io datur, ut glacies: metalla contra liquefacta exemplum $olidi in fluidum mu- tati præbent.

_Fluida & eo cum corporibus $olidis congruunt, quod con-_ 704. _$tent ex particulis gravibus, gravitatem materiæ quanti-_ _tati proportionalem, ubicunque po$itæ, habentibus._ Si in ip$o fluido gravitas $en$ibilis non $it, ex eo hoc oritur, quod partes inferiores $uperiores $u$tineant, ha$que de$cen- [0281] [0281a] [0282] [0283]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. I. $u arceant; ip$am vero gravitatem eo non de$trui liquet, cum va$e contentum fluidum pro $ua quantitate gravet li- bram, cui vas appenditur; etiam $equenti Experimento ubique in fluido particulas gravitatem $ervare probatur.

BILANX HYDROSTATICA.

In hoc, ut & in aliis multis Experimentis Hydro$taticis, 705. id e$t, circa gravitatem fluidorum, utimur bilance, quan- TAB. XXVII, fig. 1. tum fieri pote$t, exacta, jugi longitudo e$t circiter octo pol- licum; in medio inferiorum $uperficierum lancium unci junguntur, quibus corpora fluidis immergenda $u$pendun- tur; cum lancibus etiam $ingulis cohærent pedes tres mino- res, longitudinis circiter $emi pollicis, quibus $u$tinentur quando lances, $u$pensâ bilance, tabellæ T imponuntur.

Su$penditur autem bilanx duobus funibus, qui $inguli duobus trochleis cum columna C cohærentibus, ut A & B, circumponuntur ita, ut moto pondere P, bilanx elevetur, & deprimatur, donec lances ip$i tabellæ T imponantur.

In tabella hac foramina duo, diametri trium partium quartarum pollicis, dantur, quæ uncis lancium re$pondent, & per quæ tran$eunt fila ænea, aut capilli equini, quibus corpora libræ applicanda uncis junguntur.

Duplicem adhibemus funem, ut bilancis circumvolutio- nem cohibeamus, ip$ius autem nimiam agitationem vita- mus, imponendo lances tabellæ T, & ha$ce dein lente paululum tantum elevando.

EXPERIMENTUM 1.

Phiala D clau$a, libræ memoratæ capillo equino juncta, 706. aquâ immergitur, & pondere lanci E impo$ito datur æqui- librium; $i phiala, manente immer$â, aperiatur & aquâ im- pleatur, aqua in phiala gravabit libram, licet cum aqua ex- teriori communicationem habeat; $i novo pondere æquili- brium in$tauretur, $ervabitur ad quamcumque altitudinem phiala aquâ immergatur.

Ex hac gravitate $equitur, _$uperficiem fluidi, va$e in-_ 707. _clu$i ne effluat, $i $uperne illud non prematur, aut æqualiter_ _prematur,_ quo gravitatis actio non mutatur, _planam fieri,_ [0284]PHYSICES ELEMENTA _& borizonti parallelam._ Cum enim impre$$ioni cuicunque particulæ cedant, tam diu gravitate moventur, donec de- $cen$ui locus non amplius detur.

_Particulæ in$eriores_ $uperiores $u$tinent, & hi$ce _premun-_ 708. _tur, pre$$ioque bæc $equitur proportionem materiæ incum-_ _bentis, id e$t, altitudinis fluidi $upra particulam pre$$am;_ cum vero $uperficies $uprema fluidi $it ad horizontem paral- lela , omnia puncta $uperficiei cuju$cunque, quæ con- 707. cipitur in fluido ad horizontem parallela, æqualiter pre- muntur.

_Si ergo in aliquo loco talis $uperficiei pre$$io detur minor_ 709. _quàm in cæteris punctis, fluidum,_ quod impre$$ioni cui- cunque cedit, _ibi_ movebitur, id e$t, _ad$cendet, donec pre$-_ _$io fuerit æqualis._

EXPERIMENTUM 2.

Tubi vitrei C ab utraque parte aperti, cujus extremitas 710. una digito clauditur, extremitas altera aquâ immergitur; TAB. XXVII. fig. 2. cum tubus aëre repleatur, aqua in hunc ad parvam admo- dum altitudinem ad$cendit; $i digitus tollatur ut aër pre$- $us exeat, $uperficies, quæ in aqua concipitur horizonti parallela juxta partem inferiorem tubi, minus in parte re- $pondenti aperturæ tubi premitur, aqua etiam in tubum tunc ad$cendit, donec in eo habeat altitudinem æqualem cum aqua exteriori.

_Pre$$io in particulas inferiores, quæ oritur ex gravitate_ 711. _fluidi $uperioris, actionem $uam exerit ver$us omnes par-_ _tes, & quidem æqualiter._ Quod ex natura fluidi $equitur; nam hujus partes impre$$ioni cuicunque cedunt, & facil- lime moventur; gutta ergo quæcunque locum quem occu- pat non $ervabit, $i, dum à fluido $uperiori premitur, ab omni parte non æqualiter prematur; moveri autem non pote$t propter guttas vicinas, quæ eodem modo & eadem cum vi à fluido $upereminenti premuntur; quie$cit idcirco gutta pri- ma, & æqualiter ab omni parte, id e$t, juxta directionem quamcunque, premitur.

[0285]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. I. EXPERIMENTUM 3.

Tubi vitrei A, B, D, eodem modo, ac de tubo A in 712. præcedenti Experimento dictum, aquâ immerguntur, & TAB. XXVII. fig. 2. aqua in omnes, $ublato digito, ad eandem altitudinem ad- $cendit, quàm in tubo C; in hoc pre$$io $ur$um dirigitur; in tubo B deor$um; in tubo A e$t lateralis; in tubo D ob- liqua; in unoquoque tamen pre$$io æqualis e$t; $i major fluidi quantitas va$e infundatur, æqualiter etiam aqua in $in- gulis tubis elevatur.

Ex hi$ce $equitur _fluidorum particulas $ingulas_ ab omni 713. parte æqualiter premi, & ideo _quie$cere;_ illa$que non con- tinuo inter $e moveri, ut a multis $tatuitur.

_In tubis communicantibus, $ive æqualibus, $ive inæqua-_ 714. _libus, $ive rectis, $ive obliquis, fluidum eandem adipi$citur_ _altitudinem;_ id e$t, omnes $uperficies $upremæ $unt in eo- dem plano horizonti parallelo; quod facile ex dictis dedu- citur.

Sit vas A, tubus verticalis B, & tubus inclinatus D; com- 715. municationem habeant ope tubi CE; detur in his fluidum, TAB XXVII. fig. 3. & concipiatur $uperficies horizonti parallela _fgb;_ $i alti- tudines _fi_ & _gl_ $uerint inæquales, aqua ad$cendet ubi mi- nor e$t . Ex eadem ratione ni$i pre$$iones in _g_ & _b_ fue- 709. rint æquales, aqua non quie$cet; $unt vero æquales, quan- do _l_ & _n_ $unt in eodem plano horizontali; nam cum pre$- $io oriatur ex gravitate partium, quæ tendit ad terræ cen- trum, altitudo fluidi prementis juxta hanc directionem men$urari debet, id e$t, erit _bm;_ obliquitas vero colu- mnæ _bn_ nullam mutationem adfert; quia ad eandem pro- funditatem ubique pre$$io ver$us omnes partes æqualis da- tur . 711.

EXPERIMENTUM 4.

Machinæ hic delineatæ aqua infunditur; po$t agitatio- 716. nem quamcunque non quie$cit, ni$i omnes $uperficies TAB. XXVII. fig. 4. $int in eodem plano horizonti parallelo. Vas vitreum A cum tubis vitreis B & D, ope tubi ænei CE, conjungi- tur.

[0286]PHYSICES ELEMENTA

Non omnia fluida $unt æque gravia, id e$t, non eandem materiæ quantitatem in eodem $patio continent, in $ingu- lis tamen prædicta locum habent.

Quando fluida diver $æ gravitatis eodem va$e continentur, _717._ gravius locum infimum occupat, & premitur a leviori, illud- que pro altitudine bujus.

EXPERIMENTUM. 5.

Detur aqua, aliquo colore tincta, in va$e vitreo A, ad al- 718. titudinem _bc;_ ei immergatur tubus vitreus _de;_ aquain hunc TAB. XXVII. fig. 5. ad$cendit ad altitudinem _bc_ ; nunc infundatur oleum te- rebinthinæ, quod fluidum e$t aquâ levius, $tatim aqua in tubo ad$cendet; & eo magis quo ad majorem altitudinem oleum infunditur; non tamen aqua in tubo ad eandem per- tingit altitudinem cum oleo in va$e; quia cum aqua gravi- or $it, non eadem quam olei altitudo requiritur, ut pre$$io- nes $int æquales.

Qui hocce Experimentum cum Mercurio & aqua in$ti- tuere voluerit, majorem inter altitudines reperiet differen- tiam, propter majus inter gravitates di$crimen.

EXPERIMENTUM 6.

Immergatur tubi extremitas aquâ; oleumque tubo infun- 719. datur; aqua in tubo deprimitur ad _d;_ altitudo tamen olei TAB. XXVII. fig. 6. _de_ major e$t altitudine aquæ in va$e; $i profundius im- mergatur tubus, aqua majori quantitate hunc ingreditur; $i elevetur, aqua iterum exit, ip$umque oleum in$equitur, $i ad illam tollatur altitudinem ut olei pre$$io aquæ pre$$io- nem, in parte inferiori tubi, $uperet.

CAPUT II. De Actione Fluidorum in Fundos, Latera, & Opercula, va$orum quibus continentur.

F_Vndus & latera va$is, quo fluidum continetur, ut & o-_ 720. _perculum,_ quando $upra hoc in tubo fluidum elevatur, _a partibus fluidi illa immediate tangentibus premuntur, &_ [0287]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. II. propter actioni æqualem reactionem , æqualem etiam 2471 particulæ i$tæ pre$$ionem $u$tinent. Cum vero pre$$io in fluidis omnes partes ver$us $it æqualis, fundus & latera æ- que premuntur ac partes fluidi vicinæ _actio_ ergo _hæc ad_ _in$tar altitudinis fluidi’ cre$cit ,_ & ubique ad eandem 711. 708. profunditatem e$t æqualis, pendetque ab illa altitudine, & nullo modo a fluidi quantitate. Manente igitur fluidi altitu- dine, & fundi magnitudine, æqualis $emper erit actio in fundum, utcunque mutetur va$is figura. In omni ca$u _pre$-_ 721. _$io, quam patitur $uperficies quæcunque, valet pondus co-_ _lumnæ ex fluido, cujus ba$is e$t ip$a $uperficies, & altitudo,_ _in $ingulis punctis, di$tantia verticalis $upremæ $uperficiei_ _fluidi ab his punctis._

Talem e$$e in va$e pri$matico verticali pre$$ionem in fun- dum non facile in dubium quis vocabit; nam totum fluidi pondus, & nil præterea, $u$tinet fundus: $ervatâ autem alti- tudine fluidi, & ba$i va$eos, non mutatur pre$$io in fun- dum, licet, mutatâ figurâ, vas majorem aut minorem flui- di copiam contineat; quod cum experimentis congruit, & ex natura fluiditatis deducitur, ut, po$t expo$ita experi- menta, dicam.

MACHINA

Qua Experimenta de Fluidorum Pre$$ione in$tituun- tur.

Cylindrus cavus A, ab utraque parte apertus, ab inte- 722. riori parte exacti$$ime politur; hujus diameter ut & altitu- TAB. XXVII. fig 7. 8. do parum excedunt tres pollices cum $emi$$e, & aqua in hoc cylindro ad altitudinem trium pollicum ponderat libram u- nam, ope cochleæ ei additur annulus E, ut a tripode $u- $tineatur. Pedes autem cochleis annulo junguntur, ut, ubi nece$$e hoc e$t, tollantur.

In cylindro datur $undus æneus mobilis F, cum quo an- nulus G, etiam æneus, ab interiori parte cochleam conti- nens, conjungitur; hoc annulo retinetur & firmatur an- nulus coriaceus ab omni parte fundum quantitate $emi-pol- licis excedens; obtegit hic annuli ænei $uperficiem exterio- [0288]PHYSICES ELEMENTA rem, quando fundus cylindro intruditur, impeditque ne aqua dum fundus movetur effluat. Corium hocce oleo im- mergitur, po$t aliquot dies extrahitur, ut per æquale tem- pus in aqua maceretur; qua adhibita præparatione, co- rium probe oleo & aqua illinitur, moveturque fundus va- riis vicibus per cylindrum, & per biduum aut triduum in hoc relinquitur. Ita præparatum corium per multos an- nos experimentis in$ervire pote$t, $i, ubi hæc in$tituenda $unt, corium cum fundo jungatur, oleo & aquâ illiniatur, tunc- que per aliquot horas, aut integrum diem in cylindro relin- quatur, antequam Experimenta in$tituantur. Immediate etiam ante Experimenta iterum oleo & aquâ illiniri debet, & facile tunc fundus movetur, & exacte aquam retinet. Co- rium neque nimis tenue neque nimis cra$$um adhibendum; quod judicio artificis relinquitur.

In centro fundi cum hoc cohæret cylindrus æneus tenuis _hi,_ quo motus fundi dirigitur, tran$it enim hicce cylin- drus per forameo _m_ in lamina B, quæ cylindro majori A $uperimponitur, & in ejus ora in inci$ione hæret. In $uperio- ri parte cylindri _hi_ foramen datur, ut cum fundo, ope unci _n,_ jungatur catena ænea _pn,_ quæ per tubum $tatim memo- randum D immittitur, ut ope hujus catenæ fundus cum bra- chio libræ conjungatur.

Cylindrus A operculo C tegitur, & ne aqua effluere po$- $it obtegenda e$t ora cylindri annulo coriaceo, qui ope co- chleæ, qua operculum jungitur cum cylindro, inter oram & ip$um operculum arcte comprimitur; operculo ut & ip$i cylindro adduntur an$æ, ut magis commode aperiatur & clau- datur cylindrus. In medio perforatur operculum, & cylin- drus cavus _l,_ ab exteriori parte cochleâ circumdatus, cum illo cohæret, ut tubus D cum machina conjungatur; etiam hîc adhibito corio aquæ effluxus cohibetur.

EXPERIMENTUM 1.

Partibus machinæ, ut dictum, junctis, catena, quæ cum 723. fundo mobili cohæret, brachio libræ annectatur, ita ut ju- gum libræ $it in fitu horizontali, quando fundus ab opercu- [0289] [0289a] [0290] [0291]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. II. lo di$tat duobus pollicibus; lanci, brachio oppo$ito $u$pen- $æ, pondus imponitur, ut detur æqu<007>librium cum ponde- re $olius fundi & catenæ; quantum ponderis ad hoc requi- ritur antea explorandum. Cum tubo D, cujus longitudo e$t pollicum triginta duorum in $uperiori parte, ope cochleæ in- fundibulum conjungitur cylindricum cujus diameter e$t cir- citer novem pollicum, & in hac figura non exhibetur.

Jugo libræ horizontaliter di$po$ito infundatur aqua tubo D, ut ad altitudinem duorum pollicum in infundibulo per- tingat: pondere duodecim librarum lanci impo$ito æquili- brium datur; diminuto, aut aucto, pondere, ad$cendit, aut de$cendit, fundus. Quantitate tamen non admodum exi- gua, exempli gratia unius libræ, augendum aut minuendum e$t pondus, propter attritum fundi, $æpe major differentia de$ideratur, quod ab attritu pendet.

Altitudo $upremæ $uperficiei aquæ $upra fundum, in hoc Experimento, e$t trium pedum, columnæ aqueæ, cujus hæc e$t altitudo, & quæ ba$in æqualem fundo cylindri ha- bet, pondus e$t duodecim librarum, & tantum etiam valet pre$$io aquæ in fundum, licet exigua tantum aquæ copia in fundum premat.

Cum de $olo motu fundi agatur, machina firmanda e$t ne tota elevetur, quod fit impo$itis ponderibus, qualia re- præ$entantur in P, P, fig. 1. Tab. XXIX.

EXPERIMENTUM 2.

Sublato operculo cum tubo, cylindrus A conjungatur 724. cum cono truncato inver$o DE, cui in inferiori parte co- TAB. XXVIII. fig. 2. hæret annulus cochleam continens; aqua huic machinæ in- funditur ad eandem altitudinem $upra fundum ac in præ- cedenti Experimento; Experimentum de cætero eodem modo peragitur, & eodem modo procedit; pre$$ioque, $ervata aquæ altitudine, ex mutato va$e & aquæ quantitate; non mutatur.

EXPERIMENTUM 3.

Vas cylindricum A libræ $u$penditur, pro parte hocce 725. repletur cylindro ligneo D _e,_ quod cum ligno B _c,_ quomo- TAB. XXVIII. fig. 3. [0292]PHYSICES ELEMENTA docunque firmato, cohæret, & neque latera neque fun- dum va$is memorati tangit; $i va$i aqua ad quamcunque al- titudinem infundatur, & pondere lanci oppo$itæ impo$ito æquilibrium detur; hocce pondus erit pondus totius aquæ quæ in va$e, $ublato cylindro, continetur, po$ita hac ad ean- dem altitudinem quam in Experimento; & parva aquæ quantitas, cujus $uprema $uperficies elevatur, qua pre$$io in fundum augetur, magnum pondus $u$tinet.

Pre$$ionem lateralem verticali æquari, adhibita $equenti machina, ad oculum patebit.

MACHINA Qua demon$tratur Pre$$io Fluidorum lateralis.

Vas DB e$t parallelopipedum ligneum altitudinis circi- 726. ter viginti pollicum; a latere fundum ver$us datur foramen, TAB XXVIII. fig. 4. in quo hæret annulus æneus cochleam continens, ut cylin- drus A, quem $upra memoravimus , ibi firmetur, $ubla- 722. tis pedibus, qui cochleis annulo inferiori annectuntur. Mo- tus fundi in cylindro in hoc ca$u e$t horizontalis. Ad la- tera machinæ huic junguntur duæ regulæ ligneæ, quarum una videtur in GH, $uper his horizontaliter movetur regula CC, quæ in medio F latior e$t, ut hujus motu in- trudatur cylindri fundus, quem regula premit paululum infra centrum. In C & C funes ut CE huic regulæ alli- gantur, qui juxta regulas ut GH protenduntur, tran$eun- tes $uper trochleis in harum regularum extremitatibus ut T, & iis appenduntur pondera ut P.

EXPERIMENTUM 4.

Infundatur aqua va$i BD, ita ut aquæ $uperficies altior $it 727. regula CC quindecim pollicibus, $int pondera ut P duarum librarum cum $emi$$e, ita ut $imul $umta valeant quinque libras, pre$$io aquæ hocce pondus $u$tinebit, & fundus in hoc ca$u æque facile intruditur ac extrahitur

Vim, qua aqua $ur$um premit, æqualem e$$e illi qua deor- $um & ad latera premit, $equenti Experimento probatur.

[0293]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. II. EXPERIMENTUM 5.

Inmedio $uperficiei $uperioris $u$tentaculi B, datur cy- 728. lindrus diametri circiter duorum pollicum, cui imponitur TAB. XXIX. fig. 1. fundus mobilis cylindri $æpius memorati A , ita ut ma- 722. nente fundo ip$e cylindrus moveri po$$it; hic operculo $uo obtegitur, & cum eo conjungitur tubus D longitudinis tri- um pedum cum $emi$$e, cui in $uperiori extremitate additur infundibulum cujus diameter e$t trium aut quatuor poll. Infunditur aqua, qua, manente fundo, machina elevatur; imponuntur operculo pondera P, P, P, quæ $imul valent libras novem, hæc, cum pondere totius machinæ, ab aqua in tubo $u$tinentur; pondus vero machinæ cum tubis & infun- dibulo excedit quatuor libras cum $emi$$e.

Vis, quæ in operculum agit, valet pondus columnæ aqueæ, cujus ba$is e$t operculum, demto foramine cui re$pondet tu- bus, & cujus altitudo e$t, aquæ elevatio in tubo $upra $u- perficiem interiorem operculi ; quod cum hoc Experimen- 723 to congruit.

Manente tubo $i machina major detur, actio in operculum in eadem ratione cum operculo cre$cet, ita ut minima aquæ quantitate pondus maximum $u$tineatur, ac etiam elevetur.

FOLLIS HYDROSTATICUS.

Duo orbes lignei AB, AB, diametri quindecim pollicum, 729. corio circumdantur & junguntur ita, ut formetur vas cylin- TAB. XXIX. fig. 2. dricum folli aliquomodo $imile, quod aquam continere pote$t.

In orbe $uperiori datur foramen in _l,_ cui re$pondet cy- lindrus æneus, cum orbe cohærens, & cochlea circumdatus, quo tubus D, ejusdem longitudinis cum tubo in præceden- ti Experimento, machinæ jungitur.

EXPERIMENTUM 6.

Aqua machinæ per tubum infundatur, & aqua in tubo 730. $u$tinebit pondera P,P,P,P,P,P, $imul excedentia ducentas & quinquagintâ libras. Pondera hæc infundendo aquam in tubum etiam elevari poterunt.

Hæc omnia quantumvis paradoxa ex natura fluiditatis $e- 731. quuntur; gutta quæcunque quæ quie$cit, omnes partes [0294]PHYSICES ELEMENTA ver$us æquali cum vi conatur recedere ; $i ergo ab una 711. parte prematur, illam partem ver$us, propter æqualem a- ctioni reactionem, ip$a premet, & hac eadem vi omnes par- tes ver$us recedere conabitur. In primo Experimento, a- qua, quæ fundum tangit, & tubo re$pondet, $u$tinet pon- dus columnæ aqueæ in tubo contentæ, & adfundum u$que continuatæ, & tali cum vi fundum premit, ut & aquam vicinam, quæ cum effluere non po$$it in fundum, & aquam vicinam, hac eadem vi agit; quod & ad aquam huic vici- nam applicari pote$t, quare in omnibus fundi punctis datur pre$$io æqualis pre$$ioni in loco in quem aqua in tubo gra- vat; & ideo fundus hic gravatur eodem modo ac $i aquæ columna, eju$dem altitudinis cum aqua in tubo, & cu us ba$is e$$et ip$e fundus, huic imponeretur.

Simili ratiocinio dilucidantur Experimenta 5. & 6. Pa- tet enim $ingula operculi puncta $ur$um premi ab a- qua ea vi, qua aqua quæ in apertura operculi hæret à $uperiori quæ in tubo hæret, deor$um premitur.

In $ecundo Experimento concipiatur, cylindrum A con- tinuari ita, ut ad aquæ $uperficiem perveniat; eo aqua ex- terior ab aqua hoc cylindro contenta $eparatur, hæcque $ola in fundum premit, fundu$que hanc totam $u$tinet. Aqua in cylindro premit in latera cylindri, aqua exterior premit in $uperficiem exteriorem cylindri, & $uperficies exterior eodem modo premitur ac interior, pre$$ione$que in puncta oppo$ita $unt æquales; ita ut, $i $uperficies tolleretur, pre$- $iones hæ $e$e mutuo de$truerent; non intere$t igitur utrum talis $uperficies detur an non, & ea $ublata, id e$t, $ub- lata cylindri continuatione, non mutatur actio in fun- dum.

In Experimento tertio pondus lanci impo$itum non mo- do $u$tinetur ab aqua in va$e, $ed etiam ab actione $uperfi- ciei inferioris cylindri D _e_ in aquam, quæ actio æqualis e$t actioni aquæ in hanc $uperficiem, in quam eodem modo pre- mit aqua ac in Exp. 5. in operculum agit.

Pre$$ionem lateralem, qualem in Exp. 4. demon$travi- [0295]MATHEMATICA. LIB. II. CAP II. mus, æqualem e$$e illi, quæ $ur$um aut deor$um dirigitur, ex æqualitate actionis fluidi omnes partes ver$us facile de- ducitur.

Quamvis hæc omnia a gravitate fluidorum pendeant, 732. horum actiones ab ip$orum pondere di$tingui debent, quod $emper quantitati materiæ e$t proportionale .

704. CAPUT III. _De Solidis fluidis immer$is._

DIver$a corporum, $ive $olidorum, $ive fluidorum, pon- dera a diver$â materiæ quantitate, quam continent, pendere, non a $patio quod hæc occupat, vidimus ; vo- lumen enim, manente pondere, mutatis poris, variari pote$t.

DEFINITIO 1.

_Materiæ quantitas in corpore, con$iderata cum relatione_ 733. _ad volumen corporis,_ id e$t, ad $patium ab hoc occupatum, _vocatur corporis Den$<007>tas._

Corpus dicitur habere den$itatem duplam, aut triplam, &c. den$itatis alterius corporis, quando, po$itis volumini- bus æqualibus, materiæ quantitas dupla, aut tripla &c. e$t.

DEFINITIO. 2.

Corpus homogeneum dicitur, quod <007>n omnibus partibus e$t _734._ eju$dem den$itatis.

DEFINITIO. 3.

Heterogeneum cujus non omnes partes æqualem den$<007>- _735._ tatem habent.

DEFINITIO. 4.

Pondus corporis con$ideratum cum relatione ad volumen _736._ vocatur corporis Gravitas $pecifica.

Gravitas $pecifica dicitur dupla, quando manente volu- mine pondus e$t duplum.

_Gravitates_ ergo _$pecif<007>cæ & den$itates corporum, in cor-_ 737. [0296]PHYSICES ELEMENTA _poribus homogeneis, in eadem $unt ratione; & $unt inter $e_ _ut pondera corporum æqualium quantum ad volumen._

_Si corpora homogenea fuerint eju$dem ponderis, vo-_ 438. _lumina_ eo _$unt_ minora quo den$itates $unt majores, & ma- nente pondere, minuitur volumen in eadem ratione, in qua den$itas augetur; $unt ideo in hoc cafu volumina _inver-_ _$e ut den$itates._

In homogeneis corporibus, $i duæ dentur ex tribus ra- tionibus, ponderum, voluminum, & den$itatum, tertia detegitur.

Pondera _enim_ $unt in ratione compo$ita voluminum & den$<007>- _739._ tatum.

Volumina _idcirco_ $unt directè ut pondera, & inver$e ut _740._ den$itates.

_Tandem_ den$itates $unt directè ut pondera, & inver$è ut _741._ volumina.

Quando $olidum fluido immergitur, a fluido ab omni par- _742._ te premitur, pre$$ioque hæc in ratione altitudinis fluidi $u- pra $olidum cre$cit. _Ut hoc ex dictis in capite præcedenti_ _$equitur, ac etiam directo Experimento probatur._

EXPERIMENTUM 1.

Extremitati tubi vitrei B _m_ alligatur $accus coriaceus S, 743. mercurio plenus, ve$ica etiam pote$t adhiberi; immergitur TAB. XXIX. fig. 3. $accus hic aquâ, ita, ut extremitas B tubi $upra aquam perveniat.. Pre$$ione aquæ in $uperficiem $acci. ad$cendit mercurius in tubum, ut perveniat ad _m;_ ad$cen$usque mer- curii $equitur proportionem altitudinis aquæ $upra $accum.

Quando $olidum ad magnam profunditatem fluido im- mergitur, pre$$io in $uperiorem partem a pre$$ione in in- feriorem vix differt; unde _corpora altè immer$a ab omni_ 744. _parte qua$i æqualiter premuntur;_ quæ pre$$io a corporibus mollibus $ine figuræ mutatione, & ab admodum fragilibus fine di$ruptione, $u$tineri pote$t.

EXPERIMENTUM 2.

Fru$tum ceræ mollis, figuræ irregularis, & ovum, ve- 745. $icæ aquâ repletæ includuntur, ve$ica exacte clau$a pyxidi TAB. XXVIII. fig 5. [0297]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. III. æneæ A in$eritur; operculo ligneo O hæc obtegitur, ita ut a ve$ica $u$tineatur; pondus P centum, aut centum & quinquaginta librarum, etiam majus abhiberi pote$t, $uper- imponitur, quo neque ovum frangitur, neque ceræ figura ullo modo mutatur.

_Ne quidem guttæ cuju$cunque fluidi figura, pre$$ione alte-_ 746. _rius fluidi ab omni parte æquali, mutar<007> pote$t._ Sit gutta fi- TAB. XXVIII. fig. 6. guræ irregularis A, quæ alio fluido ab omni parte æquali- ter prematur. _Directio pre$$ionis in omnibus punctis e$t_ 747. _perpendicularis ad $uperficiem;_ quod $i negetur, re$olven- da erit pre$$io in duas , quarum una perpendiculariter a- 229. gat ad $uperficiem, alia juxta directionem $uperficiei paral- lelam, quæ $ecunda cum in $uperficiem non agat, premitur gutta illâ $olâ, cujus directio perpendicularis e$t ad $uperfi- ciem. Prematur punctum B, guttula pre$$a quaquaver$um æquali cum vi prem<007>t, & guttæ minores $ingulæ pre$$æ eo- dem modo premunt, ita ut pre$$io $tatim per integram gut- tam datam di$pergatur, quare particula ut D, quæ in gut- ta ab omni parte æqualiter premitur, conatur cedere per DE, cum vi qua premitur, id e$t, cum vi qua externe premitur particula B, $ed æquali vi ponimus per ED pre- mi particulam D; non poterit ergo hæc moveri; eadem demon$tratio poterit applicari puncto F, ut alii puncto cui- cunque $uperficiei, ita ut nullibi gutta moveri po$- $it.

_Solidum fluido $pecifice gravius, ad quamcunque alti._ 748. _tudinem fluido immer$um,_ deor$um pellitur pre$$ione, quæ valet pondus columnæ quæ formatur ex ip$o corpore & flui- do $uperincumbenti. Pondus columoæ $imilis, $ed quæ tota ex fluido con$tat, e$t vis cum qua corpus a fluido $ur- $um premitur . Cum vero $olidum ponatur fluido $peci- 742. 711. fice gravius, vis hæc minor e$t illâ, & ab eadem $uperatur, & corpus _de$cendit._

Simili ratiocinio, _$olidum fluido $pecifice levius immer $um,_ 749. _ad $upremam fluidi $uperf<007>ciem ad$cendere_ debere, proba- tur.

[0298]PHYSICES ELEMENTA

_Po$ita verò eadem $olidi cum fluido gravitate $pecifica,_ 750. neque ad$cendet, neque de$cendet, $ed _ad quamcunque al-_ _titudinem in fluido $u$pen$um manebit,_ & fluidum inte- grum corpus $u$tinebit; in quo ca$u, propter æqualitatem gravitatum $pecificarum, fluidum $u$tinet pondus æquale ponderi fluidi, quod impleret $patium a corpore occupa- tum. Fluidum autem eodem modo agit in omnia $olida æqualia ad eandem profunditatem immer$a, & æqualiter hæc $u$tinet; _amittit_ ergo _Corpus omne immer$um partem_ 751. _ponderis, æqualem ponderi fluidi quod æquale $patium cum_ _corpore occupat._

Proprie loquendo non quidem amittit corpus partem pon- deris quæ a fluido $u$tinetur; $ed de$cendit in fluido aut trahit funem quo $u$tinetur, qua$i revera pondus imminutum foret.

EXPERIMENTUM 3.

Ex unco lancis libræ $uperius memoratæ $u$pendatur 752. cylindrus æneus cavus E; unco, fundo hujus cohærenti, TAB. XXX. fig. 1. ope capilli equini, $u$penditur cylindrus $olidus C, ex eo- 705. dem metallo, qui $i alteri E in$eratur, hunc exacte implet ita, ut in E, quando aquâ repletur, contineatur aquæ quantitas, quæ pote$t implere locum a Coccupatum. Lan- ci oppo$itæ pondus imponatur ut detur æquilibrium; de- $cendat bilanx, ut cylindrus C aquâ, va$e D contentâ, im- mergatur; eo æquilibrium de$truitur, quia C pro parte ab aqua $u$tinetur; ad hoc verò redit libra, $i vas E aquâ im- pleatur.

DEFINITIO 5.

Pondus, quod corpus fluido immer $um $ervat, vocatur il- _753._ lius _gravitas re$pectiva._

_Hæcque_ gravitas re$pectiva e$t exce$$us gravitatis $peci- _754._ ficæ $olidi $uper gravitatem $pecificam fluidi;

Ex hi$ce $equitur, _omnia $olida æqualia, licet diver $æ_ 755. _gravitatis $pecificæ, quando eodem fluido immerguntur, pon-_ _dus æquale amittere_ . Experimentum ultimum eodem mo- 751. do procedit cum cylindro ex quocunque alio metallo & af- [0299] [0299a] [0300] [0301]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. III. fu$â eâdem aquæ quantitate, quæ nempe implet vas E, æ- quilibrium $emper in$tauratur.

Ex dictis ulterius $equitur _quomodocunque inter $e diffe-_ 756. _rant den$itates corporum inæqualium, $i eodem fluido im-_ _mergantur, pondera ab iis ami$$a e$$e in ratione volu-_ _minum._ In ea enim ratione $unt $patia ab iis in fluido occu- pata.

Idcirco corpora eju$dem ponderis, $ed diver$æ den$i- tatis, partes inæquales ponderis amittunt, quando eo- dem fluido immerguntur, propter voluminum inæqualita- tem.

EXPERIMENTUM 4.

Fru$ta eju$dem ponderis, unum auri, alterum plumbi, 757. _g, g,_ capillis equinis, uncis bilancis $æpius memoratæ $u$- TAB. XXIX. fig. 4. penduntur, æquilibrium datur; de$cendat bilanx, & corpo- 701. ra _g, g,_ aquâ, va$is F, F contentâ, immergantur, æquilibri- um de$truetur.

Quando $olidum, fluido $pecifice gravius, in fluido $u$penditur, fluidum, ab omni parte, in illud $olidum, pro altitudine $ua, agit , & $olidum æqualiter in illud rea- 742. git; actiones illæ $unt igitur eædem, ac $i $patium, a $olido occupatum, ip$o fluido impleretur; & ita _non intere$t, quo_ 758. _ad pondus totius fluidi, utrum in eo $olidum $pecifice gravius_ _$u$pendatur, an affundatur eju$dem fluidi quantitas, quæ_ _æquale $patium cum $olido occupat._

EXPERIMENTUM. 5.

Vas A, aquam continens, brachio libræ $u$penditur, ei- 759. que immergitur cylindrus æneus C, qui capillo equino $u$ti- TAB. XXX. fig. 2. netur, ne fundum va$is tangat; pondere lanci oppo$itæ impo$ito, datur æquilibrium. Extracto cylindro C de$trui- tur æquilibrium, & in$tauratur infundendo aquam, quæ cy- lindro cavo E contineri pote$t, in quo $i in$eratur cylindrus $olidus C, exacte ab hoc repletur.

Ex collatione n. 751. & 758., ut & Experimentorum 3. & 760. 5. quibus illi confirmantur, patet, _fluidum acquirere pondus_ _quod $olidum immer$um amittit._ Vis gravitatis $emper pro- [0302]PHYSICES ELEMENTA portionalis e$t quantitati materiæ, & non mutatur immer$io- ne $olidi in fluidum; quare $umma ponderum $olidi & flui- di, & ante & po$t immer$ionem, non differt.

EXPERIMENTUM 6.

Unco Vlancis A libræ appendatur $olidum C, & detur æqui- 761. librium, lanci B impo$itis ponderibus P & _p,_ quorum _p_ va- TAB. XXIX. fig. 5. let pondus quod corpus C in aqua amittit. Detur etiam vas D aquam continens, & libræ EF, quæ pede $u$tine- tur, appen$um; pondere lanci oppo$itæ impo$ito, detur & hìc æquilibrium; de$cendat bilanx cum corpore C, ut hoc aquâ, in va$e D, contentâ immergatur, de$truitur æquilibrium in ambabus libris, quæ ambæ ad ip$um rede- unt, transferendo pondus _p_ ex lance B in lancem bra- chii F.

Corpus, fluido $pecifice gravius, & quod in hoc de- 662. $cendit, majori vi deor$um fertur quam $ur$um premitur, ut antea explicatum ; quarum virium differentia e$t cor- 748. poris gravitas re$pectiva. Vis prima pro parte con$tat ex pondere fluidi corpori $uperincumbentis; & corpus ad ta- lem pote$t immergi profunditatem, ut hocce pondus æqua- le $it memoratæ gravitati re$pectivæ; $i in hoc ca$u fluidum hoc $uperincumbens tollatur, $u$tinebitur corpus a pre$$ione fluidi inferioris. Si ad majorem profunditatem corpus im- 763. mergatur, & etiam fluidum cohibeatur ne in $uperficiem corporis $upremam premat, (cum pre$$io, qua corpus $ur- $um pellitur, cum profunditate ad quam immergitur cre- $cat ) majori vi in altum feretur corpus quam gravi- 742. tate de$cendet, quare, $i libere moveri po$$it, ad$cen- det.

EXPERIMENTUM 7.

Cylindro C, ab utraque parte aperto, applicetur ab <007>n- 764. feriori parte lamina plumbea F, cra$$itiei quartæ partis TAB. XXX. fig. 1. unius pollicis; $i ita exacte cum cylindro congruat, ut aquam excludat, laminaque filo, unco V in centro laminæ alligato, $u$tineatur, donec ad profunditatem circiter trium pollicum aquâ immergatur, ab aqua $u$tinebitur, quod relicto filo pate- [0303]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. III. bit. Ad majorem profunditatem magis arcte cum cylindro cohærebit, ad minorem cadet.

Si cum lamina aurea hocce Experimentum in$titueretur, ad majorem profunditatem immergenda e$$et; auri enim gravitas $pecifica e$t ad aquæ gravitatem $pecificam ut 19. ad 1; quare illius gravitas re$pectiva e$t ad aquæ gravita- tem $pecificam ut 18. ad 1. ; Columna idcirco aquea de- 714. cies & octies, altitudine $ua, cra$$itiem laminæ aureæ $upe- rare debet, ut valeat hujus gravitatem re$pectivam; requi- ritur ergo ut aquæ altitudo, $upra $uperficiem $uperiorem laminæ aureæ, toties ad minimum valeat ip$ius laminæ cra$- $itiem.

EXPERIMENTUM 8.

Cylindrus A cum fundo mobili operculo obtectus & cum 765. tubo D conjunctus, ut ante expo$itum , aquâ immergitur, TAB. XXX. fig. 3. fundu$que, quando ad profunditatem unius pedis infra aquæ 722. $uperficiem pervenit, ad$cendit, licet ponderet integram libram cum quadrante, & licet, ope cochleæ, in centro fundi ab inferiori parte cohærentis, conjungatur cum pon- dere P unius libræ, & præter pondera quæ elevantur $upe- ratur attritus.

_Idem $olidum, quod fluidis diver$æ den$itatis immergi-_ 766. _tur, diver$am ponderis $ui partem amittit_ , & ideò quan- 751. do duo corpora, eju$dem den$itatis & ponderis, fluidis di- ver$æ den$itatis immerguntur, de$truitur inter illa æquili- brium.

EXPERIMENTUM 9.

Duæ laminæ _g, g_ eju$dem metalli & æ quales, uncislan- 767. cium A & B $u$penduntur; de$cen$u libræ fluidis, va$is F, F TAB. XXIX fig. 4. contentis, immerguntur; una in aquam, altera in oleum terebinthinæ, æquilibrium de$truitur, & illa hac levior fit.

_Solidum fluido levius, & hoc immer$um,_ ad$cendit, & in 768. $uprema fluidi $uperficie hæret , ita ut pro parte tantum 749. immergatur; pro majori tamen gravitate $pecifica in fluido magis de$cendit, & corpus _non quie$cit, ni$i pars immer$a_ [0304]PHYSICES ELEMENTA _tale $patium in fluido occupet, ut fluidum, quod idem hocce_ _$patium impleret, eju$dem ponderis cum toto corpore $it_. In alio enim ca$u $olidum non eadem cum vi in partes vi- cinas fluidi agit, cum qua fluidum ageret, $i corporis locum occuparet, in hoc tamen ca$u $olo quies fluidi & ip$ius 713. corporis dari pote$t.

Sequitur ex hac propo$itione, _corporum, in $uperficie_ 769. _eju$dem fluidi natantium, partes immer$as e$$e inter $e_ _ut corporum pondera_. Idcirco $i, $uperaddito pondere, corporis gravitas mutetur, in eâdem ratione augetur pars immer$a; & _partes, quæ variis ponderibus in fluidum de-_ 770. _$cendunt, $unt inter $e ut hæc pondera_.

EXPERIMENTUM. 10.

Detur vas aquam continens A; detur cylindrus cavus ex 771. TAB. XXXI fig. 1. quocunque metallo C; huic imponatur pondus _p_, ut parte _b d_ in aquam de$cendat; $uperaddito pondere $emi libræ, men$uretur quantum de$cendat; addatur iterum atque ite- rum pondus æquale, & $ingulis vicibus æqualiter de$cen- dit.

In n. 762. & 763., Experimentis 7. & 8. confirmatis, vi- 772. dimus, quomodo corpus fluido gravius ab hoc $u$tineatur & qua$i natet; $imili methodo corpus fluido levius in fundo retineri pote$t; in illo ca$u pre$$io fluidi $uperincumbentis tollitur, hìc tollenda e$t pre$$io fluidi inferioris qua corpus $ur$um pellitur.

EXPERIMENTUM 11.

Lamina ænea _b c_, exacte plana, $u$tentaculo D impo$i- 773. TAB. XXXI fig. 2. ta, in fundo va$is A hæret; lamina $imilis _b c_ cum fru$to $uberis E conjungitur, ita ut cum hoc con$tituat corpus aqua levius; congruant hæ laminæ, & baculo $uber retinea- tur dum aqua affunditur; relicto $ubere non ad$cendet, donec, hoc è loco moto, laminæ $eparentur, ut aqua in laminam cum $ubere conjunctam pre$$ionem $uam exerere po$$it, illamque cum $ubere in altum ferre.

[0305] [0305a] [0306] [0307]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. IV. CAPUT IV. _De comparandis Fluidorum Den$itatibus._

CUm corporis den$itas $equatur proportionem ponderis ip$ius, dato volumine, comparando corporum æqua- 774. lium pondera, detegimus ip$orum den$itates , _Si_ ergo _vas_ 288. _quodcunque exacte fluido repleatur, & fluidum hoc ponde-_ _retur, idemque alio fluido repleatur, quod etiam ponderetur_, _pondera erunt ut den$itates_. Sed cum hæc methodus in praxi variis obnoxia $it difficultatibus, in hac explicanda non inhæremus.

_Quando duorum fluidorum pre$$iones $unt æquales_, mate- 775. riæ quantitates, id e$t, pondera, in columnis, æquales ba- $es habentibus, non differunt ; quare volumina, quæ $unt 708. ut columnarum _altitudines, $unt inver$è ut den$<007>tates_ ; 738. ex quo deducitur methodus ha$ce comparandi in tubis com- municantibus; in quibus tamen non de$iderantur ba$es co- lumnarum æquales, id e$t, non intere$t an tubi $int inæqua- les nec ne, quod altitudinem non mutat .

714. EXPERIMENTUM 1.

Tubo vitreo curvo A infundatur mercurius, quo pars 776. inferior tubi a _b_ ad _c_ impletur; infundatur aqua ab una par- TAB. XXXI. fig. 3. te à _b_ ad _e_; in crus oppo$itum infundatur oleum terebinthi- næ, donec ambæ $uperficies _b_, _c_, mercurii $int in eadem li- nea horizontali, $itque altitudo olei _c d_; erunt hæ altitudi- nes ut 87. ad 100. in qua ratione inver$a e$t den$itas aquæ ad olei terebinthinæ den$itatem, $unt ergo hæ ut {1/87} ad {1/100}, aut ut 100. ad 87.

Mercurius infunditur, ne fluida in fundo tubi mi$cean- tur.

Adhibito $olido immer$o etiam comparantur fluidorum den$itates, _$i_ enim _$olidum, fluidis comparandis levius, va-_ 777. _riis fluidis immergatur, partes immer$æ erunt inversè ut_ _fluidorum den$itates_; nam, quia idem $olidum adhibetur, portiones variorum fluidorum, quæ $ingulis ca$ibus $patium [0308]PHYSICES ELEMENTA a parte immer$a occupatum po$$ent implere, $unt eju$dem ponderis ; ergo volumina illarum portionum immer$arum, 768. $unt inver$è ut den$itates .

738. MACHINA _Qua Fluidorum den$itates conferuntur_. 778.

Machina hæc A vitrea e$t, con$tat ex globo cavo, cum TAB XXXI fig. 4. tubo cylindrico in partes æquales divi$o Infra globum al- ter minor additur, qui pro parte mercurio aut globulis exi- guis plumbeis impletur, ut eo pondere tubus verticaliter in fluida de$cendat, & in hoc $itu retineatur; ne nimium ponderis in minori globo detur cavendum; nam ut machi- na fluidis comparandis levior $it requiritur. In variis flui- dis ad varias profunditates de$cendit machina, & den$itates horum, $unt inversè ut partes immer$æ, quæ ergo inter $e comparandæ $unt.

Filum machinæ alligatur, & machina cum filo annexo exacte ponderatur, pondus no$træ fuit gr. 550.; machina aquâ immer$a ad _b_ de$cendit; pondus ergo aquæ eju$dem voluminis cum parte machinæ immer$a valet gr. 550 , & 768. hocce volumen hoc numero pote$t exprimi. Filum memo- ratum unco lancis bilancis hydro$taticæ annectitur; ma- 705. chinâ manente immer$â, lanci oppo$<007>tæ pondus viginti gr. imponitur, & lente bilanx elevatur, (quo tubus pro parte aqua extrahitur,) donec detur æquilibrium, $uperficie$que aquæ tunc pertingit ad punctum _d_. Aqua $u$tinet pondus totius machinæ, demtis granis viginti, id e$t, $u$tinet gr. 530., & pondus aquæ eju$dem voluminis cum parte nunc immer$â tot grana valet, & hoc numero exprimitur, volu- menque partis _d b_ tubi erit 20. Si fpatium _d b_ dividatur in partes æquales 10. & divi$iones continuentur ad$cenden- do ultra _b_, & de$cendendo infra _d_, $ingulæ valebunt 2; & ex nota divi$ione, ad quam mazhina in fluidum de$cendit, dabitur volumen partis immer$æ, Ex. gr. $i totus tubus ex- tra aquam hæreat, volumen immer$um erit 526. $i ad $u- premam hìc notatam divi$ionem de$cendat, volumen im- mer$um erit 556; & den$itates fluidorum, in quibus hoc [0309] [0309a] [0310] [0311]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. IV. contingit, $unt inver$è ut illi numeri, id e$t, ut 556. ad 526. & $olæ den$itates intermediæ ope hujus machinæ comparari po$$unt. Si globus minorem ad tubum rationem haberet, fluida, quorum den$itates magis inter $e differ- rent, comparari po$$ent.

Quando fluida varia comparantur, numeri, volumina partium immer$arum de$ignantes, habentur pro denomina- toribus fractionum, unitatem in numeratore habentium, de$ignantque hæ fractiones rationem den$itatum; $unt enim inter $e inver$è ut denominatores.

EXPERIMENTUM 2.

Sint comparandæ den$itates aquarum diver$as $alis quan- 779. titates continentium, in unam de$cendit machina ad divi- $ionem _a_; alterà $i immergatur, de$cendit tantum ad divi- $ionem _c_; den$itates harum erunt inter $e ut {1/546} ad {1/542}.

Non po$$unt hac methodo inter $e conferri fluidorum den$itates ni$i quæ parum differunt, u$umque machinæ hæ habent ubi vina, aut cerevi$iæ conferri debent.

Methodus omnium optima e$t, adhibito $olido fluidis graviore. _Quando idem corpus variis fluidis immergitur_, 780. _pondera ab illo, in his ami$$a, $unt inter $e ut horum den-_ 751. 737. _$itates_ .

MACHINA _Alia qua Fluidorum Den$itates conferuntur._ 781.

Utendum hìc bilance hydro$tatica , & vitri fru$to $olido 705. cujuscunque figuræ ut C; hoc, capillo equino, unco lan- TAB. XXX. fig. 4. 5. 6. cis A $u$penditur. De$<007>deratur & pondus æneum P, cujus no- ta e$t differentia cum pondere ip$ius vitri C: quæ differen- tia in no$trâ machinâ e$t 700. gr. & ip$i ponderi in$cripta; pondus hoc alii lanci B annectitur.

Si nunc vitrum C in fluido quocunque $u$pendatur, & æquilibrium detur, impo$ito pondere lancium uni aut alteri, den$itas fluidi detegitur. Si lanci A, addatur numerus gr. impo$itorum differentiæ memoratæ gr. 700.; $i lanci B, $ubtrahatur numerus ille ex ii$dem 700. & in utroque ca$u, [0312]PHYSICES ELEMENTA ut patet, determinatur pondus a corpore ami$$um, id e$t, pondus den$itatem fluidi exprimens.

EXPERIMENTUM 3. 782.

Oleo Terebinthinæ immergatur vitrum C, lanci A $u$- pen$um, dum pondus P lanci B adhæret; lanci B impo$i- tis gr. 100. æquilibrium datur. Si aquâ idem vitrum im- mergatur 11. gr. in eadem lance de$iderantur ut bilanx $it in æquilibrio. Si verò de lacte agatur 10. gr. lanci A impo- nenda $unt. Subtractis numero primo & $ecundo ex $e- ptingentis, & hi$ce addito numero tertio, habemus 600, 689, 710, den$itates memoratorum fluidorum.

Sit nunc aliunde notum pedem cubicum aquæ ponde- 783. rarelibras 63. cum unciis 7. drachmis 2. & $crup. 2.: quod de- tegimus determinando pondus in aqua ami$$um a corpore cu- jus capacitas nota e$t. U$us ego $um cylindro cupreo cavo cu- 751. jus latera exacte erant $ex poll. Rhenolandicorum. Pondus hoc valet gr. 487360. dum volumen aquæ æquale vitro no$tro C ponderat grana 689; unde con$tat volumen hoc debere multiplicari per 707 {1/3} ut habeamus pedem cubicum; & multiplicatis per hunc numerum 710. habebimus grana in pede cubico lactis; & hac methodo pondus pedis cubi- ci fluidi cuju$cunque detegitur.

CAPUT V. _De hydro$tatica Solidorum Comparatione._

IN omnibus corporibus homogeneis, den$itates $unt in ra- tione compo$ita, ex directa ponderum & inver$a vo- luminum ; ideò _dividendo pondera per volumina dantur_ 741. _den$itates_, id e$t, dantur numeri, qui $unt inter $e ut hæ 784. den$itates.

In omnibus corporibus, adhibita libra, pondera compa- 785. rantur; volumina deteguntur _immergendo corpora eodem_ _fluido; pondera_ enim _ab iis ami$$a $unt ut ip$orum volumi-_ _na_ .

756. [0313]MATHEMATICA. LIB. II. CAP IV. MACHINA _Qua $olidorum Corporum Den$itates conferuntur._

Hìc iterum bilanx hydro$tatica u$u venit , ut & vas vi- 786. treum ut D, cui corpora comparanda imponi po$$unt; re- TAB XXXI fig 7. quiritur etiam pondus ut P (fig.6.) quod cum hoc va$e in 705. aqua $u$pen$um æquiponderet.

Annectitur, ope capilli equini, vas D, loco corporis C (vide fig. 4.) lanci A, & aquâ immergitur, pondere P lanci B appen$o, datur æquilibrium. Corpus, cujus den- $itas quæritur lanci A imponitur, & ponderatur: Idem hoc corpus, reliquis manentibus in vas D, aquâ ut dictum immer- $um, transfertur, lancique A imponitur quantum ponderis requiritur ut æquilibrium detur; hocque eft pondus a cor- pore in aquâ ami$$um, per hoc ergo ip$ius corporis pondus dividendum e$t, ut habeamus den$itatem : id e$t dividi- 784. mus pondus in lance B per pondus in lance A.

EXPERIMENTUM

In $ubjecta tabella habemus quorundam corporum pon- 787. dera, & pondera in aqua ami$$a, indeque deductas den$itates.

# _Pondera \\ corporum._ # _Pondera in \\ aqua ami$$a._ # _Den$itates._ Plumbum # 582 {1/2} gr. # 51 {1/2} gr. # 11, 31. Argentum # 439 {1/2} gr. # 42 {1/2} gr. # 10, 34. Cuprum # 474. gr. # 54. gr. # 8, 78. Æs calamin. # 356. gr. # 43. gr. # 8, 28. Ferrum # 329. gr. # 43 {1/4} gr. # 7, 60. Stannum # 534 {1/4} gr. # 71 {2/2} gr. # 7, 47. ### Aquæ den$itas cum reliquis collata. # 1, 00.

Talis enim detegitur den$itas corporis, quod cum aqua eandem gravitatem fpecificam habet.

Hac methodo den$itates etiam corporum aquâ $pecificè leviorum deteguntur, $i ita cum va$e jungantur ut hujus pondere in aquam trahantur.

Annectendo corpus cujus den$itas quæritur, & quod flui- do gravius e$t, corpori fluido leviori, etiam den$itas dete- gitur.

[0314]PHYSICES ELEMENTA MACHINA2. Qua Corporum $olidorum Den$itates conferuntur.

Sit machina A, $imilis machinæ in capite præcedenti de- 788. $criptæ ; in inferiori parte cum hac cohæret annulus DE; TAB. XXXI. fig. 5. proprio pondere globus pro parte tantum aquâ immergitur. 778 U$ui hæc Machina adaptari nequit, ni$i, quantum ponde- ris corpus quodcunque in aqua amittat, alia quacunque me- thodo con$tet; notumque ideo ponimus 109 {7/10} gr. plumbi in aqua ponderare 100 gr.; imponantur ideo tot gr. an- nulo DE, quo machina, in aquam immi$$a, de$cendit ad _a_; adjiciatur aliud pondus ad libitum quod Ex. gr. in aqua valet grana octo, & machina de$cendet ad _c_; $patium _a c_ divi- datur in partes octo, divi$ionesque $ur$um & deor$um conti- nuentur, divi$ioque _a_ pro cente$ima habeatur, divi$io _c_ e- rit cente$ima octava, omnium inf<007>ma in hac f<007>gura erit nona- ge$ima $eptima. Clare patet, $i n. 770 conferatur cum præparatione memorata, divi$ionem, ad quam machina in aquam de$cendit, indicare pondus granorum, quo machi- na gravatur; impo$ito ideò corpore annulo DE, illius pondus in aquâ determinatur; $ubtrahendo hocce pondus ab illius pondere extra aquam, datur pondus in aqua ami$- $um; per quod, $i pondus extra aquam dividatur, den$itas, ut in principio hujus capitis dictum, detegitur.

Cum vero præcedens methodus & magis compendio$a, 789. quia & in hoc librâ indigemus, & magis accurata $it hæc negligi po$$et, & machinam ip$am non indica$$em, ni$i u$u veniret, ubi determinandum generaliter utrum corpora æ- qualiter ponderantia den$itate differant, quod, ubi monetæ ex- plorandæ $unt, plerumque quæritur: Machina autem hæc, neglecta omni prævia præparatione hoc indicat, $i $ucce$- $ive impo$itis corporibus annulo, machina ad profundi- tates diver$as immergatur.

Si pondus pedis cubici aquæ multiplicemus per 790. numerum, qui corporis den$itatem exprimit, habemus 783. pondus pedis cubici ip$ius corporis, quæ ponderis deter- minatio in multis occa$ionibus u$um magnum habet.

[0315] [0315a] [0316] [0317]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. V.

Præter hunc & alium u$um collationis den$itatum indi- cabo.

Si ex metallis duobus notis mixtum detur, poterit deter- 791. minari quantum utriu$que contineat, $i metallorum & mixti den$itates dentur.

Sint metallorum den$itates AB, AD; mixti den$itas AC. TAB. XXXI. fig. 6. Sint etiam AL & LI, ut volumina metallorum primi & $e- cundi in mixto. Ponamus formatum rectangulum ABEI, ducta$que lineas CG, DH, FL, lateribus parallelas.

Pondus primi metalli in mixtura rectangulo AF repræ- $entari pote$t ; repræ$entatque in hoc ca$u rectangulum 739. LH pondus metalli $ecundi, e$tque gnomon ABFMHIA pondus integri mixti; hoc etiam rectangulo ACGI exhi- betur ; quod idcirco gnomoni memorato æquale e$t.

739

Subtracto utrimque gnomone communi CNMHI, re- $tant æqualia rectangula BN, NH, ductaque DE tran$ibit hæc per punctum N . Ergo DH, aut AI, ad NG, 43. El. Id aut LI, ut HE ad GE; id e$t _volumen mixti ad volu-_ 792. _men $ecundi metalli in mixto, ut differentia den$itatum me-_ _tallorum primi & $ecundi ad differentiam den$itatum metal-_ _li primi & mixti._

_Pondus_ autem _totius mixturæ e$t ad pondus metalli $e-_ 793. _cundi in mixto_, in ratione compo$ita den$itatum mixti & $ecundi metalli, & ratione voluminis mixti & voluminis $ecundi metalli in mixto , id e$t _ut productum den$itatis_ 739. _mixti per differentiam den$itatum metallorum ad den$ita-_ _tem $ecundi metalli ductamin differentiam den$itatum primi_ _metalli & mixti._

[0318]PHYSICES ELEMENTA LIBRI II. Pars II. De Motu & Re$i$tentiâ Fluidorum. CAPUT VI. De celeritate fluidi, ex pre$$ione fluidi $uperincum- bentis.

FLuidum inferius a $uperiori premitur, & quidem æqualiter omnes partes ver$us hæc pre$$io dirigitur, & æqualiter omnes partes ver$us fluidum conatur recedere; idcirco _$i pre$$io ab una parte tollatur, ad illam partem_ 794. _movetur fluidum_; & non intere$t _a quacunque parte pre$$io_ _tollatur, eadem celeritate movetur_; quod Experimentis in capite de fluidis pro$ilientibus memorandis conf<007>rma- tur.

Ad eandem profunditatem celeritas e$t etiam ubique ea- dem, propter pre$$ionis æqualitatem ; mutata vero pro- 707. 708. funditate mutatur celeritas.

Hanc dicimus pre$$ione communicari velocitatem, non 795. autem particulas hanc cadendo acquirere: primæ enim par- ticulæ quæ exeunt, non lentius illis, quæ $equuntur, moven- tur. Præterea non tantum exeunt quæ de$cendunt, $ed & quæ lateraliter adfluunt; moveturque particula pre$$ione omnium particularum circumambientium exceptis illis quæ in motu præcedunt, & ita particula, quæ de$cendit, non tam a $uperincumbentibus a quibus $tatim $eparatur, cum ip$is velocius debeat agitari, $ed præcipue lateralium pre$- $ione velocitatem acquirit, duratque pre$$io hæc, donec particula a reliquis $eparatur, & aliæ locum quem occupabat impleverint, & non ulterius; ab in$equentibus enim, eàdem velocitate agitatis, accelerari non pote$t. Unde $equitur a- [0319]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VI. ctionem fluidi in particulam, qua actione velocitas particulæ communicatur, pendere a tali de$cen$u particularum quo locus a particula occupatus impletur. De$cen$us autem hic- TAB XXXIII. fig. 1. ce, $i A $it particula mota, cujus diameter $it _d e_, quo- modocunque concipiatur, valet de$cen$um totius colu- mnæ BC ad profunditatem _d e_, po$itâ C in $uperf<007>cie fluidi; & vis in hoc de$cen$u acqui$ita tota impenditur actione in particulam motam, cui ergo vis communicatur æqualis illi quam columna hæc BD in de$cen$u hoc per _d e_ acquirit, e$tque hæc æqualis illi quam particula acquireret cadendo ab altitudine CB .

471.

Hinc $equitur _fluidum pre$$ione fluidi $uperincumbentis,_ 796. (ab hac enim pendet etiam pre$$io lateralis) _ex foramine_ _ea pro$ilire velocitate, quam corpus acquirit cadendo à $upre-_ _ma fluidi $uperf<007>cie ad for amen u$que; $epo$itâ_ nempe, ut in hac demon$tratione, _partium cobæ$ione_, quæ licet exi- gua $it, in fluidis plerisque tamen ob$ervatur; _qua_ cohæ- $ione _particulæ exeuntes_ retinentur; ideoque _retardantur._ Sed & præter hanc retardationem, quæ ab ip$o fluido pen- det, ex variis aliis cau$is extraneis velocitas fluidi minuitur, de quibus in capite $equenti agam.

MACHINA Qua Experimenta de Fluidis pro$ilientibus in$ti- tuuntur.

Parallelopipedum ligneum AB, longitudinis & latitudi- 797. nis quindecim pollicum, & altitudinis duorum pedum, a- TAB. XXXIII. fig. 2. quâ impletur; ita di$ponitur ut fundus ejus elevetur circi- ter decem pollicibus $upra fundum horizontalem arcæ li- gneæ CD, cujus longitudo e$t fere quatuor pedum, latitu- do unius pedis cum $emi$$e, profunditas quinque aut $ex pollicum.

In F, ad altitudinem circiter $edecim pollicum $upra fun- dum arcæ CD, hæret tubus æneus horizontalis, cujus ca- vitatis diameter excedit $emipollicem; pars anterior lami- nâ clauditur, in cujus medio foramen datur diametri par- tis duodecimæ unius pollicis: foramen hocce clauditur o- [0320]PHYSICES ELEMENTA perculo, quo pars tubi anterior obtegitur, & quod cum hoc ope cochleæ jungitur: duo tubi $imiles aptantur in E circa fundum va$is AB, & in G, hicque $upra F elevatur quantum ille infra F deprimitur.

Circa fundum etiam eju$dem machinæ firmatur epi$to- mium N, cochleâ in$tructum ut ip$i tubus jungatur.

EXPERIMENTUM1.

Vas AB aqua impletur ita, ut altitudo $uperficiei $u- 798. premæ aquæ $upra fundum va$is CD foramine in F in duas partes æquales dividatur, quæ $ingulæ in no$tra machina $unt 15 {3/4}. pol. Aqua ex hoc foramine ad M pro$ilit, ita ut di$tantia horizontalis puncti M à foramine $it 29 {1/2}. poll. duo- bus poll. deficiens ab altitudine aquæ $upra fundum va- $is CD; $i ad di$tantiam 31 {1/2} poll. pertingeret, percurret aqua, motu æquabili, celeritate cum qua exit, in tempore in quo corpus cadere pote$t ab F ad fundum arcæ CD, fpatium, duplum hujus altitudinis , & ideo agitaretur ce- 327. leritate quam corpus ab hac altitudine cadendo pote$t ac- quirere ; hæc autem altitudo æqualis e$t altitudini $uper- 257. ficiei aquæ $upra foramen. Cum vero tantum pertingat ad di$tantiam 29 {1/2} poll. deficit vera aquæ velocitas a velocita- te memorata decima $exta circiter parte.

_Sepo$itis retardationibus, quadrata velocitatum, quibus_ 799. _fluidum ex variis foraminibus exit, $unt inter $e ut altitu-_ _dines fluidi $upra foramina_ . Experimentis etiam con$tat 796. 255. retardationes parum admodum hanc proportionem turba- re quamdiu altitudines non excedunt pedes 30. aut 35. In minoribus altitudinibus proportionem hanc $equenti Ex- perimento ante oculos ponimus.

EXPERIMENTUM2.

U$u hîc venit Machina $uperius memorata ; & circa 800. exp. hoc notamus, di$tantias, ad quas pro$ilit aqua in fundo TAB. XXXIII. fig. 2. 797. arcæ CD, dum horizontaliter exit ex foramine ut E, po- fitis diver$is $uperficiei aquæ altitudinibus, e$$e $patia hori- zontaliter motu æquabili percur$a, in tempore in quo cor- pus cadendo pote$t percurrere IL æqualem altitudini fora- [0321]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VII. minis $upra fundum arcæ : hasque idcirco di$tantias e$$e 327. ut velocitates .

94.

Si nunc detur aqua in va$e AB, ad altitudinem octo pollicum $upra foramen in E, & men$uretur di$tantia ad quam pro$ilit; & infu$â ulterius aquâ, donec altitudo $it octo- decim pollicum, iterum men$uretur di$tantia; erunt hæ ut 2. ad 3. Quadrata di$tantiarum $unt hîc ut aquæ alti- tudines, in qua ratione quadrata celeritatum.

CAPUT VII. De Fluidis pro$ilientibus.

F_Luidum verticaliter ex foramine pro$<007>liens_, ea velocita- 801. te in altum ad$cendit, qua _ad altitudinem $upre-_ _mæ $uperf<007>ciei fluidi_ pervenire pote$t, _nunquam_ tamen ad hanc altitudinem _pertingit_, variis ex cau$is, præter par- tium cohæ$ionem $upra memoratam .

796.

1. Celeritas, qua fluidum in altum ad$cendit, omnibus 802. momentis minuitur, & columna fluidi pro$ilientis con$tat ex partibus, ad varias altitudines, celeritate diver$a motis: columnæ ubique eju$dem cra$$itiei partes omnes nece$$ario eadem celeritate moventur; prædicta columna fit ergo la- tior omnibus momentis, dum fluidi celeritas minuitur; quod ex impetu fluidi in$equentis oritur, & ex natura flui- di impre$$ioni cuicunque cedentis, & facile ver$us omnes partes moti; ex hoc impetu motus ubique retardatur.

2. Minuitur & hicce motus ex fluido, quod, cum totum motum ami$it, hæret in $uperiori parte columnæ, & flui- do in$equenti $u$tinetur per momentum temporis, ante- quam ad latera defluat, quo fluidum hoc in $equens retar- datur, quæ retardatio toti columnæ communicatur.

3. Attritu juxta latera foraminis minor e$t fluidi pro$ili- entis celeritas; qui attritus augetur, quando per tubos & epi$tomia fluidum deducitur.

4. Tandem aëris re$i$tentia motui fluidorum remoram facit.

Cau$am primam retardationis memoratam corrigi mini- me po$$e nemo e$t qui non videt.

[0322]PHYSICES ELEMENTA

Secunda corrigitur paululum inclinando fluidi directio- nem, ut per $e patet; hac de cau$a, _fluidum, directione paululum_ 803. _ad horizontem inclinata, altius quâm vert<007>caliter ad$cendit_.

EXPERIMENTUM I.

Machinæ $uperius de$criptæ , ope cochleæ in N jun- 804. gitur tubus curvus NO, ex quo aqua per foramen exiguum TAB. XXXIII. fig. 2. in altum pro$ilit verticaliter; convertendo paululum tubum, 797. quod facile fit propter cochleam in N, inclinatur directio motus aquæ, & altius hæc ad$cendit. Hac autem incl<007>na- tione $pectaculi amœnitas de$truitur.

C<007>rca tertiam cau$am retardationis notandum, eo majo- rem, $ervata proportione, dari attritum quo foramen mi- nus e$t; circumferentia enim, in qua attritus datur, cre$cit ut diameter, & ip$um foramen augetur ut quadratum dia- metri ; augeturque magis fluidi pro$ilientis quantitas quàm El. XII. attritus. Etiam auctâ celeritate attritum augeri clarum e$t, quare _foramina cum altitudine aquæ pro$<007>lientis $unt augenda_, 805. ut dum ex una cau$a attritus augetur, ex alia minua- tur.

Extremitates tuborum, ex quibus aqua pro$ilit, vulgo TAB. XXXIII. fig. 3. figuram coni truncati habent, ut in P repræ$entatur; in qua extremitate magnum aqua attritum patitur & irregula- riter movetur, motuque irregulari in altum exit. Corri- guntur hæc _obtegendo extremitatem tubi laminâ planâ & po-_ 806. _litâ, in qua foramen datur_, cujus latera admodum polita etiam de$iderantur; _altius_ tunc _aqua pro$ilit_; &, quia motu omnino regulari ad$cend<007>t, _perfecte e$t transluci-_ _da._

EXPERIMENTUM2.

Detur tubus memoratus P, ut & cylindrus Q, ab una 807. parte, laminâ perforatâ, clau$us; hi $eparatim ope cochleæ TAB. XXXIII. fig. 3. jungantur extremitati O tubi NO (fig. 2.); manente aqua ad eandem altitudinem in va$e AB, $i pro$iliat ex tubo P, & ex cylindro Q, duorum pollicum ad minimum in hac exigua altitudine differentia dabitur.

_Tubi, per quos aqua ex receptaculo deducitur, lati$$i-_ 808. [0323]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VII. _mi, re$pectu foraminis, requiruntur_; ut lente aqua in hi$- ce tubis moveatur, & $en$ibilis attritus non detur. Etiam _epi$tomiorum aperturæ lati$$imæ de$iderantur_, ut attritus mi- nuatur.

EXPERIMENTUM3.

Va$i AB, ad eandem altitudinem cum tubo F, in$eri- 809. tur epi$tomium H; tubus, in quo epi$tomium datur, lami- TAB. XXXIII. fig. 2. nâ clauditur eodem modo ac tubus F, & $imiliter hæc la- mina perforatur; ip$ius epi$tomii apertura e$t quartæ partis unius pollicis. Aqua, quæ per hoc epi$tomium tran$it, in $patium magis angu$tum redigitur quàm quæ per tubum F movetur; hæc magis e$t tran$iucida, & ad majorem di$tan- tiam pro$ilit.

_Re$<007>$tentia aëris $en$ibilem in motu fluidorum exerit effe-_ 810. _ctum._ Ut corpora omnia motui re$i$tit, daturque fluidi pro$ilientis in particulas aëreas actio, & harum reactione , 478. minuitur fluidi motus.

Præter hanc re$i$tentiam, datur & alia minime conte- mnenda aëris actio in fluidum pro$iliens. Fluidorum proprie- tates aërem habere, in Parte $equenti videbimus. Circumdat fluidum hoc totam columnam fluidi $alientis, motuique hu- jus, quo ad latera $e$e expandit dum latior fit, re$i$tit, & major vis fluidi in$equentis requiritur, quàm $i re$i$tentia hæc $ublata e$$et; re$i$tit ergo aër etiam pre$$ione laterali.

Re$i$tentia ex fluidi ictu in aërem cre$cit cum $uperficie im- pingenti, id e$t, $i maneat celeritas, augetur cum forami- ne, in qua etiam ratione cre$cit quantitas materiæ motæ, & hujus re$pectu non intere$t cuju$cunque magnitudinis fuerit foramen.

Pre$$io lateralis $equitur proportionem $uperficiei colu- mnæ; materia mota, quæ manente celeritate $equitur ra- tionem ip$ius vis in$itæ , ad in$tar totius columnæ, id e$t, 450. quadrati $uperficiei hujus mutatur: magis ergo, $i foramen augeatur, cre$cit vis fluidi quàm ip$a cau$a retardans; _in majoribus_ ideo _fluidorum pro$<007>lientium altitudinibus_, ut 811. pre$lio lateralis, quæ, cum diutius agat majorem actionem [0324]PHYSICES ELEMENTA exerit, melius $uperari po$$it, _major a de$iderantur foramina_, quod & in eodem ca$u ex alia cau$a requiri antea diximus : 205. in quo loco ut & hìc majora foramina in majoribus tantum altitudinibus nece$$aria ponimus, licet demon$trationes pro- bent hæc foramina, in majoribus altitudinibus maxime ne- ce$$aria, in genere e$$e anteponenda.

Magna foramina etiam motui ob$tant; nam 1. Major da- 812. tur $uperficies, cui incumbit fluidum alti$$<007>mum, quod to- tum motum ami$it, ibique diutius hæret antequam ad late- ra defluat. 2. Fluidum non tantum illud ex foramine exit, quod hu<007>c re$pondet, $ed, ut fluxus continuus detur, flui- dum vicinum continuo adfluit, quod oblique movetur, & dum pro$ilit motu compo$ito agitatur, quo motus fluidi pro$ilientis turbatur; & in majoribus foraminibus major e$t perturbatio ex hac cau$a oriunda.

In minoribus foraminibus prævalent retardationes, quæ, aucto foramine, corriguntur; ita tamen pote$t augeri fora- men, ut hæ prævaleant tardationes, quæ aucto foramine cre$cunt. Quare _datur in omnibus altitudinibus certa fora-_ 813. _minis men$ura, per quod fluidum ad maximam quam pote$t_ _ad$cendit altitudinem._ Regulæ tamen de determinando fora- mine dari nequeunt, quia latitudo tuborum, per quos aqua deducitur, horumque inflexiones illud mutant, ita ut va- riatio in infinitum detur.

_Notandum autem_ altitudinem, ad quam fluidum ad$cen- _814._ dere pote$t, ut & for aminis magnitudinem, limites habere, _quos excedere vetitum._

Nam aucta nimium fluidi celeritate, tanta vi in aërem impingit, ut in guttas di$pergatur; in quo ca$u minuendo celeritatem altitudo ad quam ad$cendit fluidum augetur, & altitudo omnium maxima ad quam fluidum ad$cendere pote$t in diver$is fluidis differt; hæcque in aqua pro$ilien- ti, vix centum pedes $uperat. Diameter foraminis, quod huic maximæ altitudini re$pondet, vix excedit pollicem cum quarta parte.

[0325]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VII.

_Fluida, quæ oblique pro$iliunt, non ex tot cau$is, neque_ 815. _tantum, quàm verticaliter pro$ilientiaretardantur._ Secun- da retardationis cau$a antea memorata hîc locum non ha- 802. bet, & effectus primæ minor e$t. De cætero in his locum habent, quæ de $olidis oblique projectis dicta $unt in capite 20. libri primi, & _fluidum ut innumera $olida $e$e mutuo_ 816. _in$equentia, & eandem viam percurrentia, con$iderari_ _pote$t._ In motu fluidi via percur$a $en$ibilis e$t, & quæ de $olidis oblique projectis dicta $unt ope fluidorum ad Experimentum vocantur; ad quod hydrargyro utendum, propter hujus fluidi, præ cæteris, gravitatem $pecificam. Hæc autem Machinâ peculiari in$tituenda $unt Experimen- ta.

MACHINA, Qua in$tituuntur Experimenta de Fluidis oblique pro$ilientibus.

Arca lignea ABCDEFH longitudinis e$t quatuor pe- 817. dum cum $emi$$e, latitudinis octo aut decem pollicum, alti- TAB. XXXII. fig. 1. tudinis $ex aut $eptem pollicum. Fundus con$tat ex tabula lignea excavata ad profunditatem $emi-pollicis, ut melius mer- curium contineat.

In extremitate H, lateris EFH, datur a$$er, aut tabula, HI, latitudinis $ex pollicum, altitudinis duorum pedum, in qua datur $ci$$ura _o t_. Hujus ope parallelopipedum li- gneum _s_, cuia po$teriori parte cochlea cohæret, ad altitu- dinem quamcunque firmatur.

Parallelopipedum hoc videtur in S (fig. 2.) huic additur pyxis buxea cylindrica P, quæ $ulco circumdatur, cui in- $eruntur laminæ duæ æneæ, quarum una videtur in _fe_, ha- rum extremitates junguntur cochleâ _g_, qua pyxis immobilis redditur, hæc vero circa axem e$t volubilis, quando relaxa- tur paululum cochlea.

In fundo hujus pyxidis datur cavitas cylindrica _ab_, diame- tri quartæ partis unius pollicis. Habet hæc communicatio- nem cum $imili cavitate _b c_, quæ terminatur in medio cavi- tatis majoris _c d_, cujus diameter $emi-pollicem excedit, & [0326]PHYSICES ELEMENTA cui in$eritur conus truncatus H (fig. 3.) buxeus, cujus exte- rior $uperficies, cum interiori cavitatis $uperficie congruit ita, ut conus circa axem in hac cavitate rotari po$$it, dum firmiter retinetur cochleâ R, laminam æneam QO trajici- ente.

Ad angulos rectos cohæret conus truncatus H cum cylindro IL, conumque cum cylindro flexa trajicit cavitas _b i l_, eju$dem diametri cum cavitate _b c_, & huic re$pondens. Latior autem illa e$t in L, ut ip$i in$eratur tu- bus vitreus NM.

Tubilongitudo e$t $e$qui pedis, extremitas altera videtur in NM, (fig. 5.) quæ in$eritur cylindro buxeo LI ad for- mam gnomonis excavati in _l i b_; in _b c_ datur cavitas ma- jor, cui in$eritur conus truncatus ED, quo hæc exacte re- pletur, & qui in hac circa axem convertitur, ope manu- brii EA.

Cavitas _b i_ re$pondet cavitati _d e_, quæ communicatur cum _f g_; pars hæc buxi annulo ferreo BQ circumdatur, in quo exiguum admodum datur foramen _g_, quod, partibus ma- chinæ junctis, cum cavitate pyxidis P (fig. 2.) communica- tionem habet.

Ne tubus frangatur, extremitates L, L, cylindrorum bu- xeorum (fig. 3. & 5.) cum tubo applicantur regulæ ligneæ _m n_ (fig. 1.). Cum hujus extremitate inferiori _m_ jungitur lamina ferrea, (ut videtur in fig. 6.) cujus extremitas LPBQ gnomonis duplicati $peciem fert: cum extremitas L (fig. 5.) cylindri buxei applicetur extremitati regulæ MN, I fig. 5. cum I fig. 6. congruit, & cochlea Q in _o_ comprimit cylindrum BD fig. 5., huncque firmiter cum cylindro LI conjungit.

Machinæ omnes partes conjunctæ videntur in fig. 1.; hy- drargyrum pyxidi _p_ infunditur, & ex foramine _g_ fig. 5. pro$ilit. Manente mercurio ad eandem altitudinem in pyxi- de, & non variata regulæ _n m_ inclinatione, eadem cum ce- leritate, juxta directionem quamcunque, pro$ilit hydrargy- rum; variatur autem inclinatio directionis, motu manubrii [0327]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VII. _e a_ (EA in fig. 5.) Angulus a directione, juxta quam mer- curius ex foramine exit, cum horizonte formatus men$ura- tur ope quadrantis circuli divi$i _q_, juxta quem movetur in- dex _f b_, qui pondere $uo $emper in $itu verticali retinetur. Quadrans hicce videtur in fig. 7. index e$t FH. A po$teriori parte duo dantur annuli, per quos tran$it manubrium EA fig. 5.; quando manubrium hocce e$t in $itu verticali, index cum divi$ione anguli 45. gr. congruit, & directio motus mer- curii exeuntis in eo ca$u angulum $emi-rectum cum hori- zonte efficit.

In fig. 1. pro$ilitiones mercurii juxta varias directiones re- præ$entantur: $en$ibiles hæ redduntur ope tabulæ ligneæ G, nigro colore tinctæ, quam mercurius in motu $uo fere ra- dit; in hac, quod hìc repræ$entari non potuit, $ecundum di- cta in n. 331., delineantur viæ a corpore, eadem celeritate, juxta directiones varios angulos cum horizonte $ormantes, percur$æ; $emi-circulus etiam AL fig. 5. Tab. XIII. in hac tabula de$cribitur.

Variæ tales tabulæ dantur, in quibus hæc eadem pro diver$is celeritatibus repræ$entantur.

Tabula fere in medio arcæ erigitur, & cohæret cum la- tere EFH, ita ut juxta longitudinem pyxidis moveri po$- $it.

Celeritas mercurii pro$ilientis variatur mutando inclina- tionem regulæ _n m_, & de$cen$u pyxidis _p_; apertura, ex qua pro$ilit hydrargyrum, ad altitudinem delineationi in tabula congruentem di$ponitur.

Si$titur hydrargyri pro$ilitio obturando cavitatem _a b_ (fig. 2.) paxillo DE (fig. 4.)

EXPERIMENTUM 4.

Partibus Machinæ conjunctis, & di$po$itis, ut in de$cri- 818. ptione dictum, inclinetur regula _n m_, donec altitudo, ad quam TAB. XXXII. fig. 1. pro$ilit mercurius, quando directione, quæ a verticali pau- lulum admodum divergit, in altum ad$cendit, fere æquet diametrum $emi-circuli in tabula G delineati. Ad talem altitudinem pyxis _p_ con$tituatur, & tabula G di$ponatur, [0328]PHYSICES ELEMENTA ut axis circumvolutionis cylindri BD (fig. 5.) re$pondeat puncto infimo $emi-circuli memorati. Quomodocunque in- clinetur jactus directio, hujus amplitudo $emper erit fere quadruplum lineæ BM in $emi-circulo ABL (Tab. XIII. fig. 5.) Exigua quædam datur differentia, quæ præcipue ex aëris re$i$tentia oritur.

EXPERIMENTUM 5.

Machinâ, ut in præcedenti Experimento, di$po$itâ, $i pro- 819. $iliat hydrargyrum per duas directiones, quarum unius incli- natio angulum $emi-rectum excedit, quantum alterius incli- natio ab hoc deficit, mercurius in punctis, parum di$tanti- bus $ecabit lineam horizontalem, quæ per $emi-circuli, in tabula G delineati, punctum infimum tran$it.

EXPERIMENTUM 6.

Manente Machinæ di$po$itione, $i via pro quacunque mo- 820. tus directione in tabula, ut in Machinæ de$criptione dictum, delineata $it, & index _f b_ cum divi$ione quadrantis, hanc denotans inclinationem, congruat, hydrargyrum in motu $uo a via delineata parum aberrabit. Si pro variis angulis viæ delineantur, motu manubrii _a e_ $ucce$$ive hoc idem in di- ver$is hi$ce viis ob$ervari poterit.

EXPERIMENTUM 7.

Si alia tabula ut G adhibeatur, in qua prædicta pro alia 821. mercurii celeritate $unt delineata, Experimenta eodem mo- do procedunt.

Simili methodo, qua per $emi-circulum determinatur di- $tantia, ad quam corpora oblique projecta cadunt, detegitur di$tantia, ad quam fluidum ex foramine in latere va$is pro- $ilit, quando vas plano horizontali imponitur: diver$a e$t hæc di$tantia pro varia foraminis altitudine, manente $uperficie $uperiori fluidi.

_Sit AB va$is fluido repleti altitudo_; $ecetur hæc in duas 822. partes æquales in C; centro C & radio EA $emi-circu- TAB. XXXII. fig. 4. lus de$cribatur; _detur foramen in E_; tandem ducatur ad AB perpendicularis ED in $emi circuli circumferentia ter- minata in D. _Pro$iliat fluidum ex E ad F in plano borizon-_ [0329] [0329a] [0330] [0331]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VII. _tali, di$tantia BF, $epo$itis omnibus retardationibus, du-_ _pla erit ip$ius perpendicularis ED_.

Quod ut demon$tretur, con$iderandum fluidum, mo- tu æquabili, celeritate qua ex foramine exit, in tempore in quo corpus cadere pote$t ab E ad B, percurrere $patium BF . In omni motu, $patium percur$um $equitur rationem compo$itam celeritatis & temporis ; & hoc per illam mul- 95. tiplicando datur $patium percur$um; id e$t, $i pro variis motibus hæc in$tituatur operatio, dantur quantitates, quæ $patiorum percur$orum proportionem exprimunt. Si cum quadratis celeritatum & temporum computatio ineatur, da- bitur ratio quadratorum $patiorum percur$orum. AE hìc de- $ignat quadratum celeritatis ; EB autem quadratum tem- poris ; harum linearum productum exprimit ergo qua- 799. dratum $patii percur$i BF. Hocce autem productum e$t 255. quadratum lineæ ED; quæ idcirco, mutato foramine, cre$cit & minuitur in eadem ratione cum di$tantia BF. Po- $ito foramine in centro C, di$tantia BG, ad quam flui- dum pro$ilit, $epo$itis omnibus retardationibus, ip$i BA æqualis e$t , & e$t dupla perpendicularis, quæ in C ad 796. 798. AB in $emi-circulo duci pote$t; quod ergo in omni- bus foraminibus obtinet, & ED erit dimidium ip$ius BF.

_Ex hi$ce $equitur_ fluidum ex foramine in centro _C_ ad _823._ di$tantiam omnium maximam pro$ilire.

EXPERIMENTUM 8.

Utendum hìc machina in capite præcedenti de$cri- 824. pta . Pro$iliat aqua ex foramine F, ut in Expe- TAB. XXXIII. fig. 2. rimento 1. Capitis VI. pro$iliat eodem tempore 797. ex E, ut & ex G; foramen G minus quam F, fo- ramen F, vero magis a $uperficie aquæ di$tat, ex neutro pervenit aqua ad di$tantiam ad quam ex F pro- $ilit.

_Ex dictis ulterius $equitur_ ex foraminibus _E &_ e æque _825._ di$tantibus a centro _C_ fluidum ad eandem pro$ilire di$tan- _TAB. XXXIII._ _fig 4._ [0332]PHYSICES ELEMENTA tiam, _quia in eo ca$u perpendiculares ED,_ ed _$unt æ-_ _quales._

EXPERIMENTUM 9.

Per F concipiatur linea horizontalis, quæ tran$it per H; 826. HG & HE $unt æquales, & ex utroque foramine G TAB. XXXIII. fig. 1. & E aqua pro$ilit ad L.

CAPUT VIII. De Fluido ex va$is profluente, & Irregularitatibus in boc motu.

FLuidi quantitas, quæ _in dato tempore, ex dato forami-_ 827. _ne_, fluit, ad in$tar fluidi exeuntis velocitatis cre$cit: pendet hæc ab altitudine fluidi $upra foramen, & non in- tere$t quamcunque partem ver$us motus fluidi dirigatur ; 794 & _$epo$itis retardationibus, quadrata quantitatum effluen-_ _tium $unt in ratione altitudinum fluidi $upra foramina_ .

799

In tempore in quo corpus libere cadendo percurrit alti- 828. tudinem fluidi $upra foramen, exit ex foramine, $epo$itis retardationibus, fluidi columna longitudine duplum altitu- dinis hujus æquans . Foramen ip$um e$t ba$is columnæ, 796. 257. & datur: $i altitudo fluidi $upra foramen nota $it, datur tota columna; tempus etiam facile Experimentis determi- natur : detecta autem quantitate, quæ in tempore 288. noto exit, quid, in tempore quocunque dato effluat, non latet.

Quantitas autem fluidi, quæ hac computatione detegi- 829. tur $en$ibiliter admodum excedit illam, quæ revera exit: & quod maxime notabile e$t, _Experimenta quæ circa has ve-_ 830. _locitates, & illa, quæ de quantitatibus fluidorum, certo tem-_ _pore ex foraminibus fluentium, in$tituuntur, minime reci-_ _porcantur_; & non pote$t quantitas hæc ex nota velocitate determinari.

Fluidum quod juxta foraminis latera exit, attritum patitur & 831. [0333]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VIII. retardatur, quam retardationem non patitur fluidum illud quod ex foraminis centro irrumpit; retardatur quidem hoc a fluido laterali cum quo cohæret; $ed fluidi partes facile moventur inter $e, & retardatio hæc exigua e$t re$pectu alterius, idcirco parum etiam acceleratur fluidum laterale a medio, & hoc continuo celerius illo movetur; non tamen a medio fluido $eparatur laterale, nam quamvis facile juxta $e invicem fluidorum partes moventur, difficilius à $e invi- cem divelluntur; fluidum ergo medium, fluxu $uo conti- nuo, $ecum fert laterale, quod licet lentius motum, ad e- andem di$tantiam aut altitudinem cum medio pertingit.

Judicium autem de velocitate, ni$i ex di$tantia aut alti- tudine fertur; velocitas verò quæ $ic determinatur, pau- lulum deficit a velocitate qua fluidum ex medio foraminis exit, quia hoc in toto motu $uo a laterali fluido, & aliis cau- $is, retardatur. Sed multo magis excedit velocitas hæc lateralis fluidi velocitatem, ut ex nunc explicatis $equitur; $i quis ergo toti fluido exeunti men$uratam tribuat veloci- tatem, quantitatem fluidi, certo tempore exeuntis, deter- minabit veram excedentem; minus tamen veram excedet quam $i in determinanda velocitate omnes retardationes $eponat, & juxta regulam, in n. 828. indicatam, compu- tationem ineat.

_Experimentis_ autem _con$tat quantitates aquæ ex æquali-_ 832. _bus foraminibus, determinato tempore, exeuntes_; $i per latiores tubos aqua deducatur, & per foramen in lamina exeat, _rationem $equi a $ubduplicata altitudinis aquæ $upra_ _foramen parum differentem_; cum verò hæc ratio non $it ex- acta, $i nimium differant altitudines, regula locum non ha- bet.

Ubi Computationes ineundæ erunt de aquæ quantitate, quæ effluit ex foramine dato, manente altitudine aquæ $u- pra foramen, $ubjecta tabella u$u venire poterit, quæ ad al- titudines majores aut minores non producenda e$t. Quo Experimento nitatur hæc & quæ in computatione hu- jus ob$ervanda fuere in $cholio huic capiti $ubjecto dicam.

[0334]PHYSICES ELEMENTA

Pono aquam fluere ex foramine circulari, cujus diameter e$t $emi pollicis Rhenolandici; agitur ulterius hìc de pe- dibus Rhenolandicis.

_Altitudo \\ Aquæ # Tempus in quo \\ pes cylindricus aquæ effluit._ 833. 4 pedes # 52, 16. Min. S. 5 # 46, 60. 6 # 42, 59, 7 # 39, 43. 8 # 36, 89. 9 # 34, 78. 10 # 32, 99. 11 # 31, 55. 12 # 30, 12. _Altitudo \\ Aquæ. # Tempus in quo \\ pes cylindricus Aquæ effluit._ 13 pedes # 28, 94. Min. S. 14 # 27. 88. 15 # 26, 94. 16 # 26, 08. 17 # 25, 30 18 # 24, 59 19 # 23, 93. 20 # 23, 33. 21 # 22, 71.

_Si foramina differant & altitudo maneat, quantitas_ 834. _fluid<007> quæ determinato tempore exit, ip$ius foraminis ra-_ _tionem $equitur,_ $i in omnibus punctis foraminis æquali velocitate fluidum feratur; quod quamvis non obtineat, parum tamen a memorata ratione aberrare quantitates, quæ revera exeunt, experimentis cum aqua in$titutis con- $tat.

Cæteris paribus, _quantitates quæ effluunt_, e$$e ut tempora 835. clarum e$t: _$unt_ ergo quantitates hæ _generaliter in ratio-_ _ne compo$ita temporis, foraminum , & radicum quadr atarum_ 834. _altitudinum fluidi $upra foramina _.

832.

In va$is, in quibus fluidi adfluxus non datur, hujus ce- 836. leritas dum effluit continuo mutatur, ad quod attenden- dum in comparatione temporum in quibus va$a diver$a e- vacuantur.

Va$a cylindricâ hìc con$ideramus, & dicta, ad va$a quæ- cunque eandem juxta integram altitudinem capacitatem $ervantia, referri poterunt; ponimus fluidum per foramen in fundo effluere.

Tempora, in quibus va$a cylindrica, eju$dem diametri _837._ & altitudinis, evacuantur, fluido ex foraminibus in- æqualibus fluente, $unt inter $e inver$e ut bæc fo- ramina.

[0335]MATHEMATICA. LIB. II. CAP VIII.

Va$a hæc, planis ad ba$in parallelis, concipiantur divi$a in partes æquales minimas; & divi$iones utriu$que va$is non differant inter $e; cum agatur de partibus minimis, concipi pote$t celeritatem in evacuatione unius partis non mutari. Fluidi quantitas, quæ ex foramine fluit, $i alti- tudo non mutetur, cre$cit cum foramine & eo breviori tempore evacuatur determinata fluidi quantitas, quo fora- men majus e$t; & minuitur tempus hoc in ratione qua fo- ramen augetur. Dum partes re$pondentes in va$is e- vacuantur altitudines $unt æquales; partes etiam i- p$æ, & ideo quantitates fluidi quæ effluunt, $unt æ- quales, ergo tempora in inver$a ratione foraminum; quod cùm in $ingulis partibus re$pondentibus locum ha- beat, ad tempora evacuationum integrorum va$orum etiam referri debet.

_Quando va$a cylindrica $unt inæqualia & æque alta, per_ 838. _foramina æqualia, in temporibus, quæ $unt ut cylindrorum_ _ba$es, evacuantur._ Va$a iterum in partes minimas, & nu- mero æquali in utroque va$e, d<007>vi$a concipiantur: ex par- tibus re$pondentibus per foramina æqualia, liquidum fluit, elevato hoc ad eandem altitudinem in utroque va$e; quan- titates ergo quæ effluunt $unt ut tempora; & ideò in hac temporum ratione $unt ip$æ partes re$pondentes, quæ $unt ut cylindrorum ba$es: tempora autem integrarum evacua- tionum $unt ut tempora in quibus partes re$pondentes e- vacuantur.

_Dentur_ tandem _duo va$a cylindrica_ EI, AD, _quorum_ 839. _ba$es $unt æquales, altitudines vero diver$æ_, ex. gr. ut 1. TAB. XXXIII. fig. 5. 6. ad 4. _& evacuentur bæc per foramina æqualia:_ concipiantur etiam hæc va$a planis ad ba$in parallelis in partes minimas divi$a, quales $unt H_i,_ C_d_; $itqueidem numerus partium in u- troque va$e, & $int partes inter $e ut ip$a va$a, id e$t, ut 1. ad 4. Partes $ingulæ motu æquabili evacuantur, quia de minimis agitur: celeritates in partibus re$pondentibus $unt ubique ut 1. ad 2. , quia altitudines harum partium $u- 799. pra ba$es $unt ut va$orum altitudines, quæ $unt ut horum [0336]PHYSICES ELEMENTA numerorum quadrata. Unde $equitur tempora, in qui- bus partes re$pondentes evacuantur, etiam e$$e inter $e ut unum ad duo; quia in tempore duplo, celeritate dupla, quantitas quadrupla evacuatur. Cum autem tempora $int in eadem ratione pro $ingulis partibus re$pondentibus, tem- pora, in quibus integra va$a evacuantur, $unt etiam ut unum ad duo. Si va$a $int ut 1 ad 9. tempora, ut de- mon$tratione $imili evincitur, erunt ut 1. ad 3; & in gene- re tempora $unt ut celeritates, quibus partes re$pondentes evacuantur, quarum celeritatum quadrata $unt _ut va$orum_ _altitudines_, in qua ratione ergo etiam _$unt quadratatem-_ 799. _porum._

EXPERIMENTUM I.

Dentur ex metallo tenui tria va$a cylindrica A, C, B, 840. diametros æquales habentia, & quorum altitudines $unt ut TAB. XXXIII. fig 7. unum, tria, & quatuor; unumquodque inci$ionem in ora ha- beat, qua effluit aqua certam $uperans altitudinem, quæ pro va$is altitudine habetur; in fundis va$orum A & B, quæ $unt ut unum & quatuor, foramina æqualia dentur, & a- quà impleantur; eodem momento foramina aperiantur; $i aqua ex B fluens va$e C recipiatur, impletur hoc in tem- pore in quo A evacuatur: C continet tres partes quartas va$is B; partem quartam, quæ $upere$t, æquali etiamtem- pore cum va$e A evacuari, a nemine in dubium vocari po- te$t; bis ergo evacuatur A, dum B $emel.

Tempora, in quibus va$a cylindrica quæcunque evacuan- _841._ tur, $unt in ratione compo$ita ba$ium , inver$a forami- _838._ num , & radicum quadratarum altitudinum .

837. 839.

_Dividi ita pote$t, vas cylindricum, ut partes inter divi$io-_ 842. _nes interceptæ æqualibus temporibus evacuentur, quod_ TAB. XXXIII. fig 6. _fiet, $i divi$ionum a ba$i di$tantiæ fuerint ut numerorum na-_ _turalium quadrata;_ tempora enim evacuationum va$orum, quorum altitudines hanc $equuntur proportionem, $unt ut numeri naturales , & temporum differentiæ æqua- 839. les.

Tempus in quo vas cylindricum evacuatur e$t ut celeri- [0337]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VIII. tas cum qua fluidum effluere inchoat ; celeritas ergo, 839. 792. dum fluidum in va$e de$cendit, in eadem ratione minui- tur, cum tempore evacuationis fluidi in va$e $uper$titis; & _motus fluidi, ex va$e cylindrico fluentis, e$t retardatus æqua-_ 843. _liter in temporibus æqualibus._

_Si ex cylindro, & alio va$e eju$dem altitudinis, & flui-_ 844. _dum $emper ad eandem altitudinem continenti, per for amina_ _æqualia fluat fluidum, in tempore in quo evacuatur cylin-_ _drus, ex va$e memorato fluit dupla fluidi quantitas quàm ex_ _cylindro._ Nam, propter altitudines va$orum æquales, ce- leritates in principio $unt æquales; flu<007>di, quod ex va$e $em- per repleto exit, celeritas e$t æquabilis; celeritas fluidi, ex cylindro fluentis, e$t æquabiliter retardata . Idcirco ex 843. i$to va$e, dum cylindrus evacuatur, fluet dupla aquæ quantitas quàm ex cylindro. Si enim duo corpora eadem celeritate propellantur, & primum motu æquabili progre- diatur, $ecundum autem motu æquabiliter retardato, & moveantur donec hoc totum motum ami$erit, primum in eo tempore percurret $patium duplum $patii a $ecundo percur- $i ; hìc fluidum, quod effluit, pro $patio percur$o haberi 258. 259. 257. pote$t, quia foramina $unt æqualia.

Notavimus $upra partium cohæ$ionem motum fluidorum 845. retardare, contrarium etiam in multis occa$ionibus ob$er- vamus; & licet velocitas ex pre$$ione oriunda, qua$cunque partes ver$us eadem $it, omnium tamen celerrime movetur fluidum, dum verticaliter de$cendit; hoc in motu $uo ca- dendo continuo acceleratur, cum in$equenti cohæret & $e- cum qua$i trahit, velocitatemque fluidi ex va$e profluentis auget.

Circa aquam quædam ob$ervabo, quia cum hac experi- menta fuere $umta, quamvis hæc ip$a etiam ad alia fluida applicari po$$int, magi$que in fluidis glutino$is hæc $en$i- bilia forent de quibus tamen hìc non agitur.

_Motus ex va$e, cum quo in inferiori parte tubus con-_ 846. _jungitur, etiam acceleratur_. Sit vas tale E æquale & $i- TAB. XXXIX. fig. 7. mile va$i A, & quod cum tubo altitudinem habeat va$is B; [0338]PHYSICES ELEMENTA habeat tubus aperturas ambas æquales foraminibus in fundis va$orum A & B; impleantur aquâ va$a A, E, & B. In principio motus, ex va$is A & E æquali celeritate aqua fluit, quia ex tubo non major fluere pote$t aquæ quantitas, quam quæ tubum per aperturam $uperiorem intrat, quem major aquæ quantitas ingredi nequit, quam quæ ex va$e A fluere pote$t. Sed aqua quæ per tubum de$cendit accele- ratur, & cum integram tubi capacitatem repleat; magis a- quam in$equentem $ecum trahit quàm $ublato tubo, tunc enim tenuior fit continuò columna aquæ effluentis. Aqua autem quæ per tubum fluit, dum in$equentem accelerat, ab hac retardatur; quare aquæ quantitas, quæ certo tempore ex va$e E effluit, e$t media inter aquæ quantitates, quæ ex va$is A & B, eodem tempore fluere po$$unt.

EXPERIMENTUM 2.

Va$is A, E, & B, $ecundum proportiones memoratas, ex 847. metallo tenui con$tructis; aquâ impleantur A & E; eodem momento apertis foraminibus, celerius de$cendet aquæ $u- perficies in E quàm in A: contra adhibitis va$is E & B, ce- lerius de$cendit in hoc quàm in illo.

_Maneat apertura $uperior tubi, qua cum va$e tubus com-_ 848. _municationem babet; augeatur apertura inferior; major a-_ _quæ quantitas effluet_, & magis accelerabitur aqua, quæ tu- bum intrat; $ati$que pote$t augeri hæc apertura, non mu- tata tubi longitudine, ut ex ip$a major aquæ quantitas fluat quam ex va$e B. In hoc ca$u, per aperturam tubi $upe- riorem ad parvam infra aquæ $uperficiem profunditatem, major fluit aquæ quantitas quàm ex apertura æquali ad profunditatem quadruplam. Adhib<007>to longiori tubo, 1- dem præ$tari poterit, licet non augeatur tubi apertura in- ferior.

EXPERIMENTUM 3.

Sit vas F, a va$e E in eo $olo differens, quod apertura 849. tubi inferior in illo major $it; $it etiam vas antea memoratum TAB. XXXIII. fig 2. B. Diametri foraminis in hujus fundo, & aperturæ $uperio- ris tubi cum va$e P conjuncti, $unt 4. lin.; apertura inferior [0339]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. VIII. hujus tubi e$t 5. lin. Aquâ va$a impleantur; & eodem mo- mento fluat ex utroque; citius aquæ $uperficies in va$e F quàm in B de$cendet. Altitudo va$is B e$t circiter $ede- cim pollicum.

His Experimentis duo alia notabilia admodum circa par- tium cohæ $ionem $ubjungam, quibus effectus hujus cohæ- $ionis dilucidantur.

EXPERIMENTUM 4.

Antliæ, duæ æquales A, B, junguntur fru$to æneo G; huic 850. tubi duo E _da_, F _db_ in$eruntur, quorum hic cum antlia TAB. XXXV. fig. 1. B, ille cum A communicatur. Tuborum horum axes in eo- dem plano dantur, & $e$e mutuo ad angulos rectos $ecant, confundunturque tubi in _d_.

Antlia A repletur aquâ rubro, aut alio colore, tinctâ, B repletur aquâ purâ; emboli junguntur laminâ L, quæ con- chleis firmatur & $imul intruduntur. Tincta aqua viam $e- quitur E _db_, alia viam F _da_, & vix $en$ibilis aquarum per mixtio datur, dum in _d_ juxta $e invicem tran$eunt, & vias flectunt.

EXPERIMENTUM 5.

Differt Experimentum hoc a præcedenti in unicâ circum- 851. $tantia, effectus tamen diver$us omnino e$t. Tuborum TAB. XXXV. fig. 2. E _da_, F _db_, axes non in eodem dantur plano, $ed unius axis alterius cavitatem qua$i tangit ita, ut pro parte tantum tu- bi confundantur in _d._ Intru$is nunc embolis, colorata a- qua, quæ pro parte libere tran$it per E _da_ omnem aliam coloratam $ecum trahit; dum eodem modo aqua pura per F _db_ fertur; his vix $en$ibiliter permixtis quamvis juxta $e invicem aquæ in _d_ tran$eant.

Experimentum hoc celebrem auctorem in errorem indu- xit, qui hoc ip$um in$tituit experimentum, cum in animum haberet præcedens tentare, conclu$ionemque deduxit am- bobus experimentis contrariam; fluidi particulas liberrime $ine confu$ione inter alîus fluidi particulas viam continuare, agitato licet hoc fluido juxta aliam directionem.

[0340]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM.

DIxi me in hoc $cholio explicaturum, ex quo experimento, & quomodo, computatio tabulæ n. 833. fuerit inita.

Mariotte Experimento, variis vicibus repetito, ob$ervatisque cautelis ne- 852. ce$$ariis, determinavit ex foramine, cujus diameter erat {1/4} poll., $ervatâ aquæ altitudine $upra hoc 13. ped., $ingulis vicibus effluxi$$e, in uno minuto pri- mo, pintas 28., quarum pes cubicus continet 70. Agitur hîc de pede regio Gallico, qui ad pedem Rhenolandicum $e habet ut 144. ad 139.

Dato hoc experimento detegendum in quo tempore pes cylindricus eva- cuari pote$t, per foramen cujus diameter e$t $emi poll., po$itâ etiam aquæ altitudine $upra hoc 13. pedum, # dum # men$ura # Rhenolandica ad- hibetur.

Tempus quo certa aquæ quantitas evacuatur, eo brevius e$t quo major 853. quantitas determinato tempore exit; tempora ergo $unt inver$e ut hæ quanti- tates, quæ cæteris paribus $unt in ratione $ubduplicata altitudinum .

832.

Tempora etiam $unt eo minora quo foramina majora, id e$t, cæteris pa- ribus $unt in ratione inver$a quadratorum diametrorum foraminum.

Tandem, cæteris paribus, tempora $unt directe ut quantitates quæ effiuunt.

In experimento à Mariotte in$tituto, altitudo tredecim pedum Gallicorum e$t ad altitudinem totidem pedum Rhenolandicorum in ca$u de quo agitur, ut 144. ad. 139.

Quadrata diametrorum foraminum $unt ut 1. ad 4. & ut

    144.
<_>q ad
    132.
<_>q

Quantitates aquæ $unt, ut pintæ 28. ad pedem cylindricum Rhenolandi- cum; quæ quantitates $unt in ratione compo$ita, rationis 28. ad 70. aut 14. ad 35, id e$t, quantitatis quæ effluxit ad pedem cubicum Gallicum, rationis pe- dis cubici Gallici ad pedem cubicum Rhenolandicum, & rationis pedis cu- bici ad pedem cylindricum, aut 452. ad 355.

Idcirco tempus unius minuti primi, aut 60. m. $., ad tempus quæ$i- tum, in ratione compo$ita ex hi$ce $ex rationibus, 139. ad 144, 4. ad 1.,

    139.
<_>q ad
    144.
<_>q, 14. ad 35.,
    144.
<_>c ad
    139.
<_>c, & 452. ad. 355.

Rationes prima, tertia, & quinta, reducuntur ad rationem, 144. ad 139; & _$unt_ 60. _m. $. ad tempus quæ$itum_, _ut_ 4 x 14 x 452 x 12. _ad_ 854. 1 x 35 x 355 x 139. quod tempus detegitur 28, 94. m. $. Quo tempore dato reliqua quæ notantur in tabella n. 833. deteguntur quærendo numeros in ra- tione inver$a $ubduplicata altitudinum.

CAPUT IX. De Cur$u Fluminum. DEFINITIO 1.

_F_Lumen vocamus aquam, in canali $uperius aperto, pro- _855._ pria gravitate fluentem, _ut A E._ _TAB XXXIV._ _fig. 1._

[0341] [0341a] [0342] [0343]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. IX. DEFINITIO. 2.

Flumen _in eodem $tatu manere, aut_ in $tatu manente, _856._ dicitur, quando aqua uniformiter fluit, ita ut in eodem lo- co $emper $it ad eandem altitudinem.

DEFINITIO. 3.

Sectio Fluminis vocatur planum Flumen $ecans perpen- _857._ diculariter ad fundum, & ad quæ directionem in medio, _ut_ ponq.

Quando Flumen a lateribus terminatur, planis inter $e pa- rallelis, & ad horizontem normalibus, & fundus etiam e$t planum, $ive horizontale, $ive inclinatum, $ectio Fluminis cum tribus hi$ce planis angulos rectos efficit, & e$t paralle- logrammum.

_In omni Flumine in $tatu manente, eadem aquæ quantitas_ 858. _per $ingulas $ectiones eodem tempore fluit._ Ni$i enim in lo- co quocunque eadem aquæ quantitas adfluat, quæ ex eo defluit, in eodem $tatu Flumen non manebit; & demon- $tratio hæc locum habet, quæcunque fuerit alvei irregula- ritas, ex qua, alio re$pectu, multæ in Fluminis motu mu- tationes oriuntur; attritus ex. gr. major e$t pro majore al- vei inæqualitate.

Irregularitates in Fluminis motu in infinitum variari po$$unt, & regulæ circa illas tradi nequeunt; $epo$itis ergo irregularitatibus omnibus Fluminum cur$us exami- nandus e$t; ni$i enim in hoc ca$u motus leges notæ fue- rint, de nullo judicium, vero fundamento nixum, ferri poterit.

Ponimus ergo aquam fluere per canalem regularem, $i- 859. ne $en$ibili attritu; canalem terminari ad latera planis pa- rallelis inter $e & verticalibus; fundumque etiam planum e$$e & ad horizontem inclinari.

Sit canalis A E; ex receptaculo majori aqua in illum fluat, maneatque in receptaculo $emper ad eandem altitu- dinem, ut Flumen $it in $tatu manenti. Aqua juxta pla- num inclinatum de$cendit & acceleratur ; quo, propter 263. æqualem aquæ quantitatem per $ingulas $ectiones fluen- [0344]PHYSICES ELEMENTA tem , _altitudo aquæ, recedendo a Fluminis initio., con-_ 858. _tinuo minuitur_, & aquæ $uper$icies adipi$citur figuram _iqs_.

860.

Ad determinandam aquæ in variis locis velocitatem, con- 861. cipiamus canalis apertu_r_am ADCB plano claudi; $i perfo- retur planum, eo celerius ex foramine pro$iliet aqua, quo magis hoc di$tabit a $uperficie aquæ _bi_; eandemque habe- bit aqua celeritatem, quam corpus, cadendo a $uperficie aquæ ad profunditatem foraminis infra illam, acquirit ; 796. quod ex pre$$ione aquæ $uperincumbentis oritur. Datur eadem pre$$io, id e$t, eadem vis motrix, quando impedi- mentum in AC tollitur; ponimus enim capax adeo rece- ptaculum, ut & in hoc ca$u pre$$io lateralis agat in aquam quæ canalem intrat.

Hunc nunc ingreditur unaquæque particula aquæ ea celeritate, quam corpus acquirit, cadendo ab aquæ $uperfi- cie ad particulæ profunditatem. Particula hæc, juxta pla- num inclinatum, in canale movetur, & hujus motus acce- leratur; & quidem eodem modo ac $i verticaliter cadendo motum continua$$et ad eandem profunditatem infra $uper- ficiem aquæ in origine Fluminis .

271.

Si ducatur horizontalis linea _it_, particula in _r_ habebit cele_r_itatem quam corpus cadendo per _i_ C & devolvendo per C_r_ pote$t acquirere; quæ e$t celeritas, ca$u per _tr_, a corpore acqui$ita. _Vbique_ ergo _men$uratur particulæ cele-_ 862. _ritas, ducendo ab hac perpendicularem ad planum horizon-_ _tale, quod per $uperficiem aquæ in origine Fluminis concipi-_ _tur, & velocitas, quam corpus per hanc perpendicularem ca-_ _dendo acquirit, erit particulæ celeritas_, quæ major e$t pro majori perpendicularis longitudine, & _non augetur pre$$ione_ 863. _aquæ $uper incumbentis_, quæ non pote$t augere celeritatem aquæ, quæ aliunde majorem habet quam quæ ex hac pre$- $ione oriri pote$t: eodem modo ac corpus in$equens in an- tecedens celerius motum agere non pote$t.

In puncto quocunque _r_ ad Fluminis fundum ducatur per- pendicularis _rs_, Fluminis altitudinem men$urans; cum non horizontalis $it _rs_, $i a variis hujus lineæ punctis ad _it_ per- [0345]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. IX. pendiculares ducantur, eo hæ breviores erunt, quo magis ab _r_ di$tabunt, omniumque brevi$$ima erit _sv_; ideoque particularum, in linea _rs_, celeritates eo minores $unt, quo magis hæ ad $uperficiem Fluminis accedunt, & _aqua infe-_ 864. _rior celerius $uperiori movetur_.

_Harum_ tamen _aquarum in progre$$u fluminis ad æqualita-_ 865. _tem continuo magis accedunt celeritates_. Nam celeritatum harum quadrata $unt ut _rt_ ad _sv_, quarum linearum dif- ferentia, recedendo a fluminis origine, continuo minuitur, propter imminutam altitudinem _rs_, dum lineæ ip$æ au- 860. gentur. Quod cum in quadratis obtineat, multo magis in ip$is celeritatibus locum habet, quarum differentia ergo et- iam minuitur, dum ip$æ cre$cunt.

_Si_ fundi inclinatio in principio fluminis mutetur ut $it 866. _y_Z, & _major aquæ quantitas in canalem fluat, altior erit_ _ubique in flumine, $ed non mutatur celeritas aquæ in loco quo-_ _cunque_. Hæc enim celeritas non ab altitudine aquæ in flu- mine pendet, $ed, ut demon$tratum, a di$tantia inter par- riculam motam & planum horizontale per aquæ $u- perficiem in origine fluminis tran$iens; quæ di$tantia per- pendiculari ut _rt_ aut _sv_ men$uratur; hæ autem adfluxu a- quæ non variantur, $i modo maneat aquæ $uperficies in re- ceptaculo.

_Claudatur canalis pars $uperior ob$taculo_ ut X, _quod quan-_ 867. _tumvis parum infra aquæ $uperficiem de$cendat_; aqua o- mnis quæ adfluit perfluere non poterit, ad$cendet idcirco; $ed eo celeritas aquæ infra cataractam non augetur , con- 866. tinuoque accumulatur aqua adfluens; quæ ergo ita ad$cendit ut $upra impedimentum aut ripas fluminis de- fluat. _Si_ vero _ripæ eleventur & impedimentum continue-_ _tur, $upra lineam it aquæ altitudo excre$cet_, antea enim hujus celeritas augeri nequit: in quo ca$u totius aquæ in receptaculo altitudo augebitur; cum enim ponamus flumen in $tatu manenti nece$$e e$t ut aliunde continuo in receptaculum tantum aquæ adfluat, quantum ex illo in flu- men defluit; imminuta verò aquæ defluentis quantitate, [0346]PHYSICES ELEMENTA nece$$ario altitudo in receptaculo augetur, donec celeritas aquæ infra ob$taculum fluentis ita augeatur, ut eadem aquæ quantitas infra hocce ob$taculum tran$eat, quæ ante po$itam cataractam per hanc fluminis $ectionem flu- xit.

Hæc omnia, ut jam monuimus, $epo$itis irregularitati- bus omnibus, vera $unt, & quo irregularitates $unt mino- res, eo magis cum dictis motus veri congruunt; de qui- bus ut judicium feratur, nece$$e e$t ut Experimentis velo- citates aquarum po$$imus comparare, & ip$as velocitates i- ta determinare, ut $patia in certo tempore percur$a dete- gantur; hæc autem detegere poterimus $i in $ub$idium vo- cemus, quæ in Capite XI. de fluidorum actionibus demon- $trantur.

Sit circuli quadrans ACB in gradus divi$us; in centro 868. ei annectitur filum, cujus extremitas altera cum globo P, TAB. XXXIV. fig 2. aquâ graviori, cohæret.

Aquâ fluenti globus immergitur, $ervato latere CA qua- 869. drantis in $itu verticali; globus actione aquæ ita $u$tinetur, ut filum PC cum latere CA angulum PCA con$tituat, cujus ope aquæ in globum impingentis celeritas detegi- tur.

Globus in aqua quie$cens tribus potentiis trahitur; gra- vitate $ua verticaliter de$cendere conatur; ex fluidi actio- ne juxta motus aquæ directionem fertur; & tandem filo per PC trahitur, Formetur triangulum EFG, in quo EF lineam verticalem de$ignat, cum hac con$tituat linea FG angulum EFG, æqualem angulo a directione motus flu- minis cum linea verticali formato, tandem $it angulus GEF æqualis angulo PCA. Trianguli EFG latera parallela $unt directionibus trium memoratarum potentiarum, po- tentiæ ip$æ idcirco $unt ut hæc latera ; $i ergo EF globi 210 gravitatem re$pectivam de$ignat, FG exprimet actionem aquæ in globum. Si pro variis Experimentis, eodem adhi- bito globo, variis in locis in$titutis, talia triangula deline- antur, latere EF manente, (gravitatem globi re$pectivam, [0347]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. IX. quæ non mutatur, de$ignante) latera ut FG inter $e pro- portionem actionum aquæ in globum $ervabunt. Hæ au- tem $unt ut quadrata velocitatum aquarum in locis in quibus Experimenta in$tituta $unt ut in cap. XI. videbi- mus.

Actio aquæ in globum cum pondere conferri pote$t, e$t 870. enim ad globi pondus re$pectivum ut FG ad EF.

Pondusque hac proportione detectum e$t pondus cy- lindri aquei, cujusba$eos diameter e$t globi diameter, & cujus altitudo illa e$t, a qua cadendo in vacuo corpus acquirit ve- locitatem qua aqua in globum incurrit; ut hoc etiam in cap. XI. demon$tramus. Data nunc hac altitudine, dabitur ($i du- ratio vibrationis penduli cuju$cunque, cujus longitudo no- ta e$t, determinata fuerit) $patium, quod ab aqua in tem- pore noto pote$t percurri, & $icetiam aquæ quantitas quæ 288. 255. 257. per locum magnitudine datum, in fluminis $ectione, in dato tempore, fluit.

Notandum hanc velocitatis aquæ determinationem non bene procedere in aquæ $uperficie; quia actio aquæ in globum ibi irregularis e$t. Pote$t hæc celeri- 871. tas detegi immergendo aquâ corpus, aquâ paululum levius, quod ver$us $uperficiem hæreat, & non $atis hanc excedat ut motu venti affici po$$it; cum gravitates $pecificæ aquæ & corporis vix differant, & hoc pro toto immer$o haberi po$$it, eadem celeritate cum aqua movebitur, & men$ura- ri tempus, ope penduli, poterit, dum corpus $patium an- te men$uratum percurrit. Quando vento aquæ $uperfi- cies agitatur, non bene Experimentum procedet, pro- pter motum undarum, quo in corporis motu irregularitas datur.

[0348]PHYSICES ELEMENTA CAPUT X. De Motu Undarum.

AQuæ quie$centis $uperficies plana e$t & ad horizontem 872. parallela ; $i aliqua ex cau$a hæc cava fiat in A, cir- TAB XXXIV. fig. 3. cumdatur hæc cavitas elevatione BB; elevata hæc aqua 707. gravitate de$cendit, & celeritate de$cendendo acqui$ita ca- vitatem novam format, quo motu aqua ad latera hujus ca- vitatis ad$cendit, & implet cavitatem A, dum nova ele- vatio C ver$us formatur; hæc dum deprimitur de novo a- qua eandem partem ver$us ad$cendit; unde motus in aquæ $uperficie oritur, & cavitas, præ $e elevationem ferens, ab A ad C movetur.

DEFINITIO 1.

Cavitas hæc cum conjuncta elevatione vocatur unda

873. DEFINITIO 2.

Latitudo undæ e$t $patium ab unda in $uperficie aquæ _874._ occupatum & men$uratum juxta motus undæ directionem.

Cavitas ut A ab omni parte elevatione circumdatur, & motus memoratus omnes partes ver$us $e$e expandit; _un-_ 875. _dæ_ ideo _per circulum moventur_.

Detur ob$taculum AB, in quod unda, cujus origo e$t 876. in C, incurrat; examinandum quam in puncto quocunque TAB. XXXIV. fig. 4. ut E mutationem patiatur unda, quando in hoc puncto ad ob$taculum pervenit. In omnibus locis, per quæ unda tran$- it, dum hæc latitudinem $uam percurrit, aqua elevatur, cavitas deinde formatur, quæ iterum impletur; quam mu- tationem dum $uperficies aquæ $ubit, hujus particulæ per parvum $patium eunt & redeunt. Directio hujus motus e$t per CE, celerita$que per hanc lineam repræ$entari po- te$t; concipiatur hicce motus in duos alios re$olutus per GE & DE, quorum celeritates per ha$ce lineas re$pecti- ve repræ$entantur . Motu per DE particulæ in ob$tacu- 604. lum non agunt, & eadem celeritate, po$t impactum, jux- ta hanc directionem motum continuant; motu$que hic re- [0349]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. X. præ$entatur per EF, po$it is EF & ED inter $e æqualibus. Mo- tu per GE particulæ directe ad ob$taculum accedunt, & aqua, quæ ultra ob$taculum progredi nequit, & ab in$equenti propellitur, cedit illam partem ver$us in qua minima re$i- $tentia datur, id e$t, ad$cendit; hæcque major quam in cæteris locis elevatio ex motu per GE oritur; quia hoc motu $olo ad ob$taculum particulæ accedunt. De$cen$u a- qua eam acquirit velocitatem cum qua fuit elevata, & ea- dem cum vi particulæ aqueæ ab ob$taculo juxta directio- nem EG repelluntur cum qua ad ob$taculum acce$$ere. Ex hoc motu & motu memorato per EF oritur motus per EH, cujus celeritas per lineam EH, æqualem lineæ CE, de$ignatur, & reflexione celeritas undæ non mutatur; reditque hæc per EH, eodem modo ac $ublato ob$taculo per E_b_ motum continua$$et. Si a C perpendi- cularis CD ducatur ad ob$taculum, & hæc producatur, fiatque D_c_ æqualis CD, linea HE continuata tran$ibit per _c_; & cum hæc demon$tratio in omnibus punctis ob$taculi procedat, $equitur _undam reflexam eandem habere figuram_ 877. _ab hac parte ob$taculi, quam, $ublato ob$taculo, ultra hoc_ _habui$$et. Si ob$taculum ad horizontem inclinetur_, aqua 878. $uper illo ad$cendit & de$cendit, & attritum patitur, quo _undæ reflexio turbatur, & $æpi$$ime in totum de$truitur_. Hæc e$t ratio quare plerumque fluminum ripæ undas non reflectant.

_Quando in ob$taculo_ ut BL _foramen datur_ ut I, pars un- 879. dæ, quæ per hoc tran$it, motum directe continuat, & QQ ver$us $e$e expandit, & _nova unda formatur, quæ_ _per $emicirculum movetur, cujus centrum e$t ip$um fora-_ _men_. Nam pars undæ elevata, quæ primo transgreditur foramen, $tatim paululumad latera defluit, & deinde de$cen- dendo cavitatem format, quæ ab omni parte ultra $oramen elevatione circumdatur, quæ ad omnes partes, eodem mo- do, ac de gene$i primæ undæ dictum , $e$e expandit.

872.

Unda, cui opponitur ob$taculum ut AO, inter 880. O & N motum continuat; $ed R ver$us per portio- [0350]PHYSICES ELEMENTA nem circuli, cujus centrum non multum ab O di$tat, $e$e expandit.

Ex hi$ce $acile deducitur motus undæ ponè ob$taculum 881. ut MN.

_Undæ $æpe producuntur ex motu corporis tremulo, quæ_ 882. _etiam per circulum $e$e expandunt_, licet per lineam rectam corpus eat & redeat; aqua enim agitatione elevata de$cen- dendo cavitatem format, quæ ab omni parte elevatione cir- cumdatur.

_Undæ variæ $e$e mutuo non perturbant, dum juxta va-_ 883. _rias directiones moventur_. Cujus effectus ratio hæc e$t; quamcunque ex motu undæ figuram adepta fuerit aquæ $u- perficies, in hac elevatio & depre$$io dari po$$unt, ut & motus qualis in undæ motu requiritur.

Qui unquam undarum motum attente con$ideravit, hæc omnia cum Experimentis congruere vidit.

Celeritas undarum ut determinetur, motus alius cum ha- rum motu analogus examinandus e$t. Detur fluidum _in_ 884. _tubo cylindrico curvo_ EH, $uperetque altitudo fluidi in TAB. XXXIV. fig. 5. crure EF altitudinem in alio crure quantitate _l_E, quæ differentia in duas partes æquales $ecanda e$t in _i_. Gravi- tate $ua de$cendit fluidum in crure EH, dum æqualiter in tubo EH ad$cendit, & ita quando $uperficies fluidi perve- nit ad _i_, ad eandem in utroque crure datur altitudinem, & in hoc $itu $olo fluidum pote$t quie$cere: $ed celeritate de- $cendendo acqui$ita motum continuat, magisque ad$cendit in tubo GH, & in EF deprimitur ad _l_ u$que, ni$i qua- tenus ab attritu tubi motus minuitur. Fluidum in tubo GH magis elevatum etiam gravitate de$cendit, & fluidum in tubo it & redit, donec ex attritu totum motum ami$e- rit.

Quantitas materiæ movendæ e$t totum fluidum in tubo; vis motrix e$t pondus columnæ _l_E; hoc fluidum premens eodem motu cum reliquo fluido in tubo agitatur & re$pe- ctu hujus quie$cit; agit ergo in fluidum motum ut in quie- $cens & toto $uo pondere premit in inferius fluidum . Al- 252. [0351]MATHEMATIC A. LIB. II. CAP. X. titudo autem hujus fluidi prementis $emper e$t duplum di- $tantiæ E_i_, quæ ergo di$tantia cum hac vi motrice in ea- dem ratione cre$cit & minuitur. Di$tantia autem E_i_ e$t $patium a fluido percurrendum, ut a $itu EH perveniat ad $itum quietis; quod ergo $patium $emper e$t ut vis quæ continuo in fluidum agit: $ed tali ex cau$a demon$travi- mus penduli in cycloide o$cillati vibrationes omnes e$$e æ- que diuturnas ; ideo & hîc _quæcunque fuerit agitationum_ 287. _inæqualitas, æquali $emper tempore fluidum it aut redit_.

_Tempus in quo fluidum $ic agitatum ad$cendit aut de-_ 885. _$cendit, e$t tempus in quo vibratur pendulum, cujus longi-_ _tudo_, id e$t, di$tantia inter centra o$cillationis & $u$pen- $ionis, _æqualis e$t $emi-longitudini fluidi in tubo_, $ive $e- mi-$ummæ linearum EE, FG, & GH: longitudo hæc in axe tubi men$uranda e$t.

Vibretur hocce pendulum in cycloïde methodo $uperius 886. explicata . Pendulum PC & arcus AD eju$dem $unt TAB. XXXIV. fig 6. longitudinis ; in puncto A directio curvæ ad horizontem 283. 284. perpendicularis e$t, & corpus toto $uo pondere juxta cur- vam de$cendere conatur: hoc autem pondus e$t ad vim in corpus agens, po$ito hoc in P, ut AD, aut PC ad PD. 287. Sit nunc fluidum in eo $itu, ut _i_E (fig. 5.) æqualis $it PD; pondus totius materiæ movendæ, id e$t, totius fluidi, e$t ad pondus _l_E, quod e$t vis in hoc $itu in fluidum agens ut longitudo fluidi in tubo ad lineam _l_E, in qua ratione etiam $unt harum quantitatum $emi$$es, id e$t PC ad PD (fig. 6.). In pendulo ergo pondus materiæ movendæ e$t ad vim in hanc agentem in P, ut in tubo pondus materiæ mo- vendæ ad vim in hanc agentem in $itu EH. Æqualibus viribus ideo corpus pendulum & fluidum in hac occa$ione propel- luntur, & hoc ubique obtinet ubi $patia, a fluido in agi- tatione & a corpore in vibratione percur$a, $unt æqualia; idcirco in hoc ca$u agitatio & vibratio eodem tempore per- aguntur, & non modo in hoc ca$u, $ed $emper . Cum 884. vero vibrationes exiguæ in circulo a vibrationibus in cy- [0352]PHYSICES ELEMENTA cloïde non differant, etiam ad illas demon$tratio referri debet.

EXPERIMENTUM.

Detur tubus vitreus cylindricus curvus ut EFGH; $it 887. crurum longitudo unius pedis, & cylindri diameter $emi- pollicis; tubo mercurius infundatur, & con$titato pendu- lo, cujus longitudo æquet dimidium longitudinis cylindri mercurii in tubo, $i mercurius in tubo agitetur, ii$dem temporibus ad$cendit & de$cendit hic, in quibus pendu- lum o$cillando it & redit.

Ut ex dictis determinemus undarum celeritatem, variæ 888. undæ æquales & $e$e mutuo immediate in$equentes con- TAB. XXXIV. fig. 7. $iderandæ $unt ut AB, CD, EF, quæ ab A ad F moventur. Unda AB percurrit latitudinem $uam, quan- do cavitas A pervenit ad C; quod fieri non pote$t, ni$i a- qua in C ad altitudinem undarum culminum ad$cendat, i- terumque ad profunditatem C de$cendat; in quo motu aqua infra lineam _hi_ $en$ibiliter non agitatur: congruit ergo hic- ce motus cum motu memorato in tubo, & aqua ad$cendit & de$cendit, id e$t, unda latitudinem $uam percurrit, dum pendulum longitudinis dimidii BC duas peragit o$cillatio- nes ; aut dum pendulum longitudinis BCD, prioris qua- 885. druplæ, $emel vibratur .

290.

Pendet igitur celeritas undæ à longitudine lineæ BCD, quæ pro majori undarum latitudine, & pro majori profun- ditate ad quam in motu undarum aqua de$cendit, major e$t.

In undis latioribus, quæ non alte elevantur, linea ut BCD a latitudine undæ vix differt, & in eo ca$u _unda_ 889. _latitudinem $uam percurrit, dum pendulum huic latitudi-_ _ni æquale $emel o$cillatur_. In omni motu æquabili mul- tiplicando tempus per celeritatem datur $patium percur- $um , unde $equitur _celeritates undarum e$$e ut radices_ 95. 890. _quadratas latitudinum_: nam cum in hac ratione $int tem- pora quibus latitudines $uas percurrunt , eadem in harum 290. 889. [0353] [0353a] [0354] [0355]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XI. celeritatibus ratio requiritur, ut producta temporum per celeritates $int ut undarum latitudines, quæ $unt $patia percur$a.

Hæc omnia tantum pro quamproxime veris habenda $unt, quia undarum motus a motu in tubo paululum dif- fert; qui error pro parte tamen compen$atur ex eo quod penduli longitudo men$uretur juxta lineas inclinatas BC & CD.

CAPUT XI. De Re$i$tentia Fluidorum.

O_Mne corpus quod in fluido movetur re$i$tentiam patitur,_ 891. & quidem _ex duplici cau$a._

Quamvis fluidorum partes parum admodum cohæreant illas tamen vi quadam cohærere extra dubium e$t , hanc 54. 55. autem, _dum corpus in motu $uo $eparat fluidorum particu-_ 892. _las, $uperare debet cobæ$ionem; bæcque e$t prima re$i$ten-_ _tiæ cau$a_.

_Actio bæc $imilis e$t illi qua corporum mollium partes $e-_ 893. _parantur, dum in ip$is cavitas formatur_, quam formari vi- dimus actione, quæ $equitur proportionem ip$ius cavitatis 464. formatæ ; quam demon$trationem ad corpus in fluido mo- tum etiam po$$umus applicare; in hoc autem motu corpus cavitatem format proportionalem $patio percur$o, quamvis cavitas hæc $ingulis momentis affluxu fluidi iterum implea- tur. Unde deducimus _corpus ex hac prima cau$a, re$i-_ 894. _$tentiam pati_ proportionalem huic $patio percur$o; _quæ_id- circo _ad in$tar velocitatis augetur & minuitur ._

94

Dum corpus in corpore molli cavitatem format, partes 895. immediata tantum actione corporum in $e mutuo transfe- runtur, qua ce$$ante actione ce$$at particularum motus; hac de cau$a in formanda cavitate tantum con$umitur vis qua partium cohæ$io $uperatur, po$- [0356]PHYSICES ELEMENTA $untque corpora integras in formandis cavitatibus vires in- $itas amittere.

Corpus autem in motu per fluidum non tantum trans- fert particulas actione immediata, dum $ibi viam in- ter has aperit, in qua translatione immediata cohæ$ionem $uperat; $ed & præterea ip$is particulis vim communicat, qua po$t ce$latam corporis actionem inter $e moventur: _reactio verò particularum, dum ip$is motus_ hicce _impri-_ 896. _mitur, ex harum inertia oriunda, e$t $ecunda cau$a re$i-_ _$tentiæ_.

Ut clarius concipiamus quæ re$i$tentias has $pectant, ad hoc attendere debemus. _Mutuam actionem corporis & fluidi_ 897. _eandem e$$e, $ive corpus certa velocitate in fluido quie$cente_ _moveatur, $ive, quie$cente corpore, eâdem velocitate flui-_ _dum in hoc incurrat_. Actio enim hæc a motu re$pectivo pendet, qui in hi$ce ca$ibus non variat.

Si nunc $epo$itâ partium cohæ$ione ad motum fluidi at- tendamus, & hoc con$ideremus dum in corpus quie$cens incurrit, facile videbimus _fluidi actionem e$$e pre$$ionem_, 898. particula$que non impingere in corpus $ed juxta hoc, aut juxta particulas fluidi, quæ corpus tangunt, moveri & inter- ea illas premere corpus, eodem modo ac corpus premit planum $uper quo movetur, quales pre$$iones ex viribus oriundas $uperius indicavimus.

120. 321. 522.

Pre$$io hæc a vi in$itâ particularum oriunda, e$t ut hæc 899. vis, id e$t ut quadratum velocitatis , augetur etiam ut nu- 477. merus particularum determinato tempore incurrentium, qui numerus velocitatis $equitur proportionem: tandem pre$$io de qua agimus $equitur rationem temporis per quod $ingulæ particulæ in determinatam partem $uperficiei pre- munt, quod tempus eo minus e$t quo velocitas e$t major, $equiturque rationem inver$am velocitatis; quare ultimæ duæ rationes $e$e mutuo de$truunt $uper$titemque habemus $o- 900. lam _rationem quadrati velocitatis_; quam idcirco _$equitur_ _re$i$tentia ex $ecunda cau$a_.

Quomodo autem ambæ re$i$tentiæ cau$æ $imul agant 901. [0357]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XI. concipimus, $i ad hoc attendamus, particulas quæ in cor- TAB. XXXVI. fg. 5. pus, ut A agunt, ad latera defluere in B & D, ibique, $epo$itâ cohæ$ione, nullam exerere actionem, po$itâ autem cohæ$ione hac, particulæ hæ laterales $ecum trahunt, & actione $ua in$equentes $eparant, quæ de$ideratur $eparatio ut fluidum ab omni parte defluat: cohæ$io autem $uperari minime poterit ni$i corpus re$i$tat, & actio in hoc detur ; 247. quæ actioni ex inertia oriundæ $uperaddenda e$t.

MACHINA,

Qua Experimenta de Fluidorum Re$i$tentiis in$tituuntur.

Arca lignea AB longitudinem habet quinque pedum, 902. latitudinem duorum pedum cum $emi$$e, altitudinem o- TAB. XXXV. fig. 1. cto aut decem pollicum.

Quatuor hæc $u$tinetur columnis ligneis, altitudinis quin- que pedum, qui minori arcæ CD imponuntur, quæ ip$a pedibus gaudet quatuor, altitudinis circiter decem pollicum; non autem minorem hi$ce pedibus tribuimus altitudinem, ut ex epi$tomio Eaqua in $itulam, fere hujus altitudinis, re- cipiatur.

Parallelopipedum cavum ligneum F longitudinem ha- bet trium pedum cum $emi$$e à _g_ ad _b_; hujus cavitatis ba- $is e$t quadratum quinque pollicum. In figura repræ$enta- tur quomodo verticaliter regulis ligneis firmetur Parallelo- pipedum. Di$tantia inter hujus $uperficiem $uperiorem & arcæ AB fundum e$t quindecim pollicum.

In hoc ip$o fundo, in medio re$pectu longitudinis, fora- men datur rotundum, diametri circiter quatuor pollicum cum $emi$$e, quod paulo minus di$tat ab uno latere quàm ab alio, ut magis commode experimenta in$tituantur.

Huic foramini re$pondet foramen, quod parum cum præcedenti differt, $ed tamen minus e$t, in medio ligni $u- perioris parallelopipedi F.

In hi$ce foraminibus tubus plumbeus T verticaliter fir- matur, quo communicatio datur inter arcam AB & pa- rallelopipedum F. Tubi longitudo e$t octodecim polli- [0358]PHYSICES ELEMENTA cum; ip$ius cavitas e$t cylindrica, bene lævigata, diametrum- que habet quatuor pollicum.

Probe firmatur tubus, & aquæ effluxus, inter hunc & li- gnum, interpo$itis lini filamentis, cohibetur.

Et tubi angu$tiores $æpe adhibentur, in quo ca$u annu- lis ligneis extremitates circumdantur, ut eodem modo fir- mentur in foraminibus memoratis.

In inferiori parte Parallelopipedi F epi$tomia dantur qua- tuor I, L, M, N. Horum aperturæ in laminis dantur horizontalibus, quæ omnes in eodem po$itæ $unt plano ho- rizontali; $untque hæ aperturæ ip$is epi$tomiorum capaci- tatibus multo minores, ut aqua $ine $en$ibili attritu effluat. Minorum duorum epi$tomiorum, quæ æqualia $unt, aper- turæ æquales $unt, alîus dupla e$t, & maximi tripla. Dia- meter aperturæ mediæ $emi poll. æqualis e$t.

Quantumvis exacte hæ men$urentur aperturæ, non o- mnis error vitari pote$t, qui quomodo corrigatur, $tatim di- cam.

Oris arcæ AB in medio imponitur tabula P, cujus lon- gitudo arcæ latitudinem paululum excedit & cujus latitu- do $edecim aut octodecim e$t poll. Hæc, ne impo$ita ca$u in aquam cadat, oris, $emipollicem altis, circumdatur. Firmatur tabula regulis ligneis quatuor, quarum duæ viden- tur in _o_ & _q_, cum ip$a cohærentibus, & inter quas promi- nentia lignea _r_, cum arca cohærens, recipitur.

Tabulæ huic $uperimponitur crux lignea S, infra tabu- lam penetrans, ut cochleâ firmetur. Cruci appenditur bi- lanx V, quâ in aliis experimentis utimur, & de qua antea egimus .

703

Ita $u$penditur hæc, ut, quando e$t in æquilibrio, lan- cium pedes $upra tabulam ad altitudinem, quæ paululum excedit quartam partem pollicis, tantum eleventur.

Uncus autem lancis _k_ re$pondet foramini in tabula, quod diametrum habet trium partium quartarum pollicis, & cu- jus centrum datur in axe continuato tubi T.

[0359]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XI.

U$u veniunt in experimentis, quæ hac Machinâ in$tituun- tur, globi, cylindri, & coni varii, qui $inguli capillis equi- nis $u$penduntur; in qua $u$pen$ione re$pectu cylindrorum & conorum attendendum, ut axem habeant verticalem, & conorum vertices $ur$um dirigantur.

An aperturæ epi$tomiorum e$$ent exactæ, ut explorarem, & errores corrigerem, methodo u$us $um, quam nunc exponam.

Rebus ut explicavi di$po$itis, in T applicato tubo, cujus 903. diameter erat hypotenu$a trianguli rectanguli i$o$celes, cu- jus latera $untduorum pollicum, arcam AB aquâ replevi ita, ut oræ arcæ duobus tantum pollicibus aquam $uperarent, quo etiam F & T repleta fuere.

In tubo T, capillo equino cylindrum $u$pendi æneum, cujus diameter pollicem fere quartâ parte excedit, & cujus altitudo e$t $e$qui pollicis, $uprema $uperficies paululum convexa e$t, & cavus ip$e e$t, ut minusgravet libram, & exacte clau$us, ne aqua in ip$um penetrare po$$it: capillus equinus cum unco _k_ lancis libræ V cohærebat, & pondere lanci oppo$itæ impo$ito dabatur æquilibrium.

Quæ$ivi quodnam pondus adjiciendum e$$et, ut æqui- librium daretur, aperto uno ex epi$tomiis minoribus; de- tegitur pondus hoc tentando; Primo pondus ad libitum imponitur, libraque manu in $itu æquilibrii retinetur, &, po$t apertum epi$tomium, relinquitur; $i libra moveatur, pro diver$o motu augetur, aut minuitur, pondus, & eadem operatio repetitur, donec, relictâ bilance, hæc in æqui- librio maneat, habemu$que tunc pondus quod valet actio- nem quam aqua, dum per tubum movetur, in corpus exerit.

Hac methodo detexi, apertis $ucce$$ive epi$tomiis mino- ribus, parum actiones differre; ideoque non exacti$$ime æ- quales e$$e aquæ quantitates per $ingula effluentes, qui er- ror facillime paululum admodum aucto foramine uno cor- rectus fuit.

Apertis tunc ambobus his epi$tomiis I, L, $imul, ut a- [0360]PHYSICES ELEMENTA quæ quantitas dupla efflueret, quæ$ivi aquæ actionem in cy- lindrum, curavique ut actio eadem foret aperto unico epi- $tomio M.

Tandem eâdem methodo eo reduxi epi$tomium N, ut ex hoc ea flueret aquæ quantitas, quæ ex epi$tomio M & uno ex epi$tomiis I, aut L, $imul, æquali tempore, fluit.

In his omnibus ob$ervavi, & hoc in omnibus experi- mentis, quæ hac machinâ in$tituuntur, ob$ervandum, ut aqua in arca $ervetur ad eandem altitudinem, quare, ubi uno pollice depre$$a e$t $uperficies, de novo aqua infundenda e$t.

Pote$t nunc machina experimentis in$ervire. Aperto e- 904. pi$tomio I, aut L, certa aquæ quantitas effluit, determi- natâque velocitate movetur aqua in tubo T, & uniformem velocitatem habet in toto tubo; in hunc enim continuo in- trat & eodem tempore exit aquæ quantitas, æqualis illi, quæ ex epi$tomio de$luit. Dupla e$t aquæ velocitas in tubo, $i dupla aquæ quantitas defluat, id e$t, $i ambo epi$tomia I & L, aut $olum M, aperiantur. Tripla e$taperto M & I vel L $imul, aut N $olo. Quadrupla e$t velocitas apertis tri- bus epi$tomiis I, L, & M, aut N & uno ex I & L. Quin- tupla e$t apertis $imul M & N. Sextupla apertis N, M, & uno ex I & L. Septupla tandem apertis omnibus $i- mul.

In his omnibus motibus nunquam acceleratio aquæ in tubo T dari pote$t ex cohæ$ione oriunda, qualem alio lo- co memoravimus; quæ $i daretur non hæc procederet 246. conclu$io, æqualem certo tempore per epi$tomium fluere aquæ quantitatem; $ive $olum, $ive cum aliis aperiatur, quod hìc extra dubium e$t; quia ex $ola pre$$ione aquæ $upra ori- ficium tubi incumbentis dari pote$t velocitas quæ variis vicibus maximam $uperat quâ in hi$ce aqua in tubo gau- det.

[0361]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XI. EXPERIMENTUM 1.

Rebus, ut in machinæ de$criptione expo$itum, di$po- 905. $itis, adhibitoque tubo T, $uperius memorato, cujus dia- TAB. XXXV. fig. 1.2. meter e$t hypotenu$a trianguli rectanguli i$o$celes, cujus $ingula latera $unt duorum pollicum, globus æneus G, cujus diameter e$t $emi poll., $u$penditur ad profunditatem, non intere$t quamcunque, $ex, octo, aut decem pollicum, in tu- bo, in cujus axe datur globus; quia capillus equinus, cui cohæret, cum unco lancis E conjungitur.

Methodo in n. 903. tradita quæruntur actiones aquæ in globum, dum $ucce$$ive, diver$is velocitatibus, aqua per tu- bum tran$it, quæ actiones valent re$i$tentias corporis, quan- do hoc, quie$cente aquâ, iisdem velocitatibus, in hac movetur.

Pondera minima quibus utor in his actionibus determi- nandis, quartam partem grani valent; $untque actiones quæ $quuntur.

_Velocitates_ # _Re$i$tentiæ_ 906. 1. # gr. {3/4}. 2. # gr. 1 {1/2}. 3. # gr. 3. 4. # gr. 4 {3/4}. 5. # gr. 7 {3/4}. 6. # gr. 10 {1/2}. 7. # gr. 14.

In tribus primis velocitatibus deficiebant paululum a- ctiones a ponderibus notatis.

Experimenta hæc, adhibitâ admodum exactâ bilance, fue- 907 re in$tituta, maximâ cum curâ, non tamen nullum omni- no errorem quantumvis exiguum dari a$lerere non au$im.

Fateor potius exiguos, quarta parte grani minores, vitari non potui$$e, & non credo ab experimento recedi, quando tale quid $uppletur, ubi regularis $eries hoc po$tulat,

Errorem talem dari in prima actione, hîc determinatâ, quæ parum deficit a {3/4} gr., & qui re$pectu hujus ponderis $en- [0362]PHYSICES ELEMENTA $iblis e$t, non tantum indicat regularis $eries ex reliquis ex- perimentis deducenda, $ed & hoc confirmat Experimen- tum $equens.

Experimenta hìc traduntur, ut ante initam ullam compu- tationem a me fuere in$tituta.

Divi$o nunc grano in centum partes, patet in $equenti $erie re$i$tentiam pro parte $equi rationem velocitatis, pro parte rationem quadrati velocitatis.

_Velocitates_ # _Re$i$tentiæ \\ ex primacau$a. # Re$i$tentiæ \\ ex$ecunda cau$a. # Summæ \\ ambarum._ # _Re$i$tentiæ \\ In Exp_. 908. 1. # 1 X 20 = 20. # 1 X 26 = 26. # 46. # 75. 2. # 2 X 20 = 40, # 4 X 26 = 104. # 144. # 150. 3. # 3 X 20 = 60, # 9 X 26 = 234. # 294. # 300. 4. # 4 X 20 = 80, # 16 X 26 = 416. # 496. # 475. 5. # 5 X 20 = 100, # 25 X 26 = 650. # 750. # 775. 6. # 6 X 20 = 120, # 36 X 26 = 936. # 1056. # 1050. 7. # 7 X 20 = 140, # 49 X 26 = 1274. # 1414. # 1400.

_Quando corpora $imilia, $imiliter, & velocitatibus æqua-_ 909. _libus, per idem fluidum, moventur_, deducitur ex ante de- 893. 899. mon$tratis , re$i$tentiam utramque augeri & minui, ut au- getur & minuitur numerus particularum fluidi ex loco mota- rum eodem tempore, id e$t, _$equitur re$i$tentia integra ra-_ 20. El. VI. _tionem quadratorum laterum homologorum , &, $i de glo-_ _bis, cylindris, aut conis, agatur, rationem quadratorum dia-_ _metrorum _.

2 El. XII. EXPERIMENTUM 2.

Differt hoc cum præcedenti tantum re$pectu magnitudi- 910. nis globi, qui in tubo T $u$penditur. In hoc adhibemus TAB. XXXV. fig. 1.2. globum H, cujus diameter e$t hypotenu$a trianguli rectan- guli i$o$celes, cujus latera $unt $emipoll., æqualia nempe diametro globi Gin experimento I. adhibito; quare qua- drata diametrorum $unt ut unum ad duo ; in qua ratione 47. El. I. etiam detectæ fuere re$i$tentiæ, ut $equenti tabella patet, in qua + denotat exce$lum, & - defectum exprimit.

[0363]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XI. _Velocitates_ # _Re$i$tentiæ_ globi H. # _Re$i$tentiæ_ globi G in _exp_. I. 911. 1 # {3/4} + # {3/4} - 2 # 2 {3/4} # 1 {1/2} - 3 # 6 -- # 3 -- 4 # 9 {3/4} + # 4 {3/4} 5 # 15 {1/4} # 7 {3/4} 6 # 21 # 10 {1/2} 7 # 28 # 14.

Re$i$tentiæ in minori velocitate $olæ $unt quæ cum propo- $itione non congruunt; $ed jam in experimento præcedenti vidimus illam corrigendam e$$e, quæ in illo experimento fuit detecta; re$i$tentia verò ibi in regulari $erie po$ita, dimidium e$t illius, quæ, in eadem velocitate, in hoc ulti- mo experimento, fuit determinata.

_Re$i$tentia ex prima cau$a non mutatur pro diver$a cor-_ 912. _poris figura, $i modo cavitas formata in motu eadem $it ;_ 893 464. quare in cono & cylindro juxta axeos directionem motis, ut & in globo, $i horum corporum diametri fuerint æqua- les, & agatur de eodem fluido, & eadem velocitate, re- $i$tentia eadem e$t.

_Re$i$tentia_ autem _ex $ecunda cau$a variat pro diver$a_ 913. _corporis figura; nam licet $luidum quie$cens quaqua ver $um æ-_ _quali vi premat, hoc ad pre$$ionem ex motu oriundam non_ _debere referri_ facile _patet_, quæ juxta unicam tantum dire- ctionem agit, & non tota $u$tinetur ni$i a plano ad hanc di- ctionem perpendiculari.

Demon$tramus in $cholio $equenti _re$i$tentiam cylindri_ 914. _$e babere ad coni re$i$tentiam, $i ambo fuerint recti, & eâ-_ _dem velocitate, juxta axium directiones, in eodem fluido, mo-_ _ti, ut linea in coni $uperficie, à vertice ad punctum quod-_ _cunque ba$eos ducta, ad $emidiametrum ba$eos._

Cylindri _autem_ recti & globi re$i$tentias e$$e inter $e ut _915._ tria ad duo, $i diametri fuerint æquales, & ille juxta a- [0364]PHYSICES ELEMENTA xeos directionem feratur, _in eodem $cholio demon$tra-_ _mus._

_Unde $equitur_ re$i$tentiam globi $e babere ad re$i$tentiam _916._ conirecti, juxta axeos directionem moti, & cujus ba$eos dia- meter æqualis e$t diametro globi, ut duæ tertiæ partes li- neæ, in $uperficie coni ad punctum ba$eos ductæ, $e babent ad $emidiametrum ba$eos.

Ob$ervandum coni verticem in motibus hi$ce præcede- re; $ienim ba$is re$i$tentiam pateretur, clarum e$$et hanc a re$i$tent<007>a cylindri eju$dem diametri non differre.

EXPERIMENTUM 3.

Experimentum hoc ut præcedentia in$tituitur, differt 917 tantum corpus in quod aqua agit. U$us $um cono in O TAB. XXXV. fig. 1. 3. delineato, ba$is diameter e$t $emipollicis, altitudo $emipol- licis a vertice _v_ ad centrum circuli qui figuram conicam terminat, infra quam figuram conicam cylindricum erat corpus, eratque partis cylindricæ altitudo circiter octavæ partis pollicis. Hæc vero inferior pars corporis con$ide- randa non e$t, quia in hanc aqua, juxta axeos corporis dire- ctionem mota, incurrere non pote$t.

Actiones aquæ in corpus tabellâ $equenti continen- tur.

_Velocitates_ # _Re$i$tentiæ_ 918. 1. # gr. {1/2}. - 2. # gr. 1 {1/4} + 3. # gr. 2 {1/2} - 4. # gr. 4. 5. # gr. 6. - 6. # gr. 8 {1/2} 7. # gr. 11.

Divi$o grano in centum partes, in tabella $equenti$e- paramus re$i$tentias ex utraque cau$a.

[0365]MATHEMATICA. LIB. II. CAP XI. _Velocitates._ # _Re$i$tentiæ_ # _Re$i$tentiæ_ # _Summæ_ # _Re$i$tentiæ_ 919. _exprimâcau$â. # ex 2<_>2. cau$â # ambarum. # in Exp._ 1. # 1 x 20 = 20. # 1 x 20 = 20 # 40 # 50 - 2. # 2 x 20 = 40. # 4 x 20 = 80 # 120 # 125 + 3. # 3 x 20 = 60. # 9 x 20 = 180 # 240 # 250 - 4. # 4 x 20 = 80. # 16 x 20 = 320 # 400 # 400 5. # 5 x 20 = 100. # 25 x 20 = 500 # 600 # 600 - 6. # 6 x 20 = 120. # 36 x 20 = 720 # 840 # 850 7. # 7 x 20 = 140. # 49 x 20 = 980 # 1120 # 1100

Qui tabellam hanc examinaverit, vix quicquam magis ac- curatum in talibus experimentis po$$e $perari, facile vide- bit.

Conferendo hoc Experimentum cum primo , confirma- 908. 919. tur n. 912.

Liquet etiam quoad re$i$tentiam ex $ecunda cau$a, hanc in hoc ca$u $e habere ad re$i$tentiam globieju$dem diame- tri ut 26. ad 20 .

908. 919.

Ut nunc computationem ineamus de hi$ce re$i$tentiis; $unt 920. hæ inter $e ut {2/3} _v b_ ad $emidiametrum ba$is : $i hæc $emidi 916. ameter dicatur 1., erit coni altitudo 2.; & valebit _vb_ radicem quadratam numeri 5 ; $unt ergo re$i$tentiæ ut {2/3}√5. ad I. 47. El. 1. Sed in $uperiori parte, ut in vertice conus $u$pendi po$$it, figura conica non $ervatur, quare re$i$tentia augenda e$t.

Ad latera foraminis per quod filum transmittitur, duæ exiguæ dantur $uperficies planæ, quæ $imul circiter valent {1/25} $uperficiei circuli cujus diameter e$t _bd_, quare vige$i- ma quinta pars re$i$tentiæ coni augenda in ratione re$i$ten- tiæ coni hujus ad re$i$tentiam cylindri, id e$t, in ratione I ad √5 . Sunt ergo re$i$tentiæ quæ$itæ ut {25 x 2/3} √5. ad 915. [0366]PHYSICES ELEMENTA 24 + √ 5. quæ ratio vix differt a ratione 26. ad 19. In qua computatione negleximus con$iderationem figuræ i- p$ius verticis cui filum fuit alligatum.

Differt hæc re$i$tentia ex computatione a re$i$tentia in exp. vige$ima parte, quomodocunque mutetur velocitas, unde patet differentiam hanc figuræ ip$i tribuendam e$$e.

Cum autem non admodum magna $it hæc differentia, & cum non commode ad computum potuerit revocari pars quædam figuræ, facile patet experimento hoc propo$itionem n. 916. confirmari.

Experimentis cum cylindris in$titutis non u$us $um ad 921. demon$trata confirmanda; difficultas horum experimento- rum in cau$a e$t; vix enim pote$t $u$pendi cylindrus quin agitetur, dum aqua juxta hunc movetur; unde irregularis e$t $eries re$i$tentiarum, & in majoribus velocitatibus ad- modum incerta.

Diver$a$que detexi re$i$tentias cylindrorum, quorum dia- metri erant æquales, $ed altitudines diver$æ; quod clarum e$t indicium agitationis cuju$dam, cum extra dubium $it, re$i$tentiam cylindri juxta axeos directionem moti ab ip$ius altitudine non pendere. Cum vero facile $phæræ coni ita fu$pendantur, ut agitatio nulla timenda $it, hæc corpora ad- hibenda credidi.

Hoc tamen de experimentis cum cylindris in$titutis addam.

Inter quatuor cylindros cum quibus experimenta tentavi unum datur, cujus diameter e$t $emipollicis, & altitudo {2/3} poll., cujus re$i$tentiæ dant $eriem regularem, quæ cum ante demon$tratis exacte $atis congruit; $i illam excipiamus re$i$tentiam, quæ re$pondet velocitati $ex, quæ 1 {1/4} gr. id e$t circiter duodecima parte in exp. de$icit ab illa quæ in $erie de$ideratur, quæ differentia certè notabilis e$t.

EXPERIMENTUM 4.

Hoc ut præcedentia fuit in$titutum, $u$pen$o cylindro 922. K, cujus diameter erat $emi pollicis; motus aquæ e- TAB. XXXV fig 1. 4. [0367] [0367a] [0368] [0369]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XI. rat juxta directionem axeos cylindri. _Velocitates_ # _Re$<007>$tentiæ_ 1. # gr. {3/4}. 2. # gr. 2. 3. # gr. 4. 4. # gr. 7 {1/2}. 5. # gr. 11. 6. # gr. 14. 7. # gr. 20 {1/2}.

Divi$o grano in centum partes $eparantur re$i$tentiæ ex duabus cau$is.

_Velocitates_ # _Re$i$tentiæ_ # _Re$i$tentiæ_ # _Summæ_ # _Re$i$tentiæ_ _ex 1<_>2 cau$a # ex 2<_>2. cau$a # ambarum # in exper._ 923. 1. # 1 x 20 = 20. # 1 x 39 = 39. # 59. # 75. 2. # 2 x 20 = 40. # 4 x 39 = 156. # 196. # 200. 3. # 3 x 20 = 60. # 9 x 39 = 351. # 411. # 400. 4. # 4 x 20 = 80. # 16 x 39 = 624. # 704. # 750. 5. # 5 x 20 = 100. # 25 x 39 = 975. # 1075. # 1100. 6. # 6 x 20 = 120. # 36 x 39 = 1404. # 1524. # 1400. 7. # 7 x 20 = 140. # 49 x 39 = 1911. # 2051. # 2050.

Unde patet re$i$tentiam ex prima cau$a in hoc ca$u illam e$$e, quæ ob$ervata fuit, in experimentis cum globo & co- no in$titutis eju$dem diametri cum hoc cylindro, juxta demon$trata in n. 912. Patet etiam re$i$tentiam ex $e- cunda cau$a in hoc experimento $e habere ad re$i$tentiam globi ut 39 ad 26. , id e$t ut 3. ad 2, ut monui in n. 923. 908. 915.

_Re$i$tentia ex prima cau$a in variis fluidis differt_, hanc- 924. que differentiam ni$i experimentis determinari non po$$e facile etiam patet.

_In motibus velocioribus_, $i fluida glutino$a excipiamus 925. _exigua e$t re$i$tentia ex cobæ$ione partium, collata cum re,_ _$i$tentia ex $ecunda cau$a_; quod ex diver$is rationibus, $e- cundum quas augentur, $equitur. Centies ex gr. auctâ ve- [0370]PHYSICES ELEMENTA locitate in qua æquales $unt re$i$tentiæ hæ, prima erit ad $ecundam ut unum ad centum.

_Re$i$tentia_ autem _ex $ecundâ caujâ in variis fluidis_ $e- 926. quitur rationem particularum ex loco motarum; pendete- nim a materiæ inertia, quæ materiæ quantitatis rationem $equitur : _e$t_ ergo re$i$tentia hæc ceteris paribus _ut fluidi_ 13. _den$itas_.

Computatio de re$i$tentia ex $ecunda cau$â iniri pote$t, nullo in$tituto experimento, determinando pondus quod hanc re$i$tentiam valet.

Sit corpus cujus $uperficies AB re$i$tentiam patitur, dum 927. motus directio ad hanc $uper$iciem perpendicularis e$t; po- TAB. XXXVI. fig. 4. nimus autem ut $uperius, corpus quie$cere, dum fluidum movetur, quo actio fluidi in corpus non mutatur .

897.

Sit $uperficiei AB æqualis $uperficies CD in fundo va$is, continentis $imile fluidum ad altitudinem EF; ponamus præ- terea pre$$ionem quam patitur pars CD fundi, æqualem e$$e actioni, quam patitur AB, $epo$ita partium cohæ$io- ne.

Plana hæc duo æqualia, cohibent $ingula motum fluidi; & propter actionum $uarum æqualitatem, æquales motus cohibent. Ideoque $ublatis ip$is planis, fluidum in locis in quibus plana agebant eâdem velocitate fertur, id e$t, flui- dum, quod in fuperficiem AB agit, movetur velocitate qua fluidum per foramen in CD exire pote$t, id e$t veloci- tate, quam corpus acquirit in vacuo cadendo ab altitudine EC ; $eponimus enim cohæ$ionem partium & omnem at- 796. tritum. Ergo actio, quam patitur $uperficies AB, dum fluidum in hancagit, valet pondus columnæ fluidi, cujus ba- $is e$t CD, aut AB, & altitudo EF; hæc e$t enim pre$$io quam patitur CD .

721.

_Unde patet_ Pri$matis recti, juxta directionem ad ba$im _928._ perpendicularem, in fluido moti, re$i$tentiam valere pondus columnæ eju$dem fluidi, cujus ba$is æqualis e$t ba$i pri$ma- tis, & cujus altitudo illa e$t, à qua corpus in vacuo ca- [0371]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XI. dendo acquirit velocitatem qua pri$ma in fluido fer- tur.

Demon$tratio hæc tantum locum habet ubi $uperficies, 929. quæ re$i$tentiam patitur, ad motus directionem perpendicu- laris e$t , ubi de aliis $uperficiebus agitur ad demon$trata 913. de his attendendum e$t.

214. 915.

Quare $i de globo agatur, re$i$tentia valebit duas tertias partes ponderis cylindri ex fluido cujus diameter æqualis e$t diametro globi, & cujus altitudo illa e$t a qua caden- do in vacuo corpus acquirit velocitatem, cum qua in fluido movetur .

928. 915.

Altitudo a qua corpus cadendo acquirit velocitatem, qua _930._ $i in fluido feratur, re$i$tentia ex $ecunda cau$a ponderi i- p$<007>us corporis æqualis $it, _ex his facile_ detegitur. Si de pri- $mate agatur, den$itas fluidi $e babebit ad pri$matis den$i- tatem, ut bujus altitudo ad altitudinem quæ$itam .

928. 732.

_Si de globo agatur den$itas fluidi $e babebit ad globi den-_ 931. _$itatem_, ut altitudo cylindri eju$dem ponderis cum globo & diametrum æqualem globi diametro habentis, quæ alti- tudo valet duas tertias partes diametri, ad duas tertias par- tes altitudinis quæ$itæ , id e$t _ut diameter ad altitudinem_ 928. 915. 738. _quæ$itam_.

Pondus quod re$i$tentiam valet, ideoque ip$a _re$i$ten-_ 932. _tia ex $ecunda cau$a, $equitur rationem ba$eos pri$matis,_ _den$itatis fluidi & quadrati velocitatis corporis _. Quod 928 255. cum ante demon$tratis congruit.

908. 926. 900.

_Quæ de pondere re$<007>$tentiam valenti dicta $unt _ etiam _cum_ 933. _experimentis congruunt_, ut patebit $i computatio ineatur 928. de pondere quod valet re$i$tentiam, data velocitate qua- cunque ex illis quas in experimentis aqua habuit.

Velocitatem aquæ diximus 2. aperto epi$tomio cujus a- 934. pertura erat circulus diametri $emi pollicis, & $upra quod foramen aquæ altitudo erat quinque pedum; ita ut pes cy- lindricus aquæ effluere potuerit in tempore 46, _66_. minu- torum $ecundorum . Pes cylindricus in tubo, in quo ex- 833. [0372]PHYSICES ELEMENTA perimenta fuere in$tituta, $i hicce continuatus foret occu- paret pedes 18 . Ergo aqua per tubum tran$ivit velocita- 15 El. XII. te qua pédes 18, percurruntur, in tempore minutorum $ecundorum 46, _66_. & ubi velocitas in Exp. fuit 6., hoc idem $patium 18. pedum potuit percurri in min. $ec. 15, _55_. Experimentis cum pendulis in$titutis, & computatio- ne, juxta regulam ante memoratam , initâ, con$tat, cor- 288. pus in uno minuto $ecundo cadere ab altitudine 15, _626_. pedum Rhenolandicorum, quales ubique in men$uris no$tris adhibemus; & velocitate ab hac altitudine cadendo acqui- $ita corpus in uno minuto $ecundo percurrit pedes 31, _252_. ; & in minutis $ec. 15, _55_. percurret pedes 486, _06_.; ergo ve- locitas 6. in exp. ad velocitatem acqui$itam cadendo ab al- titudine 15, _626_. pedum, ut 18. ad 486, _06_. Idcirco acqui- rit corpus velocitatem hanc exp., cadendo in vacuo ab alti- tudine o, _257_. poll. , quæ vix excedit quartam pollicis par- 255. tem.

Pes cubicus aquæ ponderat grana 487360 ; & pondus 783. pedis cylindrici e$t gran. 382772. & poll. cylindrici gran. 221 {1/2}.

Re$i$tentia cylindri cujus diameter e$t $emi poll. & ve- locitas illa quæ in experimentis dicitur 6. e$t pondus cylin- dri aquei cujus diameter e$t $emi poll. & altitudo æqualis o, _257_. poll. , valet ergo gr. 14, _23_.

928.

Ponendo nunc re$<007>$tentiam hanc in ratione duplicata ve- locitatum ; & globi re$i$tentiam duas tertias partes re$i- 932. $tentiæ cylindri , tabellam $equentem formamus, in qua 915 partes, cente$imâ grani parte minores, negliguntur.

[0373]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XI. _Velocitates._ # # _Re$i$tentiæ_ # _ex_ # _$ecundâ_ # _cau$â._ 935. # # Cylindri ## Globi # _comp._ # _Exp._ # _comp._ # _Exp._ 923. 908. 1. # 39. # 39. # 26. # 26. 2. # 158. # 156. # 105. # 104. 3. # 356. # 351. # 237. # 234. 4. # 632. # 624. # 421. # 416. 5. # 988. # 975. # 659. # 650. 6. # 1423. # 1404. # 949. # 936. 7. # 1937. # 1911. # 1291. # 1274.

Exiguam dari differentiam inter has re$i$tentias, compu- 936. tatione detectas, & illas, quæ experimentis deteguntur, non mirum; cum pendeat collatio hæc, 1. à men$ura aquæ ef- fluentis certo tempore, 2. à men$ura $patii percur$i certo tempore a corpore cadente, 3. à men$ura ponderis pedis cubici aquæ, & 4. tandem à men$ura ip$arum re$i$tentiarum. In $ingulis harum quatuor men$urarum errores exigui vitari minime po$$unt; non tamen tales $unt ut $crupulus ullus circa experimenta $upere$$e po$$it.

In cap. 22. lib. 1. diximus, nos in hoc capite tradituros de- 937. mon$trationem ab illa diver$am, quæ in n. 446. datur, de virium men$ura, quas in eodem corpore quadratis veloci- tatum $tatuimus proportionales . Hac ergo caput hoc 447. terminabo.

A nemine in dubium vocatur fluidi velocitatem, ex pre$- $ione fluidi $uperincumbentis oriundam, $equi rationem $ub- duplicatam altitudinis fluidi ; demon$travimus in hoc ca- 799. pite , re$i$tentiam ex $ecunda cau$a $equi hujus altitudinis 928. rationem; ideoque rationem duplicatam velocitatis; $ed etiam vidimus re$i$tentiam eandem $equi rationem cum vi in- $ita particulis $ingulis fluidi ; quare vis hæc etiam e$t ut 899. quadratum velocitatis. Q. D. E.

[0374]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM, _Demon$trationes n._ 914. & 915.

Sint ABCD, EFG, $ectiones per axes cylindri & coni, quorum ba- 938. $ium diametri $unt æquales; moveatur fluidum juxta directiones axium. TAB. XXXVI. fig. 5. Planum AB integram fluidi actionem $u$tinet, dum hoc juxta hanc $uperfi- ciem ab omni parte continuo defluit. Superficies autem FE minorem $u$ti- net pre$$ionem & eo minorem quo ip$ius obliquitas ad motus directionem major e$t : revocaturque pre$$io, in punctum quodcunque M, ad pre$$io- 913. nem perpendicularem ad $uperficiem, $i po$ita IM, juxta motus directio- nem, ip$i FE æqualem, detur in M perpendicularis ML ad FE, & duca- tur huic parallela IL. Tunc pre$$io ex motu oriunda $e habet ad pre$$ionem quam $uperficies patitur ut IM ad ML ; talemque pre$$ionem $uperficies FE 229. in omnibus punctis patitur, fluidum enim, quod in omnibus punctis tangit $uperficiem, a continuo accedente fluido talem patitur actionem. Ita res $e- $e non haberet, $i de motu corporum $eparatorum ageretur; tuncenim nu- merus corporum in $uperficiem EF incurrentium, æqualis e$$et numero cor- porum, quæ, $ublata $uperficie EF, in $uperficiem EH impingi po$$ent.

Si pre$$io per LM in duas $olvatur ducta LN perpendiculari ad IM, de$i- gnabit NM actionem qua corpus juxta directionem motus fluidi propellitur.

Actio nunc tota in conumad actionem in cylindrum, ut coni $uperficies convexa ad cylindri ba$in; tales enim $unt $uperficies in quas pre$$iones a- gunt; id e$t ut EF ad EH: & ut actio, quæ in $ingulis punctis in conum agit, juxta directionem motus fluidi, ad actionem, quæ in $ingulis punctis cylindrum propellit, id e$t, ut NM ad IM. Ratio ex his compo$ita e$t ratio pro- ducti EF per NM ad productum EH per IM.

Quæ producta propter æquales EF, IM, $unt ut NM ad EH, aut ML; $unt enim æquales hæ lineæ; propter æqualia & $imilia trian- gula IML, EFH. Sunt etiam $imilia triangula LMN, LMI ; qua- 8. El. VI. re MN ad ML, ut ML ad MI, aut ut EH ad EF. Ergo re$i$tentia coni $e habet ad cylindri re$i$tentiam, po$itis ambobus rectis, habentibus ba- $es æquales, & velocitatibus æqualibus, juxta axium directiones, in eodem fluido, agitatis, ut $emidiameter ba$is ad rectam in coni $uperficie a ver- tice ad punctum ba$eos ducta, ut diximus in n. 914.

Ponamus nunc cylindrum cum $phæra, diametros æquales habentes, eâ- 939. dem velocitate, in eodem fluido, moveri, cylindrumque juxta axcos dire- ctionem transferri.

Sit hic ABLM, dum $phæra repræ$entatur per DFEG; e$tque C cen- TAB. XXXVI. fig. 6. trum. Re$i$tentia quam patitur pars ba$eos cylindri, infinitè exigua, I _i_, $e habet ad re$i$tentiam quam patitur pars re$pondens F _f_ $uperficiei $phæræ ductis IH, _ih_, ad axem cylindri, ideoque ad directionem motus, paralle- lis, ut F _f_ ad F _g_, quæ ad AB parallela ducitur; quod patet hìc applicando demon$trationem datam in numero præcedenti. Triangula F _fg_, FHC, ambo rectangula, & habentia angulos æquales _f_ F _g_, CFH, quorum $in- gulorum defectus ab angulo recto e$t angulus _g_ FC, $unt $imilia: ergo

F _f_, F _g_ :: FC aut IH, FH

Idcirco $i IH repræ$entat re$i$tentiam quam patitur pars $uperficiei I _i_, FH ip$am repræ$entabit quam patitur pars re$pondens F _f_ $uperficiei globi. [0375]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII. Et cum hæc demon$tratio ad $ingula $uperficiei hemi$phærii DFE puncta po$$it applicari; $equitur, cylindrum ADEB, hemi$phærio circum$criptum, $e habere ad ip$um hemi$phærium, ut integra re$i$tentia cylindri ad inte- gram $pheræ re$i$tentiam; quæ ergo re$i$tentiæ $unt ut tria ad duo, ut monui in n. 115.

Ex ii$dem hi$ce principiis quæ corporum quorumcunque re$i$tentias $pe- 940. ctant deducuntur. Ex. gr. facile ex his probatur, _cylindri recti, cujus altitudo_ 941. _diametro æqualis e$t, re$i$tentiam ex $ecunda cau$a eandem e$$e, $i velocitas ea-_ _dem fuerit, juxta quamcunque directionem feratur._

CAPUT XII. _De Retardatione Corporum in Fluidis motorum._

VIdimus $uperius _corpus in fluido motum_ re$i$tentiam pa- 942. ti , darique pre$$ionem motui contrariam, qua corpus 891. _retardari_ manife$tum e$t .

436.

Cum duplex detur re$i$tentia, corpus etiam _ex duplici_ _cau$a_ a motu $uo amittit.

Natura utriu$que _re$i$tentiæ_ cum diver$a $it, _generant_ hæ 943. _retardationes diver$as, in ip$is illis ca$ibus, in quibus pre$$io-_ _nes, quas in corpus exerunt, $unt æquales_, $ed pre$$iones non $unt eju$dem generis.

In ca$u in quo corpus quie$cit dum fluidum movetur _cau-_ _944._ _$æ quæ, moto corpore, hoc retardant, nunc ip$i motum_ _communicant &_ e$t _hæc_ velocitas acqui$ita, æqualis ip$i re- tardationi, quam patitur corpus quando, quie$centefluido, corpus movetur, ea velocitate, quam in ca$u primo fluidum babuit .

897.

_In ca$u_ autem hoc _in quo fluidum movetur, cobæ$io par-_ 945. _tium immediate nunquam motum corporipote$t communicare_, $ed tantum mediante motu aliarum particularum, ut ex- plicavimus ; quod non itidem ad $ecundam cau$am re$i- 901. $tentiæ applicari pote$t, quæ immediate corpori motum com- municat: quare _ex principiis omnino diver$is, quæ retarda-_ 946. _tiones ex_ hi$ce _diver$is re$i$tentiis oriundas $pectant, dedu-_ _cenda $unt_.

Quando corpus quie$cit, & fluidum movetur, particulæ 947. quæ ad latera defluunt cohæ$ionem $uperant, & hæ ex vi $ua [0376]PHYSICES ELEMENTA amittunt, quæ actio con$ideranda foret ad determinandam velocitatem ex hac corpori communicatam, & difficilior e$t hujus celeritatis determinatio, quam tamen in $cholio hujus cap. ultimo explicabo. In quo etiam $crupulos quof- dam tollam.

Præ$tabit hic retardationem determinare quam patitur corpus in ca$u, in quo hoc movetur, & fluidum quie$cit.

Vidimus re$i$tentiam ex prima cau$a eju$dem e$$e naturæ 948. cum re$i$tentia corporum mollium, dum in his cavitas for- matur .

893.

Vidimus etiam cavitatem hanc proportionem $equi ip$i- us vis ami$$æ in hac formanda ; cavitas autem quam cor- 464. pus in fluido format, dum per hoc movetur, _$patio per-_ 949. _cur$o_ proportionalis e$t: ergo & huic $patio _vis, ex_ hac _re-_ _$i$tentia ex primâ cau$â ami$$a, proportionalis e$t._

Corpus quod in vacuo verticaliter in altum projicitur, in ad$cen$u $uo amittit continuo vim proportionalem $patio percur$o ; $equitur igitur retardatio in hoc ad$cen$u ean- 448, 261. dem rationem quam $equitur _retardatio_ corporis _oriunda ex_ 950. _re$i$tentia de qua agimus_; $ed retardatio corporis ad$cen- dentis _e$t æquabilis_ ; ergo & talis e$t retardatio quam 258. examinamus.

_Quamdiu_ ergo _idem corpus, eodem modo, per idem flui-_ 951. _dum movetur, quacunque velocitate feratur, $epo$it â re$i-_ _$tentiâ ex $ecundâ cau$â, æqualibus temporibus, æquales_ _gradus velocitatis amittit_; & percurrendo $patium deter- minatum , quod quadrato velocitatis initio proportionale 949. erit , in tempore ip$i velocitati huic proportionale , in- 950. 258. 262. tegrum amittet motum.

950. 258. 259 255.

Hinc videmus _corpora in fluido mota tandem quie$cere_, 952. quod communi admi$$à opinione, de viribus ip$is velocitati- bus proportionalibus, difficulter admodum explicari poterit, $i queat; nam ni$i tempore infinito tota velocitas con$umi po$$et.

Retardatio ex $ecunda cau$a determinatur, ponendo cor- pus quie$cens, & fluidum in hoc incurrens; quia facilius de- [0377]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII. terminatur velocitas, quæ corpori quie$centi a fluido com- municatur, quàm retardatio quam corpus patitur; præ$tabit ergo velocitatem hanc con$iderare, quæ ab ip$a retardatione, corporis agitati per fluidum quie$cens, non differt .

944.

Pre$$io, quam in corpus quie$cens exerit fluidum, im- 953. mediate corpus pote$t transferre, $equitur igitur velocitatem infinite exiguam, momento infinite exiguo con$tanti, com- municari, proportionalem ip$i $patio, per quod corpus hoc quie$cens actione fluidi immediate transfertur, quod $pa- tium ip$i pre$$ioni proportionale e$t , quæ ip$a rationem 107. $equitur quadrati velocitatis .

500.

Diminutiones _idcirco_ velocitatis, quas corpus in fluido mo- _954._ tum, momentis infinite exiguis, æqualibus, ex re$i$tentiâ ex $ecundâ cau$â, patitur, $unt ut quadrata velocitatum ip$ius corporis.

_Ex qua demon$tratione $equitur_ nunquam corpus ex $olâ _955._ re$i$tentiâ ex $ecundâ cau$â integram po$$e amittere veloci- tatem.

Patet etiam in omni ca$u _retardationem, ex bacre$i$ten-_ 956. _tia, eandem cum ip$a rationem $equi, quamdiu corpus mo-_ _tum eandem materiæ quantitatem continet_, ubi autem hæc e$t diver$a, _retardatio e$t cæteris paribus, inver$e_ ut hæc 957. _materiæ quantitas_ . Ex quibus facile videmus, quomodo 112. po$itis demon$tratis in capite præcedenti retardationes pro variis corporibus, & variis fluidis, inter $e conferri po$- $int.

_Si de $phæris, cylindris, aut conis $imilibus_, Ex. gr. _a-_ 958. _gatur, po$itis cylindris, & conis, juxta axium directiones_ _motis, erunt retardationes ex $ecunda cau$a directè_ ut qua- 956. 909. drata diametrorum , _ut quadrata velocitatum_ , _ut den$i-_ 954. _tates fluidorum_ ; & _inver$e ut den$itates corporum_ , & cu- 956 926. 957. bi diametrorum . $ed ratio directa quadratorum, & inver- 957. $a cuborum diametrorum, ad inver$am ip$arum diametro- rum reducitur; Idcirco, junctis rationibus ultimâ & primâ, $unt retardationes inver$e _ut diametri._

Numeri in harum rationum ratione compo$ita detegun- 959. [0378]PHYSICES ELEMENTA tur, multiplicando pro $ingulis corporibus fluidi den$itatem per quadratum velocitatis corporis, & dividendo pro- ductum hoc per diametrum ductam in den$itatem corporis, divi$ionumque quotientes exprimunt retardationum rela- tiones.

Hæ etiam deteguntur $i pro $ingulis corporibus pondus, 960. quod valet re$i$tentiam , dividatur per corporis pondus; 928. quotientes enim $unt ut retardationes .

956 957. 121.

Dum corpus in fluido retardatur, $ingulis momentis, cum mutata velocitate, mutatur retardatio, unde varia circa mo- tum corporis, in fluido continuatum, deducuntur, quorum quædam in $choliis, huic capiti $ubjunctis, demon$tramus; horum pauca hîc indicabo.

Sepo$itâ, _ut in ultimis propo$itionibus_, re$i$tentiâ ex _961._ partium cobæ$ione, moveatur corpus per $luidum, percur- ret boc $patia æqualia, temporibus inæqualibus, quæ erunt in progre$$ione geometrica; in qua eadem progre$$ione, $ed inver$â, $unt velocitates in initiis borum momento- rum.

Si globus aut cylindrus rectus, juxta axeos directionem _962._ moveantur per fluidum, cylindri longitudo, & globi diame- ter, $e babebunt ad $patia, quibus percurrendo corpora hæc re$pectivè dimidium velocitatis amittunt, in ratione compo- $ita den$itatis fluidi ad den$itatem corporis, & numeri _10000._ ad _13863._

Corporis _autem_, quod in fluido movetur, retardatio _ab_ _963._ utraque cau$a re$i$tentiæ pendet, _&_ e$t pro parte æquabi- lis , pro parte ut quadratum velocitatis .

950. 954.

Quod etiam ad corpora ad$cendentia & de$cendentia ap- plicari pote$t.

_Corpus fluido $pecificè gravius, quod ad$cendit, aut_ fluido 964. _$pecificè levius quod de$cendit, præter retardationem ex in-_ _ertia fluidi oriundam , aliam æquabilem patitur_, non modo ex 954. cohæ$ione , $ed e$t præterea, in primo ca$u, ex gravitate 951 re$pectiva , in $ecundo, ex vi qua in fluido $ur$um pelli- 251. tur .

749. [0379]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII.

E contra _Si corpus, $pecifice fluido quo immergitur gra-_ 965. _vius, de$cendat, aut fluido levius ad$cendat_, continuo _ac-_ _celeratur_ vi quæ valet differentiam gravitatum $pecificarum corporis & fluidi , quæ acceleratio, à gravitate oriunda, 751. æquabilis e$t , minuitur hæc retardatione a cohæ$ione o- 251. riundà, _$ed_ æquabiliter , & e$t adhucdum æquabilis ac- 951. celeratio. Cum autem retardatio ex $ecundâ caufâ cum velocitate cre$cat, _minuitur continuò acceleratio; & cor-_ 966. _pus magis ac magis accedit ad velocitatem quandam maxi-_ _mam determinatam, ad quam tamen nunquam pertingere po-_ _te$t._

_Illa_ verò _e$t velocitas maxima in qua retardatio accele-_ 967. _rationi æqualis e$t_; $i enim ad hanc pertingeret corpus, æquabiliter motum continuaret, pre$$ionibus oppo$itis $e$e mutuo de$truentibus.

Corpus cylindricum banc acquirit velocitatem maximam _968._ in vacuo cadendo ab altitudine quæ $e babet ad cylindri lon- gitudinem, $i bic juxta axeos directionem in fluido de$cendat, _aut $i de globo agatur, ad hujus diametrum_, ut differentia den$itatis corporis in fluido moti cum fluidi den$itate ad hanc fluidi den$itatem , $i_nempe_ $eponamus retardationem ex par- 928. tium cobæ$ione oriundam, _qua autem po$ita minor erit al-_ _titudo aqua in vacuo cadendo corpus acquirit velocitatem_ _de qua agimus maximam._

Relictis nunc motibus, in lineis rectis pauca etiam ad- dam de motu pendulorum.

Sit ABD arcus cycloidis in quo pendulum vibratur; B pun- 969. ctum infimum. Acceleratio ex gravitate in puncto quocunque TAB. XXXVI. fig. 7. ut E e$t ut EB ; $ed hæc a cohæ$ione minuiter æquabili- 287. ter , $it hæc diminutio ut BF, acceleratio erit nunc ut 951. EF, & in A erit ut AF. Ad$cen$u corporis, retardatio in G a gravitate oriunda, erit ut GB, a cohæ$ione erit ut BF & ex his cau$is conjunctis e$t ut GF; & in tota vibratio- ne $epo$itâ aliâ re$i$tentiâ, corpus re$pectu puncti F move- tur ut in vacuo agitatur re$pectu B.

Vocabimus ideo de$cen$um motum penduli u$que ad F, [0380]PHYSICES ELEMENTA & ad$cen$um motum ultra punctum hoc; agam enim depen- dulis a parte A de$cendentibus.

Ut autem demon$tremus quæ obtinent, quando pendulum 970. etiam re$i$tentiâ ex $ecunda cau$a retardatur, fingam re- $i$tentiam quæ retardationem generat in ratione velocitatis, qua$damque, hac po$itâ, propo$itiones demon$trabo, qui- bus expo$itis facilius patebunt quæ locum habent quando retardatio e$t ut quadratum velocitatis.

_Po$itâ_ nunc _retardatione in ratione ip$ius velocitatis, &_ 971. _pendula duo, omnino $imilia, in cycloide o$cillata, inæquales_ _peragant vibrationes, eodemque momento cadere incipiant;_ moveri inchoant velocitatibus quæ $unt ut arcus de$cen$u de$cribendi ; $i hæ impre$$iones primi momenti $olæ con- 287. $iderantur, po$t tempus quodcunque celeritates erunt in eadem ratione ac in principio; nam retardationes, quæ $unt ut ip$æ velocitates, harum proportionem immutare nequeunt; ratio enim inter quantitates non mutatur, addi- tione, aut $ubtractione, quantitatum in eadem ratione. Tem- poribus igitur æqualibus, utcunque inter movendum ex re$i$tentia mutetur corporis celeritas, $patia percurruntur quæ $unt ut velocitates in principio , id e$t, ut arcus de- 94. $cen$u de$cribendi; idcirco po$t tempus quodcunque cor- pora $unt in horum arcuum punctis re$pondentibus. In hi$ce autem punctis accelerationes $unt in eadem ratione quàm in principio ; & ratio inter celeritates, quæ ex 287. re$i$tentia non variatur, ex acceleratione etiam nullam muta- tionem patitur. In ad$cen$u motus corporum retardatur, $ed in punctis re$pondentibus retardationes $unt in eadem ratione in qua $unt in de$cen$u accelerationes. Ubique ergo in punctis re- $pondentibus celeritates $unt in eadem ratione. Cum autem ii$dem momentis corpora $int in hi$ce punctis re$pon- dentibus, $equitur motum amborum eodem momento de- $trui, id e$t, _ii$dem temporibus vibrationes ab$olvi._ Spa- tia in integris vibrationibus percur$a, cum æqualibus tem- poribus percurrantur, & cum in $ingulis momentis veloci- tates $int inter $e eadem ratione, $unt quoque in hac ra- [0381]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII. tione; id e$t, _arcus integrarum vibrationum $unt ut arcus_ 972. _de$cen$u de$cripti_, quorum dupla $unt arcus in vacuo de- $cribendi. Ergo _Defectus arcuum in fluido de$criptorum_ 973. _ab arcubus in vacuo de$cribendorum_ $unt differentiæ quan- titatum in eadem ratione, & _$unt ut arcus de$cen$u de$cri-_ _pti._

Cre$cat _nunc_ retardatio in ratione duplicata velocitatis, _974._ & vibrationes inæquales peragat corpus pendulum; majores erunt magis diuturnæ, _propter re$i$tentiam magis cre$cen-_ _tem quàm in ca$u n. 971._

_Celeritates_ tamen, _po$itis arcubus non admodum inæqua-_ 975. _libus, in arcuum de$criptorum punctis re$pondentibus, $unt_ _ubique quam proximè in_ eadem ratione, & quidem _ratione_ _arcuum de$cen$u de$criptorum._ Si retardatio e$$et in ratio- ne celeritatis, hæc proportio obtineret, nunc vero turba- tur propter majorem re$i$tentiam in majori vibratione, qua motus in hac magis minuitur. Sed duplici ex cau$a magis acceleratur. 1. Vibratio hæc major diutius durat , cor- 974. pu$que diutius hæret in certo $patio quàm in $patio re$pon- denti in vibratione minori, & per longius tempus accele- ratur. 2. Defectus arcus de$cripti, ab arcu in vacuo de$cri- bendo, major e$t, $ervata proportione, in vibratione ma- jori; quia in hac retardatio magis differt a retardatione in mi- nori vibratione, quam in n. 973. Puncta ergo re$ponden- tia, $ervata proportione, magis a puncto F in arcu majori quam in minori di$tant, quamdiu in hoc corpus de$cendit; major ideo, $ervata proportione, in illo datur acceleratio, quia acceleratio e$t ut corporis di$tantia a puncto F. Datur er- go compen$atio, & memorata proportio in$tauratur. In ad$cen$u corporis, duratio retardationis concurrit cum ip$a retardatione ad hanc turbandam proportionem, $ed nunc mi- nus in majori arcu puncta re$pondentia, $ervata proportio- ne, a puncto F di$tant, quàm in minori, & ex gravitate minor, $ervata proportione, retardatio datur; & ita jam, $ervatâ proportione, crevit differentia di$tantiæ punctorum [0382]PHYSICES ELEMENTA re$pondentium a puncto infimo, ut ex hoc $olo facile com- pen$atio detur,

Retardationes quæ $unt ut quadrata celeritatum, $unt igitur ubique in punctis re$pondentibus, ut quadrata ar- cuum de$cen$u de$criptorum; cùm harum $ingulæ in punctis re$pondentibus eandem $ervent rationem, in ea etiam e- runt ratione $ummæ omnium, id e$t, retardationes integræ, quæ $unt _differentiæ inter arcus de$cen$u & ad$cen$u pro-_ 976. _ximo de$criptos._ Hæ ergo differentiæ, _$i vibrationes non_ _fuerint admodum inæquales, $unt quam proxime ut quadra-_ _ta arcuum de$cen$u de$criptorum._ Hoc etiam cum Expe- rimentis $atis exacte congruit.

MACHINA, _Qua Experimenta de Pendulorum Retardationibus_ _in$tituuntur._

Arca ABFCD, longitudinis trium pedum, latitudinis 977. & altitudinis unius pedis, aquâ impletur; unco V, medio TAB. XXXI. fig. 7. Arcæ re$pondenti, pendulum V _p_ $u$penditur; con$tat hoc ex filo æneo longitudinis $eptem aut octo pedum, & ex globo plumbeo _p_ diametri unius pollicis cum $emi$$e; quando pendulum quie$cit, di$tat globus ab Arcæ fundo tribus pollicibus In P globus major plumbeus, diametri trium pollicum, cum memorato filo jungitur, ut globus _p_ in aqua minus retardetur.

Juxta latitudinem Arcæ, $uper hujus ora, moveri po- te$t tabula lignea altitudinis circiter quinque pollicum, cui applicantur regulæ divi$æ æneæ, EG, EG, & indices MM, ad angulos, a pendulo de$cen$u & ad$cen$u de$criptos, men$urandos, methodo in n. 490. p. 123. & 124. tradita.

EXPERIMENTUM.

Regulæ EG, EG, ita di$ponantur, ut extremitates G, G 978. pendulo re$pondeant quando hoc quie$cit, & ut inter il- las extremitates di$tantia detur æqualis diametro fili ænei cui corpora P, _p_, cohærent. Dimittatur pendulum $ucce$$i- vè a variis altitudinibus quæ in $ingulis occa$ionibus indi- [0383]MATHEMATICA. LIB. II. CAP XII. ce notantur, deteguntur altitudines ad quas pendulum ad- $cendit, $i variis vicibus ab eadem altitudine dimittatur, & index alter mutetur, donec ad hunc pendulum in ad$cen- $u appellat, $ed remoto indice ad ip$um non pertingat.

Differentiæ arcuum ad$cen$u & de$cen$u de$criptorum erunt proxime inter $e ut quadrata arcuum de$cen$u de- $criptorum, $i ad hoc attendamus æqualiter vibrationes $in- gulas e$$e minuendas, propter re$i$tentiam ex partium cohæ$ione.

Notandum autem pendulum non e$$e dimittendum ni$i quie$cente aquæ $uperficie.

SCHOLIUM 1. _De Logarithmica._

QUæ in $choliis $equentibus de retardationibus corporum, in fluidis mo- torum, demon$trantur, lineæ logarithmicæ proprietates profundamen- to habent. Formationem ideò hujus curvæ, proprietatesque quibus in $e- quentibus indigemus, in hoc$cholio exponam.

Sit AB recta, & in hac partes infinite exiguæ AD, DF, FH, &c. æ- 979. quales inter $e. Sint præterea ad AB, perpendiculares AC, DE, FG, TAB, XXXVII. fig. 1. HI, &c. infinite parum differentes, & quæ $int progre$$ione continua ge- ometrica. Si nunc curva tran$eat per extremitates C, E, G, I, &c. erit hæc logarithmica, cujus A$ymtotos erit AB, ad quam continuo curva acce- dit, & ad quam nunquam pertingere pote$t.

_Eadem datur ratio inter ordinatas duas qua$cunque, $i inter ip$as eadem detur_ 983. _di$tantia._ AB $e habet HI, ut LM ad RS, $i di$tantia AH di$tantiæ LR fuerit æqualis. Ratio enim quæ datur inter AC & HI componitur ex ra- tionibus AC ad DE, DE ad FG, & FG ad HI; ratio LM ad RS, componitur ex rationibus LM ad NO, NO ad PQ, & PQ ad RS: ra- tiones componentes $ingulæ $unt æquales inter $e , numeru$querationum 979. componentium in utroque ca$u idem e$t, propter æquales di$tantias AH, LR; ergo & æquales $unt rationes compo$itæ. Q. D. E.

DEFINITIO 1.

Logarithmus ordinatæ cuju$cunque dicitur ab$ci$$a ip$i re$pondens, ubicunque ini- _981._ tium ab$ci$$arum ponatur.

DEFINITIO 2.

Di$tantia inter duas ordinatas vocatur logarithmus rationis quæ inter ip$as da- _982._ tur. _E$tque differentia logarithmorum ip$arum ordinatarum._

Po$itis iterum AH & LR æqualibus habemus

AC, HI :: LM, RS ; & dividendo 982.

AC - HI = TC, AC :: LM - RS = VM, LM. Quare e$t

[0384]PHYSICES ELEMENTA TC, VM:: AC, LM.

Id e$t _ordinatæ $unt inter $e, ut harum $ingularum differentiæ cum aliis or dina-_ 983. _tis æqualiter ab his di$tantibus_.

In puncto quocunque C logarithmicæ CM, ductâ tangente CT, quæ a- TAB. XXXVII. fig. 2. $ymtoton $ecat in T, habetur _$ubtangens_ AT; & _e$t_ hæc _con$tans in omnibus_ _curvæ punctis_, ductâque in M tangente MV, erunt æquales AT, LV. 984. Ut hoc pateat $int AD, LN infinitæ exiguæ & æquales, ducti$que ordina- tis DE, NO, $int E _c_, O _m_, ip$i AB parallelæ. Triangula C _c_ E, CAT, $unt $imilia, ut & M _m_ O & MLV; ergo

C _c, c_ E:: CA, AT, & M _m, m_ O :: ML, LV.

Sunt autem proportionalia antecedentia, in hi$ce proportionibus C_c_, M _m_ :: CA, ML ; ergo & con$equentia _c_ E, _m_ O :: AT, LV: 983. $ed $unt æquales _c_ E, _m_ O; idcirco & AT, LV.

Si $ervatis ordinatis AC, DE, FG, HI &c. $ervataque æqualitate di- 985. $tantiarum AD, DF, FH, &c. di$tantiæ hæ augeantur, aut minuantur, TAB. XXXVII. fig. 1. manife$tum e$t logarithmicam mutari, $ubtangentemque etiam mutari in eadem ratione in qua di$tantiæ hæ mutantur; nam in triangulo C _c_ E, $ervato TAB. XXXVII. fig. 2. latere C _c_, $i mutetur _c_ E, in triangulo $imili CAT, cujus latus CA $erva- tur, in eadem ratione cum _c_ E mutabitur AT.

Etiam in eadem ratione in qua $ingulæ di$tantiæ minores mutantur, mu- TAB. XXXVII. fig 2. tantur $ummæ di$tantiarum quatumcunque: id e$t ut mutatur AD $ic & mutatur AH, log. rationis AC ad HI; unde $equitur, _in diver$is logari-_ 986. _tbmicis $ubtangentes e$$e inter $e, ut $unt logarithmi ear undem rationum_.

In Tabulis logarithmorum quas editas habemus, logarithmus rationis u- 987. nius ad decem e$t ip$a unitas, & logarithmi rationum intermediarum per fractiones decimales exprimuntur, e$tque $ubtangens logarithmicæ tabularum o, 43429. 44819.

SCHOLIUM 2. De Retardatione in genere.

R_Etardatio, & acceleratio, men$uratur, po$itis momentis infinitè exiguis æqua-_ 988. _libus_; retardatio quæ a prima cau$a pendet æquabilis dicitur, quia di- minutiones velocitatis æqualibus temporibus $unt æquales . Retardatio ex 951. $ecunda cau$a dicitur ut quadratum velocitatis, quia diminutiones, in mo- mentis infinitè exiguis æqualibus, $unt ut hæc quadrata.

954.

_In $ingulis_ autem _momentis infinitè exiguis retardationes_, & _accelerationes, $unt_ 989. _æquabiles_, nam in tali momento mutatio in actione re$pectiva pro nulla ha- beri pote$t; &, durante integro momento eodem modo variat motus relativus fluidi & corporis: ergo $i momenta differant erunt _retardationes, & accelerationes_ 990. ut ip$a momenta; id e$t _$unt hæ in momentis infinitè exiguis inæqualibus, in_ _ratione compo$ita rationis retar dationum, & accelerationum, po$itis momentis æ-_ 988. _qualibus_ , _& rationis ip$orum momentorum inæqualium_ .

989.

Quando $patiola infinite exigua $unt æqualia, momenta quibus $ingula 991. $patiola percurruntur $unt inver$è ut velocitates , ergo _retardationes, & acce-_ 95. [0385]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII. _lerationes, quas corpus patitur, percurrendo_ $ingula talia _$patiola æqualia, $unt di-_ _rectè ut retardationes, po$itis momentis æqualibus, & inver$è ut velocita-_ _tes_ .

990.

Ideo _in retardatione ex prima cau$a, $i $patiola infinitè exigua fuerint æqualia_, 992. _$unt velocitatis diminutiones inver$è ut velocitates_ .

951.

_In retardatione ex $ecunda cau$a, $unt velocitatis diminutiones, in $patiolis æqua-_ 993. _libus_, directè ut quadrata velocitatum, & inver$è ut ip$æ velocitates , id e$t 954. 990. _directe ut velocitates_.

SCHOLIUM 3. De Retardatione ex prima Cau$a.

SIt AC $patium, in quo corpus totam amittit velocitatem, quando ex pri- 994. ma cau$a $ola retardatur, dum velocitas in initio repræ$entatur lineâ TAB. XXXVI. fig. 8. AD.

Dum $patium hoc AC a corpore percurritur, patitur hoc ea$dem muta- tiones, quibus $ubjicitur corpus ad$cendens, quod $ola retardaretur gravitate, & quod ad altitudinem AC ad$cendendo totam amitteret velocitatem . 258. 951. Quadratum igitur velocitatis in A, $e habet ad quadratum velocitatis in alio 261. 255. puncto quocunque B, ut AC ad BC . Si ergo fuerit AD ad BE, in ra- † la Hire fect. con. lib. 3. prop. 2. tione $ubduplicata AC ad BC, repræ$entabit BE velocitatem in B. Datur autem ratio hæc inter ordinatas parabolæ quæ tran$it per C & D, po$ita C extremitate diametri AC †.

Idcirco _$i parabolæ diameter repræ$entat $patium percur$um, ordinatæ ad dia-_ 995. _metrum velocitates, in punctis quibu$cunque, de$ignabunt, $i corpus ex $ola prima_ _cau$a retardetur, aut aliam quamcunque retardationem æquabilem patiatur_.

Si $patiola A _a_ & B _b_, infinitè exigua, fuerint æqualia, diminutiones velo- citatum DF, GE, erunt inver$è ut ip$æ velocitates AD, BE ; Si A _a_ aut 992. B _b_ mutetur, mutatur in eadem ratione DF aut GE; ergo _in Parabola_, 996. _differentiæ infinitè exiguæ or dinatarum vicinarum $unt directe ut differentiæ ab-_ _$ci$$arum re$pondentium, & inver$e ut ip$æ ordinatæ_. Quod etiam ex $ola con- $ideratione parabolæ deduci potui$$et.

_Si duo dentur corpora, æqualibus velocitatibus mota, quæ diver$as patiuntur re-_ 997. _tardationes ex prima cau$a, aut in genere retardationes diver$as æquabiles, $unt_ _$patia, quibus percurrendo integræ velocitates tolluntur, inver$è ut retardationes_ _in momentis æqualibus_, ut hoc facile deducitur ex demon$tratis de ad$cen$u $uper planis inclinatis. Nam velocitatibus æqualibus corpora ad eandem ad- $cendunt altitudinem $uper planis diver$is , id e$t $patia, quibus percurren- do integras amittunt velocitates, $unt ut planorum longitudines, po$itis alti- 274. dinibus æqualibus: $ed in hoc ca$u $unt pre$$iones, quibus corpora $uper his planis de$cendere conantur, quæ $unt ut velocitates eodem tempore com- municatæ, aut $ublatæ, in ratione inver$â longitudinum . Q. D, E.

238. [0386]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM 4. De Retardatione ex $ecunda Cau$â.

SIAB, _logarithmicæ a$ymtotos, $patium a corpore in fluido percur$um repræ$entat_, 998. _poterunt velocitates in $ingulis punctis ordinatis repræ$entari;_ $unt enim velo- TAB. XXXVII. fig. 1. citatum decrementa, in $patiis infinite exiguis æqualibus, AD, DF, FH, &c. ut ip$æ velocitates , & decrementa ordinatarum AC, DE, 993. FG, &c. ut ip$æ ordinatæ.

983.

Unde $equitur $i $patia fuerint æqualia, ut AL, LX, XB, velocitates 999. in punctis A, L, X, B, quæ de$ignantur ordinatis AC, LM, XZ, BK, e$$e in progre$$ione geometrica ; ut notavimus in n. 961.

980.

Sit A T logarithmicæ a$ymtos; BY logarithmica; BM eju$dem conti- 1000. nuatio in $itu contrario po$ita.

TAB. XXXVII. fig. 3.

Si nunc $umamus ordinatam quamcunque ut TYM; Logarithmus ra- tionis TM ad AB e$t AT, qui etiam e$t logarithmus rationis AB ad TY; 982. $unt ergo in continua proportione TM, AB, TY : & quadratum AB 980. valet TM x TY: $untque æqualia eidem quadrato AB, ideoque inter $e, rectangula omnia ut TM x TY, SX x SL; PE x PG, &c.

Idcirco cre$cunt ordinatæ, quæ curvâ BM terminantur, ut minuuntur 1001. re$pondentes, quæ curva BY terminantur, $untque primæ inver$è ut $e- cundæ.

Spatiola infinite exigua velocitate æquabili $ingula percurruntur; $unt ergo 1002. momenta quibus talia $patiola æqualia AC, CP, PQ, &c. percurruntur inver$è ut velocitates quibus percurruntur , id e$t inver$è ut AB, CD, 95. PE, & c ; aut directe ut AB, CF, PG &c ; quæ $unt ut differentiæ, 998. B _b_, F _f_. G _g_ &c .

1001.

Totum igitur tempus quo linea ut AQ percurritur, omnibus hi$ce diffe- 983. rentiis conjunctim repræ$entatur, id e$t, lineâ NH; eodem modo OM repræ$entat tempus quo QT percurritur: $i vero $patia AQ, QT, fue- 983. rint æqualia, erit NH ad OM, ut QH ad TM , id e$t inver$è ut QK 1001. ad TY , aut AB ad QK .

980.

Tempora ergo, quibus $patia æqualia $ucce$$ivè percurruntur, $unt inver$è 1003. ut velocitates in fine, aut inver$è ut velocitates in initiis $patiorum; ut mo- nuimus in n. 961.

Ponamus iterum corpus quod in linea AB movetur, & ex $ecunda cau$a 1004. $ola retardatur, $it AC velocitas in A, & CM logarithmica, quæ in aliis pun- TAB. XXXVII. fig. 2. ctis velocitates determinat ; ut hac curvâ, & tabulis utamur in computa- tionibus nece$$e e$t, ut determinemus magnitudinem $ubtangentis logarithmi- 998. cæ, quæ u$u venire pote$t in ca$u quocunque propo$ito, aut quod idem e$t, debemus determinare, in figura data quacunque, quodnam $patium $ubtan- gente repræ$entatur.

Ponamus AC e$$e velocitatem, qua $i corpus in fluido feratur, re$i$tentia ex $ecunda cau$a ip$i ponderi corporis æqualis $it.

Ergo Corporis pondus, id e$t, _pre$$io ex gravitate quæ_ corpus ad$cendens retar- 1005. dat, _æqualis e$t pre$$ioni_ quam corpus de quo agimus _ex re$i$tentia ex $ecunda_ _cau$a_ patitur. Pre$$iones hæ ambæ immediate corpus transferunt, quando in [0387] [0387a] [0388] [0389]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII. hoc agunt: ergo _æqualiter eundem motum eju$dem corporis_ mutare po$$unt; e$t- que retardatio, quam corpus in fluido patitur in primo momento, æqualis velocitati, quam in momento æquali corpus ad$cendens, & quod gravitas _retardat_, amittit.

Sit nunc C _c_ retardatio quam corpus patitur percurrendo AD, erit C _c_ velocitas quam corpus amittit, ad$cendendo ad altitudinem AD, quando gra- vitate retardatur. Concipiamus nunc parabolam de$criptam, cujus axis $it AB, & quæ per puncta C & E tran$eat, id e$t eandem habeat tangentem AT cum logarithmica, quæ per C & E tran$it, & cujus A$ymtos e$t AB.

Ordinatæ logarithmicæ hujus de$ignabunt velocitates corporis in fluido mo- ti, cujus velocitas in A e$t AC: & AX axis parabolæ, cujus vertex e$t X, 998. demon$trabit altitudinem ad quam corpus, velocitate AC in altum proje- 995. ctum, & $ola gravitate retardatum, pote$t ad$cendere ; igitur XA, _dimi-_ 1006. _dium $ubtangentis_ AT, _de$ignat altitudinem a qua corpus in vacuo cadendo ac-_ _la Hire_ _$ect. con_. lib. 2. prop 20. _quirit velocitatem, qua $i corpus per fluidum moveatur, re$i$tentiam patitur pon-_ _deri ip$ius corporis æqualem_, quæ altitudo datur .

930.

Hi$ce po$itis $equentia $ponte $equuntur.

_Ut altitudo, à qua corpus in vacuo cadendo, acquirit velocitatem, quæ dat re-_ 1007. _$i$tentiam pondericorporis æqualem, ad $patium à corpore in fluido percur$um, ita_ _dimidium $ubtangentis tabularum_, 0, 21714. 72409. , _ad logarihtmum rationis in-_ 987. _ter velocitates in initio & in fine $patii_ .

938.

Numeri quicunque in tabulis, quorum logarihtmorum differentia e$t lo- 1008. garithmus rationis detectus, $unt inter $e ut hæ velocitates .

982. 980.

Eâdem hac regulâ, data ratione inter velocitates in initio & fine $patii per- 1009. cur$i, detegitur $patium hoc.

Logarihtmus rationis 2. ad I. habetur, $ubtrahendo ex log. numeri duo 1010. 0, 30102. 99957. log. o. unitatis, ergo ut o, 21714. 72409, ad 0, 30102. 99957, id e$t, ut 10000000000. ad 13862945972., ita altitudo, a qua in vacuo caden- do corpus acquirit velocitatem, quæ dat re$i$tentiam ponderi æqualem, ad $patium in quo corpus dimidium velocitatis amittit . Congruit hoc cum 1007. indicatis in n. 962.

_Si_ in puncto quocunque _retardatio ex $ecunda cau$a fiat æquabilis, $patium_ 1011. _in quo tota de$truitur velocitas_ dimidiata $ubtangente repræ$entatur, ut $equi- tur ex demon$tratione n. 1005, quæ & hîc applicari pote$t; cum autem $ub- tangens con$tans $it , $equitur etiam in fluido homogeneo, quale in his ubi- 984. que ponimus, $patium illud non mutari, quomodocunque varietur veloci- tas, & _æquari altitudini a qua in vacuo cadendo corpus acquirit velocitatem, qua_ _po$itâ, re$i$tentia ponderi æqualis e$t_.

1006. SCHOLIUM 5. De ambabus Retardationibus conjunctim.

Sit A M linea, quam corpus in fluido percurrit; $it hæc A$ymtos loga- 1012. rithmicæ ISP; cujus AI e$t ordinata; $it præterea GFB parabola cu- TAB. XXXVII. fig. 4. jus axis e$t IB; vertex B; ordinata GI, parallela AM; Parameter BI: Si AB fuerit ad BI, ut retardatio ex prima cau$a ad retardationem ex $ecun- [0390]PHYSICES ELEMENTA da in puncto A, poterit velocitas in puncto quocunque, ut C, determina- ri. Nam $i in hoc puncto detur CD, ad AM perpendicularis, ordinata logarithmicæ, & per D ducta $it DF ad IG & AM parallela, erunt GI & FE, ut velocitates in punctis A & C.

Ut hoc demon$tremus ponimus A _a_ & C _c_ infinite exiguas, & æquales; 1013. velocitates in punctis _a_ & _c_, $i ut in puncto C determinentur, erunt KH & _e f_; decrementa ergo velocitatum, dum $patia æqualia A _a_, C _c_ percurrun- tur, $unt G _g_ & FL; demon$trandum, $i G _g_ re$olvatur in duas partes quæ $int ut AB ad BI, FL po$$e re$olvi in duas ita, ut partes primæ utriu$que decrementi $int inver$è ut GI ad FE . & $ecundæ directe in eadem ra- 992 tione GI aut BI, (quia hæc e$t parabolæ parameter †) ad FE : id e$t 4 la Hire $ect con. lib 3. prop. 2. debemus probare G _g_ $e habere ad FL, ut {AB/GI} + {BI/GI} ad {AB/FE} + {FE/GI}. 993. Hæc e$t autem demon$tratio; G _g_, FL ::{IK/GI}, {E_e_/FE} :: {AI/GI} = {AB/GI} + {BI/GI}, 996. {AE/FE} = {AB/FE} + {BE/FE} .

983.

Sed {BE/FE} = {BE x FE/FE x FE} = {BE x FE/BE x BI} = {FE/BI} = {FE/GI} propter æquales BI, _la Hire_ _$ect. con_. lib. 3. prop. 2. GI: Ergo G _g_, FL :: {AB/GI} + {BI/GI}, {AB/FE} + {FE/GI}. Quod demon$trandum erat.

Spatium in quo corpus totam amittit velocitatem e$t BP, aut AQ; in puncto enim Q velocitas nulla e$t .

1012.

Ut nunc hæc figura computationi in$erviat, $patium, datâ lineâ repræ- 1014. $entatum, determinandum e$t, ut & ratio quæ datur inter IB & BA, ad quæ $ine experimentis, circa ip$as retardationes in$titutis, pervenire non po$$u- mus.

Ponimus ergo experimento detectum fui$$e $patium AQ, in quo corpus totam amittit velocitatem, quo $patio dato, ratio inter AB & BI, quæ e$t ratio retardationum in puncto A, detegi pote$t.

Velocitas in A lineâ GI, aut BI ip$i æquali, repræ$entatur, & retarda- tio dum $patium A _a_ percurritur e$t G _g_, ut vidimus, quæ (propter $ubtan- gentem duplam ab$ci$$æ BI , ideoque duplam GI) dimidium e$t ip$ius _la Hire_ _$ect. con_. lib. 2. prop. 20. _g_ H, aut _i k_.

Logarithmicam ISP tangit linea I _k_ O; $umtâ AM duplà AO, ductâ- que IM, quæ $ecat _k i_ in _m_, erit _k i_ dupla _m i_, quæ ergo G _g_ æqualis e$t, retardationemque repræ$entat.

Sit ad A I parallela MT; quam in N $ecat BP producta; ita ut æqua- les $int AB, MN, ut & BI, NT; ductâ ergo IN, quæ _m i_ $ecat in _n_ erit AB, ad BI, id e$t prima retardatio ad $ecundam in puncto A, ut _m n_, ad _n i_; repræ$entant idcirco hæ $eparatim utramque retardationem; nam $umma retardationes conjunctim de$ignat.

E$t nunc _n i_ retardatio, quam corpus dum BI, quæ GI æqualis e$t, veloci- [0391]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII. tatem in A exprimit ex $ecunda cau$a $ola patitur. Si igitur concipia- mus logarithmicam IR cujus a$ymtos $it BN, & quæ tran$eat per I & _n_, de$ignabit PR velocitatem quam corpus, $i ex $ola $ecunda cau$a retarda- retur $uper$titem haberet, percurrendo $patium experimento detectum AQ, 998. aut BP , pote$tque ratio inter BI & PR detegi .

1007.

Subtangens logarithmicæ IR e$t BN, aut AM dupla AO, quæ e$t $ub- tangens logarithmicæ IP.

Si ergo AQ, æqualis BP, logarithmo rationis BI ad PR, in duas partes æquales dividatur in V, & VS detur perpendicularis ad AQ, erit BI ad PR, 986. ut AI ad VS . Sunt autem in continuâ proportione AI, VS, QP ; er- 980. go A I<_>q ad V S<_>q, id e$t B I<_>q ad P R<_>q, ut AI ad QP, aut AB; & divi- dendo

B I<_>q - PR<_>q, PR<_>q :: AI-AB = BI, AB.

Quod $ic enuntiari pote$t: _Quadratum velocitatis corporis ininitio minus qua-_ 1015. _drato velocitatis, quam, $i corpus ex $ola $ecunda cau$a retardaretur, $uper$t<007>tem ha-_ _beret_, po$t _percur$um $patium, in quo, dum ex ambabus cau$is retardatur, totum_ _motum amittit, ad hoc ultimum quadrarum, ita retardatio ex $ecunda ad retar-_ _dationem ex prima, in primo momento motus_.

His præmi$$is, computatione detegimus velocitatem in puncto quocunque 1016. dato lineæ AQ, ut C.

Quærimus in numeris tabularum logarithmum rationis BI ad PR , qui 1007. e$t logarithmus rationis AI ad VS; $i hic duplicetur habemus numerum qui repræ$entat AQ, $i ponamus ISP e$$e logarithmicam tabularum; demon$trata enim ad logarithmicam quamcunque applicari po$$unt; Dica- tur hic numerus _L_.

Ut $patium AQ, in quo corpus totum motum amittit, ad $patium da- tum AC, id e$t AQ ad AC, ita _L_ ad logarithmum rationis AI ad CD aut AI ad AE: qui ergo datur, pote$tque de$ignari littera _M_.

Sumto nunc ad libitum numero qui de$ignat AI, Log. AI - _M_ erit log. numeri qui de$ignat CD , aut AE. Log. A _I - L_ e$t log. 982. numeri qui de$ignat QP, aut AB: quos numeros determinamus: 1012. dantur ergo tres numeri, qui $unt inter $e ut AI, AE, AB; quare ex _la Hire_ _$ect. con._ lib. 3. primis duobus $ubtracto ultimo, re$tant numeri, qui $unt ut BI ad BE, ut id e$t quadrata velocitatum in A & C , in initio & puncto dato.

Operatione contraria, datis velocitatibus GI & FE, & $pa- tio AQ, in quo corpus totam amittit velocitatem, detegi- 1017. tur punctum C. Nam data AQ detegitur ratio inter BI & BA ; $umto- 1015. que numero qui velocitatem GI, æqualem BI, exprimit datur BA; $ed ut GI<_>q ad FE<_>q ita BI ad BE, datur ergo numerus qui lineam hanc ex- primit; ideoque numeros determinamus, qui $unt inter $e ut AB, AE, AI. Ex demon$tratis autem con$tat differentiam log. AI, AB, ad dif- 1013. ferentiam log. AI, AE, ita AQ ad AC, $patium percur$um, quod ergo detegitur.

Determinatur etiam CQ $patium in quo corpus amittit totum motum da- 1018. ta velocitate FE in initio, $ubtrahendo nempe AC ex AQ.

Si nunc concipiamus, datâ velocitate GI, $olam locum habere retarda- [0392]PHYSICES ELEMENTA tionem ex $ecunda cau$â hancque æquabilem fieri, datur $patium in quo tota 1011. de$truitur velocitas ; hoc autem $patium $e habet ad _$patium in quo, $olâ re$i-_ 1019. _$tentiâ ex primâ cau$â, tota velocitas de$truitur_, ut AB ad BI , quæ ratio 997. cum detur , etiam _determinamus_ $patium hoc. _Spatia_ autem _hæc, in diver$is_ 1015. _fluidis, $unt inver$e ut partium cohæ$iones_.

1020. SCHOLIUM. 6 De Corporibus in altum projectis.

C_orpus, fluido $pecificè gravius, quod in boc in altum projicitur, tribus ex cau_ 1021. _$is retardatur_, ex gravitate & ambabus cau$is in hoc capite explicatis. Retardatio ex gravitate & ex prima cau$a $unt ambæ æquabiles , & conjun- 258. 950. ctæ æquabilem tantum efficiunt retardationem; quare & hîc applicari po$- $unt quæ in $uperiori $cholio demon$trata $unt.

_Si_ ergo _unico experimento con$tet ad quam altitudinem corpus in fluido, datâ ve-_ 1022. _locitate, ad$cendit_, $equentia problemata $olvuntur.

1. _Detegitur altitudo ad quam, datâ aliâ velocitate quacunque, corpus ad$cendere_ _pote$t_ .

1018.

2. _Datâ velocitate in initio, detegitur velocitas in puncto dato_ .

1023.

3. _Detegitur data velocitate, $patium in quo_, $epo$itâ re$i$tentiâ ex $ecundâ 1016. cau$â, id e$t _gravitate re$pectivâ & cobæ$ione conjunctim, corpus motum $uum_ 1024. _amitteret_ .

1019.

4. _Detegitur $patium in quo corpus_, data velocitate motum, _ex $ola cobæ$ione mo-_ 1025. _tum amitteret_.

Cum velocitas detur, datur altitudo ad quam corpus in vacuo ad$cendere pote$t; e$t hæc ad altitudinem ad quam in fluido corpus, dum $olâ gravi- tate re$pectiva retardatur, ad$cendit, ut gravitas hæc re$pectiva e$t ad pon- dus integrum .

997.

E$t vero altitudo hæc ultima, ad altitudinem ad quam ad$cendit corpus dum gravitate re$pectiva & cohæ$ione retardatur, quæ altitudo etiam datur , 1024. ut retardatio ex his ambabus cau$is ad retardationem ex $ola gravitate re$pe- ctiva .

997.

Idcirco dividendo; _ut differentia barum altitudinum ad ultimam, ita retar-_ 1026. _datio ex cohæ$ione ad retar dationem ex gravitate re$pectiva_ & in eadem ratione altitudo dum $ola gravitas re$pectiva retardat ad $patium in quo $ola cohæ- $ione motus perit .

997.

5. Tandem, _data velocitate, detegimus $patium, in quo corpus in motu bori-_ 1027. _zontali, dum cohæ$ione & inertiâ retardatur, motum amitteret_.

Datur in præcedenti computatione ratio inter retardationem ex cohæ$io- ne & retardationem ex gravitate re$pectiva . Datur altitudo a qua caden- 1026. do corpus acquirit velocitatem, qua $i agitaretur, retardatio ex inertia æqua- lis e$$et retardationi ex pondere re$pectivo . Altitudo autem hæc $e habet 928. 1005. ad altitudinem, à qua cadendo corpus acquirit velocitatem de qua agitur, ut retardatio ex inertia, quando retardationi ex pondere re$pectivo æqua- lis e$t, ad retardationem ex inertia in velocitate data quam examinamus, id e$t altitudines $unt ut retardationes; nam hæ & illæ $unt ut quadrata ve- locitatum .

255. 954. [0393]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII.

Ratio retardationis ex cohæ$ione, quæ æquabilis e$t , ad retardationem ex 950. inertia, in velocitate data, e$t compo$ita ex ratione retardationis primæ ad retardationem ex pondere re$pectivo, & ratione retardationis hujus ad $e- cundam. Vidimus rationes componentes dari, datur ergo & compo$ita, id TAB. XXXVII. fig. 4. e$t $i hoc applicemus ad demon$trata in $cholio præcedenti , datur ratio AB ad BI; unde deducitur ratio BI ad PR ; qua data detegitur BP 1013. 1014. $patium quæ$itum.

1015. 1014.

Corpus fluido $pecifice levius, eodem modo in hoc $ur$um fertur, acgra- 1009. vius fundum petit; quare demon$trata in hoc $cholio, ad corpora fluidis $pe- 1028. cifice leviora, & in his motu impre$$o de$cendentia referri debent.

SCHOLIUM. 7. De Corporibus in Fluidis cadentibus.

C_Orpus quod in fluido $ponte cadit, continuo æquabiliter acceleratur_ , _dum re-_ 1029. _$i$tentiam patitur, quæ e$t ut quadratum velocitatis_ .

251. 950.

Quæ motum hunc $pectant etiam parabolâ, & logarithmicâ exhiben- 954. tur.

Sit QAR logarithmicæ BDH a$ymtos; ordinata hujus curvæ ad A$ymto- 1030. ton perpendicularis AB; quæ etiam e$t axis parabolæ BFQ, cujus para- TAB. XXXVII. fig. 5. metrum ponimus AB.

Si AR repræ$entat $patium cadendo percur$um, po$ito in A puncto ex quo corpus dimittitur, determinatur velocitas in puncto quocunque ut C, ductâ CD ad AB parallelâ, &per D ad RAQ parallelâ DEF, velocitatem quæ$itam de$ignabit parabolæ ordinata EF, dum AQ velocitatem maxi- mam exprimit, ad quam corpus non pertingit, ni$i po$t percur$um $patium AR in infinitum productum.

Hæc patebunt $i, $umtis ad libitum $patiolis æqualibus infinite exiguis, C _c_, G _g_ demon$tremus augmenta velocitatum, quæ hìc _f_ L & _k_ M expri- munt, e$$e inter $e inver$è ut lineæ FE & KI, quas velocitates exprimere dicimus, $ublatis partibus quæ $unt ut ip$æ hæ lineæ FE & KI .

991. 993. 1029. _f_ L, _k_ M :: {E _e_/FE}, {I_i_/KI} :: {CD/FE} = {BA/FE} -{BE/FE}, {GH/KI} = {BA/KI} - {BI/KI} 995. 983.

Sed BE x BA = FE x FE; ergo {BE/FE} = {FE/BA}. Eodem modo {BI/KI} _la Hire_ _$ect. con_. lib. 3. prop. 2. = KI/BA}. Idcirco

_f_L, _k_M :: {BA/FE}-{FE/BA}, {BA/KI} = {KI/BA}

Quod demon$trandum erat.

Ut figurâ hac in computatione utamur, velocitas maxima ad quam corpus 1031. pertingere pote$t, & quæ QA repræ$entatur, determinanda e$t:

Quærimus igitur velocitatem, qua conce$$a, retardatio ex $ecunda cau$a [0394]PHYSICES ELEMENTA accelerationi, ex pondere re$pectivo, demta retardatione ex prima cau$a, æqualis e$t; hæc enim e$t uniformis acceleratio quæ retardatione ex $ecuu- da cau$a de$truenda e$t, ut acceleratio ce$$et .

967.

Hic iterum experimento indigemus; detur idcirco altitudo, ad quam in flui- do corpus data velocitate quacunque ad$cendit; ex hac notâ, elicimus ratio- nem inter accelerationem ex pondere re$pectivo & retardationem ex cohæ$io- 1026. ne ; ideoque rationem accelerationis hujus ad hanc ip$am, demtâ retardatione ex cohæ$ione: e$t quæ hæc ratio ip$a quæ datur inter altitudinem, a qua cor- pus in vacuo cadendo acquirit velocitatem, quæ dat re$i$tentiam ponderi re$pectivo æqualem, quæ altitudo datur , & altitudinem a qua corpus in va- 928. 929. cuo cadendo acquirit velocitatem quæ$itam QA .

255. 954.

Hac autem detecta altitudine, detegimus etiam aliam a qua nempe corpus 1032. in fluido cadendo, $epo$itâ re$i$tentiâ ex $ecunda cau$a, hanc eandem velo- citatem QA acquireret; e$t enim altitudo in vacuo ad altitudinem in fluido, ut retardatio ex pondere re$pectivo, dempta retardatione ex cohæ$ione par- tium, ad retardationem ex <007>ntegro pondere . Concipiamus hanc altitudinem re- 997 præ$entari lineâ BA, _b_ O de$ignabit velocitatem, eodem modo cadendo ab altitudine B _b_ acqui$itam .

995

Præterea debemus determinare $patium, notâ quâdam portione rectæ AR, 1033. de$iguatum; quod fiet $i ad hoc attendamus; in principio ca$us corpus ac- celerari pondere re$pectivo demta retardatione ex prima cau$a, quia hæc ac- celeratio æquabilis e$t, non autem retardari ex $ecunda cau$a quia velocitas nulla e$t; ideoque velocitatem _b_O, in primo momento infinito exiguo, cadendo ab altitudine quæ A_a_ repræ$entatur, acquiri ut in motu indicato, cadendo per B_b_; repræ$entantqueidcirco B_b_ & A_a_, in his lineis diver$is, $patia æqua- lia: $ed e$t B_b_ ad A_a_, aut _b_N, ut BA ad AP, logarihtmicæ $ubtan- gentem; de$ignant ergo etiam BA & AP $patia æqualia; $patiumque $ub- tangente repræ$entatum e$t _altitudo à qua corpus in fluido cadendo, $epo$ita_ 1034 _re$i$tentià ex inertia, velocitatem maximam acquirere pote$t._

Ubi nunc tabulis utendum e$t, patet, altitudinem hanc $e habere _ad altitudinem_ _quamcunque datam_, AG, _ut $ubtangens tabularum_, 0, 43429, 54819. _ad numerum in_ 987 _tabulis qui altitudinem datam exprimit. Numerus bicce e$t logaritbmus rationis_ 1035 BA & GH, quæ ergo ratio datur; quare etiam datur ratio AB & BI, qu æ e$t ratio _quadratorum_ velocitatum AQ & IK ; id e$t _velocitatis maximæ, &_ _la Hire_ _$ect. con_. lib. 3. piop. 1. _velocitatis, quam corpus in fluido revera acquirit, cadendo ab altitudine data_ AG .

SCHOLIUM 8. _Illu$tratio quorundam quæ ad retardationem $pectant_.

VAria circa retardationes illu$tranda $unt, quæ dum ex ante demon$tratis $equuntur, non tamen bene inter $e, aut cum ante demon$tratis, con- venire videntur, $altem primo intuitu; quos ut removeam $crupulos, & ip$is $ublatis, magis, mutuâ omn<007>um partium convenientiâ, confirmen- tur & virium & retardationum Theoriæ, $cholium hoc reliquis addere ne- ce$$arium duxi.

Scrupulus primus $pectat quod diximus in n. 989. Retardationem & Ac- celerationem in $ingulis momentis infinite exiguis e$$e æquabiles; difficultas [0395]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII. autem datur re$pectu accelerationis, & $pectat convenientiam hujus propo$i- tionis cum demon$tratis de viribus in$itis.

Concipiamus corpus quie$cens in fluido agitato; hoc illi in momento 1036. primo infinite exiguo velocitatem infinite exiguam communicat: Dividatur momentum in duas partes æquales, in $ingulis partibus æqualis communi- catur velocitas, propter accelerationem æquabilem; id e$t in prima parte u- nicus gradus infinite exiguus vis, & in $ecunda tres $imiles gradus com- municantur corpori , licet actio re$pectiva non aucta fuerit, quod im- 447. po$$ibile videtur.

Ut hunc tollamus $crupulum di$tinguendum dicimus inter actiones ab$o- 1037. lutas & actiones re$pectivas. Dum has con$ideramus in ca$u de quo agitur, æquales $unt gradus velocitatis, qui in partibus æqualibus momenti infini- te exigui, communicantur, propter non $en$ibiliter mutatam actionem re$pecti- vam; etiam, ad motus re$pectivos attendendo, non major vis in $ecunda parte quàm in prima ip$ius momenti, corpori imprimitur: corpus cui $uperadditur gradus unus velocitatis, unicum gradum vis acquirit in nave, in qua corpus quie$cebat, quacunque velocitate hæc feratur.

In examine autem actionum ab$olutarum non tantum actiones 1038. re$pectivæ, $ed & ab$olutæ con$iderandæ veniunt, & ex ante demon$tra- tis de colli$ionibus evidenti$$ime $equitur: corpus quodcunque A, veloci- tate _a_ motum, in corpus B incurrens, majorem huic communicare vim, $i B ad eandem partem cum A feratur, quàm $i quie$ceret; licet velocitas re$pecti- va in illo ca$u minor $it, $i modo velocitas corporis B certum limitem non excedat. Diver$a enim e$t actio in corpus pro diver$a vi qua jam gaudet, & impo$$ibile $i videatur, corpus idem, eodem modo motum, in idem corpus incurrens, majorem huic commun<007>care vim in certo ca$u in quo velocitas re$pectiva e$t minor, ad non bene intellectam virium theoriam illud refe- rendum e$t; quod enim experimentis immediatè probatur, ad impo$$ibilia minime referri po$$e clarum e$t.

Sit corpus A, quod, velocitate 6., in corpus æquale B, quie$cens, di- rectè incurrit, pono corpora non ela$tica, acquirit B velocitatem tria , id e$t 519. vim quæ formando in argilla cavitates de$trui pote$t; ponamus hanc con- $umi formando cavitates novem.

Incurrat iterum corpus hoc idem A, velocitate 6. motum, in idem cor- pus B, ad eandem partem velocitate 2. translatum, habebit B po$t ictum ve- locitatem 4. .

513

Ante ictum corpus B habuit capacitatem formandi quatuor cavitates, qua- les memoravimus, po$t ictum habet vim qua $edecim tales cavitates pote$t formare; ictu ergo, po$itâ velocitate re$pectivâ 4., acqui$ivit vim, qua po- te$t formare cavitates duodecim, dum in primo ca$u, po$itâ velocitate re- $pectivâ 6, tantum acqui$iverit facultatem formandi cavitates tales novem.

Hæc immediate con$tare experimentis in dubium nemo vocabit qui ad il- la, quæ de viribus & colli$ione in libro primo $unt memorata, attendit, non neglecto experimento 4. cap. 22. quod in ip$o illo capite fuit præter- mi$lum, $ed in fine _Moniti de hac $ecunda editione_ memoratum.

In primo ca$u, ubi velocitas re$pectiva fuit 6, actio corporis A majore$t 1039. quàm in $ecundo ca$u, ubi tantum fuit 4.: $unt autem actiones hæ ut 27. ad 20.; $ed vires commuicatæ corpori B non $unt effectus integri harum a- ctionum.

[0396]PHYSICES ELEMENTA

Corpus A ante actionem habet vim qua triginta $ex cavitates, memoratis æquales, formari po$$unt; $i incurrat in B quod quie$cit, cavitates tales for- mabit octodecim, & ip$i B communicabit vim, qua novem formari po$$unt, æqualemque vim ip$um $uper$titem habebit.

In $ecundo ca$u, in incur$u tantum formabit cavitates octo, communi- cabit vim qua duodecim formari po$$unt, habebitque $uper$titem facultatem formandi cavitates $edecim. Effectus totales, non partiales, cau$is propor- tionales $unt.

Si agatur de corporibus quæ pre$$ione tantum agunt in alia, $ine partium 1040. introce$$ione, ad hoc attendendum generaliter: _motus corporis directionem_ _non po$$e mutari, ni$i de$tructo primo motu, generatoque novo_, quantum nempe motus differunt; nam motus, per diver$as directiones, non proeo- dem motu haberi po$$unt, ni$i quantum con$pirant.

Quando corpus directionem $uam mutat, ut in n. 522. corpus premit in ob$taculum veramque in hoc exerit actionem, & quidem vi in$itâ agit; quare hæc in $ingulis momentis infinite exiguis minuitur : Sed ob$taculum 458. reagit, & cum hoc non cedat, neque vim accipiat, totâ $uâ re$i$tentiâ novam 247. corpori ob$taculum communicat vim, quæ ip$i ami$$æ æquatis e$t ; qua- re $ingulis momentis vis de$tructa in$tauratur, $ervatque corpus velocitatem.

In ca$u n. 521 corpora impingentia duos edunt effectus, corpori in quod incurrunt motum communicant & viam flectunt, vimque quam in impa- ctu, intropremendo partes, con$umerent, nunc etiam in actione $ua con- $umunt, licet aliam ip$i æqualem lateralem accipiant.

Ratiocinium $imile ad fluida po$$e applicari, quæ etiam lateralem motum acquirunt, clarum e$t; & $olam con$iderandam non e$$e actionem re$pecti- vam ubi de actione ab$oluta agitur: integro$que effectus e$$e comparandos ut inter hos cau$arum proportionem detegamus.

Scrupulus $ecundus, in hoc $cholio removendus, $pectat retardationem 1041. ex prima cau$a, quam æquabilem e$$edemon$travimus ; unde $equitur ex a- 950. ctione, a cohæ$ione partium oriunda, quam $uperius explicavimus, æqua- 901. li tempori, æqualem corpori quie$centi communicari velocitatem, quacun- que velocitate fluidum in hoc incurrat .

Hæc autem convenire non videntur cum ante demon$tratis: vidimus e- nim corpus, ex actione a partium cohæ$ione oriunda, quando in loco re- tinetur, pati pre$$ionem, quæ ad in$tar velocitatis augetur , & circa pre$$ionem 894. 908. in genere demon$travimus, hanc corpori quie$centi, in momento determi- nato, infinite exiguo, communicare velocitatem, quæ ip$ius pre$$ionis ra- tionem $equitur .

107. 243.

Fundamentum ratiocinii, quo hanc tolli credimus difficultatem $upetius 1042. indicavimus , ip$um nunc ratiocinium clarius explicandum.

945.

Diximus di$tinguendum inter pre$$ionem quæ immediate corpus transfert & pre$$ionem quæ non immediate corpus transfert De prima agitur in n. 107. & ip$ius demon$tratio non pote$t applicari ad ca$um, in quo pre$$io quæ $eparat particulas, ita agit, ut & eodem tempore ob$taculum transferre debeat.

Hæc actiones toto cœlo di$tinctas exerit, pro ut in ob$tacula immobilia aut mobilia, majora, aut minora, agit. Ut autem quæ hoc genus pre$- fionum $pectant determinemus, quæ $equuntur con$ideranda erunt.

Actio fluidi in corpus, ex cohæ$ione partium oriunda, analoga & $imilis [0397]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XII. e$t actioni, quam corpora ut A, B, filo juncta, in corpus C exerunt, dum TAB. XXXVII. fig. 6. ad latera hujus tran$eunt, filumque, actione $ua in C, frangunt .

901.

Corpora A & B, quamdiu partes fili cohærent, premunt in C, filo fracto ce$$at pre$$io, $ed $i $tatim, eodem modo, alia duo $imilia D & F, premant, & po$t hæc G & H, &c. dabitur pre$$io, quæ a pre$$ione fluidi ex cohæ$ione oriun- da non differt, $atis ergo erit demon$trare, motis hi$ce corporibus, æqua- li tempore, æqualem corpori C communicari velocitatem, quacunque ve- locitate ferantur corpora A, B, D, E, F, G, &c, quæ æqualia ponimus, & æ- quali velocitate mota. Ip$a autem in ob$taculum immobile exerere pre$$io- nem quæ $equitur rationem velocitatis qua feruntur.

Corpus omne quod quie$cit aut cujus velocitas datur, eo magis re$i$tit 1043. quo celerius acceleratur; dum enim determinatum gradum velocitatis ac- quirit determinatus gradus, vis ip$i communicatur propter primam datam velocitatem; dum autem gradum determinatum vis acquirit determinatam exerit re$i$tentiam : hæc idcirco eadem e$t $ive lentius $ive velocius gradus 247. hicce vis communicetur, con$iderando nempe totalem re$i$tentiam. Eâdem de cau$a, re$i$tentia in$tantanea eo major e$t, quo celerius corpus accelera- tur, totalis enim re$i$tentia $equitur proportionem re$i$tentiæ in$tantaneæ, & temporis per quod duravit, $i ergo hoc minuatur illa augenda erit, ut totalis re$i$tentia $ervetur: tempus vero minuitur in ratione in qua ip$a acceleratio augetur, cre$citque cum ip$a acceleratione in$tantanea re$i$ten- tia, $i totalis re$i$tentia determinata $it.

Quando acceleratio æquabilis e$t, re$i$tit corpus in ratione velocitatis quam habet .

Generaliter ergo _corporis, quod acceleratur, in$tantanea re$i$tentia e$tin ratione_ 1044. _compo$ita velocitatis quam babet, & ip$ius accelerationis_.

Si _ergo_ detur re$i$tentia in$tantanea, velocitas corporis e$t inver$è, ut accelera- _1045._ tio.

Propo$itio hæc ad ca$um de quo agitur applicanda nunc e$t.

Corpora A & B in corpus C agunt, donec hujus in$tantanea re$i$tentia, 1046. quæ $ola cum pre$$ione contrariè agere pote$t, æqualis $it ip$i pre$$ioni qua fili partes cohærent; acceleratio eo u$que durat; $ed ubi hæc datur æquali- tas, ce$$at actio, & f<007>lum frangitur; &, $ive celerius $ive lentius moveantur corpora A & B, con$tans in corpore C in$tantanea re$i$tentia de$ideratur, ut filum frangatur. Sed quo velocius A & B moventur, eo major e$t ac- celeratio, dum hæc protrahunt corpus C; eo ergo minor velocitas ip$i C communicata e$t, dum frangitur filum . Si ex. gr. tripla $it velocitas cor- 1045. porum A & Bin uno ca$u quàm in alio, dum in utroque C quie$cit, quia in ca$u primo tripla e$t acceleratio, tertia pars velocitatis tantum corpori C com- municatur, dum durat actio corporum in C. Si hic gradus velocitatis fuerit exi- guus, ut actio re$pectiva $equentium corporum D & E non $en$ibiliter difterat, hæc æqualem gradum velocitatis communicabunt, & ni$i po$t tria fila con- fracta habebit C velocitatem, quam habet, dum unicum di$rumpitur filum in $ecundo ca$u. Sed dum in $ecundo ca$u $ola corpora A & B juxta C tran$- eunt, in primo tran$eunt, A, B, & D, E, ut & F, G; id e$t tria fila in primo ca$u franguntur, dum unicum in $ecundo dilaceratur, & æqualibus temporibus memoratæ æquales communicantur velocitates, Q.D.E.

Res vulgo nota e$t corpori, quod filo protrahitur, eo minorem communicari 1047. velocitatem, dum filum frangitur, quo celerius hoc trahitur; hac de cau$a [0398]PHYSICES ELEMENTA $i lente corpus acceleretur, ip$i magna poterit communicari velocitas; licet tenui filo trahatur.

Quando corpora A & B, frangendo filum, vim communicant corpori C, 1048. ex viribus amittunt, quantum communicant, & quantum de$ideratur, ad fi- lum dilacerandum; eo ergo minus ex vi amittunt quo celerius moven- tur.

Si ex loco cedere nequeat ob$taculum C, unicus e$t e$tectus actionis cor- porum A & B, & ex vi tantum amittunt, quantum de$ideratur ad filum fran- gendum, actioque, quam patitur illud quod retinet C in loco, eadem e$t pro $ingulis filis quæ franguntur. In præcedenti ca$u, quo lentius moventur corpora A & B, eo diutius agunt antequam C re$i$tat quantum requiritur, ut filum dilaceretur; in hoc autem ca$u ubi filum accedit hæc datur re$i- $tentia: Quare in hoc ca$u actio quam patitur C $equitur rationem filorum determinato tempore fractorum, id e$t velocitatis corporum. Quod etiam demon$trandum crat.

Quid analogum cum iis quæ $uperius explicavimus, ob$ervamus in col- 1049. li$ione corporum; corpora duo inæqualia corporibus duobus æqualibus qui- 1046. e$centibus, in colli$ione directa, communicant velocitates, quæ $unt inver$è ut velocitates corporum impingentium, $i introce$$iones partium fuerint æ- quales, ponendo partes æquè facile in utraque colli$ione cedere.

Introce$$iones autem partium $unt ut ip$æ velocitates corporum impingen- tium, $i hæc æquales communicent corporibus quie$centibus velocitates.

Ut hæc $equuntur ex ante demon$tratis ; & directis experimentis po$- 520. 462. 519. $unt evinci.

LIBRI II. Pars III. _De Aëre, & aliis Fluidis Ela$ticis._ CAPUT XIII. _Aërem Fluidorum proprietates habere_.

DE Aëre $æpius locuti $umus, cum in hoc vivamus & hoc $emper circumdemur, in multis Experimentis, ut monuimus, ad illius effectum attendendum e$t; nunc autem ip$ius proprietates $ingulatim examinandæ veniunt.

Aërem vocamus fluidum, quod Telluris $uperficiem 1050. obtegit, ip$amque tellurem ab omni parte cingit.

Fluido autem Tellurem circumdari con$tat; ob$ervamus [0399] [0399a] [0400] [0401]MATHEMATICA. LIB. II. CAP XIII. enim corpore hanc obtegi quod grave e$t, cujus partes im- pre$$<007>oni cuicunque cedunt, & facillime moventur inter $e, quod premit pro altitudine $ua, & cujus pre$$io omnes partes ver$us e$t æqualis.

DEFINITIO 1.

Omnis aër, quo Terra circumdatur, $imul con$ideratus, _1051_ vocatur Telluris Atmo$phæra, aut $impliciter Atmo$phæra.

DEFINITIO 2.

Aëris altitudo $upra Terræ $uperficiem vocatur Atmo$phæ- _1052._ ræ altitudo.

Ubique in Telluris $uperficie corpus dari, quamvis ip$ius 1053. partes plerumque vi$um fugiant, experimento con $tat .

27

_Hoc impre$$ioni cuicunque cedere, & ip$ius partes facile_ 1054. _moveri_, a nemine in dubium vocari pote$t.

_Grave e$$e_ probatur, quia in ceterorum fluidorum $u- 1055. perficies premit, hæcque in tubis $u$tinet.

EXPERIMENTUM 1.

Detur tubus vitreus AB, longitudinis circiter trium 1056. pedum, & cujus cavitatis diameter $it quartæ partis unius TAB XXXVIII. fig. 2. pollicis; $i extremitas A obturetur, & tubus mercurio re- pleatur, alteraque extremitas va$e V mercurium continenti immergatur, mercurius $u$tinebitur ad altitudinem circi- ter viginti novem pollicum. Oritur hoc ex aëris pre$$io- ne in $uperficiem mercurii in va$e, quæ ubique æqualiter premi non pote$t, ni$i in tubo, cui aër nullus ine$t, mercu- rii columna detur, quæ æqualiter cum aëre exteriori pre- mat . Tubus hic Torricellianus dicitur; a primo qui hoc 709. exp. demon$travit Torricelli.

EXPERIMENTUM 2.

Ne mutetur hæc pre$$io, quando tubus inclinatur, re- 1057. quiritur, ut eandem mercurius $ervet altitudinem vertica- TAB. XXXVIII. fig. 1. lem ; ideò $i dentur duo va$a, hydrargyrum continentia, 715. in quibus tubi, ut dictum, immerguntur, quorum ED ad horizontem inclinatur, $u$tinetur mercurius ad alti- [0402]PHYSICES ELEMENTA tudines _hf_, & _ig_, ita ut _f_ & _g_ $int in eadem linea ho- rizontali, po$itis $uperficiebus mercurii in va$is in eodem plano.

EXPERIMENTUM 3.

Hæc eadem aëris pre$$io $u$tinet aquam in vitro V, quod 1058. aquâ immergitur & hac repletur, deinde extrahitur, orifi- TAB. XXXVIII. fig. 2. cio manente immer$o.

Eodem modo aqua $u$tineretur, licet vitri altitudo tri- 1059. ginta & duos pedes æquaret. Hydrargyrum enim gravita- te $ua $pecifica fere decies & quater $uperat aquæ gravita- tem $pecificam, & columna aquea, triginta & duos pedes excedens, æqualiter cum mercurii columna viginti novem pollicum premit, quæ pre$$io Atmo$phæræ pre$$ioni æqui- pollet.

_Pre$$ionem aëris ab hujus altitudine pendere_, ex dictis 1060. facillimè deduci pote$t; $ed immediatè probatur, transfe- rendo tubum cum mercurio memoratum in locum elevatum, nam circiter octavâ parte unius pollicis de$cen- dit mercurius pro altitudine centum pedum, ad quam Ma- china elevatur.

_Aërem omnes partes ver$us æqualiter premere_ ex eo patet, 1061. quod a corporibus mollibus hujus pre$$io $ine figuræ muta- tione, & à fragilibus $ine di$ruptione, $u$tineatur; quamvis hæc valeat pre$$ionem mercurii ad altitudinem viginti novem pol- licum, aut aquæ ad altitudinem triginta duorum pedum ; nil, 1059. præter pre$$ionem æqualem ab omni parte, memorata corpo- ra intacta $ervare po$$e, quis non videt; hanc autem pre$$io- nem illud præ$tare con$tat . Sublato aëre ab una parte, 745. 746. pre$$io in partem oppo$itam $en$ibilis e$t.

EXPERIMENTUM 4.

Su$pendatur lanci uni, bilancis AB, tubus vitreus, 1062. clau$us in D, longitudinis circiter trium pedum; impleatur TAB. XXXVIII. fig 3. hic mercurio, & extremitas E mercurio va$e V, contento, immergatur. Hydrargyrum ex aëris pre$$ione $u$tinetur ad altitudinem _f_, & pars $uperior tubi _f_ D aëre vacua relinqui- [0403]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIII. tur ; ut æquilibrium detur, lanci oppo$itæ imponitur pon- 1056. dus, æquale ponderi tubi, & mercurii in hoc contenti.

Mercurius in tubo libram gravare nequit; illius enim a- ctio in latera tubi, horizontalis e$t: $ed aër agit in $upe- riorem partem tubi, & columna quæ a tubo $u$tinetur æ- quiponderat cum columna mercurii in tubo contenta. Si $ublato mercurio aër intromittatur, $olus tubus libram gra- vat; quod probat, actionem aëris, in $uperficiem inferiorem partis $uperioris tubi, de$truere actionem in $uperficiem ex- teriorem eju$dem partis tubi, aëremque $ur$um & deor$um æqualiter premere.

Hoc etiam Experimento, quæ de aëris gravitate dicta funt, confirmantur.

CAPUT XIV. _De Aëris Ela$ticitate_.

CEterorum fluidorum proprietates aërem habere vidi- 1063. mus; præter has peculiarem habet, pote$tque locum majorem aut minorem occupare, prout vi diver$a compri- mitur; & $tatim ac vis hæc minuitur, $e$e expandit. Pro- pter analogiam hujus effectus cum corporum ela$ticitate, hæc aëris proprietas hujus Ela$ticitas dicitur.

_Aërem po$$e comprimi_ Experimento jam memorato con- 1064. $tat . _Et illum po$$e dilatari_ $equenti probatur.

17. EXPERIMENTUM. 1.

Detur tubus AB clau$us in A, in$undatur mercurius 1065. ita, ut in tubo aër relinquatur, qui in $tatu aëris exterioris TAB. XXXVIII. fig. 4. occupet $patium A_l_; $i tubi extremitas B mercurio im- mergatur, de$cendet mercurius ad _g_, ibique hærebit. Al- titudo _ig_ multum di$$ert ab altitudine mercurii in Expe- rimento 1. capitis præcedentis.

Hoc ex pondere aëris in tubo non oritur; ni- mium exiguum e$t hocce pondus, ut $en$ibilem diffe- [0404]PHYSICES ELEMENTA rentiam in altitudine mercurii producat: aëris ergo expan$io hujus effectus cau$a e$t.

Experimento detegimus, _aërem $e$e ita dilatare, ut_ 1069. _$patium ab hoc occupatum $it inver$è ut vis qua comprimi-_ _tur_.

MACHINA, _Qua Aëris Dilatationes, ut & Vires comprimentes,_ _conferuntur inter $e._

Machina hæc ex variis con$tat partibus. Pars prima e$t tu- 1067. bus vitreus AB, cujus cavitatis diameter e$t $emipoll., lon- TAB. XXXVIII. fig. 5. gitudo circiter trium pedum; hujus extremitas clau- $a, inferior A, cylindro cupreo, ab inferiori parte laminâ ejusdem metalli clau$o, circumdatur, qui cylindrus intritâ cum tubo jungitur; cautela hæc ob$ervanda e$t, ne hæc tubi extremitas frangatur.

Tubo huic jungitur pyxis buxea cylindrica F, cujus dia- meter e$t circiter quatuor poll., e$tque altitudo diametro proxime æqualis; jungitur tubus pyxidi dum cylindro li- gneo G, cum fundo pyxidis cohærenti, intruditur; da- turque in fundo pyxidis foramen, quo hæc cum tubo com- municationem habet.

Pyxis cum tubo regulæ ligneæ CD, quæ $ulcata e$t, ap- plicantur, & firmantur transmittendo regulam per foramen men$æ, quæ regulæ extremum latius D $u$tinet.

Hoc ip$o regulæ extremo D, pyxis F fulcitur, dum tubi extremitas A prominentiæ ligneæ _e_ in$i$tit.

Pars $ecunda Machinæ e$t tubus vitreus HI, qui facile in tubum AB intruditur; clau$us e$t in I habetque <007>bidem indicem transver$um.

Tandem pars tertia con$tat ex duabus regulis LM, NO, juxta $e invicem mobilibus, & longæ circiter duos pedes cum $emi$$e $ingulæ; divi$æ $unt ambæ, initiaque divi$ionum $unt in inferioribus extremitatibus regularum.

Po$terior regula divi$a e$t in pollices & minores partes æ- quales. Anterior $ulcata e$t, ut tubum HI recipiat, $untque [0405]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIV. hujus divi$iones inæquales, indicantes æquales partes cavi- tatis tubi HI.

Si tubus hic exacte cylindricus foret, æquales hæ forent divi$iones, cumque raro admodum hoc contingat, dicam quomodo divi$iones regulæ LM notentur.

Invertitur tubus HI, ip$ique regulæ applicatur ita, ut index in I extremitati regulæ re$pondeat. In- funditur mercurius exiguâ copià, cujus ex. gr. altitu- do in tubo quartam aut tertiam partem poll. valeat, nota- turque in regula altitudo ad quam pertingit; æqualis quan- titas mercurii iterum $uperinfunditur, $ecundaque divi$io notatur; $icque continuando regula tota dividi pote$t. Æ- quales mercurii quantitates ip$as ponderando determinan- tur.

Sed longum & difficile e$t, tot portiunculas mercurii $epa- rare ita, ut exacte æqualiter ponderent; ideò, $i tubus re- gularis $it, id e$t, $i $it portio coni truncanti, ut contin- git plerumque, $i etiam parum a cylindro differat, quod facile habetur, alia methodo uti po$$umus; quia in hoc ca$u divi$iones a progre$$ione arithmetica non $en$ibi- liter aberrant.

Primæ quatuor aut quinque divi$iones, methodo indica- tâ, notandæ $unt, quia dum hermeticè clauditur tubus non regularem $ervat figuram; deinde decupla aut duo- decupla mercurii quantitas infundenda tubo erit, & divi$io notanda erit, quæ ab ultima notata di$tabit, partibus de- cem aut duodecim partibus minoribus, & continuando re- liquum regulæ, eodem modo in partes tales majores, æ- quales portiones capacitatis tubi de$ignantes, dividendum erit; quæ dein geometrice $ubdividi debent ita, ut omnes minores continuam forment arithmeticam progre$$ionem.

Examinandum autem an majores notatæ divi$iones in a- rithmetica $int progre$$ione, $in minus geometrica divi- $io, propter tubi irregularitatem, locum habere nequit.

[0406]PHYSICES ELEMENTA EXPERIMENTUM 2.

Men$urandum ante omnia exactè, ad quam altitudinem 1068. mercurius $u$tineatur in tubo Torricelliano , cujus $upe- 1056. rior extremitas bene aëre vacua e$t.

Tubus AB mercurio repletur ita, ut hic in ip$a pyxide F detur ad altitudinem $emi, aut $i velis, integri pollicis. Tu- bus HI pro parte mercurio repletur; aërque in hoc ip$o occupat longitudinem duorum, trium, aut quatuor polli- cum, vel etiam majorem.

Extremitas aperta digito clauditur & mercurio, pyxide F contento, immergitur, tubusque in tubum BH intruditur, deprimiturque donec $uperficies mercurii in tubo HI, & in pyxide, $int in eodem plano.

Regula LM tubo applicatur ita, ut extremitas L mer- curii $uperficiem tangat, index tunc I, indicat divi$ionem regulæ, quæ $patium, ab aëre in tubo occupatum, de- mon$trat.

Aër hic cum externo aëre æqualiter comprimitur , vi$- 709. que comprimens ip$a e$t quæ mercurium $u$tinet in tubo Torricelliano.

Regula LM juxta po$teriorem nunc movetur ita, ut parsre- gulæ NO, quæ infra alîus regulæ extremitatem de$cendit, æ- qualis $it $emi altitudini mercurii in tubo Torricelliano, $i tunc regulæ retineantur verticaliter, extremitasque inferior regulæ NO $uperficiem Mercurii in pyxide tangat, & ele- vetur tubus HI, donec mercurius in tubo ad extremita- tem L regulæ LM pertingat, capacitas tubi vacua LI, quæ divi$ionibus regulæ LM men$uratur, dupla erit illius, quam aër occupavit in $tatu aëris externi.

Atmo$phæra, (cujus pre$$ione Mercurius in tubo Tor- 1069. ricelliano $u$tinetur) dum in $uperficiem mercurii in pyxide premit, duos exerit effectus, $u$tinet mercurium ad L u$que, & aërem in LI comprimit. Dimidio totius actionis mer- curium $u$tinet, & idcirco dimidio actionis comprimit aë- rem; id e$t reducta pre$$ione ad $emi$$em aër duplum oc- cupat $patium.

[0407]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIV.

Quando altitudo Mercurii FL valet duas tertias partes altitudinis Mercurii in tubo Torricelliano, pre$$io, quæ aë- rem in LI comprimit, e$t pars tertia totius actionis, quæ in aërem tubo inclu$um egit, ubi in $tatu fuit aëris externi; occupabit tunc etiam aër $patium triplum illius quod in hoc $tatu occupavit.

Pote$tque innumeris modis hac Machina variari experi- mentum, & $emper, altitudo mercurii iu tubo Torricellia- no ad differentiam altitudinis hujus cum altitudine aut e- levatione ip$ius in tubo HI $upra mercurium in pyxide; id e$t vis quæ aërem premit, ubi in $tatu e$t aëris externi, ad vim quæ illum comprimit in experimento quocunque, ita $e habet capacitas tubi, in hoc ca$u aëre repleta, ad $pa- tium quod in illo ca$u occupat.

Hæc eadem regula in aëre compre$$o obtinet.

EXPERIMENTUM 3.

Detur tubus curvus ABCD, apertus in A, clau$us in 1070. D, pars BC mercurio impleatur ita, ut pars CD aërem TAB. XXXVIII. fig. 6. contineat in eodem $tatu cum aëre exteriori; vis ergo comprimens e$t columna mercurii, cujus altitudo e$t _hf_ (Fig. 1.), & hæc altitudo vim illam de$ignat; $patium au- tem ab aëre occupatum e$t CD. Tubo AB mercurius infundatur ut ad _g_ pertingat, aër reducetur in $patium _e_ D: vis comprimens nunc valet columnam mercurii altitudinis _fg_, ut & pre$$ionem aëris exterioris in $uperficiem _g_ mercurii; vis hæc de$ignatur per $ummam altitudinum _fg_ in hac figu- ra & _hf_ in fig. 1. Hæc $umma e$t $emper ad _hf_ (fig. 1.) ut CD ad _e_D; iterumque vires $unt inver$e ut $patia.

_Aëris ela$ticitas e$t ut hujus den$itas_; hæc enim e$t in- 1071. ver$è ut $patium ab aëre occupatum , & ideò ut vis aë- 738 rem comprimens ; quæ æqualis illi qua aër conatur $e$e 1066. expandere , hæc autem e$t hujus ela$ticiras.

247.

Ex hi$ce $equitur, aërem in quo vivimus, ad illam quam in terræ viciniis habet den$itatem reduci ex pre$$ione aëris $uperincumbentis, illumque magis aut minus comprimi pro [0408]PHYSICES ELEMENTA majore aut minore Atmo$phæræ pondere; ex qua etiam ratione in apice montis minus den$us e$t aer quàm in valle; minori enim pondere comprimitur.

_Vis, qua particulæ aëreæ $e$e mutuo repellunt, cre$cit_ 1072. _in ratione in qua di$tantia inter centra particularum mi-_ TAB. XXXVIII. fig. 7. _nuitur_, id e$t, vis illa e$t inver$è ut hæc di$tantia. Quod ut demon$tretur, con$iderentur duo cubi æquales A & B, inæquales aëris quantitates continentes; $int di$tantiæ inter centra particularum ut duo ad unum; in eadem ratione, $ed inver$a, erunt numeri particularum in lineis _de & hi_: nu- meri particularum agentium in $uper$icies _dg_ & _hm_ $unt ut unum ad quatuor, nempe ut quadrata numerorum parti- cularum in lineis æqualibus; & ut horum numerorum cubi, $cilicet ut unum ad octo, $unt aëris quantitates in cubis contentæ; in qua etiam ratione $unt vires comprimentes aërem in cubis . Vires agentes in $uperficies æquales _dg_ 1071. 247. & _bm_ $unt ut vires, quibus aër comprimitur , $unt etiam 247. in ratione compo$ita numerorum particularum agentium, & actionum $ingularum particularum; hæc ergo ratio compo- $ita e$t ratio unius ad octo: rationum componentium prima, ut dictum, e$t unius ad quatuor, quare nece$$ario $ecunda e$t unius ad duo, quæ e$t ratio inver$a di$tantiæ inter par- ticulas. Hæcque demon$tratio generalis e$t, nam unum & octo cubos quo@cunque, unum & quatuor quadrata radicum cuborum, & tandem unum & duo ip$as radices, in genere de$ignare po$$unt.

Hæc demon$tratio probat actionem, quam particulæ con- tinuò ab omni parte patiuntur, augeri in ratione in qua di$tantia inter centra particularum minuitur, $ive hæc actio ad particulas tantum vicinas, $ive etiam ad magis di$tantes, referri debeat: videbimus enim in capite $equenti particulas aëreas $e$e mutuo repellere, quamvis $e$e invicem non im- mediate tangant. In primo ca$u vis ip$a repellens, qua $ingu- læ particulæ gaudent, e$t ut act<007>o memorata, id e$t, in- ver$è ut di$tantia inter particularum centra.

[0409]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIV.

In $ecundo ca$u vis repellens ad omnes di$tantias e$t æqua- lis; tunc enim pendet actio in $ingulas particulas ab harum numero in eadem linea, qui numerus e$t inver$è ut di- $tantia inter particularum centra. Tunc et<007>am, po$itâ eâ- dem aëris den$itate, ibi major erit ela$ticitas, ub<007> major aëris quantitas, quod cum experimentis non congruit, primum idcirco ca$um locum habere videmus.

_Effectus ela$ticitatis aëris $imiles $unt effectibus gravi-_ 1073. _tatis;_ aerque inclu$us ela$ticitate eodem modo quàm non inclu$us pondere $uo agit.

Aër, a totius Atmo$phæræ pondere gravatus, omnes partes ver$us premit ex ip$a natura fluiditatis , & vim 711. quam exerit ab ela$ticitate nullo modo pendere liquet; quia, hac po$itâ aut $ublatâ, vis illa, quæ a pondere Atmo$phæ- ræ oritur, & huic æqualis e$t, minime mutari pote$t. Cum vero aër $it ela$ticus, pondere Atmo$phæræ in tale $patium redigitur, ut ela$ticitas, qua renititur in pondus compri- mens, hocce pondus æquet . Ela$ticitas autem cre$cit 247. & minuitur cum diminuta aut aucta di$tantia particularum , 1071. & non intere$t an pondere Atmo$phæræ an quocunque alio modo aër in certo $patio retineatur, in utroque ca$u ea- dem cum vi $e$e expandere conatur, & omnes partes ver- $us premit. Idcirco $i in terræ viciniis aër, $ervata hujus den$itate, includatur, inclu$i pre$$io valebit totius Atmo$phæ- ræ pondus.

EXPERIMENTUM 4.

Tubus, Torricellianus vitro DC includitur, ita 1074. ut aër, in $uper$iciem mercurii va$e V contenti pre- TAB. XXXIX. fig. 3. mens, nullam cum aëre exteriori communicationem ha- beat; aëris ela$ticitate ad eandem, ac in aëre aperto, $u- $tinetur altitudinem mercurius in tubo.

Manente eadem aëris con$titutione, prædicta $emper lo- 1075. cum habent; $ed non immutabilis e$t hæc con$titutio; _au-_ _getur $æpe aut minuitur vis repellens particularum, licet_ [0410]PHYSICES ELEMENTA _di$tantia inter harum centranon mutetur_; de hac mutatione quædam in capite $equenti dicam, in libro $equenti etiam videbimus _calore augeri ela$ticitatem, frigore minui_.

Alia quædam, circa aëris ela$ticitatem, memorabo expe- rimenta in cap. XVII.

CAPUT XV. De quibu$dam aliis Fluidis Ela$ticis.

VAria dantur Fluida, in quibus circa aërem memoratam 1076. detegimus proprietatem, Ela$ticitatem. Inter hæc vapor notabilem occupat locum, de hoc agi- mus in libro 3. capite 4.

_Fermentationibus, & efferve$centiis, ex corporibus flui-_ 1077. _da exeunt ela$tica_, diver$a pro corporum differentia.

Ex innumeris corporibus tale exit fluidum ubi pre$$io _1078._ aëris externi minuitur aut tollitur.

Quod etiam in quibu$dam ob$ervatur, ubi tantum made- _1079._ facta $unt.

Fluida hæc omnia quantumvis diver$a inter $e, eodem nomine aëris, $i forte vaporem excipiamus, de$ignantur plerumque. Cum vero _aër_ $it fluidum hoc, _quo Telluris_ 1080. _tota $uperficies obtegitur_, hic proprie loquendo _e$t mixtum_ _ex variis fluidis ela$ticis, in quo natant corpu$cula inumera_ _varii generis_.

Corpu$cula hæc pro diver$a gravitate $peci$ica ad varias ad$cendunt altitudines . etiam diver$orum corporum 749. 750 exhalationes quæ fluida $unt ela$tica ad diver$as elevantur altitudines: Unde deducimus, _aërem in loco elevato non_ 1081. _tantum den$itate differre cum aëre inferiori_.

Fluida ela$tica diver$a diver$as proprietates habere, in 1082. dubium non facile vocari pote$t, quod etiam experimen- tis con$tat; effectus enim diver$arum exhalationum diffe- runt inter $e.

[0411]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XV.

_Dum $luida ela$tica in corporibus hærent, ad fluida ela-_ 1083. _$tica non_ magis _referri po$$unt_, quàm aqua, antequam in vaporem convertatur, pro vapore haberi pote$t,

Spatium autem occupatum, a materia ela$tica, dum in ip$is corporibus hæret, exiguum admodum e$t collatum cum $patio quod occupat, dum ela$ticitatem exerit, præ- cipue $i parum comprimatur.

_Aqua, dum $e in vaporem convertit, licet hic a ponde-_ 1084. _re totius atmo$phæræ comprimatur, ad mi imum decies &_ _quater millies $e$e expandit_, inip$is illis locis ex quibus aë- rem excludit; hanc autem expan$ionem in immen$um po$- $e augeri, $ublata atmo$phæræ pre$$ione, quis non vi- det?

Aqua fluidum continet Ela$ticum, quod calore, frigore, 1085. aut $ublata aëris pre$$ione ex hac $eparatur, hancque ad- modum $ubitaneam ob$ervamus $eparationem, $i $ubito o- mnis pre$$io tollatur.

EXPERIMENTUM I.

Vas vitreum AB exacti$$imè aqua repletur; in extremi- 1086. tate B cum ip$o cohæret cylindrus æneus, ut, ope cochleæ, TAB XXXVIII fig. 8. ip$i jungatur antlia, quæ in fig. 6, Tab 42. exhibetur.

Dum antliæ embolus extrahitur, aqua gravitate in an- tliam de$cendit, locu$que in $uperiori va$is parte aquâ & aëre vacuus datur. Statim etiam ubique in aquâ innume- ræ bullæ fluidi ela$tici, eodem momento, $e$e demon$trant, totaque aqua hi$ce bullis albe$cit.

_Fluidum hoc ela$ticum ab aëre, quo Telluris $uperficies_ 1087. _obtegitur, differt_, licet magnâ copiâ in aëre detur.

EXPERIMENTUM 2.

Si phiala repleatur aquâ, ex qua igne, aut aliter, omne flui- 1088. dum ela$ticum fuit expul$um, &, relictâ exiguâ aëris bullâ, invertatur phiala, aperturaque immergatur aquâ, va$e quo- cunque contentâ, bulla hæc aërea, in tempore aliquot die- rum, tota intrabit in aquam, & $ucce$$ive eodem modo va- riæ bullæ aquam intrant. Sed re$pectu $ingularum hoc [0412]PHYSICES ELEMENTA ob$ervandum, primo die partem multo majorem bullæ quam diebus $equentibus intrare.

Ex hoc Experimento $equitur dari partem aëris, quæ 1089. facilius in aquam intrat, ibique hæret, quàm reliquum aëris.

Unde $equitur, dum aqua aëri aperto expo$ita e$t, in ip$am majori copia penetrare illius materiæ, quæ facilius intrat, & aërem, quiintravit, ab ip$o aëre externo differre, ob$ervamus etiam $æpe magis hocce fluidum imminuta pre$$ione $e$e dilatare quàm juxta regulam n. 1066. Hujus autem fluidi ex- pan$io immen$a e$t.

Memorat Mariotte experimentum de dilatatione hujus 1090. materiæ ela$ticæ, qua con$tat, materiam hanc, quæ alore ex aqua fuerat expul$a, ubi refrigerata erat, & pon@ustoti us at- mo$phæræ $u$tinebat, occupa$$e $patium decuplum $patii ab ip$a aqua, qua contenta fuerat, occupati.

Con$tat etiam nunquam experimentis diminutionem vo- luminis aquæ, dum materia ela$tica ex hac exit ob$ervari potui$$e.

Tandem aliud memorat Mariotte experimentum, in quo materia ela$tica, quæ aqua fuerat contenta, quatuor millies, $ublata pre$$ione, magis expan$a fuit, quàm ubi pre$$ionem atmo$phæræ $u$tinuit.

Collatis hi$ce quis non videt, _$patium ab hac materia_, in 1091. ultimùm memorato experimento, _occupatum, ad minimum,_ _variis vicibus, centum millies $upera$$e $patium, quod ip$a_ _in aqua occupabat_.

Ex quibus deducimus, _fluidorum ela$ticorum particulas_ 1092. non e$$e eju$dem naturæ cum cæteris corporibus ela$ticis, nam non po$$unt particulæ $ingulæ centum millies, & quod excedit, $e$e expandere $ervata $uperficie, omni inæquali- tate, aut angulo, experta; in omni enim expan$ione partes facile moventur inter $e: unde $equitur particulas _$e$e mu-_ _tuo non tangere, quamvis $e$e invicem repellant_, qualem par- ticularum proprietatem $uperius jam memoravimus .

61. [0413] [0413a] [0414] [0415]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XVI. CAPUT XVI. De Antlia Pneumatica.

AEris ela$ticitas fundamentum e$t con$tructionis Machi- 1093. næ, qua aër ex va$e exhauritur. _Antlia Pneumati-_ _ca_ vocatur, quæ variis modis con$truitur.

In omnibus pars præcipua e$t cylindrus metallicus cavus, ab interiori parte politus; in hoc movetur embolus, exacti$$ime cum cylindri $uperficie interiori congruens; ne aëri tran$itus ad latera detur. Fundo cylindri embolus applicatur, deinde elevatur, quo ex cylindri cavitate aër omnis excluditur. Si cum va$e quocunque, per tubum in fundo cylindri, cavi- tas hæc communicationem habeat, aër in va$e $e$e expan- det, & pro parte cylindrum intrabit, donec in cylindro & va$e eandem habeat den$itatem. Claudatur communicatio inter vas & cylindrum, aërque ex cylindro ejiciatur, & embolus fundo applicetur. Si $ecunda vice embolus ele- vetur, re$eratâ communicatione inter cylindrum & vas me- moratum, iterum aëris den$itas in va$e minuetur; & repe- tito emboli motu tandem aër in va$e ad den$itatem mini- mam reducetur. aër tamen omnis hac methodo nunquam exhauriri pote$t; $ingulis enim vicibus aër $e$e ita expandit, ut eandem in cylindro den$itatem habeat ac in va$e, in quo ideò $emper aër quidam $upere$t.

Antliæ omnes prædicta communia habent, in multis ta- 1094. men differunt. 1. Variis modis clauditur & re$eratur com- municatio inter vas exhauriendum & cylindrum. 2. Variæ dantur methodi, quibus aër ex cylindro expellitur, quan- do embolus fundo admovetur. 3. Emboli in variis antliis differunt. 4. Situs cylindri non in omnibus e$t idem. 5. Di- ver$æ adhibentur machinæ, quibus embolus agitatur. 6. Tandem duo $æpe junguntur cylindri, in quorum uno embolus elevatur, dum in alio deprimitur.

Antlia no$tra hic delineatur; pars oppo$ita thecæ, non TAB. XXXIX. fig. 1. [0416]PHYSICES ELEMENTA apertâ januâ, quæ ad illam partem datur, videtur in fig. 2. Tab. 43. Antliæ hujus de$criptionem non dabo, ge- neralia tantum quædam notabo, peculiarem omnium par- tium explicationem alia occa$ione daturus.

MACHINA PNEUMATICA.

In fig. 1. Tab. 39. antlia repræ$entatur a parte antica, 1095. $ublatis nempe thecæ, cui includitur, januis.

Antlia eadem, ex theca extracta, a parte po$tica, deli- neatur in fig. 1. Tab. 40. li$dem litteris eædem partes in utraque figura notantur.

Con$tat antlia duobus cylindris, A, B; in utroque mo- vetur embolus, cujus partes $eparatæ exhibentur in C, D, E, F, (fig. 2. Tab. 40.).

Partes E, F, cochleâ junguntur, & inter ip$as firmatur TAB. XL. fig. 2. annulus coriaceus, qui ab omni parte prominet, & qui, dum embolus cylindro intruditur, $e$e $uperficiei _e e_ ap- plicat. Methodus hæc in Anglia in u$u e$t. Corium hoc- ce in oleo & aqua macerari debet, ut monuimus in n. 722.

Embolis, quando antliis intruduntur, aqua $uperinfunditur, cujus aliquando, ex$iccatis paululum coriis, pars quædam in antlias de$cendit, quod tamen experimenta turbare non po- te$t; in quo ca$u emboli extrahendi $unt & per aliquotho- ras in aqua relinquendi, oleoque probe eliniri debent.

Cauda C emboli, ut fere in omnibus antliis, dentata e$t; hujus extremitas inferior _cc_ cylindrica e$t, & cochleâ ter- minatur. Transmittitur cylindrica pars hæc per cavitatem cylindricam in prominentia _f_ emboli; cujus cavitatis dia- meter parum tantum $uperat cylindri _c c_ diametrum. Cum hoc conjungitur nunc conus truncatus D, qui cochleam fæminam continet, & firmatur hic transver$â cochleâ _g_: pote$tque cauda C elevari & deprimi per $patium trium partium quartarum pollicis, ip$o embolo immoto manente.

Emboli ambo moventur agitatione rotæ R, cujus motus, TAB. XXXIX. fig. 1. dum it & redit, parum deficit à tertiâ circuli parte.

TAB. XL. fig. 1.

Va$a exhaurienda laminæ L L imponuntur, & hæc per [0417]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XVI. tubum D communicationem habent cum antliis. Da- tur enim infra laminam L L, cavitas quæ tubo E E re$pon- det, in quo duo dantur epi$tomia, inter quæ cum tubo hoc conjungitur tubus OO, qui infra laminam, cui antliæ imponuntur, cum his communicatur.

Antliæ $ingulæ epi$tomium infra fundum $uum habent, horum caudæ videntur in G, G, quæ regulis æneis ad $e invicem applicatis junguntur ita, ut motu harum regularum epi$tomia ambo eodem tempore moveantur. Inter regulas, in medio longitudinis, rotula ænea datur T. Cum a- xe rotæ R a po$tica parte jungitur crux ferrea HKNM, qua epi$tomia hæc agitantur.

In $itu in quo partes machinæ in his figuris repræ$entan- tur, antlia B cum va$e exhauriendo communicationem ha- bet, antlia A cum aëre externo; & deprimendo hujus an- tliæ embolum omnis aër ex hac ejicitur, & interea magis elevatur embolus alter.

Ubi verò embolus fundo antliæ A applicatur, extremi- tas N crucis ad _n_ pertingit, in quo motu $uper rotulâ T tran$it, hancque in motu radit; Eo autem momento quo N tran$it $uper T, clavus, aut cylindrus, ferreus K, ad vectem CF, ferreum, incurvatum, circa P mobilem, in _b_ accedit; huncque premit in motu puncti N à T ad _n_.

Rotatur interea vectis circa centrum P, & extremitas F in rotulam T premit, hancque elevat; quo $itus epi$to- miorum paululum quidem mutatur, non tamen me- moratæ communicationes antliæ B cum va$e exhauriendo, & A cum aëre externo, obturantur.

Motus rotæ nunc in contrariam partem dirigendus e$t. Ubi in reditu punctum N ab _n_ ad T pervenit, quia rotula elevata fuit, in hanc incurrit crucis extremum, trochleam- que propellit, donec conver$ione epi$tomiorum G, G, ita deprimatur, ut $uper hac tran$eat N.

In hac epi$tomiorum conver$ione, G, G, arcus de$cri- bunt, qui paululum tantum excedunt gradus nonaginta; [0418]PHYSICES ELEMENTA clauditurque communicatio antliæ B cum va$e, & nova cum aëre externo re$eratur; contrarium re$pectu antliæ A locum habet.

Durante hac epi$tomiorum agitatione, elevatur quidem Q, $ed embolusip$e fundo antliæ A applicatus manet; quod de$ideratur ne aër externus iterum in antliam intret, & quod quomodo fiat in de$criptione embolorum dixi- mus.

Si nunc motus rotæ continuetur, elevatur embolus an- tliæ A, quæ cum va$e exhauriendo communicationem ha- bet, & ex antlia B aër ejicitur, extremitasque M crucis $u- per rotula T tran$it, clavu$que K in vectem Spremit, & quæ in motu contrario fuere explicata, in hoc ca$u eodem modo, obtinent.

Rota agitatur manubrio MM, cujus longitudo e$t cir- TAB. XXXIX. fig. 1. citer duorum pedum, & quod in $itu datur horizontali, dum pars HK crucis e$t verticalis.

Quando in hac agitatione contingit, majorem dari re$i- $tentiam, ubi epi$tomia moventur, quàm in reliquo motu, indicium hoc e$t, oleo & cerâ eliniri debere epi$tomia; quod in tempe$tate calidiori repeti debet, ubi per tres aut qua- tuor horas machina in continuo fuit motu.

Quod $pectat epi$tomia E, E, $uperius memorata, uno, communicatio, exhau$tio aëre, clauditur inter vas exhau- $tum & cylindros; altero, aër de novo va$e intromittitur, & cummunicatio impeditur cum indice mercuriali.

Index hicce mercurialis in hac figura commode repræ- $entari non potuit; hujus u$us e$t determinatio quantitatis aëris ex va$e exhau$ti, ut & quantitatis in hoc $uper$titis; eo etiam va$orum exhauriendorum capacitates men$urantur; quæ ut exacte notæ $int in variis Experimetis de$ideratur; index no$ter a vulgaribus differt.

In D $æpe ope cochleæ orbi jungitur cylindrus parvus, cochlea circumdatus, quo globus exhauriendus, aut vas ali- ud, machinæ applicari pote$t,

[0419] [0419a] [0420] [0421]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XVI.

In medio Orbis LL foramen datur, quod cochleâ clau- ditur, $ed quo machinæ variæ cum orbe jungi queunt,

Sæpe hac methodo orbi adaptatur pyxis cylindrica, or- 1096. bibus coriaceis, cerâ imbutis, repleta, per quorum centra tran$mittitur filum æneum, quod ope manubrii agitari po- te$t, quæ agitatio communicatur in loco aëre vacuo; co- chleâ circumdatur, & pyxidem intrat hujus operculum, quo coria comprimuntur, ut exactius tran$itum aëris impe- diant.

Pyxis $imilis $æpe jungitur operculo, quod va$is exhau- riendis $uperimponitur, ut videtur in fig. 3. Tab 41. & in fig. 2. Tab. 47.

Quando va$a orbi LL imponuntur; aut quando operculis 1097. va$a obteguntur, aut quando cochleis machinæ junguntur, & in genere quando aëris ingre$$us cohibendus e$t, utimur mixto ex quatuor partibus ceræ albæ, duabus re$inæ, & una olei olivarum, æ$tate minor, hieme major olei copia de- $ideratur. In multis experimentis $atis e$t, $i va$a corio madido $uperimponantur.

CAPUT XVII. Experimenta varia circa Aëris Gravitatem & hujus Ela$ticitatem.

AErem gravem e$$e vidimus ; pote$t ut cetera corpo- 1098. ra ponderari, & hujus den$itas cum ceterorum cor- 1055. porum den$itate conferri . Si vas idem aërem continens, 737. ut & exhau$to aëre, ponderetur, ponderum differentia e- rit aëris pondus; quæ methodus hoc incommodi habet, quod $æpe bilance, etiam exacti$$imâ, pondere magno gra- vatâ, ponderum differentiæ minores exactè non detegan- tur; $equenti in hoc ca$u methodo utendum.

EXPERIMENTUM 1. 1099.

Exhau$to aëre ex globo vitreo, cujus capacitas e$t 283. TAB XLII. fig. 2. [0422]PHYSICES ELEMENTA pollicum cubicorum, & pondere tali huic adjuncto, ut gra- vitate $pecifica aquæ gravitatem $pecificam fere æquet, aquâ va$e DE contentâ globus immergatur, filo jungatur unco adhærenti lanci libræ AB, de qua $uperius . Ele- 705. vetur bilanx, donec pondere minimo æquilibrium detur; $i, aperto epi$tomio, aër globum intret, in lance oppo$ita, ut æquilibrium in$tauretur, requiritur pondus P circiter centum granorum, aliquando majus, $æpe minus, pro di- ver$a aëris conftitutione, quæ pondere Atmo$phæræ muta- to, & aliis de cau$is, variationem $ubit.

Cùm autem nactus $im bilancem, quæ, quamvis ponde- re aliquot librarum gravata, minimam differentiam indicat, immer$ionem in aquam negligo, ubi aëris pondus deter- minare $u$cipio.

Corpora fluidis immer$a ab iis $u$tinentur, magi$que aut minus pro volumine corporis majori aut minori , & pon- 756. dus ami$$um ex nota fluidi den$itate determinatur . Præ- 751. cedenti Experimento cogno$citur ergo, quantum corpora in aëre minus quam in vacuo gravitent.

_Ex his etiam deducimus,_ corpora in æquilibrio in aëre, _1100._ $i horum volumina fuerint inæqualia, in loco aëre vacuo non æque ponder are, _quod confirmatur $equenti Experi-_ _mento._

EXPERIMENTUM 2.

Lancibus bilancis _a b_ imponuntur fru$tum ceræ _c_ & pon- TAB. XLI. fig. 3. dus metallicum _p_, & datur æquilibrium. Bilanx in reci- piente vitreo $u$penditur, & aere exhau$to præponderat ce- ra, cujus volumen $uperat volumen corporis _p_, & magis ab aëre $u$tinetur, quando hic in recipiente admittitur, quo æquilibrium in$tauratur.

Aëris ela$ticitas, in capite 14. probata, magis fit $en$i- bilis Experimento $equenti.

EXPERIMENTUM 3.

Ve$ica exacte clau$a parvam admodum aëris quantitatem- 1101. contineat, vitro tegatur, & exhauriatur aër, quo pre$$io [0423] [0423a] [0424] [0425]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XVII. in ve$icæ $uperficiem exteriorem minuitur; eodem tempore aë ve$icæ inclu$us $e$e expandet, & hæc inflabi- tur.

Ela$ticitatis vim totius Atmo$phæræ ponderi æquari vi- dimus; effectus hujus vis $ub oculos $equenti Experimento ponitur.

EXPERIMENTUM 4.

Ve$ica exacte clau$a, & aëre pro parte tantum repleta, 1102. pyxidi æneæ A, cujus diameter e$t trium pollicum cum $e- TAB. XLI. fig. 1. mi$$e, includitur, obtegiturque hæc operculo ligneo, aut plumbeo, quod in ip$am pyxidem penetrat ita, ut quamvis e- levetur non decidat.

Operculo pondera plumbea P, P, imponuntur, habent hæc foramen in medio, & trajiciuntur cylindro E, cum oper- culo cohærenti. Exhau$to aëre ve$ica, ut in præcedenti Ex- perimento, inflatur, quo pondera elevantur. Plura pro vitri magnitudine adhibentur pondera, & licet borum $umma $e- xaginta aut $eptuaginta libras $uperet, facillime elevantur.

Aëris gravitas, hujus pre$$io quæ ex gravitate oritur, ut & ela$ticitas, effectus varios notabiles edunt; quo$dam $e- ligam, & Experimentis confirmabo.

EXPERIMENTUM 5.

Foramini in medio orbis LL antliæ pneumaticæ, in in- 1103. feriori parte, ope cochleæ, jungitur cylindrus æneus per- TAB. XXXIX. fig. 3. foratus, cohærens cum tubo vitreo AB, ab utraque parte aperto, cujus extremitas B mercurio immergitur. In tu- bo _e g_, clau$o in _e_, & aëre vacuo, mercurius $u$tinetur, ut antea dictum . Vas V cum tubo orbi L L imponitur & * 1056. vitro D C obtegitur, quo omnis communicatio tollitur in- ter aërem exteriorem & vas V, quod cum cavitate tubi AB communicatur. Aër in hoc tubo ela$ticitate $ua impedit, ne mercurius pre$$ione aëris externi, in tubum ad$cendat; aër etiam recipienti DC inclu$us ela$ticitate $u$tinet mer- curium in tubo _g e_ . Ex va$e DC aër exhauriatur; dum * 1073. den$itas minuitur, ela$ticitas etiam decre$cit , & minor * 1071. [0426]PHYSICES ELEMENTA e$t vis cum qua mercurius in tubo _g e_ $u$tinetur, de$cendit ergo hydrargyrum. Eodem tempore re$i$tentiam in tubo AB vincit pre$$io aëris externi, & in tubum mercurius ad- $cendit. Diminutio ela$ticitatis in tubo AB, & in va$e BC, eadem e$t, & effectus diminutionis in utroque ca$u idem: idcirco tantum in tubo _e g_ de$cendit mercurius, quantum ad$cendit in tubum AB, quod cum Experimen- to congruit. Elevatur hac methodo mercurius ad _f_, dum tubus _g e_ fere omnino vacuus remanet; admi$$o iterum aëre, mercurius in tubum _g e_ ad$cendit, dum in tubo AB deprimitur.

EXPERIMENTUM 6.

Detur antlia A, cujus embolus fundo applicetur, tubus 1104. cum antlia cohærens aquâ immergatur; elevetur embolus, TAB. XLII. fig. 4. in$equetur illum aqua; hæcque cavum inter antliæ fundum & embolum implebit, quod ex pre$$ione aëris exterioris o- ritur.

In loco aëre vacuo non ad$cendit aqua in antliam, cum hæc deficiat pre$$io.

EXPERIMENTUM 7.

Cum antlia A, quæ cum operculo, quo vitrum exhau- 1105. riendum obtegitur, cohæret, conjungatur tubus vitreus _b c_, TAB. XLII. fig. 5. cujus extremitas _c_ infra aquæ, va$e V contentæ, $uperfici- em de$cendit; fundo antliæ embolus applicetur, & ex re- cipiente aër exhauriatur. Si embolus elevetur, non ad$cen- det aqua.

EXPERIMENTUM 8.

Vis, qua aër in corpora premit, hæc $æpe di$rumpit, 1106. quando pre$$io ab omni parte non e$t æqualis. Cylindrus TAB. XLI. fig. 6. æneus, aut conus truncatus, A laminâ vitreâ planâ obtegitur, $i ex cylindro aër extrahatur, pre$$ione aëris externi con- fringitur lamina vitrea, & in fru$ta exigua qua$i in pulverem redigitur, $i non nimium tenuis $it; nimis cra$$a pre$$ionem $u$tinet, & non disrumpitur.

[0427]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XVII. EXPERIMENTUM 9.

Detur antlia A diametri trium partium quartarum unius 1107. pollicis; applicetur embolus fundo antliæ, & apertura in TAB. XLII. fig. 1. fundo antliæ claudatur; $i pondus $ex librarum P cum an- tlia conjungatur, & manubrium B emboli $u$tineatur, non de$cendit antlia; de$cendere enim non pote$t, ni$i pondus $uperet aëris pre$$ionem, & emboli attritum; illa vero pre$$io $ola $ex libras excedit.

EXPERIMENTUM. 10.

In loco aëre vacuo $olo pondere _p_, quo attritus emboli 1108. $uperatur, de$cendit antlia.

TAB. XLII. fig 1. EXPERIMENTUM 11.

Magis $en$ibilem videmus effectum compre$$ionis aëris, 1109. quando duo $phæræ $egmenta H & I junguntur. Sit utri- TAB. XLII. fig. 3. u$que ora polita, & congruant hæ inter $e, cerâque cir- cumpo$itâ aër excludatur. In $egmento H epi$tomium da- tur, quo $egmenta conjuncta antliæ pneumaticæ applican- tur, & quod exhau$to aëre clauditur. Annulo A $egmen- ta $u$penduntur, & ope annuli Q his pondera appendun- tur, quæ tabulæ T imponuntur. Po$ito $egmentorum dia- metro trium pollicum cum $emi$$e, pondus centum & cir- citer quadraginta librarum requiritur ut $egmenta $eparentur.

EXPERIMENTUM 12.

Ut in Experimento præcedenti $egmenta $phæræ jungan- tur, & aër exhauriatur; $i in loco aëre vacuo $u$pen$a fue- 1110. rint pondere exiguo P, quo ceræ cohæ$io $uperatur, $e- TAB. XLIII. fig. 1. parantur. In hoc Experimento cum orbe L L conjungitur pyxis cum coriis , quam filum æneum EF, cui pondus ap- penditur, trajicit. Ne, ca$u $egmenti inferioris, vitrum, * 1096. in quo Experimentum fit, frangatur, cylindro ligneo cavo M hoc $egmentum recipitur.

Vi eâdem, quæ in Experimento 11. de$ideratur, ad $e- gmenta memorata $eparanda, hæc a $e mutuo divellun- tur, quando, va$e inclu$a, relicto inter $egmenta aëre in $tatu aëris externi, & clau$o epi$tomio, in va$e aër ad [0428]PHYSICES ELEMENTA den$itatem duplam redigitur.

MACHINA, Qua in Aëre compre$$o Experimenta in$tituuntur.

Tabulæ ligneæ _a a_, longitudinis circiter quindecim & 1111. latitudinis decem pollicum, imponitur orbis æneus N, dia- TAB. XLIV. fig. 5. metri quinque aut $ex pollicum, cujus figura $eparata da- tur in N Tab. 42. fig. 4.; cum hoc, ab inferiori parte, co- hæret cauda, aut prominentia, cylindrica P, quæ non perforatur, & tabulam _a a_ trajicit. Huic orbi imponitur, & cum ip$o cochleis jungitur vas æneum VV, altitudinis cir- citer decem pollicum.

Obtegitur vas operculo D. Columnæ CS, CS, cum ta- bula _a a_ cohærent, trajiciuntque lignum _d e_, quo opercu- lum D arcte cum va$e conjungitur, ope cochlearum _f f_. Ta- lis arcta compre$$io maxime e$t nece$$aria, ingre$$u$que aë- ris interpo$itis coriis, oleo imbutis, cohibetur.

Operculi $eparata Figura datur in D, Tab. 42. fig. 4.; cum hoc cohæret pyxis cum coriis , & ne $uperficiei ni- * 1096. mis parvæ applicetur lignum _d e_, circumdatur pyxis annulo, qui cum operculo cohæret & diametrum habet diametro operculi fere æqualem.

Trajicit pyxidem cum coriis filum æneum perforatum C, cum quo cohæret epi$tomium B.

Comprimitur aër in va$e, jungendo epi$tomio po$tremo 1112. memorato antliam AB: cum hac conjunctum datur epi$to- TAB. XLII. fig. 6. mium, in quo, præter foramen $olitum, aliud obliquum datur, quod ad _f_ pervenit, & quo, clau$a communicatione inter vas & antliam, hæc cum aëre exteriori communicatur, & aëre impletur elevando embolum. Aperta communica- tione inter vas & antliam, de$cen$u emboli aër in antlia con- tentus va$e intruditur; hacque $æpius repetita operatione tandem ad propo$itam den$itatem redigitur.

Indice mercuriali den$itas aëris determinatur. E$t index hic tubus vitreus, admodum angu$tus, qui cohæret cum fru$to æneo, quod cochleis inter epi$tomia Machinæ & Antliæ aptatur. Dum aër in Machina comprimitur, mercurius in [0429] [0429a] [0430] [0431]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XVII. tubo comprimit aërem in po$tica tubi parte, & hæc compre$$io, quæ æqualis e$t compre$$ioni in va$e, facile men- $uratur.

EXPERIMENTUM 13.

Ut nunc in aëre compre$$o $egmenta $phærica $eparen- 1113. tur, $u$tentaculo ML $egmentum I cum orbe N conjun- TAB. XLII. fig. 4. gitur, ope cochlearum in M & L. Eodem modo, co- chleis in F & E, $egmentum H cum filo C cohæret. Se- gmenta $ibi mutu o applicantur, & cerâ circumdantur. De ce- tero, quæ in de$criptione machinæ dicta $unt, ob$ervantur, aër- que in va$e comprimitur, ut habeat den$itatem duplam illius quâm ex Atmo$phæræ compre$$ione acquirit. In Pannulus Q orbi N annectitur, ut & annulus A epi$tomio B. Invertitur ma- TAB. XLII. fig. 5. china, & annulo Q $u$penditur; tabula T, cui pondera im- ponuntur, annulo A appenditur; & ni pondera centum & quadraginta libras circiter valeant, non $eparantur $egmen- ta. Ne nimium, in $egmentorum $eparatione, de$cendat tabula T, cavetur, quia cochleâ elevatur, & deprimitur un- cus, cui appenditur annulus Q, quod commode fit, $i cylin- drus ferreus cochleâ circumdatus, & circa quem cochlea exterior movetur, trajiciat lignum, quod tripode $u$tinetur.

Quæ hìc repræ$entatur Machina, vitrea e$t, $ed cùm mi- hi bis contigerit, in experimentis confractum fui$$e tale vi- trum, cupreâ machinâ nunc utor.

EXPERIMENTUM 14.

Orbi LL machinæ pneumaticæ adaptetur tubus AB, 1114. epi$tomium in $uperiori parte connexum habens, & jun- TAB. XLIII. fig. 2. ctus cum tubo minori $upra orbem prominenti. Huic im- ponitur recipiens vitreus R, quo tubus prominens obtegi- tur. Extremitas B tubi A B, aquâ va$e V contentâ, immer- gitur, & evacuato recipiente R, epi$tomium aperitur; ma- gna cum vi in recipientem pro$ilit aqua, eadem pre$$ione, qua, in tubo aëre vacuo, ad altitudinem triginta duorum 1059. pedum $u$tineri pote$t .

EXPERIMENTUM 15. 1115.

Aëris ela$ticitas eundem edit effectum. Detur vas æ- TAB. XLIII. . 3. [0432]PHYSICES ELEMENTA neum cylindricum V, exacti$$ime clau$um; in fundo aper- tura datur, per quam aqua infunditur, & quæ cochleâ clau- ditur. Superiori va$is parti adferruminatur tubus ad fun- dum va$is fere pertingens, & cui in extremitate extra vas prominenti epi$tomium jungitur (vide fig.4.). Open co- chleæ adaptatur vas hocce inferiori parti orbis LL antliæ pueumaticæ, datur & hic tubus prominens, qui recipienti R obtegitur. Si ex hoc aër exhauriatur, & vas V circiter duabus partibus tertiis aquâ impletum $it, aperto epi$tomio violenter in recipientem aqua pro$iliet, exela$ticitate aëris, in $uperiori parte va$is V contenti. Aër hic in aquæ $uper- ficiem premit, in tubo autem, aperto epi$tomio, pre$$io mi- nor datur; tubum ideo aqua intrat.

EXPERIMENTUM 16.

In ip$o aëre aperto violenti$$ime pro$iliet aqua ex va$e V, 1116. $i, hoc duabus partibus tertiis aqua repleto, aër in $uperio- TAB. XLIII. fig. 4. rem partem intrudatur, adhibitâ antliâ antea memora- tâ .

1112. EXPERIMENTUM 17.

Vitrum R ever$um aquâ va$e V contentâ immergitur, 1117. aër aquam excludit, ad quamcunque profunditatem im- TAB. XLIV. fig. 1. mergatur; quo tamen vitrum profundius de$cendit, eo etiam in minus $patium aër in hoc reducitur.

Hoc fundamento nituntur machinæ, quibus urinatores in 1118. mare de$cendunt. Campanæ $peciem referunt hæ, & gravitate $ua de$cendunt; aqua ad ip$um urinatorem non pertingit; no- vus aër continuo huic mittitur, contentus in ve$icis, funi al- ligatis, quas ad $e trahit. Aër in$piratione calefactus ad $u- periorem partem machinæ ad$cendit, & per epi$tomium in eo loco expellitur, pre$$ione aquæ, quæ in inferiori par- te in aërem campana contentum premit, quæ pre$$io vim $uperat, qua aqua per epi$tomium de$cendere co- natur; pre$$io enim fluidorum cum profunditate auge- tur .

* 743. [0433] [0433a] [0434] [0435]MATHEMATICA. LIB. H. CAP. XVII. EXPERIMENTUM 18.

Ex vitro conflantur homuli altitudinis circiter unius pol- 1119. licis cum $emi$$e; cavi hi $unt, & aëre replentur, foramen- TAB. XLIV. fig. 2. que exiguum in pedum altero datur. Ut aquâ paululum le- viores $int etiam requiritur. Aquâ va$e AB contentâ im- merguntur. Vas hoc altitudinem habet unius pedis, aut quindecim pollicum, & ve$icâ obtegitur, quæ $uperiori va$is parti firmiter alligatur, relictâ aëris bullâ inter ve$i- cam & aquæ $uperficiem. Si digito ve$ica comprimatur, in minus $patium aër memoratus redigitur, & aquæ $uper- ficies magis comprimitur; aqua magis compre$$a homun- culos intrat per foramina in illorum pedibus, & aërem in ip$is magis comprimit. Graviores homuli facti fundum vafis petunt, citius aut lentius pro foraminis magnitudine, etiam pro gravitate $pecifica homuncionum magis aut minus cum aquæ gravitate $pecifica congruente. Subla- to digito minus in homulis compre$$us aër $e$e expandit, & aquam expellit, iterumque ad aquæ $uperficiem ad$cen- dunt.

EXPERIMENTUM 19.

Animalia ad vivendum aëre indigent. Si animal quod- 1120. cunque vitro V includudatur, & aër exhauriatur, $tatim vio- TAB. XLIV. fig. 3. lento motu agitatur, & ni $ubito aër iterum admittatur, vitæ expers cadit. Dantur quædam animalia quæ diutius in loco evacuato vivnt. Inflantur animalium corpora, dum, $ublatâ externâ pre$$ione, aër, aut fluidum quod- cunque ela$ticum, in va$is $e$e expandit.

EXPERIMENTUM 20.

Quidam etiam pi$ces $ine aëre vivere nequeunt; in aliis 1121. nulla fere ob$ervatur mutatio, ni$i quod oculi inflentur. Ex- TAB. XLIV fig. 44 perimenta circa pi$ces in$tituenda $unt in vitro V, quod orbi antliæ pneumaticæ imponitur, & foramini, per quod aër exhauritur, jungitur tubus ad vitri partem $uperiorem fere pertingens; aqua infunditur; pi$ces in hanc injiciun- tur; operculo vitrum clauditur; & pars vitri $uperior eva- [0436]PHYSICES ELEMENTA cuatur. Sublata aëris pre$$ione in aquæ $uperficiem $e$e aër in pi$cis corpore expandit, quo hic levior factus in aquam de$cendere nequit.

EXPERIMENTUM 21.

In aëre compre$$o Experimenta circa animalia in$tituun- 1122. tur, ope machinæ $uperius de$criptæ . In hoc ca$u non TAB. XLIV. fig. 5. $ubito animalia moriuntur, quia compre$$ione aëris va- 1111. $a in corpore non franguntur, $i tamen diutius in tali aëre degant, noxius illis e$t, & etiam in compre$$ione majori, brevi tempore pereunt.

EXPERIMENTUM 22.

Fluida pleraque aërem, aut aliud fluidum ela$ticum con- 1123. tinent; quando vitro obteguntur, & aër ex hoc extrahitur fluidum ela$ticum $e$e $eparat, dilatat & exit. In hoc ca$u $æpi$$ime fluidi violenti$$imam ob$ervamus ebullitionem.

CAPUT XVIII. _Variarum Machinarum, quarum Actio ab Aëre_ _pendet, De$criptio, & harum Effectuum_ _Explicatio._ EXPERIMENTUM 1.

TUbi incurvi _a_ S _b_ extremitas _a_ aquâ immergitur, dum 1124. extremitas _b_ infra aquæ $uperficiem de$cendit. Si$u- TAB. XLV. fig. 1. gendo, aut quocunque alio modo, aëre evacuetur tubus, fluet aqua per _b_. Hæc machina _$ipho_ vocatur.

Hujus effectus a pre$$ione aëris pendet; qui aquam in 1125. $iphonem pellit, premens in $uperficiem aquæ va$e contentæ; premit etiam aër in aquam ex orificio _b_ exeuntem, illam- que $u$tinet; pre$$iones hæ $unt æquales, & in $uperiori parte $iphonis contrarie agunt, ibique valent Atmo$phæræ pondus, demto pondere columnarum aquearum, quæ a pre$$ionibus $u$tinentur. Columna aquea in crure S _b_ al- titudine oppo$itam columnam $uperat; ergo a parte _b_ S ma- [0437] [0437a] [0438] [0439]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XVIII. gis aëris pre$$io minuitur, & pre$$io oppo$ita hanc vincit, fluitque aqua _b_ ver$us.

EXPERIMENTUM 2.

Sipho memoratus hoc incommodi habet, quod, ab effe- 1126. ctu $i ce$$averit, non iterum aqua fluat, ni$i aëre tubus de novo evacuetur. Corrigitur defectus hic, con$truendo $ipho- TAB. XLIV. fig. 6. nem figuræ _a_ S _b_, cujus crura$unt æqualia & incurvata; $i e- nim aquâ <007>mpleatur $ipho, & crus unum aquâ immergatur, ut aqua orificium $uperet, ex ratione, in explicatione præce- dentis Experimenti data, fluet aqua per crus alterum. Crura cùm incurvata $int, non evacuatur $ipho, quando flu- xus aquæ ce$$at, & $emel impleto $iphone, $emper ad effe- ctum $uum producendum paratus e$t. Aqua per illum fluit & refluit pro majori altitudine ab una aut alia parte.

SIPHO, _Quo aqua elevatur._

Eodem, cum machinis præcedentibus, nititur fundamen- 1127. to $ipho ad aquam in receptaculum evehendam adaptatus. TAB. XLV. fig. 2. Effectus hujus $iphonis $en$ibilis redditur ope machinæ, con- $tantis ex duobus globis vitreis H & I, qui junguntur tubo CDE. Globus I cum aqua evehenda communicationem habet tubo AB, qui ad globi $ummitatem fere pertingit. In inferiori parte jungitur globo H tubus FG, longitudi- ne tubum integrum AB æquans.

Globus H aquâ impletur ope infundibuli, & hoc obtu- ratur.

In machinis quæ ad u$um applicantur ex receptaculo, aquam evehendam continenti, quocunque modo, hæc in vas H deducitur, & epi$tomio inter vas & receptaculum clauditur communicatio.

EXPERIMENTUM 3.

Aperto epi$tomio G fluet aqua, & per tubum AB in 1128. vas I ad$cendet; quo repleto deducitur aqua in locum quem- cunque, & repetita machinæ operatione continuatur aquæ elevatio.

[0440]PHYSICES ELEMENTA

Aperto epi$tomio G, premit aër in aquam ex tubo FG 1129. exeuntem; premit etiam aër in $uperficiem aquæ in rece- ptaculo, qua pre$$ione in tubo AB $u$tinetur. Pre$$io- nes hæ $unt æquales, & ab hi$ce demtis aquæ columnis quas $u$tinent, dantur vires quibus agunt in aërem, in ya$orum partibus $uperioribus, & tubo CDE, con- tentum. Columna FG, quia ei $uperadditur aquæ altitudo in va$e H, $emper $uperat columnam in tubo AB; pre$$io ergo in G alia magis minuitur & ab ip$a $u- peratur, ad$cenditque aqua per tubum AB, de$cendit ve- ro per FG.

ANTLIÆ VULGARES.

Ut antliarum vulgarium actio & effectus ante oculos po- 1130. natur, con$truitur antlia parva ex vitro. Sit AB cylin- TAB. XLV. fig. 3. drus vitreus longitudinis $ex aut $eptem pollicum, & cujus diameter $it unius pollicis cum $emi$$e. In $undo ei jungi- tur tubus cuju$cunque longitudinis CD. Hujus apertura $uperior clauditur globo plumbeo ita, ut aqua ex cylindro AB defcendere nequeat, in hunc autem ad$cendere facile po$- $it elevando globum, quo loco valvulæ utimur. Embolus in cy- lindro AB movetur, qui corio circumdatus hujus capacita- tem exactè implet: datur in embolo foramen, quod etiam, loco valvulæ, globo obturatur, ita ut per embolum aqua ad- $cendere, de$cendere non verò po$$it.

EXPERIMENTUM 4.

Fundo cylindri admoveatur embolus, huic $uperinfun- 1131. datur aqua, ut aëris tran$itus cohibeatur, $i aquâ immer- gatur extremitas D tubi CD, & elevetur embolus, ad$cen- det aqua in cylindrum AB , ex quo de$cendere nequit; 1104. quare per embolum tran$it, quando hic de$cendit. Elevato iterum embolo novâ aquâ cylindrus repletur; & prima in vas ligneum F cum cylindro vitreo cohærens elevatur, ex quo per tubum G fluit.

Cum omnium machinarum in hoc capite de$criptarum 1132. effectus ab Atmo$phæræ pre$$ione pendeant, non multum [0441] [0441a] [0442] [0443]MATHEMATICA. LIB. H. CAP. XVIII. ultra triginta duos pedes in hi$ce machinis aqua ad$cen- dit .

1059. FONTICULUS HERONIS.

Fonticuli varii dantur _Heronis_ dicti; unius con$tructio- 1133. nem explicabo.

TAB. XLV. fig. 4.

Va$a elliptica duo æqualia AB & CD, ab omni parte exacte clau$a, ex ære con$truuntur.

In utroque datur $eparatio per centrum ellip$eos tran$iens & vas integrum in duas partes æquales $ecans.

Separatio _l m n i_ in va$e DC ad ellip$is axim perpendi- cularis e$t, $eparatio _c f g h_ alterius va$is ad hunc axim in- clinatur.

Orâ elevatâ lamina $uperior va$is AB circumdatur.

Quatuor tubis va$a junguntur. Primus _o p_ cavitatem B va$is AB trajicit, & nullam cum hac communicationem habet, & ad fundum u$que cavitatis D fere de$cendit. Se- cundus _s t_ $uperiori parti cavitatis D adferruminatur, & ad $upremam partem cavitatis B ad$cendit, non vero lami- nam $upremam tangit. Tertius _q r_ ab inferiori parte ca- vitatis B fere ad fundum cavitatis C pervenit. Quartus _x v_ $uperiori parti cavitatis cohæret, & ad $uperiorem par- tem cavitatis A fere pertingit.

Datur tandem tubus _z y_, qui dum laminam $upremam va$is AB trajicit, & illi adferruminatur, in cavitatem A de$cendit, ita ut extremitas _z_ a fundo non multum di- $tet.

Cavitatibus $ingulis junguntur epi$tomia; aut in illis aliæ aperturæ dantur, quæ cochleis, & interpo$ito corio, ob- turantur; harum præcipuus u$us e$t, ut exactè cavitates evacuentur, ne ab interiori parte æruginem contrahant.

EXPERIMENTUM 5.

Tubo _o p_ aqua infundatur, qua cavitas D impletur; ad- 1134. $cenditque aqua, $i infu$io continuetur, per tubum _s t_, & per _q r_ in cavitatem C de$cendit, quæ etiam impletur, aë- re ad$cendente per _x v_ & exunte per _z y_. Evertatur ma- [0444]PHYSICES ELEMENTA china, apertis epi$tomiis cavitatum C & D, de$cendet a- qua in cavitates B & A. Clau$is iterum epi$tomiis, ut & a- pertura _y_ tubi _z y_ erigatur machina, & infundatur aqua de novo tubo _o p_, donec $uperficies $uprema machinæ aqua obtegatur. Si nunc apertura _y_ re$eratur, aqua in altum pro$iliet fere ad altitudinem duplam totius machinæ, & durab<007>t aquæ motus donec cavitas C evacuata fuerit. Mi- nuetur continuo aquæ pro$ilientis altitudo, & in fine non erit dupla di$tantiæ inter va$a.

Hujus machinæ effectus tribuendus e$t compre$$ioni aëris 1135. in va$is. Pre$$io Atmo$phæræ in _o_ & in _y_, ut & pre$$iones inde oriundæ in ip$is va$is $unt æquales, & hæ pre$$iones $e$e mutuo de$truunt, quare in examine machinæ non con$iderantur. Quando ultimo loco aqua tubo _op_ infunditur, in hoc $u$tinetur pre$$ione aëris in cavitate D contenti, & in $uperficiem aquæ, quæ ad parvam in hac cavitate altitudinem datur, agentis; qui ergo aër comprimitur pondere aquæ ad altitudinem _po_: a- gitur de pre$$ione qua pre$$io Atmo$phæræ $uperatur. Aër, in $uperiori parte cavitatis B contentus, per tubum _s t_, cum aëre memorato communicationem habet, & æqualiter com- primitur, eademque cum vi agit in $uperficiem aquæ in hac cavitate. Hæc pre$$io $uperaddenda e$t pre$$ioni ex aquæ altitudine, ut habeamus vim qua aër, qui continetur in cavitate C, comprimitur, ut & ille qui in$uperiori parte cavitatis A hæret, propter communicationem per tubum _x v_. Pre$$io ergo quæ in $uperficiem aquæ, in hac cavitate A, datur, valet columnam aqueam, cujus altitudo e$t fere du- plum altitudinis totius machinæ; & ideò pro$ilit, qua$i a tali columna premeretur; id e$t, ad altitudinem non multum ab altitudine hujus columnæ differentem ad$cen- dit .

301.

Minuitur continuo altitudo hæc; columnæ enim aqueæ, quæ aërem comprimunt, continuo minuuntur; quia aqua in cavitatibus C & D elevatur, & hujus altitudo minuitur in cavitate B. Eodem tempore etiam continuò evacuatur [0445] [0445a] [0446] [0447]MATHEMATICA. LIB. II. CAP XIX. cavitas A, & per majus $patium ad$cendit aqua antequam ad _y_ perveniat; ideoque ad minorem $upra _y_ altitudinem propellitur.

CAPUT XIX. _De Aëris motu undulatorio, ubi de Sono._

S _l aër quocunque modo agitetur_, particulæ motæ e loco 1136. recedunt, vicina$que in minus $patium reducunt; & aër dum in uno loco dilatatur in vicino comprimitur Aër compre$$us, dum in$tauratur elater, ad pri$tinum non mo- do $tatum redit, $ed ip$e dilatatur a particulis, motu ac- qui$ito, ultra pri$tinum $tatum, a $e invicem receden- tibus.

Hoc motu, aër primo dilatatus, ad primum $tatum redit, aërque alias partes ver$us comprimitur. Hoc iterum obti- net dum aër ultimo compre$$us $e$e expandit, quo de no- vo aër comprimitur. _Oritur ergo ex agitatione quacunque_ _motus analogus cum motu undæ in aquæ $uperficie ;_ eodem 872. nomine datur, _& vocatur aëris unda aër_ compre$$us cum in$equenti dilatato .

873.

Aër compre$$us omnes partes ver$us dilatatur, & _motus_ 1137. _undarum e$t motus $phæræ $e$e expandentis_, eodem modo ac in $uperficie aquæ undæ per circulum moven- tur .

875.

Dum unda in aëre movetur ubicunque tran$it, particulæ _1138._ e loco removentur & ad hunc redeunt, $patiumque brevi$$i- mum itu & reditu percurrunt.

Ut hujus motus leges pateant, concipiamus particulas aë- TAB. XLVI. fig 1. reas ad di$tantias æquales in linearecta e$$e di$po$itas _a, b, c, d,_ & c. f; moveatur unda per hanc lineam; ponamus autem il- lam perveni$$e inter _b & p_; aërem dilatari inter _b_ & _h_, comprimi vero inter _h_ & _p_; ut hæc omnia in linea 1. re- præ$entantur.

[0448]PHYSICES ELEMENTA

Den$itas maxima datur in m, loco medio inter h & p, & _1139._ maxima dilatatio inter b & h in medio e.

_Vbicunque particulæ vicinæ non æquè di$tant, actio ex e-_ 1140. _la$ticitate datur, qua particulæ minus di$tantes magis di-_ _$tantes ver$us premuntur ;_ hæcque pre$$io, $epo$ito omni 1072. motu acqui$ito, examinanda e$t.

Inter b & e datur pre$$io _a_ b _ver$us_ e, _id e$t,_ cum motu _1141._ undæ con$pirans; quæ etiam datur inter m & p.

_Pre$$io_ autem contraria e$t _inter e & m, & ab m ver$us_ 1142. _e dirigitur._

_In m & e_, ubi motus directiones mutantur, _nulla ex e-_ 1143. _la$ticitate datur actio_, quia particulæ vicinæ ad di$tantias æquales inter $e po$itæ $unt.

_In locis b, h, & p omnium maxima e$t_ di$tantiarum parti- 1144. cularum vicinarum differentia; ideoque omnium maxima _ela$ticitatis actio._

Deducimus ex his particulam, pro vario in unda $itu, va- riam ab ela$ticitate actionem pati, qua illius motus genera- tur, acceleratur, minuitur, aut de$truitur; idcirco dire- ctio motus particulæ, ex $ola directione memoratæ actio- nis, determinari nequit, & cum hac directione non $emper congruit illa, $ingularumque particularum motus omnibus momentis mutatur.

Particulæ omnes inter _b & p_ tran$latæ $unt, juxta ordi- nem litterarum. Particulæ inter _h & p_ juxta hanc dire- ctionem motum continuant, ceteræ inter _h & b_ ver$us _b_ redeunt, ut in $equentibus dicetur.

Per$everant hæ in motu quo redeunt, donec ex actione elateris, cujus directio in puncto _e_ mutatur, motus acqui- $itus altera vice de$truatur; in quo ca$u particula ut _b_ ad quietem & pri$tinum $itum redit. In momento $equenti particula _c_ in $itu pri$tino quie$cit, _p_ vero ad _q_ accedit, ut in linea 2; & $ucce$$ive, in momentis æqualibus, adipi$ci- tur unda omnes $itus, qui hîc in lineis 1. 2. 3. &c. 13. viden- tur; & _dum unda_ a $itu in linea 1. ad $itum in linea 13. per- 1145. [0449]MATHEMATICA. LIB. II. CAP XIX. venit, totam _percurrit latitudinem $uam. Particula p_ in hoc motu _it & redit,_ huju$que motus in hac figura $en$i- bilis e$t, &, ut clare patet, particula hæc _$ucce$$ivè per_ _omnes $itus particularum in unda tran$it_. Singulæ particu- læ $ucce$$ivè $imili motu ag<007>tantur: & _divi$o tempore, in_ 1146. _quo unda latitudinem percurrit, in tot partes quot_ _particulæ dantur in ip$a latitudine, particula unaquæque_ _in eo $itu datur, in quo momento præcedenti fuit particula_ _$equens_, quæ per unum momentum tale diutius fuit in mo- tu.

_Motus cuju$cunque particulæ,_ ut _p, in itu & reditu $uo,_ 1147. _analogus e$t cum motu penduli vibratorio, dum_ duas peragit o$cillationes; id e$t, $emel _it & redit._ Pendulum in o- $cillatione de$cendit, motu$que acqui$itus cum gravitatis a- ctione con$pirat & hac acceleratur, donec ad punctum ar- cus de$cribendi infimum, id e$t medium viæ percurrendæ, pervenerit; pergit motu acqui$ito, qui actione gravitatis, cujus directio in hoc puncto mutatur, de$truitur, dum cor- pus per alteram arcus de$cribendi partem ad$cendit: corpus hoc iisdem legibus redit.

Particula _p_ ex ela$ticitate movetur, motu$que accelera- tur ex ela$ticitatis actione, donec ip$a ad $itum particulæ _m_ in linea 1. pervenerit , qui $itus in l<007>nea 4. vide- 1141. tur, in qua particula _p_ occupat punctum medium $patii itu & reditu percurrendi. Motu acqui$ito, quamvis ela$ticitas contrarie agat , in motu per$everat, 1142. donec hac actione totus motus $it de$tructus; quod fit per- currendo $patium æquale illi in quo fuit generatus; datur tunc particula _p_ in $itu, in quo videtur in linea 7., qui re- $pondet cum $itu particulæ _h_ in linea 1. Ex ela$ticitate tunc particula redit & acceleratur, donec $itum particulæ _e_ in linea 1. adepta $it , ut in linea 10.; id e$t, donec ite- 1142. rum, ut in linea 4, ver$etur in puncto medio viæ percurren- dæ. In reditu $uo continuat particula donec ex actione e- lateris, cujus directio iterum mutatur , totus motus de- 1143. [0450]PHYSICES ELEMENTA $truatur; tuncque particula ad pri$tinum $itum, ut in linea 13., redit, & ibi, cùm nova actione non agitetur, quie$cit. Quæ omnia ex demon$tratis in $cholio 1. $equenti profluunt. Idcirco _ce$$ante motu corporis tremulo, quo aër agitatur,_ 1148. _novæ undæ non generantur_, numeru$que undarum a nume- ro agitationum ip$ius corporis non differt.

Si in pendulo po$t duas vibrationes gravitatis actio ce$$a- 1149. ret, ut in aëre, po$t itum & reditum particulæ, ela$ticita- tis actio in hanc particulam ce$$at, in omnibus motus par- ticulæ aëreæ cum motu corporis penduli congrueret. In puncto medio arcus o$cillatione percurrendi nulla datur gra- vitatis actio, huju$que directio mutatur; in puncto medio $patii a particula _p_, itu & reditu, percurrendi, in quo datur in linea 4. & 10., congruit hujus particulæ $itus cum $itu particularum _m_ & _e_ in linea 1., in quibus punctis nulla ela- $ticitatis actio datur, & hujus directio mutatur . In pen- 1143 dulo quo magis corpus o$cillatum a puncto infimo, aut me- dio, arcus de$cribendi di$tat, eo magis vis gravitatis in il- lud agit; quo magis etiam particula _p_ a puncto medio $patii percurrendi di$tat, eo major in illam e$t ela$ticitatis actio, & in lineis 1. 7. & 13., in quibus maximè à puncto memo- rato di$tat particula, $itus hujus congruit cum punctis _b, h,_ & _p,_ in linea 1., in quibus ela$ticitatis actio e$t omnium maxima .

1144.

Qua lege hæc ela$ticitatis actio, cum aucta a $æpius me- 1150. morato puncto medio di$tantia cre$cat, determinatur ex le- ge ip$a ela$ticitatis aëris, cujus particulæ $e$e mutuo fugiunt cum vi quæ e$t inver$è ut di$tantia inter particularum cen- tra : & demon$tramus in $cholio 1. huic capiti $ubjuncto ela- 1072. $ticitatis actionem, in particulam up _p,_ ad in$tar di$tantiæ a puncto $patii percurrendi medio augeri aut minui.

Qua de cau$a _particulæ $ingulæ, in motu $uo, eunt, &_ 1151. _redeunt, juxta legem corporis in cycloïde o$cillati ._

287.

In eodem $cholio demon$tramus, _undæ velocitatem æqua-_ 1152. _lem e$$e illi, quam corpus acquirit cadendo a $emialtitudi-_ [0451]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIX. _ne, quam Atmo$phæra haberet, $i manente aëris quantita-_ _te, ubique illam haberet den$itatem, quam habet in loco,_ _in quo unda movetur_. Et demon$tratio locum habet quæcunque fuerit undæ latitudo, & $ive per majus aut mi- nus $patium particulæ in itu & reditu excurrant; unde con- $tat, _Vndas omnes æquali celeritate moveri._

1153.

Locum hoc habebit quamdiu altitudo Atmo$phæræ, po- $itâ hac ubique eju$dem den$itatis, non mutatur, mutata autem hac, celeritas undarum mutatur; & _$equuntur qua-_ 1154. _drata celeritatum rationem altitudinum ._ Mutatur autem 1152 255. $æpe altitudo hæc, nam _manente ela$ticitate_ aëris den$itas 1155. $æpe variat: & mutari pote$t ela$ticitas den$itate manente: tandem ambæ $imul mutationi $æpi$$ime obnoxiæ $unt.

In primo ca$u, manente nempe ela$ticitate, dum den$itas variat, po$itâ Atmo$phærâ ubique eju$dem den$itatis, alti- tudo mutatur, quantitas verò aëris comprimentis non vari- at: quia hujus pondus æquale e$t ela$ticitati; & e$t altitu- do ut $patium ab aere occupatum; ideo inver$è ut den$itas , 738. quare _undarum celeritatum quadrata $unt inver$è ut den$ita-_ _tes_ .

1154.

_Quando den$itas manet, $ed mutatur ela$ticitas_, altitu- 1156. do Atmo$phæræ mutatur, ut pondus comprimens, id e$t, ut ela$ticitas . Ergo _quadrata celeritatum undarum $unt ut_ 247. _ela$ticitatis gradus ._

1154.

Si & ela$ticitas & den$itas differant, quadrata velocita- _1157._ tum undarum erunt in ratione compo$ita directæ ela$ticita- tis , & inver$æ den$itatis .

1156. 1155.

_Si den$itas & ela$ticitas cre$cant, aut minuantur, in eadem_ 1158. _ratione_, inver$a ratio den$itatis directam ela$ticitatis de$tru- et, & _non mutabitur undarum celeritas._

Ultimus hic ca$us ex$tat in aëris compre$$ione ex aëre ad- fluente , quo etiam, $i de cetero maneat aëris con$titutio, 1071. altitudo Atmo$phæræ, po$itâ hac ubique eju$dem den$ita- tis, non mutatur; nam pro ratione ponderis $uperadditi in minus $patium redigitur. Idcirco _ex mutata altitudine co-_ 1159. [0452]PHYSICES ELEMENTA _lumnæ mercurii, quæ ex Atmo$phæræ pre$$ione in tubo aëre_ _vacuo $u$tinetur _, quod pondus, quo aër in terræ viciniis 1056. comprimitur, mutatum indicat, _non debemus undarum ce-_ _leritatem mutatam dijudicare._ Eadem de cau$a _undæ æqua-_ 1160. _li celeritate in apice montis & in valle moverentur; ni$iaë-_ _ris con$titutio differret_ pro majori elevatione .

1081.

_Vndas æ$tate celerius quam hieme moveri_ ex aëris ela$ti- 1161. citate calore aucta deducitur.

1075.

Altitudo Atmo$phæræ, po$itâ hac ubique eju$dem den- 1162. $itatis, detegitur, $i men$uretur altitudo columnæ Mercurii, quæ in tubo Torricelliano cum pre$$<007>one Atmo$phæræ æ- quiponderat , & comparando aëris den$itatem cum den- 1055. $itate mercurii; quod ponderando aërem fieri pote$t. De- 1099. tectâ verò Atmo$phæræ altitudine, celeritas, quam corpus a dimidia hac altitudine cadendo acquirit, per experimen- ta pendulorum determinatur .

288. 290.

Aëris motus, de quo in hac computatione agitur, a $ola ela$ticitate pendet, & exacta e$$et computatio, $i particulæ ip$æ ad inter$titia inter has $en$ibilem ra- tionem non haberent; $i verò ponamus dari hìc ratio- nem $en$ibilem, velocior erit undarum motus; propa- gatur enim per corpora $olida in in$tanti, quod etiam referri debet ad corpu$cula heterogenea in aëre natan- tia.

Con$ideravimus _autem_ particulas aëreas, qua$i e$$ent _1163._ puncta, & celeritates, quæ in hac bypothe$i deteguntur, au- gendæ $unt pro ratione quam habet materia ad inter$titia, ut veræ detegantur velocitates.

_Quare_ quamdiu idem aër $uam $ervat den$itatem, ean- _1164._ dem cum ip$a velocitate rationem $equitur hujus angmentum.

_Si_ vero _den$itas mutetur, augmentum_ non modo _$equitur_ 1165. _rationem velocitatis,_ $ed & _rationem_, materiæ ad materi- am in eadem linea, quæ e$t ratio _radicis cubicæ den$ita-_ _tis._

_Si de diver$o aëre agatur, hæc regula non procedit_, nam 1166. [0453]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIX. ip$æ particulæ, $ervata aëris den$itate, diver$am den$ita- tatem habere po$$unt, & mutabitur ratio diametrorum par- ticularum ad inter$titia.

_Vndarum in aëre motus $onum producit_; de quo ante- 1167. quam agamus, pauca de $en$ationibus in genere præmitten- da $unt.

Adeo arctum e$t mentis & corporis vinculum, ut qui- 1168. dam motus in hoc cum certis in illa ideis qua$i cohæreant, & $eparari nequeant. Ex corporis motu omnibus momen- tis ideæ novæ in mente excitantur, tale$que $unt rerum omnium $en$ibilium ideæ; nihil tamen commune in- ter motum in corpore & ideam in mente percipimus. Nexus qui hic datur per$picientiam no$tram fugit, ne- que ullum po$$ibilem e$$e concipimus. Innumera in rerum univer$itate latent, quæ ne quidem ideis attingi- mus.

Aëris motus undulatorius agitat tympanum auris, quo 1169. aëri, hoc organo contento, motus communicatur, qui ubi in nervum auditorium e$t tran$latus, $oni idea in mente excitatur.

Auris $tructura mirabilis e$t, & interna, & externa; $ed de motu aëris agimus; _hunc e$$e vehiculum $oni_ Experi- 1170. mento probatur,

EXPERIMENTUM I.

Orbi plumbeo O adhærent cylindri ex eodem metallo 1171. C, C, campana minor A filo æneo _b d_ jungitur; ligulis alli- TAB. XLVI. fig. 2. gatur illa cylindris C, C. Orbis O laminæ æneæ Machinæ Pneumaticæ, interpo$ito pulvillo ex bombyce xyli, impo- nitur; campana A, cum orbe & cylindris, vitro obtegun- tur. Clauditur hoc operculo cum pyxide, quam filum æ- neum mobile DE trajicit , cohærente, filo jungitur lami- 1096. na _e f_, ita. ut circumvolutione fili campana A agitetur: Aër $i exhauriatur ex vitro memorato, &, ut dictum, agitetur cam- pana, $onus non auditur. Unica circumvolutione fili DE campana variis vicibus in motu$uo it & redit, & de hoc [0454]PHYSICES ELEMENTA motu agitur, in quo lamina _ef_ non tangit filum _bd_. Ad- mi$$o aëre $onus ut ante auditur.

Ex eo $olo quod aër $it vehiculum $oni, & quod $ine aëris tran<007>latione $onus per illum moveatur, clare $equitur _in $ono motum aëris undulatorium dari, & $onum ex motu_ 1172. _corporum tremulo oriri._ Hoc etiam extra omne dubium e$t, in chordis aut nervis ten$is, ex quibus agitatione tre- mula $onus elicitur. In campanis majoribus & in multis aliis corporibus motus hicce tremulus admodum $en$ibilis e$t; in campana vitrea $onum edente, Experimento $equen- ti, vi$ibilis fit.

EXPERIMENTUM 2.

Campana vitrea CC gyp$o, aut arenato, coagmentatur 1173. cochleæ ligneæ, cujus ope campana firmiter cum ligno AB TAB. XLVI. fig. 3. conjungitur; $u$tinetur hoc duabus columnis S, S, & co- chleis firmatur. Harum columnarum alteram, ad altitudi- nem oræ campanæ, trajicit clavus cochlea circumdatus, ita ut hunc circumvolvendo extremitas ad quamcumque di- $tantiam a campanæ ora firmetur. Po$itâ di$tantiâ hac exi- guâ, $i pul$etur campana, motu $uo tremulo in clavi extre- mitatem variis vicibus impinget.

Non _tamen_ immediate ab hoc motu vi$ibili pendet $onus, _1174._ $ed ab alio motu tremulo, quo, in motu memorato, particu- læ minores afficiuntur.

EXPERIMENTUM 3.

Lamina ferrea ela$tica ACB, motu tremulo vi$ibili affi- 1175. citur, $i ad $e invicem applicatis extremitatibus A & B, TAB. XLVII. fig. 1. hæ $ubito relaxentur, non tamen $onus auditur; $i autem alio ferro lateraliter percutiatur, quo non motu vi$ibili tre- mulo agitatur, ex ip$a $onus elicitur.

_Corpus percu$$um per aliquod tempus po$t ictum $onum e-_ 1176. _dit_; nam fibra agitata per aliquod tempus ex ela$ticitate vi- brationes continuat . Sonus etiam, $ub$i$tente motu tre- 686. mulo, ce$$at.

Sæpi$$ime videmus, ut in Experimento 1., corpus $o- [0455]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIX. num edere, licet aër ab eo agitatus nullam cum aëre ex- teriori communicationem habeat; ex quo $equitur _aëris a-_ 1177. _gitatione fibras, ex quibus corpora con$tant, moveri; qui_ _motus in aërem exteriorem transfertur._

Hæc $oni tran$$atio ex fibrarum motu tremulo maxime notabilis e$t; & quou$que hujus motus communicatio $e$e extendat, unico Experimento patebit.

EXPERIMENTUM 4.

Differt hoc cum Experimento 1. in hoc $olo, loco 1178. machinæ plumbeæ COC campana funibus alligatur extre- TAB. XLVI. fig. 2. mitatibus laminæ æneæ ad in$tar gnomonis duplicis inflexæ, quæ cum orbe Antliæ Pneumaticæ ope cochleæ cohæret. De cetero, evacuato aëre, campana eodem modo ac in 1. Experimento agitatur; & parva tantum inter $onos, admi$$o aut exhau$to aëre, percipitur differentia.

Motus tremulus partium campanæ communicatur filo 1179. æneo _bd_, quo funes, quibus campana $u$penditur, moven- tur, motu$que transfertur in laminam æneam inflexam; cochlea, qua hæc cum orbe æneo Machinæ Pneumaticæ conjungitur, orbem hunc tangit, & huic motum tremu- lum communicat, quo aër agitatur, & $onus campanæ au- ditur.

Ut per $olida corpora, $ic & _per fluida propagatur $onus,_ 1180. _in quo_ tamen _ca$u admodum debilitatur_.

EXPERIMENTUM 5.

Vitro A includitur companula C quæ malleis _m, m,_ motu ro- 1181. tulæ agitatis, percutitur; rotæque motus elafterio, illis $imili, TAB. XLVII. fig. 2. quæ in horologiis portatilibus u$u veniunt, per duo aut tria minuta prima continuatur, vitrum operculo ligneo O obtegi- tur, & cerâ molli ingre$$us aquæ cohibetur. Vitrum hoc- ce vitro majori B, cujus fundus, ad altitudinem unius aut duorum pollicum, mercurio obtegitur, immittitur, & vitrum B aquâ repletur. Sonus auditur debilitatus tamen.

Nulla autem inter campanam & aërem externum, ni$i per fluida, aquam aut mercurium, communicatio datur.

[0456]PHYSICES ELEMENTA

_Celeritas $oni eadem e$t cum celeritate undarum, quæ au-_ 1182. _rem percutiunt,_ & quæ de harum celeritate dicta $unt 1152. 1153. 1155. 1156. 1157. 1158. 1159. 1160. 1161. 1163. 1164. 1165. 1166. huc referri debent. Circa n. 1152. notandum $oni celeri- tatem computatione minime po$$e determinari ; ignota 1162. enim e$t proportio inter diametros particularum & inter$titia inter has; ut &, quantum $patium particulæ hetorogeneæ in aëre occupant, non con$tat. Immediatè Experimento detegitur $oni celeritas.

Nocte accendatur ignis cum $trepitu conjunctus, ad 1183. quamcunque ab hoc igne antea men$uratam di$tantiam de- tur $pectator, qui breviori pendulo men$uret tempus inter lumen vi$um & $onum auditum, quo datur $oni celeritas; luminis enim motus, $altem in $patio in quo hoc Experi- mentum in$titui pote$t, e$t momentaneus.

Tali Experimento in Gallia enotuit $onum percurrere pe- 1184. des Gallicos mille & octoginta, id e$t, Rhenolandicos mille- centum & $eptemdecim, in $patio temporis unius minuti $ecundi: $ed non con$tans e$t hæc celeritas .

1161.

Si eodem tempore, in quo hac methodo determinatur 1185. $oni velocitas, detegatur $patium percur$um ex ela$ticitate , 1152. 1162. dabitur $oni acceleratio ex cra$$itie particularum & mate- ria heterogenea.

Soni celeritas e$t æquabilis ; in majori nihilominus $pa- _1186._ tio aliquando acceler atur aut retardatur , _ex diver$o ela-_ _1153._ _1156._ _$ticitatis gradu, qui in variis locis, $æpe datur ._

_1075._

_Soni celeritas parum variat ex vento cum illius motu con-_ 1187. _$pirante, aut in contrarium flante._ Vento certa aëris quanti- tas de loco in locum transfertur; acceleratur $onus, quam- diu per illam aëris partem movetur, $i $oni directio cum venti directione eadem fuerit; cum autem $onus celerrime moveatur, in tempore brevi$$imo percurrit aërem a vento agitatum, & non diu acceleratio durat; quæ de cetero non admodum e$t magna: venti enim violenti$$imi, quo arbores eradicantur, & ædificia $ubvertuntur, celeritas $e habet ad $oni velocitatem, circiter ut unum ad triginta tria. [0457]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIX. Eodem argumento exiguam ex vento dari in $oni motu re- tardationem probatur.

Spatium a particulis itu & reditu percur$um a vento au- geri aut minui pote$t; idcirco _ad majorem aut minorem di-_ 1188. _$tantiam $onus auditur pro venti directione._

Inten$itas $oni pendet ab ictibus aëris in nervum audito- 1189. rium; & $unt hi ut vires particulis percutientibus in$i- tæ.

Vires hæ $unt ut numeri particularum eodem tempore in tympanum incurrentium, & ut quadrata celeritatum qui- bus incurrunt .

476.

In determinanda $oni inten$itate, con$ideranda _ergo_ $unt, _1190._ aëris den$itas, $oni velocitas, $patium itu & reditu a par- ticulis percur $um, & numerus undarum certo tempore in au- rem incurrentium.

_Cæteris manentibus $i mutetur_ tantum _pondus quo aër com-_ 1191. _primitur_, non eo mutabitur $patium itu & reditu a par- ticulis percur$um, quod tantum aucta, aut imminuta, agi- tatione tremula partium corporis variat; neque numerus undarum, hæ etiam a corpore tremulo pendent; non etiam mutatur $oni velocitas , $epo$ita acceleratione de qua in 1153. n. 1163. locuti $umus, quæ hîc non con$ideranda e$t, quia agitur de velocitatè qua $ingulæ particulæ feruntur; $ola ergo variat den$itas, id e$t, $olus mutatur numerus par- 1189. ticularum certo tempore incurrentium, & in hac ratio- ne _mutatur $oni inten$itas ,_ id e$t, _in ratione_ ip$ius 1066. den$itatis, quæ _ponderis comprimentis_ rationem $equi- tur.

Augeri inten$itatem experimento con$tat.

EXPERIMENTUM 6.

Agitetur campana A, in aëre compre$$o , eodem modo 1192. 1111. ac in vacuo agitatur in Experimento 1., augebitur $onus; TAB. XLVI. fig. 4. qui iterum minuetur, $i aperto epi$tomio aër in $tatum pri- $tinum in$tauretur.

Cum in aëre compre$$o inclu$o $oni inten$itas major $it, [0458]PHYSICES ELEMENTA etiam magis fibræ ex quibus vas VV con$tat agitantur, ma- jorque agitatio aëri exteriori communicatur.

_Si cetera maneant, ela$ticitas autem augeatur,_ in ea- 1193. dem ratione cum aucta ela$ticitate minuitur quidem den- $itas , $ed demon$tramus in $cholio, huic capiti $ubjun- 1071 cto, _$oni inten$itatem augeri in ratione quam $equitur_ _radix quadrata ela$ticitatis._ Unde $equitur _Æ$tate,_ 1194. _cæteris paribus, $oni inten$itatem majorem e$$e quàm Hie-_ _me._

EXPERIMENTUM 7.

Campana A in vitro $u$pendatur, habeatque, aperto e- 1195. pi$tomio, aër in vitro communicationem cum aëre exterio- TAB. XLVI. fig. 5. ri. Agitetur vitrum, & determinetur di$tantia ad quam $o- nus audiri pote$t, Calefacto vitro cum aëre interno, & Experimento repetito, ad majorem di$tantiam audietur $o- nus.

Datur etiam differentia in $ono ex numero vibrationum 1196. fibrarum corporis $onum edentis, id e$t, ex numero unda- rum certo tempore in aëre productarum; pro diver$o enim numero percu$$ionum in aurem, $en$atio diver$a in mente datur.

Ab hoc vibrationum numero pendet tonus mu$icus, qui _1197._ eo magis acutus dicitur, quo magis crebri $unt recur$us in aëre; eo vero gravior, quo minor e$t undarum nume- rus.

Gradusque acuminis diver $orum $onorum $unt inter $e ut _1198._ undarum numeri, quæ eodem tempore in aëre dantur.

Tonus ab inten$itate $oni non pendet, & chorda agitata _1199._ eundem edit $onum, $ive per majus $ive per minus $patium eat, & redeat .

_686. 1197._

Con$onantiæ oriuntur ex convenientia inter varios mo- _1200._ tus in aëre, qui eodem tempore nervum auditorium affi- ciunt.

Si duo corpora tremula, temporibus æqualibus, vibratio- _1201._ nes peragant, _nulla inter tonos datur differentia, &_ con- [0459] [0459a] [0460] [0461]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIX. $onantia _hæc omnium perfecti$$ima_ Vni$onus dicitur.

Si vibrationes fuerint ut unum ad duo, con$onantia vo- _1202._ catur Octava, aut Diapa$on.

_Po$itis vibrationibus ut duo ad tria_, id e$t, $i unius cor- 1203. poris vibratio $ecunda cum tertia alterius $emper concur- rat, _con$onantia dicitur Quinta, aut Diapente._

Vibrationes, quæ $unt ut tria ad quatuor, dant con$o- _1204._ nantiam, quæ vocatur Quarta, aut Diate{$S}aron.

Ditonus nominatur, $i aëris recur$us fuerint ut quatuor _1205._ ad quinque.

_Et_ Se$quiditonus dicitur con$onantia ex concur $u quintæ _1206._ vibrationis unius corporis cum $exta alterius.

Con$onantiæ ex agitatione chordarum, $i hæ fuerint e- ju$dem generis, ex notis harum dimen$ionibus ut & ten$io- ne, facile determinantur; minimarum enim partium agita- tiones ab in integrarum chordarum agitationibus pen- dent.

Ceteris paribus, $i duarum chordarum longitudines fue- _1207._ rint ut numeri recur $uum in con$onantia, datur hæc inter $onos quos chordæ edunt .

_689._

Idem obtinet, $i ceteris paribus diametri prædictam pro- _1208._ portionem habent .

_690._

Etiam $i ceteris paribus proportio vibrationum in con$o- _1209._ nantia detur inter radices quadratas ten$ionum .

_688._

_Et_ generaliter, po$itis chordis eju$dem generis quibus- _1210._ cunque, $i ratio compo$ita ex directa longitudinum, & dia- metrorum, & inver$a radicum quadratarum ten$ionum, $it ratio inter numeros vibrationum eodem tempore peractarum in con$onantia quacunque, datur hæc ex agitatione chor- darum .

_691._

Hæc omnia a Mu$icis fuere Experimentis confir- mata.

Notarunt hi circa ha$ce chordas Phænomenon admodum notabile, cujus ca$us varii digni $unt qui explicentur.

_Dentur chordæ quæcunquæ ten$æ, vibrationes $uas æqua-_ 1211. [0462]PHYSICES ELEMENTA _libus temporibus peragentes; agitetur una, movebitur &_ _altera._ Singulæ aëris undæ ex illius chordæ motu tremu- lo impingunt in hanc, motumque minimum huic communi- cant; ex motu quantumvis exiguo variis vic<007>bus it & re- dit chorda , moveturque ex prioris undæ ictu, dum $e- 686. cunda accedit, cujus motus cum chordæ motu con$pirat , 686. & hunc accelerat. Quæ de $ecunda unda dicuntur, etiam ad $equentes referri debent, & acceleratio dabitur donec ambarum chordarum motus fuerint fere æquales.

_Ex eadem demon$tratione $equitur_ chordam agitatam mo- _1212._ tum communicare alteri, quæ duas aut tres peragit vibra- tiones dum prior $emel vibratur.

Si autem chorda agitata varias peragit vibrationes dum 1213. chorda ex aëre movenda unicam peragere pote$t, ex præ- cedenti demon$tratione $equetur motum peculiarem huic communicatum iri. Qui ut detegatur, notandum, dura- tionem vibrationis & chordæ longitudinem reciprocari ita, ut, ceteris manentibus, determinata longitudo ab immi- nuta duratione vibrationis $eparari neutiquam po$$it. Si ergo chorda quæcumque variis ictibus percutiatur, quibus huic motus communicatur, & ictus magis crebri $int, quam qui longitudini chordæ conveniunt, hujus pars, cujus longitu- do cum duratione communicatarum vibrationum re$pondet, tantum agitabitur, & motus qua$i undulatorius chordæ com- municabitur; & longitudo undarum in chorda pendebit a du- ratione vibrationis communicatæ, id e$t, a tempore inter ictus.

_Dentur duæ chordæ, quarum una bis vibratur dum al-_ 1214. _tera $emel, & illa agitetur,_ duratio vibrationum, quæ ex aëris motu hu<007>c chordæ communicantur, competit chordæ $emilongitudinis hujus , & talis e$t longitudo undarum in 689. hac ip$a. Idcirco _ex motu communicato dividitur chorda in_ _duas partes æquales, punctumque medium quie$cit._ Expe- rimento hoc confirmatur jungendo chartæ fru$tum chordæ, cui motus communicatur, quod $i in puncto medio pona- tur quie$cit, in omni alio loco motu tremulo afficitur.

[0463]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIX.

_Si chorda agitata, ut ex hujus motu altera moveatur,_ 1215. _tres peragat vibrationes dum chorda movenda $emel vibratur,_ _ex motu communicato dividetur hæc in tres partes, & duo_ _dabuntur puncta quietis,_ quod eodem modo Experimento confirmatur. Alii ca$us motus communicati, qui a Mu$icis ob$ervantur, facile ex prædictis deducuntur.

Quæ de reflexione & inflexione undarum in aqua dicta 1216. $unt , ad harum reflexionem in aëre referri po$$unt, ela- 877. 879. 880. 883. $ticitate in hoc ca$u eundem effectum cum pre$$ione aquæ elevatæ in illo exerente.

_Ex $oni reflexione $æpi$$ime oritur $oni repetitio, quæ_ 1217. _Echo vocatur._ Si eju$dem undæ, per $phæram $e$e expan- dentis , partes variæ in varias $uperficies impingant ita, 1137. ut reflexæ concurrant, fortior ibi e$t aëris motus, & $onus auditur. _Variis vicibus $æpe idem $onus repetitur,_ ex va- 1218. riis eju$dem undæ partibus ad varias di$tantias reflexis, & quarum quædam $ucce$$ive in eodem loco concurrunt. Ta- lis repetitio etiam aliquando datur ex repetita reflexione.

_In tubo per reflexionem augetur $onus;_ ut in tubis ften- 1219. toreis ob$ervatur. Figura omnium perfecti$$ima, quæ ta- li tubæ dari pote$t, e$t parabolæ, circa lineam axi ad di- $tantiam quartæ partis pollicis parallelam, rotantis. Si e- nim quis in tali tuba loquatur, ponendo os in axe machinæ & in foco parabolæ, undæ ita reflectuntur, ut $ingulæ harum partes motum, axi machinæ parallelum, acquirant; quo un- dæ vis & etiam $onus multum augetur. Tubi extremitas, major ex qua $onus exit, ad formam labiorum inflectitur, ut facilius unda quaquaver$um $e$e di$pergat.

EXPERIMENTUM 8.

Loquatur quis $ubmi$$a voce, dum os aperturæ minori 1220. Tubæ memoratæ applicat, $i hæc longitudinem habeat qua- TAB. XLVII. fig. 3. tuor pedum, $onus ad magnam di$tantiam, & in vicimis ad- modum auctum, aud<007>etur.

[0464]PHYSICES ELEMENTA SCHOLIUM. 1. _Demon$trationes n._ 1150. 1152.

UT, quæ de lege, cui particulæ, in motu undulatorio, in itu & reditu, $ub- 1221. jiciuntur, dicta $unt, pateant, con$iderandum; legem ela$ticitatis deter- minare aëris motum, & vice ver$a, ex motu dato, po$$e determinari legem ela$ticitatis.

Hac utar $ecundâ methodo, & ponendo, $ingulas particulas, in itu & re- ditu, agitari, ut corpus quod in cycloïde vibratur, id e$t, ip$as premi vi quæ cum di$tantia a puncto medio $patii, itu & reditu percur$i, augetur & minuitur , demon$trabo ad hoc requiri illam ip$am legem ela$ticitatis, quam 287. in aëre locum habere ante vidimus : unde con$tabit, particulas aëreas re- 1072. vera moveri juxta legem corporis penduli in cycloïde o$cillati.

Detur circulus AFB, cujus circumferentia æqualis $it latitudini undæ 1222. $it circulus minor, priori concentricus, GIOL, cujus diameter æqualis T. XLVII. fig. 4. $it $patio itu & reditu percur$o a particulis, quod cum exiguum $it, circulus hic re$pectu alterius $en$ibilem non habet magnitudinem.

Ponamus circumferentiam circuli minoris repræ$entare tempus, in quo unda latitudinem $uam percurrit, id e$t tempus, in quo particula it & re- dit , ideoque bis lineam GO percurrit, juxta legem corporis gravitate in 1145. cycloïde moti: $emicirculus ergo repræ$entat tempus, in quo $emel linea hæc percurritur.

Sit, in majori circulo, EF di$tantia inter centra duarum particularum vi- cinarum quie$centium; ductis ex E & F lineis ad centrum, arcus I _i_, in minori circulo, repræ$entabit momentum ex his, de quibus n. 1146. majo- rem enim circumferentiam latitudini undæ æqualem po$uimus.

Idcirco, $i particula translata $it per GH, $equens particula, quæ per mo- mentum unum diutius fuit agitata, translata erit per G _b_ , ductis 304. IH, _ih_, perpendicularibus ad GO; & differentia translationum erit H_b_; differentia autem translationum particularum vicinarum, e$t augmentum, aut diminutio, di$tantiæ inter has: in hoc ca$u, in quo antecedens particula per minus $patium fuit translata, H _b_, aut I _m_, quam huic parallelam po- nimus, e$t diminutio di$tantiæ, quæ ergo e$t EF minus I _m_.

Ratio quæ datur inter I _m_ & EF e$t compo$ita, ex ratione I _m_ ad I _i_, & I i ad EF. Prima ratio e$t quæ datur inter IH & IC; propter $imilia rectangula triangula I _m i_, IHC. Secunda ratio e$t eadem quæ datur in- ter IC & CE, ut patet. Ratio ex his compo$ita e$t IH ad EC, aut AC.

Idcirco $i $emidiametro majoris circuli di$tantiam inter particulas, antea- gitationem, de$ignemus, HI repræ$entabit diminutionem di$tantiæ, dum arcus GI tempus agitationis repræ$entat : $imili demon$tratione con$tat, in 304. reditu particularum, HL repræ$entare augmentum di$tantiæ, $i arcus OL tempus reditus repræ$entat, id e$t, arcus GIOL tempus agitationis.

Si nunc concipiamus lineam PQ, parallelam GO, & quæ in P circulum majorem tangat; & continuetur HI in R; erit HR æqualis AC, $ubtractâ HI re$tat IR, quæ di$tantiam particulæ cum vicina de$ignat, po$ito tem- pore agitationis GI; $i foret hoc GIOL di$tantia inter particulas e$let [0465]MATHEMATICA. LIB. II. CAP. XIX. RL, & di$tantiæ in momentis quibu$cunque de$ignantur lineis parallelis lineæ PC, ab una parte lineâ QP & ad aliam $emicirculo GIO in itu, & OLG in reditu, terminatis.

Differentia inter duas di$tantias vicinas e$t _im_ aut _nl_, $i I_i_, aut L _l_, ut ante de$ignat momentum, de quo in n. 1146. in quo ca$u hæ lineolæ con$tan- tes $unt: $ed cum ponamus particulas agitar<007>, in itu & reditu, juxta legem corporis penduli, gravitate in cycloïde o$cillati, lineolæ ut _im_ aut _nl_, $i I _i_ aut L _l_ fuerint con$tantes, de$ignant vim accelerantem motum, dum tempus agitationis de$ignatur per GI, aut GIOL : Ergo _vis accelerans_, 1223. _quæ in particulas $ingulas, in motu quem finximus, omnibus momentis agit, pro._ 305. _portionalis e$t differentiæ inter di$tantias vicinas particularum_; $i nempe vis hæc accelerans in eo cum gravitate conveniat, ut agat in particulam motam, ut in quie$centem ageret ; quod obtinebit, $i vis accelerans ab aëris ela$tici- 252. tate pendeat, tunc enim cau$a movens cum ip$is particulis transfertur.

Ip$am autem hanc vim accelerantem revera in aëre locum habere demon- 1224. $tramus. Vis, qua particulæ, quarum di$tantia de$ignatur per IR, $e$emu- tuo repellunt, e$t ad vim qua a $e invicem repelluntur particulæ, quarum di$tantia exprimitur per _ir_, ut {I/RI} ad {I/_ri_} ; & harum virium differentia e$t 1272. vls, qua particula media agitatur, quæ vis exprimitur per {I/_ri_} - {I/RI} {RI - _ri_/RI x _ri_ {_mi_/RI x _ri_}; dum vis, qua particulæ quie$centes $e$e mu- tuo fugiunt, quarum di$tantiam de$ignat GQ, e$t {I/GQ}.

Sunt ergo vires hæ ut {_mi_/RI x ri} ad {I/GQ}, $ive ut _mi_ x GQ ad RI x _ri_; aut ad GQ<_>q; quia cùm circulus minor, re$pectu majoris, $en$ibilem magnitu- dinem non habeat, QG, RI, _ri_, pro æqualibus $ine errore $en$ibili ha- beri po$$unt. Ultima ergo memorata ratio e$t, quæ datur inter _mi_ & GQ; dividendo nempe utramque quantitatem per GQ, quo ratio inter has non mu- tatur. Si ergo per GQ de$ignemus vim, qua particulæ quie$centes $e$e mutuo fugiunt, _im_, id e$t differentia di$tantiarum vicinarum, vimacceleran- tem exprimet, quæ e$t ip$a quæ requiritur, ut $ingulæ particulæ juxta legem 1223. corporis in cycloide o$cillati agitentur . Quod demon$trandum erat.

Vis accelerans, quæ in aëris particulas agit, cum gravitate pote$t conferri, 1225. & celeritas undæ cum celeritate corporis cadentis, ut diximus in n. 1152.

Quando corpus in cycloïde o$cillatum, hanc integram percurrit curvam, in punctis, a puncto medio viæ percurrendæ maximè remotis, toto $uo pre- mitur pondere ; Idcirco, ut cum gravitate conferamus vim accelerantem 285. 316. motum particulæ, dum per GO it & redit, debemus cum pondere particu- læ conferre vim, quæ in hanc agit in G, aut O, & hanc C ver$us, premit.

Lineæ ut I _i_ & _im_ in puncto G confunduntur; ideo po$itis AD & EF æqualibus, id e$t, po$itâ AD æquali di$tantiæ inter centra particularum quie$centium, & ductâ DC ad centrum, G _g_, quæ æqualis e$t I _i_, expri- [0466]PHYSICES ELEMENTA met vim quæ in G particulam C ver$us premit, dum GQ vim exprimit, qua particulæ quie$centes $e$e mutuo repellunt.

Ponamus Atmo$phæram, non mutatâ aëris quantitate, ubique $upra lo- cum, in quo unda movetur, e$$e eju$dem den$itatis cum aëre in hoc loco, & $it in hoc ca$u altitudo Atmo$phæræ SV; $it S _s_; æqualis AD, di$tan- tiæ inter centra duarum particularum vicinarum; S_s_ e$t ad SV, ut unitas ad numerum particularum in _s_ V; id e$t S_s_ ad SV, ut pondus unius par- ticulæ ad pondus quo particulæ S, _s_, ad $e mutuo pelluntur, quodpondus va- let vim qua ela$ticitate particulæ hæ a $e mutuo recedere conantur .

247.

Pondus autem unius particulæ e$t ad vim in G, de qua $tatim locuti $u- mus, in ratione compo$ita ponderis unius particulæ ad vim ela$ticam aë- ris quie$centis; & hujus vis ela$ticæ ad vim in G, id e$t in ratione compo- $ita S_s_ ad SV, & QG ad G_g_. Ultima hæc ratio componitur ex ratione QG, aut AC, ad GC, & GC ad G_g_, quæ eadem e$t cum ra- tione AC ad AD aut S_s_. Idcirco ratio compo$ita ex rationibus S_s_ ad SV, & QG ad G_g_, etiam componitur ex rationibus, S_s_ ad SV, AC ad GC, & AC ad S_s_; quæ e$t ratio S_s_ X AC X AC ad SV X GC X S_s_, aut AC<_>q, ad SV X GC; $unt ergo in hac ratione, vis gravitatis cum vi qua particulæ in motu undulatorio agitantur; & qua vi, $i pendulum longi- tudinis CG loco gravitatis agitaretur, aduas perageret vibrationes, in tem- pore in quo unda latitudinem $uam percurrit; in hoc enim tempore parti- cula it & redit .

1145.

Ergo $i aliud detur pendulum vi gravitatis agitatum & longitudinis SV, quadratum temporis in quo hoc duas peragit vibrationes, e$t ad quadratum temporis in quo unda latitudinem $uam percurrit, in ratione compo$ita di- rectæ SV ad GC, & inver$æ AC<_>q ad SV X GC , ex quibus componitur 302. ratio SV<_>q ad AC<_>q. Idcirco ip$a tempora $unt ut SV ad AC. Tempus autem, in quo pendulum, cujus longitudo e$t SV, duas peragit vibratio- nes, e$t æquale tempori, in quo corpus, celeritate, cadendo a $emialtitu- ne SV acqui$itâ, pote$t percurrere circumferentiam circuli, cujus $emidia- meter e$t SV ; quod tempus cum $it ad tempus, in quo unda latitudinem 257. 288. 307. $uam, id e$t, circumferentiam circuli, cujus $emidiameter AC percurrit, ut SV e$t ad AC, in qua ratione $unt ip$æ circumferentiæ, $patia percur- $a $unt tempora; ideo velocitates æquales , & con$tat propo$itio in n. 95. 1152. tradita.

SCHOLIUM 2. De Soni inten$itate.

VIdimus $oni inten$itatem $equi rationem compo$itam, ex ratione nume- 1226. ri particularum, certo tempore, in aurem incurrentium & ratione qua- 1198. drati velocitatis qua incurrunt . Rationes hæ nunc determinandæ $unt.

Numerus particularum $equitur rationem den$itatis aëris. Ut & ratio- nem velocitatis undæ; quo enim hæc velocior e$t, eo idem numerus particu- larum breviori tempore in aurem agit, & eo major e$t numerus particula- [0467] [0467a] [0468] [0469]MATHEMATICA. LIB. II. CAP XIX. rum eodem tempore agentium. Etiam rationem $patii itu & reditu a par- ticulis percur$i; quo enim hoc $patium majus e$t, eo particulæ à tym- pano magis remotæ in hoc incurrunt. Tandem rationem inver$am latitu- dinis undæ.

Quadratum velocitatis quo $ingulæ particulæ agunt, $equitur rationem quadrati velocitatis undæ. Quadrati $patii itu & reditu percur$i. Tandem rationem inver$am quadrati latitudinis undæ,

_Quando velocitas undæ non mutatur ratio inver$a latitudinis undæ e$t ratio di-_ 1227. _recta numeri undarum determinato tempore in aurem incurrentium_; po$itis un- dis æqualibus $e$e mutuo in$equentibus, quales $unt undæ, quæ ex continua- ta fibræ agitatione generantur.

Ratio compo$ita ex memoratis omnibus e$t ratio compo$ita ex ratione den$itatis, ratione cubi velocitatis, ratione cubi $patii itu & reditu percur$i, & ratione inver$a cubi latitudinis undæ.

Si $eponamus accelerationem in n. 1163. memoratam, (quæ non mutat velocitatem qua $ingulæ particulæ moventur, de qua in hi$ce tantum agitur;) cubus velocitatis $equitur rationem $e$quiplicatam directam Ela$ticitatis & $e$quiplicatam inver$am den$itatis .

1157.

Duæ ergo primæ rationes memoratæ reducuntur ad rationem $e$quipl<007>ca- tam ela$ticitatis & rationem inver$am $ubduplicatam den$itatis. Ela$ticitas autem e$t ut pondus comprimens , quod $equitur rationem altitudinis Mer- 247. curii in Tubo Torricelliano.

_Generaliter ergo_, e$t $oni inten$itas directe ut radix quadrata cubi altitudinis 1228. Mercurii in tubo Torricelliano, ut cubus $patii itu & reditupercur$i, & inver$è ut subus latitudinis undæ, & ut radix quadrata den$itatis.

FINIS. CORRIGENDA. Pag. # lin. # dele # lege 10. # 5. # augulos # angulos 10. # 18. # logarhthmicas # logarithmicas 69. # 18. # _pendulorum_ # _penduli_ 72. # 4. # A_bl_ # H_bl_ 72. # 36. # _OQ_ # _BQ_ 72. # 37. # A # P 77. # 5. # BE_l_ # BEL 80. # 23. # AMB # ALB 98. # _penult._ # continentur # continetur 100. # 35. # quorum # quarum 101. # 4. _a fine_ # AL_b_ # A_b_L 101. # 3. _a fine_ # A e$t L # e$t AL 102. # 4. # LI, # LI [0470] pag. # lin. # dele # lege 102. # 17. # ad # ut 110. # 21. # _generatur._ # _generatur, aut de$trui- \\ tur._ 117. # 5. # & # 120. # 1. # primi # primis 128. # 1. # formantur # terminantur 140. # 13. # antequam corpora \\ P, P, puncta # ubi corpora P, P, ad \\ puncta 140. # 14. # veniant # veniant 143. # 22. # _e_ # _d_ 144. # 1. # _m_ # _n_ 144. # 15. # A_aa_ X C_cc_ # A_aa_ + C_cc_ 161. # 34. # _actionem_ # _actionum_ 167. # 5. # A_b_ # A_b_ 175. # 16. # n. 610. # n. 623. 178. # 13. # LE # ad LE 179. # 19. # EKG # EKD 186. # 3. _a fine_ # $uma # $umma 187. # 28. # C X D # C X HD 189. # 3. _a fine._ # determinatur # determinamus 199. # 4. _a fine_ # n. 691. # n. 692. 207. # 7. # & in hac figura non # ut in hac figura 222. # 15. # cylindro # cubo 259. # 15. # qui # quæ 262. # 20. # aperto # apertis 263. # 6. _a fine_ # non 282. # 25. # AB # AC 308. # 13. # qua # quo IN MARGINE 61. # 4. # TAB. VIII. # 19. El. VI. 64. # ult. # fig 1. 70. # 25. # TAB. VIII. # TAB XL. 109. # 4. # 397. # 379. 116. # 5. _a fine_ # 353. # 453. 127. # 29. # TAB. XXIII. # TAB. XVIII. 163. # 15. # 585. # 584. 163. # 20. # 584. # 567. 166. # 25. # 59. # 598. 177. # 10. # # * 472. 245. # 9. & 21. # TAB. XXXV. # TAB. XXXVI. 343. # 18. # 1272. # 1172. 444. # 5. # 1198. # 1189. FINIS. [0471]CATALOGUE De quelques Livres nouveaux & autres, que PIERRE VANDER Aa a LEIDE a imprimé oureçu de divers endroits, & qui$e trouvent dans $a Boutique. A_cademie univer$elle des Feux_, 12°. 2 _voll._ _Atlas des plus celebres Itinera<007>res, fol. 2 voll._ # _de 103. Nouv. Cartes Geographiques. fol._ # _Item de 203. Cartes Geogr. fol. 2 voll._ # _Item avec les Villes Capitales, fol. 3 voll._ Boerhaave de comparando certo in Phy$icis, 4°. # _de Chemia $uos errores expurgante. 4°. # _de Vita & Obitu Prof. Bernardi Albini, 4°. # _Index Plantarum Horti Academici L. Bat. 8°. # _Alter Index Plant. eju$d. Horti, 4°. 2 voll. # _& Ruy$ch de Glandulis, 4°. _Bartholini Anatomie, 4°._ _Livre de Gueux, par Blommert,_ 4°. _Be$chryving van Morea, fol. # China, door Nieuhof, fol._ _Brief over de Oudheid van’t Hof van Holland_, 8°. & _fol._ _Cabinet de_ 42. _grandes Villes d’ Europe, chacun de_ 4. _$euilles, fol_ _Les cing Sens, fol. magno._ _Comedies de Plaute, par Gedeville_, 12°. 10 _voll._ _Colloques d’ Era$ine, par Gedeville_, 12°. 6 _voll._ _Côtes de France & d’ E$pagne, fol_. 2 _voll._ Catalogus Bibliothecæ publicæ Acad. Lug. Bat. fol. # publ. Acad. Franekeranæ, fol. # J. G. Grævii, 12°. Creenii Mu$æum Philologicum, 8°. 2 voll. # Helvici Elenchus Judaicus, 8°. # Fa$ciculus Exerc. Phil. tom. Primus 8°. # Analecta Critico-Sacra, 8°. 2 voll. # Fa$cis Exercitat. tomi aliquot. 8°. _Con$ultatien en Advy$en van Holland_. 4°. 6 _deelen._ _Delices d’ E$pagne & Portugal_, 12°. 6 _voll._ # _d’ Italie_, 12°. 6 _voll_. # _de Rome ancienne & moderne_, 12°. 10 _voll,_ _Delices de Sui$$e_, 12°. 4 _voll_. --- _de France_, 12°. 2 _voll_. # _& Galanteries del’ Ile de France_, 12°. # _de la Ville de Leide_, 8°. _Devoirs des Maitres par Fleury_, 12°. _Divers Ouvrages de belles figures par Caratz, G. Reni & c. $ol._ _Habits des Pai$ans & c. d’ Hollande, fol._ Effigies Veter. Illu$tr. Virorum ac Fœminar. fol. 4 voll. # Profe$$orum Leyden$ium, fol. 2 voll. Era$mi Epi$tolæ omnes fol. 2. voll. # Nov. Te$t. Gr. Lat. fol. # Paraphra$is N. Te$tam. fol. # Opera Omnia, fol. XI. voll. _Lettres d’ O$$at_, 12°. 5 _voll_. _Forces del’ Europe, nouv. edition augmentée, fol_ 20. _voll_. _Livre des toutes $ortes des Oy$eaux, fol_. _Grand Theatre Hi$torique, par Imhof, fol_. 5 _voll. gr. pap_. # _Supplement, fol_. Grave$ande Phy$ices Elementa Mathem. 4°. 2. voll. Auctior. # Supplementum ad 1. part. prim. editionis, 4°. # In$titutiones Philo$ophiæ Newtonianæ, 12°. Gronovii marmorea ba$is Colo$$i Tiberio Cæ$. erectæ, 8°. _Gereformeerd Gezangboek, door Halma_, 8°. & 12°. _Gottfried Oo$t en We$t-Indi$e Voyagien, fol_. 8. _deelen_. _La Haye, avec $es Edifues, Vues, & c. fol_. _Habillemens de plu$ieurs Nations_ 4°. _Hi$toria del Te$tam. Vecchio, di Ra$ael Urb. fol_. Hermanni Paradi$us Batavus, 4°. _Honslaardyk avec $es Vues, & c. fol_. Icones Arborum, Fruticum & Herb, exoticarum. 4°. _Voyagien van Robert Harcourt_, 8°. Imagines Principum & Eruditorum Virorum, fol. # XIX. Clar. Theolog. & Philolog. fol. # XX. Celeb. Medicorum. & c. fol. # XLI. Viror. Celeb. in Politicis &c. fol. K<007>ppingii Antiquitates Romanæ, 8°. _Nouvelle Carte d’ Allemagne, avec les Po$tes_, 9. _feuilles_. # _d’ E$pagne & du Portugal_, 9. _feuilles_. # _de la France, 6_. _$euilles_. # _d’ Italie_, 6. _$euilles_. _Nouvelle Carte des XVII. Provinces_, 9. _feuilles_. # _des Provinces Unies, 5 {1/2}. $euilles_. _La Mai$on d’ Autriche, Portraits des Empereurs, fol_. # _Maje$té de Veni$e, fol. 2_. _voll_. _Le Monde, en tailles douces, per Allard, fol_. # _Nouveau grand Theatre du Monde. fol. Atlanti_. _La Ville de Leide, avec $es Edi$ices, & c_. _Les Indes Orientales & Occid. par Romein de Hooge, fol_. _Les principales Fortere$$es de France, d’ E$pagne &c, fol_. # _Villes de l’ Europe, grand folio & petit_. _Portraits des premiers Evêques du Pais bas, fol_. _Livre de toutes $ortes des Fleurs, par Vi$$cher, $ol_. _Theatre des Martyrs Mennonites, par Luyke 4°_. _Magni$icence d’ Am$terdam, avec $es Edi$ices & c. fol_. _Morale de Tacite, par Amelot_, 12°. Magnol Hortus Regius Botanic. Mon$pelien$is, 8°. Maimonides de Siclis, Hebr. & Lat. cum notis 4°. Marckii Di$$ertationes Phil. V. Te$tament<007>, 4°. _Nouveau Atlas portatif du Voyageur en general_, 8°. # _d’ Allemagne_, 8°. # _d’ E$pagne & du Portugal_, 8°. # _de la France & Sui$$e_, 8°. # _de la Grand Bretagne & Irlande_, 8°. # _d’ Italie, Naples Sicile & c_ 8°. # _des XVII. Provinces_, 8°. _Deux differens Sortes_. # _de Suede & Danemarc_, 8°. # _d’ A$ie, Afrique & Amerique, 8°_. Noodt Opera Varia. 4°. [0472] CATALOGUE _Loo, avec $es Vues, &c. fol_. _Oeuvres de Coquillage, Corail, &c. par Rumphius, fol_. # _de Mariotte_, 4°. 2 _voll_. # _de Perrault en Phy$ique & Mathem_. 4°. 2 _voll_. # _d’ Architecture, par Po$t fol_. # _par Scamozzi, fol_. # _par Vingboons, fol_. XXV. _Differens Plans des Villes, par Mortier, fol_. _Portraits des Dieux Payens, Heros, Rois, Reines, anciens_ _Philo$aphes, Medicins, Poetes, Hi$toriens, & c. fol_. 8 _voll_. # XLVIII. _de quelques Papes, Empereurs, & c. fol_. # _des Hommes Illu$tres en forme de medailles, fol_. # XLI. _des Grands Ducs & c. fol_. # _des Princes & Prince$$es de ce tems, fol_. # XLVIII. _des Comtes, Barons &c. fol_. # XXV. _des Hommes’ Celebres, fol_. # _des premiers Reformateurs, fol_. _Paris, avec $es principaux Edifices &c. fol_. _Les Tuilleries, en grand. # Fontame bleau, en grand_. _Ver$ailles avec $es Battimens. Vues, & c. fol_. Perizonii Stemmata Illu$trium Familiar. fol. # Tabulæ Chronologicæ, fol. plano. _Recueil de belles tailles douces en maniere noire, fol_. # _de plu$ieurs nouv. Machines, par Perrault_, 4°. _Reftexions, Pen$ées & bons mots anecdotes_, 12°. _Vignole regles d’ Architecture_, 8°. _Ru$es & $tratagemes de la Guerre_, 12°. Rumphii The$aurus Conchyliorum, &c. $ol. _Rotterdam avec $es Edifices, Vues, &c. fol_. _Sardaigne paranymphe de la Paix_. Scheuchzeri Herbarium Diluvianum, duplo auctior. fol. # Itinera Alpina, novem, 4°. 4 voll. Ughellii Italia Sacra, fol. 10. voll. Spanhemii Hi$toria Jobi, 8°. _Villes & Habits du Monde, par Allard, fol_. _Portraits de cinquante Saints & Saintes, fol_. _Theatre de la Fontaine_, 12°. # _des Villes du Monde, par de Wit, grand fol_. 4 _voll_. _Portraits des Comtes d’ Hollande, par Soutman, fol_. Vaillant de $tructura Florum, 4°. # Botanicon Pari$ien$e, 8°. _Vie de Charles V. en tres belles figures, fol_. _Les Villes de Fri$e, par Allard, fol_. _Voyages aux Indes Orientales, par Bontekoe_, 12°. _Voyages en Mo$covie, Tartarie &c. par Olearius & Mandelslo, fol_. _4 voll beaucoup augmenté & avec tresbelles figures_. _Vuës des Villes, Edifices &c. d’ Ejpagne & Portugal, 4°_. # _de France, fol_. 2 _voll_. # _de la Grande Bretagne & Irlande_, 4°. 6. _voll_. _Vuës des Villes, Edifices & e. d’ E$eo$$e & d’ Irlande_ 4°. 2 _voll_. # _de l’ Italie, de Naples & c_. 4°. # _de la Ville de Cambridge, fol_. # _de Londres, Canterbury, &c. $ol_. 2. _voll_. # _d’ Oxford. fol_. # _de Yorck, Lanca$ter, & c. fol_. _Ver$ameling van Oo$t en We$t-Indi$e Voyagien_, 8°. 29. _deelen_. _Vignole van de 5 orders der Architecture_, 8°. _Vingboons Architectuur Werken, fol_. 3. _voll_. Wil$on principia Trigonometriæ 8°. _Amba$$ade des Hollandois au Fapon_, 12°. 2 _voll_. Arrianus Gr. Lat Gronovii, fol. Catalogus Libror. The$auri Italiæ, &c. 12°. Arriani ars Tactica, Gr. Lat. cum notis, 8°. Authores de Cruce, 12°. 4 voll. Begeri Bellum Trojanum, 4°. _Beughem la France Savante_, 12°. _Bo$$e ordres del’ Archicecture, fol_. _Chambrai Paralelle de l’ Architecture, fol_. _Pautre Oeuvres d’ Architecture, fol_. Broekhuy$en Oeconomia Animalis. 4°. # Rationes Philo$ophico-Medicæ, 4°. Commelini Flora Malebarica, 8°. _De$cription de France, par Fig. de la Force_, 12°. 6 _voll_. Harpocrationis Lexicon, Gronovii, 4°. _Dictionaire Geographique de Baudrand, fol_. Emmii Re$publica Græciæ, 24°. 2 voll. Epi$tolæ Præ$tantium Virorum, fol. Ferratii Selectæ Que$tiones, 8°. Fleetwood In$criptiones, 8°. Gronovii variæ Lectiones in Srephanum de Urbibus, fol. # Emendationes Pandectarum, 8°. # Indices in The$aur. Antiq. Græcar. fol. Guericke Experimenta de vacuo $patio, fol. Heidani Corpus Theologiæ, 4°. 2 voll. Di$putationes Theol. Philol. Profe$$or. Leidens. 4°. Hi$toriæ rei Nummariæ Scriptores, 4°. 2 voll. Joco$eriæ Di$$ertationes, 12°. Lip$ii Opera Omnia, 8°. 4 voll. # Opu$cula, 4°. z voll. _Hifloria del Gian$eni$ino, per l’ Abb. Tozzi_, 12°. 3 _voll_. _Loix Civiles dans leur ordre Naturel, fol_. 2. _voll_. Lubinietzkii Theatrum Cometicum, fol. 2 voll. Cavacii Hi$toria Cœnobii D. Ju$tinæ, 4°. _Marmi Eruditi di Sert. Or$ato_, 4 Lydius de re Militari 4. Vita & res ge$tæ Franci$ci Mauroceni, 4°. Mobachius de triumpho Romano, 8°. Muntingii vera Herba Brittannica, 4°. Newton Optica, 4°. _{ictet Morale Chrêtienne_, 12. 8 _voll_. _Plumier Art de Tourner, fol_. Przipcovii Opera, fol. _Rozzi Memorie Bre$ciane_, 4°. _I$toria Fiorentina di B. Varchi, fol_. Stockmans Opera J uridica, 4°. Teyler Architectura militaris, 4°. [0473]DES LIVRES. The$aurus Theologiælocupleti$$imus, fol. Biblia Græca LXX. Interpretum, per Bos; 4°. Bocharti Opera Omnia, fol. 2 voll. Ennii Fragmenta Columnæ, 4°. Rocchi Pirri Sicilia Sacra, fol. 2 voll. Hildeberti & Marbodæi Opera, fol. Lydii Agoni$tica Sacra, 12°. Smidt Mi$cellanea Sacra, 8°. 2 voll. # de VII. A$iæ Eccle$iis, 8°. 2 voll. Tentamen de Variolis, 12°. Chauvini Lexicon Philo$ophicum, fol. _Bible de Martin, fol. &_ 4°. # _par Sacy_, 4°. 2 _voll_. # _Idem avec figures_ 4°. 2 _voll_. _Entretiens de Charles V. & Francois. I_. 12°. _Hi$toire des Martyrs du tems de la Re$ormation_, 12°. _Vies des Electeurs de Brandenbourg, fol_. # _des Saints, par Ribadeneira, fol_. 2 _voll_. _Be$chryving van Arabien, Archipel, Japan, fol_. Galilæi Opera Mathematica 4°. Grævii & Burmanni The$aurus Antiq. & Hi$tor. Italiæ, Magnæ Græciæ, Neapolis &c. fol 30 voll. # The$aur. Antiq. & Hi$tor. Siciliæ, fol. 15. voll. _Hauteroche Oeuvres_, 12°. _Ru$es de la Guerre_, 12°. _Semaine de Montalban_, 12°. _Boccalini Raguagli di Parna$$o, 12°_. 2 _voll_. Bois Hi$toria Eccle$. Pari$ien$is, fol. 2 voll. _Fontenelle Oeuvres_, 8°. _Herbelot Bibliotheque Orientale, fol_. _Herodote, pardu Ryer_, 12°. 3 _voll_. _Hi$toire du Wiclefiani$me_, 12. # _de Floride, par la Vega_, 12°. 2 _voll_. Leydecker de Republica Hebræorum, fol. _Hi$toire de Bretagne, par Lobineau_, $ol 2 _voll_. _Plaidoyez de le Maitre_, 4°. # _de Patru_. 4°, _Geometrie de Mallet_ 8°. 4 _voll_. _Opere di Moliere_, 12°. 4 _voll_. _Cabinet de S. Genevieve, par Molinet, fol_. _Morale du Jan$eni$me_, 8°. _Dictionaire Mathematique par Ozanam_, 4°. _Hi$toire Univer$elle, par Petau_, 12°. 5. _voll_. # _des Drogues, par Pomet, fol_. Renaudot Hi$toria Patriarcharum, 4°. _San$on l’ Univers_, 4°. Seguini Numi$mata, 4°. 2 voll. Vaillant de Coloniis, fol. 2 voll. _Virgile Oeuvres par Martignac_, 12°. 3 _voll_. _Ocuvres de le Noble_, 12°. 19 _voll_. Barrelierius de Plantis, fol. Veteris Orbis Tabulæ Geographicæ ad Melam, 4°. _Architecture Francoi$e, par Savot_, 8°. Authores in u$um Delphini, 4°. # Apulejus, A. Gellius, Catullus, Tib. Prop. Ciceroni Epi$t. C. Nepos, Horatius, Juvenalis & Per$ius, Plau- tus, & Ovidius. Hilarii Opera, fol. _Edi$ices antiques de Rome, par Desgodets, fol_. Themi$ti Orationes, Gr. Lat. fol. Hi$toriæ Byzantinæ po$t Theophanem, Gr. Lat. fol. Nicephorus Gregoras, Gr. Lat. fol. 2 voll. Chronicon Orientale, Gr. Lat. fol. # Pa$chale, Gr. Lat. fol. Cinnamus, Gr. Lat. fol. Zonaras, Gr. Lat fol. 2 voll. Notitia Dignitatum Imperii, 12°. _Hommes Illu$tres, par Colombiere, fol_. Hippocrates & Galenus, Gr. Lat. fol. 13 voll. Montfaucon Palæographia, fol. _Reyneau Analy$e demontrée_, 4°. 2 _voll_. # _Science du Calcul_, 4°. _Defen$e des Ss. Peres accu$ez de Platoni$me, par Baltus_, 4°. Caba$$utii Notitia Eccl. Conciliorum, fol. Chry$ogoni Mundus Marianus, fol. Augu$tini Operum Appendix, Clerici, fol. Pro$peri Aquitanici Opera, fol. Bnrnet The$aurus Medicinæ Practicæ, 4°. _Jacob Bril-Werken_, 4°. Collegium Argentoraten$e, per Biceium, 4°. Begeri Numi$mata Imperatorum Romanorum, fol. _Geometrie Francoi$e par Beaulieu_, 8°. _H<007>$toire du V. & N. Te$tament, par Ba$nage_, 12° 4 _voll_. Bayeri Oryctographia Norica, 4°. A$torius in antiquum Alcmanis Monumentum, fol. Admiranda rerum memorabilium encomia, 12°. Admonitio de morte corporali, 4° _Fables d’ E$ope, en quatrains_ 12°. Animadver$iones in Salma$ii Specimen, 8°. Antonini Iter Brittannicum, Gale, 4°. Antoninus L<007>beralis, Gr Lat Berkeli, 12. _Secrets concernant les Arts & Metiers_, 12°. Cant Impetus primi Anatomici, fol. Petri Cunaei, Eloquentiae & Juris Romani quondam in Academia Batava Profe$$oris, & Doctorum Virorum ad eumdem Epi$tolae. Quibus accedit Oratio in obitum Bo- naventurae Vulcanii. Nunc primum editae. Cura Petri Bur- manni. 8°. Catalogus Rari$$imorum & Prae$tanti$$imorum Libro- rum qui in The$auris Romano Graeco Italico & Siculo continentur. Secundum Nomina Auctorem per Alpha- beti Ordinem Dige$tus, cum Praefatione Petri Burman- ni. 8°. ET AUTRES [0474] [0475] PHYSICES ELEMENTA MATHEMATICA, EXPERIMENTIS CONFIRMATA. _Sive_ Introductio ad Philo$ophiam NEWTONIANAM. Auctore GULIELMO JACOB ’s GRAVESANDE, A. L. M. _Jur. Vtr. & Phil. Doctore, Regiæ Societ. Lond. Socio,_ _A$tron. & Math. in Acad. Lugd. Bat. Profe$$ore ordinario._ TOMUS SECUNDUS. _LUGDUNI BATAVORUM,_ Apud{PETRUM VANDER Aa,\\ _Typographum Academiæ atque Civitatis,_\\-&\\B. & P. JANSSONIOS VANDER Aa.}Bibliop. MDCC XXI. _Cum Privilegio Præpotent. Ordd. Hollandiæ & We$t-Fri$iæ._ [0476] [0477] PRIVILEGIE.

DE Staaten van Holland ende We$t-Vrie$land, doen te weeten, al$oo ons vertoont is by Pieter vander Aa, Boekverkooper tot Leyden, hoe dat by Supplt, nu al- dereer$t nizuw hadde gedrukt Gulielmi <034>acobi’s Gra- ve$ande Phy$ices Elementa Mathematica, experimen- tis confirmata. Sive Introductio ad Philo$ophiam New- tonianam, in Quarto, cum figuris, het eer$te deel, $yn- de het vervolgh van het voor$z. werk by den $upplt. meede tegenwoordigh onder de Pars, dogh al$oo den Supplt. beducht was, dat eenige nydige, off baet$oeken- de Men$chen, ’t $y binnen off buytens Lands, hem’t voorn. werk $ouden mogen koomen naate drucken, waar door by van alle $yne groote ko$ten en arbeyd tot nu toe gedaan en nog te doen, $oude ver$teken $yn, $oo keerde den Supplt. $ig tot Ons ver$oekende Ons Octroy, om het voorn. werk en vervolg voor den tyd van vyftien cer$t achter een volgende <034>aren, alleen met $eclu$ie van allen anderen hier te Lande te mogen drucken, uyt te ge- ven, en te verkopen in $odanige taalen en formaten, als den Supplt. voor $yn intere$t be$t oirbaar joude vinden, met expres verbod, waar by aan allen en eenen ygelyc- ken buyten hem Supplt. off die $yn actie off recht naer- maels mochten verkrygen, door Ons verboden wiert, het voorn. werck off vervolg van dien in enigerhande taalen te drucken, naate drucken, te doen naadrucken, uyt te geven, te verkopen, ofte verhandelen, in’t groot noch klein, in’t geheel noch ten deelen, noch met, noch $onder Platen, noch onder pretext van vermeerdering, verbeteringh, veranderingh van naem, val$che tekens, ofte hoedanigh het ook genoemt $oude mogen werden, ofte in eenigerhande taal off taalen buyten de$en Lande gedrukt werdende, de$elve niet te mogen inbrengen, te verhandelen, off te verkopen, alles telckens op verbeurte van alle de naagedruckte, ingebrachte, verhandelde off verkogte Exemplaren, $oo dikwils en menigmaal als de$elve $ouden werden achterhaelt, mitsgaders daar en boven een boete van drie duy$ent guldens by Ons te- gens de Contraventeurs te $iellen. SOO IS’T, dat Wy de $aake, en’t vor$oek voor$z. overgemerkt hebbende, ende genegen we$ende ter beede van den Supplt. uyt On$e rechte weten$chap, Souveraine magt, en authoriteyt den $elven Supplt. gecon$enteert, geaccordeert, ende geo- ctroyeert hebben, con$enteeren, accordeeren, en octro- yeeren hem mitsde$en, dat by geduyrende den tyd van vyftien eer$t achter een volgende <034>aren het voor$z werk genaemt Gulielmi <034>acobi’s Grave$ande Phy$ices Ele- menta Mathematica, experimentis confirmata, $ive In- troductio ad Philo$ophiam Newtonianam, in Quarto cum figuris met het vervolg van dien, binnen den voor$z. On$en Lande alleen $al mogen drucken, doen drucken, uytgeven, en verkoopen, in $odanige taa- len en formaten, als den Supplt. voor $ynintere$t be$t oirbaar $al vinden, verbiedende daerom allen, ende een ygelycken het $elve Werk en Vervolg in eenigerhan- de taalen in ’t geheel, ofte ten deelen naa te druc- ken, te doen naa drucken, te verhandelen, ofte te ver- kopen, ofte elders naergedruckt, binnen den $elven On$en Lande te brengen, uvt te geven, te verhan- delen ofte te verkoopen, op verbeurte van alle de naagedruckte, ingebragte, verhandelde ofte verkog- te Exemplaren, ende een boete van drie duy$ent guldens daer en boven te verbeuren, te appliceren een derde part voor den Officier, die de Calangie doen $al, een derde part voor den Armen der plaat$e daer het ca$us voor- vallen $al, en het re$terende derde part voor den Supplt. ende dit telkens $oo menigmael als de$elve $ullen wer- den achterhaelt, alles in dien ver$tande, dat W, den Supplt. met de$en On$en Octroye alleen willlende gratifi- ceren totver hoedinge van $yne $chade door het naadruc- ken van het voor$z Werk of Vervolg, daar door in geni- gen deele ver$taen den inhoude van den te authori$ee- ren ofte te advoueren, ende veel min het $elve onder On$e protectie ende be$cherminge enigh meerder credit, aan$<007>en ofte reputatie te geven, nemaar den Suppliant in cas daer in iets onbehoorlykx $oude influeeren, alle het $el- ve tot $ynen la$te $al gehouden we$en te verantwoorden, tot dien eynde wel expre$$elyck begeerende, dat by aldien hy de$en On$en Octroye voor het $elveWerk $alwillen $tel- len, daar van geen geabrevieer de ofte gecontrabeerde mentie $al mogen maecken, nemaer gehouden $al we$en, het $elve Octroy in ’t geheel ende $onder eenige Omi$$ie daer voor te drucken, ofte te doen drucken, ende dat by gehouden $al $yn een Exemplaer van het voor$z werk gebonden ende wel gecond<007>tioneert te brengen in de Bi- bliotbeeck van On$e Univer$<007>teyt tot Leyden, en daer van behoorlyck te doen blycken, a les op pæne van het effect van dien te verlie$en; ende ten eynde den Supplt. de- $en On$en Con$ente en Octroye moge genieten als naer be- horen, la$tenWy allen ende een ygelycken die ’t aangaen mag, dat $y den Supplt. van den inhoude van de$en doen laten ende gedogen, ru$telyck, vredelyck ende volkomentlyk genieten ende gebruycken, ce$$eerende alle beleth ter contrarie. Gedaen in den Hage onder On$en Grooten Zegele bier aen doen hangen op den aght$ten November in’t <034>aer on$es Heeren en Zal<007>gmdakers $e- venthien hondert en negentien.

Was getekent,

A: HEINSIUS, vt

Ter Ordonnantie van de Staten,

SIMON VAN BEAUMONT.

[0478] [0479]LECTORI S.

DE Methodo Philo$ophandi, _in Capite primo_ TOMI PRIMI, egi. Quam $ecutus $um, eam conatus $um in Præfatione vindicare. Præ- $tantiæ hujus Methodi exempla præclara hoc TOMO continentur; quibus patet, quantum ingenio cæteros antece$$it Philo$ophos _Newtonus_.

Ante illum innumera, quæ lumen & præcipuè colores $pectant, Phy$icos latuere. Quis, ut unicum memorem, unquam $u$picatus e$t, corporis opacitatem ab inter$titiis pendere; ita ut, his repletis medio eju$dem den$itatis cum particulis ip$ius corporis, tran$lucidum fiat hoc.

Non minus digna e$t quæ in perpetuum celebretur totius Sy$tematis Planetarii, & præcipuè motus Lunæ, ex- plicatio Phy$ica. Hac poterit A$tronomia proferriultra limi- tes, quibus attentus Ob$ervator artem $uam circum$cribi imaginatur. Quem enim non latent, quibus Sy$tema re- gitur, leges, exactiùs, ex præviis ob$ervationibus, motus cœle$tes computatione determinabit, quàm $i ob$ervatio- nes unicum computationis fundamentum forent.

Propo$itum no$trum, in _libris duobus_, hoc TOMO conten- tis, fuit, ideam generalem tradere præcipuorum inven- torum _Newtoni_ in Phy$icis; ut lectorem, qui primis tantum principiis Geometriæ præmunitus ad hæc Elementa legenda aptus erit, excitemus ad $ubtiliora Mathe$eos $tudia; quibus in fonte ip$o, id e$t in no$tri Philo$ophi $criptis, poterit ea haurirè, ad quæ ne quidem præ$tanti$$mi Philo$ophi po- tuere attingere, & quæ, ni$i cum Mathematicis diligen- tioribus, non communicavit _Newtonus_.

[0480]LECTORI.

Supere$t ut lectorem _Anglicum_ de ver$ionibus hujus ope- ris Anglicis $equentia moneam.

Auctorum querelas lectori fa$tidii multum adferre ple- ni$$<007>mè per$ua$um habeo; has tamen vetitas quis a$$eret, ubi, à lectoris intere$$e, injuria, quam $ibi illatam con- tendit auctor, $eparari nequit.

In Anglicum $ermonem tran$latus TOMUS primus ho- rum Elementorum, brevi po$tquam publici juris factus e$t, editus fuit _Londini_, cum in$criptione nominis Celeberrimi Profe$$oris; qua$i Mathematicus Doctiff. & $criptis $uis Cla- rus interpretationem emenda$$et: de abu$u autem Cl. No- minis nemo dubitabit, qui vel unicam paginam, ferè ad li- bitum electam, ad examen revocabit; ubique enim, Ma- the$eos aut Phy$ices principia interpreti non $atis fui$$e nota clarè patet. Silentio prætereo negligentiam re$pectu corrigendorum, ad calcem Libri adjectorum, ad quæ non attendit; re$pectu numerorum in margine; ut & re$pectu di$tinctionum Propo$itionum.

Ante $u$ceptam illam, & aliam eju$dem libri interpre- tationem Anglicam inchoaverat Philo$ophus ingenio$us _<034>ob. Theoph. De$aguliers_, cujus peritia in in$tituendis Ex- perimentis nota e$t. Hic tamen, occa$ione præcedentis ver$ionis, nimis opus maturans, non omnes potuit fe$ti- nationis $copulos effugere. Mihi etiam inopinatum ac- cidit, hanc publicari qua$i me rogante $u$ceptam, quod me in$cio factum, interpretis ad me datæ litteræ te$tantur. Hic querelis meis re$pondit, $e in$cio & ab$ente, hoc à Biblio- polâ _Monito interpretis_ fui$$e in$ertum. Ut errores Typo- graphicos condonet Lector, & ad corrigenda, in fine utrius- que Tomi adjecta, velit attendere, rogatur.

[0481] INDEX CAPITUM. LIBER TERTIUS. PARS PRIMA. De Igne. _CAP. I._ De Ignis proprietatibus in genere. # Pag. 1 # _II._ Ignem corporibus adhærere, & hi$ce contineri. Ubi de Electricitate. # 2 # _III._ De motu Ignis. Ubi de Calore & Lumine. # 10 # _IV._ De Dilatatione ex Calore. # 13 PARS SECUNDA. De Inflectione, Refractione, & Reflectione Luminis. CAP. V. _De Inflectione Radiorum Luminis._ # 17 # _VI._ De Luminis Refractione, & bujus legibus. # 19 # _VII._ De Luminis Refractione quando Media $uperficie planâ $eparantur. # 28 # _VIII._ De Refractione Luminis, po$itis Mediis $uperficie $phæricâ $epara- # tis. # 31 # _IX._ De motu Luminis trans Medium den$ius. Ubi de Lentium affectioni- # bus. # 38 # _X._ De Vi$u. Ubi de Oculi con$tructione. # 42 # _XI._ De vi$ione trans Vitra, & corrigendis quibu$dam Oculorum vitiis. # 49 # _XII._ De Micro$copiis & Tele$copiis. # 54 # _XIII._ De Reflectione Luminis. # 59 # _XIV._ De Speculis planis. # 64 # _XV._ De Speculis $phæricis. # ibid. # _XVI._ De Lucernâ Magicâ. # 72 PARS TERTIA. De Opaco & Coloribus. _CAP. XVII._ De corporum opacitate. # 75 # _XVIII._ De diver$â Radiorum Solarium refrangibilitate. # 78 # _XIX._ De Radiorum Coloribus & horum immutabilitate. # 84 # _XX._ De Colorum permixtione. Ubi de Albore. # 89 # _XXI._ De Iride. # 92 # _XXII._ De tenuium Laminarum Coloribus. # 98 # _XXIII._ De corporum naturalium Coloribus. # 103 [0482] INDEX CAPITUM. LIBER QUARTUS. PARS PRIMA. De Mundi Sy$temate. _CAP. I._ Idea generalis Sy$tematis Planetarii. # _Pag.107_ # _II._De Motu Apparenti. # 114 # _III._De Phænomenis Solis ex motu Telluris in Orbitâ. # 117 # _IV._De Phænomenis Planetarum Inferiorum, ex horum & Telluris moti- # bus in Orbitis $uis. # 119 # _V._De Phænomenis Planetarum Superiorum ex horum & Telluris motibus in # Orbitis $uis. # 122 # _VI._De Phænomenis Satellitum ex motu horum in Orbitis. Ubi de Eclip$ibus # Solis & Lunæ. # 123 # _VII._De Phænomenis ex motu Solis, Planetarum & Lunæ circa Axes. # 128 # _VIII._De Phænomenis Telluris $uperficiem & peculiares bujus partes $pectan- # tibus. # 132 # _IX._De Phænomenis ex motu Axeos Telluris. # 143 # _X._De Stellis fixis. # 144 PARS SECUNDA. Motuum Cœle$tium caulæ Phy$icæ. _CAP. XI._De Univer$ali Gravitate. # 146 # _XII._De Materiâ Cœle$ti. # Ubi vacuum dari probatur. # 153 # _XIII._De Motu Telluris. # 157 # _XIV._De Den$itate Planetarum. # 160 # _XV._Totius Sy$tematis Planetarii Explicatio Phy$ica. # 165 # _XVI._Motus Lunæ Explicatio Phy$ica. # 170 # _XVII._De Planetarum Figuris. # 185 # _XVIII._Motus Axeos Telluris Explicatio Phy$ica. # 189 # _XIX._De Æ$tu Maris. # 191 # _XX._De Lunæ Den$itate & Figurâ. # 197 [0483] PHYSICES ELEMENTA MATHEMATICA, EXPERIMENTIS CONFIRMATA. _LIBER III._ Pars I. De Igne. CAPUT I. _De Ignis proprietatibus in genere._

VArias Ignis proprietates novimus, multa tamen circa hunc nos latent.

Hypothe$es non fingam, ex Experimentis ratio- cinaturus $um & quod nondum pleni$$ime no- tum e$t intactum relinquam.

_Ignis omnia corpora quantumvis den$a & dura facillime_ 544. _penetrat._ Nullum enim novimus corpus quod admoto igne non in omnibus punctis calefiat.

_Ignis celerrime movetur_; con$tat hoc ex ob$ervationibus 545. A$tronomicis.

_Ignis $e$e corporibus jungit_; nam quando igni admoven- 546. tur, ut jam dictum, incale$cunt; _in hoc etiam ca$u expan-_ 547. _duntur:_ Quæ expan$io etiam ob$ervatur in corporibus cu- jus partes non cohærent, in quo ca$u _ela$ticitatem_, _$æ-_ 548. _pe perquam magnam, acquirunt_, ut illud ob$ervatur in aëre & vaporibus.

_Ignem a corporibus ad certam ab his di$tantiam attrahi,_ 549. in parte $equenti patebit .

611.

Si corpora quæcunque juxta $e mutuo violento motu agi- tentur ex attritu incale$cunt, & quidem magnopere, quod ignis præ$entiam indicat, id e$t, _omnia corpora ignem conti-_ 550. _nere:_ ex attritu enim ignis quidem moveri, a corpore $epa- rari, minime vero generari pote$t.

[0484]PHYSICES ELEMENTA

Quibus in genere expo$itis pleraque peculiarius $unt exa- minanda.

CAPUT II.

Ignem corporibus adbærere & in hi$ce contineri, # ubi de electricitate.

IGnem omnibus corporibus contineri ex eo probari 550. diximus, quod nulla dentur corpora quæ ex attritu non ca- lefiant ; illumque arcte cum corporum partibus cohærere in fumo & vaporibus patet: con$tant enim fumus & vapor ex partibus a corporibus $eparatis & ab igne cum illis conjuncto agitatis, $æpe violenti$$ime.

Varia de cætero dantur notabilia phœnomena ex igne corporibus contento oriunda, quorum quædam hic $unt memoranda: inter hæc dantur, quæ cum electricitate con- nexionem notabilem habent, qua de cau$a de his ip$is ele- ctricitatis phœnomenis agendum etiam erit.

DEFINITIO.

_Electricitas_ e$t hæc corporum proprietas qua, $i attritu ca- 551. lefiant, trahunt, & repellunt, corpora leviora ad di$tantiam $en$ibilem.

EXPERIMENTUM 1.

Dentur duo fru$ta cry$talli montanæ, agitentur juxta $e mu- 552. tuo, $tatim lucida in totum fiunt, licet ex attritu calorem $en$ibilem non acquirant. Lumen æque ac calor ignem da- ri indicat; lumen autem major datur in punctis in quibus ambo fru$ta $e$e mutuo tangunt.

EXPERIMENTUM 2.

Tubus vitreus longitudinis circiter quindecim aut octode- 553. cim pollicum & diametri unius pollicis, $i linteo aut panno quocunque in loco ob$curo atteratur, lumen emittit.

EXPERIMENTUM 3.

Idem hicce tubus attritu calefactus electricitatem $en$ibi- 554. lem admodum habet; $i enim corpora levia, ut fru$ta folii TAB. I. fig. 1. aurei tenui$$imi & fuligo, plano imponantur, & admovea- tur tubus, agitantur hæc corpora; a tubo attrahuntur & re- [0485]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. II. pelluntur varii$que motibus afficiuntur. Et exerit tubus hunc $uum effectum ad varias di$tantias pro varia aëris con- $titutione, aliquando ad di$tantiam unius pedis; vapores in aëre effectum minuunt.

Circa hoc experimentum notatu dignum, & explicatu dif- 555. ficillimum, e$t quod $pectat directionem attritus; manu ex- tremitas tubi tenetur dum manu altera atteritur, quod $i fiat recedendo a manu tenente, effectus $en$ibilis non e$t; con- trarium ob$ervatur $i attritus ab extremitate tubi libera diri- gatur ver$us illam quæ manu tenetur. Hæcque inde$crimi- natim obtinent, quando cum tubo ab una parte clau$o ab al- tera aperto experimentum in$tituitur, $ive tubi extremitas clau$a, $ive altera extremitas manu teneatur.

In Experimentis $equentibus globi vitrei celerrime circum- 556. rotantur; quod ut fiat requiritur ut in duobus locis oppo$i- TAB. I. fig. 1. tis cylindrice terminentur globi, unus tantum ex hi$ce cylindris apertus e$t, ambo cylindris cupreis circumdantur; talis globus videtur in G : ad partem globi apertam cum cy- lindro aeneo jungitur epi$tomium E, & cum cylindro aeneo oppo$ito jungitur rota minor _r_ diametri circiter unius pol- licis cum $emi$$e; cum rota hac in centro cohæret & pro- minet cylindrus aeneus exiguus; $imilis ad partem oppo$itam datur qui jungitur cum epi$tomio E, ope cochleæ, ut quando nece$$e e$t tolli po$$it. Cylindri hi ad profundita- tem quartæ partis unius pollicis intrant foramina in $u$ten- taculis S, S, quibus globus $u$tinetur, & $uper his cylindris movetur globus & circa axem revolvitur.

Imponuntur $u$tentacula S, S, tabulæ ligneæ firmi$$imæ cra$$itiei ad minimum $e$qui pollicis quæ tribus aliis tabulis ut in figura videtur $u$tinetur: in harum anteriori datur fo- ramen _f_ ut $u$tentaculum S ope cochleæ firmari po$$it, eo- dem modo ope cochleæ in inferiori parte tabulæ $uperioris firmatur $u$tentaculum alterum S, quod in $ci$$ura movetur: nece$$e e$t enim hicce motus ad globos in hoc $itu firmandos aut tollendos, & ut $ei$$ura longitudinem quatuor aut quin- que pollicum habeat de$ideratur, quia globis majoribus & mi- noribus pro variis experimentis utendum e$t.

[0486]PHYSICES ELEMENTA

Rota major R manubrio M agitatur, & illius ope globus G celerrime circumvolvitur.

Ad latus tabulæ $uperioris hujus machinæ datur $ci$$u- ra, per quam movetur trochlea _t_; cohæret hæc cum co- chlea _c_, cujus ope per $ci$$uram movetur, quo tenditur fu- nis rotas R & _r_ circumdans.

EXPERIMENTUM 4. & 5.

Globus vitreus diametri circiter octo aut novem pollicum, 557. machinæ memoratæ conjungatur, & celerrime in loco ob- TAB. II. fig. 1. $curo agitetur, dum manu globo applicata attritus datur.

Si globus aëre $it vacuus, totus qua$i lucidus fit ab inte- riori parte, lumenque majus e$t in locis in quibus manus vi- trum tangit.

Si autem glòbus aërem contineat, & eodem modo agite- 558. tur, & manus applicetur, nullum in interiori aut exteriori globi $uperficie lumen apparet; corpora vero ad exiguam a globo di$tantiam ex. gr. quartæ partis unius pollicis aut mi- norem lucida fiunt, $icque $olæ partes manus applicatæ, quæ terminant aut potius circumdant partes immediate tan- gentes globum, lucidæ $unt.

EXPERIMENTUM 6.

Eodem globo quo u$i $umus in experimentis præcedenti- 559. bus & hic utimur, eodem modo machinæ ut circumvolvi TAB. I. fig. 2. po$$it applicatur; circumdatur globi pars $uperior, ad di$tan- tiam a globo circiter quatuor pollicum, filo æneo _a b c_, in $uperiori parte circulariter inflexo, cui fila tenuia annectun- turquæ ver$us centrum globi proten$a ad di$tantiam quartæ partis unius pollicis a globo pertingunt.

Agitetur globus & manus applicetur, $tatim ex aëris agi- tatione fila irregulariter agitantur; calefacto vero ex attritu vitro, fila omnia, ut in fig. videtur, ver$us globi centrum di- riguntur, $i manus globo paululum ad latus applicetur ver$us punctum in axe ad latus etiam diriguntur fila.

Si globo aër extrahatur effectus totus hicce ce$$at.

560. EXPERIMENTUM. 7.

Detur globus in eo $olo cum eo quo præcedentia experi- 561. menta in$tituuntur differens, quod in hoc experimento a- TAB. I. fig. 3. [0487]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. II. pertura globi G major requiratur, ut in hoc circellus ligneus _o_ cum filo aut cylindro æneo conjunctus, intrudatur. Co- hæret cylindrus hic, ut in medio globi firmetur circellus, cum operculo quod in _h_. aperturæ globi, ad hanc obturan- dam, applicatur & cochleis firmatur; epi$tomium E in cen- tro operculi huic conjungitur.

Circumferentiæ circelli _o_ junguntur fila tenuia quæ pro- ten$a ad globi $uperficiem fere pertingunt.

Machinæ antea memoratæ globus applicatur & agitatur, attritu$que ut in experimentis præcedentibus datur, calefacto attritu globo, $i ce$$et agitatio manu$que tollatur, $tatim fi- la eriguntur & ut radii circuli ver$us globi $uperficiem diri- guntur, vix tamen per momentum temporis quie$cunt, & agitatione aëris exterioris, licet globus ab omni parte exacte $it clau$us, agitantur fila hæc, ut patet flando ver$us globum licet os ab hoc duos pedes & ultra di$tet. Si digitus glo- bo admoveatur, licet ille hunc non tangat, fila vicina a di- gito attrahuntur & ver$us digitum diriguntur, aliquando etiam hunc fugiunt. Si manus globo applicetur, violenter & irregulariter fila agitantur.

Extracto aëre etiam ut in experimento præcedenti totus 562. effectus ce$$at & filorum $itus, po$t æque ac ante attritum, a gravitate pendet.

Si ad omnia præcedentia attendamus experimenta, $e- quentes conclu$iones ex illis deduci po$$e videntur, quas non ut certas tradimus, $ed ut valde probabiles; certum a probabile rite $emper di$tinguendum.

_Vitrum in $e continere, huju$que $uperficiem circumdari at_- 563. _mo$phærâ quadam quæ attritu excitatur & motu vibratorio_ 554. 559. 561. _agitatur_, trahit enim & repellit corpora levia ; partes mi- 554. nimæ vitri ex atritu agitantur & propter harum ela$ticitatem motus hicce e$t vibratorius, qui at mo$phæræ memoratæ com- municatur, ideoque atmo$phæra eo ad majorem di$tantiam actionem exerit quo ex majori attritu partes vitri magis agi- tantur.

_Ignis vitro contentus ex actione hujus atmo$phæræ expel_- 564. _litur_, $altem cum hac atmo$phæra movetur; dum enim cor- [0488]PHYSICES ELEMENTA pora levia ad di$tantiam a vitro agitantur, corpora etiam ad di$tantiam lucida fiunt .

559. 558.

_Atmo$phæram & ignem facilius moveri in vacuo_ etiam pa- 565. tet: $i enim globo aër extrahatur nullum lumen, neque ele- ctricitatis actio ab exteriori parte ob$ervari po$$unt , pars 557. 560. vero globi interior maxime lucida apparet, igni$que majori copia in hoc experimento quam in $tatim memorato $en$i- 558. bilis e$t.

Electricitatis autem actio extracto aëre etiam ab interiori parte ce$$at , quo everti videtur quod de faciliori motu 561. atmo$phæræ in vacuo dictum. Minime tamen probabile e$t atmo$phæram $æpius memoratam in hoc ca$u nullibi mo- veri. Videtur e contra illam eandem cum igne viam $equi & ver$us illam partem moveri ad quam minor datur re$i$ten- tia; & ce$$ationem actionis electricitatis tribuendam e$$e ip$i privationi aëris, quo mediante _ab atmo$phæra fila mo_- 566. _ventur_; eodem modo ut in $equentibus videbimus , ac 605. 607. ignis, qui liberrime omnia corpora penetrat, _mediante aëre_ aut vapore violenter in illa agit.

Mi$$is conjecturis, nixis licet multis experimentis, ad cæte- ra quæ ignem $pectant redeamus. Varia autem experimen- ta in vacuo peragenda $unt, in quibus attritus requiritur, quæ $equenti Machinâ in$tituenda $unt.

Sit M Machina Pneumatica de qua antea actum , LL lami- 567. na ænea cui vitrea va$a $uper imponuntur; ad latera lami- TAB. II. fig. 2. næ dantur columnæ ligneæ duæ AD, AD, harum ba$es 437. imponuntur tabulæ $upremæ Machinæ Pneumaticæ, pro parte tamen infra hanc tabulam per foramina penetrant ut columnæ, lignis transver$is, facile firmentur & finitis expe- rimentis tollantur.

Vas vitreum in quo experimenta in$tituuntur, cujus al- titudo e$t circiter novem poll. & diameter $ex poll.. o- perculo obtegitur, cum quo cohæret pixis cum coriis , 440. hanc pertran$it axis æneus, & ne, dum axis circumrotatur operculum moveri po$$it datur pars pixidis quadrata, quæ exacte congruit cum foramine quadrato in tabella lignea EE, quæ ab operculo $u$tinetur, & quæ firmatur hanc cochleis [0489]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. II. B, Bad latera deprimendo, non autem ab ip$is columnis $u- $tinetur.

Ver$us $uperiore\’m columnarum partem ab his $u$tinetur tabella minor FF, quæ ope cochlearum etiam firmatur, cum hac lamella in inferiori parte in medio cohæret fru$tum æneum _g_, in quo cavitas datur, in qua movetur extremitas $u- perior axis memorati, cujus maxima pars vitro contenta, in formam helicis $ulco circumdata cochleam format, circa quam cochleæ exteriores duæ _d, d_, moventur ad varia cor- pora cum axe firmanda in$ervientes.

Inferior axis extremitas in cavitate _c_ movetur. Lami- na ænea inflexa ela$tica _ff_ cum fru$to æneo _c_ cohæret, & ope cochleæ cum lamina LL connectitur in foramine, per quod aër extrahitur, $ervato tamen in _c_ minori foramine ut aëri tran$itus detur & vas exhauriri po$$it.

Evacuato va$e vitreo, axis memoratus, propter coria in pixide P, circumrotatur nullo admi$$o aëre, $ed ut celeri- ter circumvolvatur datur rota ænea minor _r_ diametri circi- ter duorum pollicum, pinnulis armata in fundo $ulci in quo funis applicatur.

Rota major R diametri circiter trium pedum in $itu ver- ticali, cum $u$tentaculo, ad latus Machinæ Pneumaticæ di$- ponitur, & cum hujus pede rotæ $u$tentaculum ope cochle- arum jungitur.

Funis, minorem rotam _r_ circumdans, $uper trochleis oblique po$itis in $uperiori parte columnarum C, C, dedu- citur, & ibi inflexus ad majorem rotam pervenit quam cir- cumdat, ita ut agitatione rotæ verticalis R, axis $æpius me- moratus celerrime circumrotetur, quo in vacuo datur motus ad varia experimenta in$tituenda.

EXPERIMENTUM 8.

Detur globus vitreus diametri trium pollicum, aut duo- 568. rum pollicum cum $emi$$e, perforatus ab utraque parte, etiam pote$t ad foramina cylindrice terminari. Per hæc forami- na, ut globus circumagatur, tran$mittitur axis $tatim me- moratus; $ubere ab utraque parte globi ora obteguntur & fir- mantur hic ope cochlearum _d, d_, eodem modo ac in figura, [0490]PHYSICES ELEMENTA harum ope firmantur orbiculi per quos axis tran$it.

Globus, $ic firmatus, cum axe in vacuo motu rotæ R celer- rime movetur: ut attritus detur, pannus applicatur ab utra- que parte laminæ _f, f_, quæ ela$ticitate ab utraque parte globum premit.

Si in loco ob$curo experimentum in$tituatur globus luci- dus apparebit, continuato motu ut globus attritu incale$cat, lumen quidem augetur, $ed fixum tunc datur in locis ubi at- tritus datur.

Sequitur ex hoc experimento _Ignem vitro contentum ut_ 569. _appareat aëre non indigere_, incale$cit enim & lucet $ublato aëre & interno & externo.

EXPERIMENTUM 9.

Detur orbis ligneus diametri circiter duorum pollicum 570. aut duorum pollicum cum $emi$$e, & cujus cra$$ities $it $emi- pollicis, ad latus circumdetur orbis cavitatibus ut globulis gyp$eis circumdari po$$it, qui $i in cavitatibus applicentur, firmiter orbi alligari poterunt ope fili $ingulos globos per medium trajicientis. Si per centrum hujus orbis tran$eat axis in experimento præcedenti, memoratus & orbis firme- tur ut de globo ibi dictum, & detur attritus ut in illo experi- mento, evacuato va$e, in loco ob$curo lumen apparebit.

EXPERIMENTUM 10.

Mercurium ignem continere experimentis in vacuo in$ti- 571. tutis patet. Si enim mercurius probe depurgatus in vitro aëre vacuo agitetur lucidus apparet.

Si Globo vitreo contineatur Mercurius, poterit ille cir- 572. cumrotari ut in aliis experimentis dictum, & amœnum da- bitur $pectaculum $i lente moveatur globus. Ope aceti fer- vidi$$imi & calidi depurgatur mercurius ni$i $tannum con- tineat.

Evacuatur aëre globus mercurium continens, jungendo 573. cum globo tubum longitudinis circiter duorum pedum, & jungendo aliam tubi extremitatem ab inferiori parte cum foramine in medio laminæ Machinæ Pneumaticæ.

Si tunc foramen hoc, ut & illud per quod aër extrahitur, tegantur va$e laminæ memoratæ $uper impo$ito, aër facile ex globo deducitur.

[0491]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. II. EXPERIMENTUM. 10.

Sit orbis O; jungatur hic, adhibito tubo EE, ope co- 574. chleæ cum foramine in lamina Machinæ pneumaticæ ita ut TAB. I. fig. 4. aër ex va$e R, orbi O $uperimpo$ito, extrahi po$$it. Tubus autem per quod aër extrahitur prominet in va$e ad altitudi- nem quatuor aut quinque pollicum, inflectitur & parvam habet aperturam; quæ omnia ob$ervanda $unt, ne quam mi- nime Mercurius ad Machinam pneumaticam pervenire po$$it.

Cum orbe in medio jungitur tubus æneus B; inferior pars clau$a pertingit fere ad fundum va$is V, Mercurium depur- gatum continentis; ad latus foramen datur, quod clavo A exacte obturatur, $uperior tubi B extremitas in va$e R datur & aperturam habet exiguam.

Altitudo va$is R e$t circiter $edecim pollicum, diameter quatuor pollicum; $i ex hoc aër evacuetur & foramen ad latus tubi B aperiatur, pre$$ione aëris exterioris violenti$$i- me Mercurius tubum intrabit, & pro$iliet magno impetu in $uperiorem partem va$is R impingens.

In loco ob$curo in$tituendum Experimentum e$t, & Mer- curius lucidus apparebit.

EXPERIMENTUM. 11.

Noti$$ima datur chemica præparatio ex urina, _Pho$phorus_ 575. _Vrinæ_ dicta, in aqua $ervatur; $i ex illo $tilus formetur & litteræ $uper charta $cribantur, in loco ob$curo, igneæ appa- rebunt. Pho$phorus ip$e aqua extractus $tatim incale$cit & fumum emittit; quæ omnia ignem magnâ copiâ Pho$phoro contineri probant.

In hoc Experimento _$en$ibilem ob$ervamus aquæ actionem_ 576. _in ignem Pho$phoro contentum; illa_ enim _hunc retinet_ ita, ut minimè ex Pho$phoro, quamdiu aquâ circumdatur, exire po$$it; $ublatâ autem aquâ calor & fumus $tatim indicant ignem a Pho$phoro recedentem.

_Aër_ etiam _ignem aquâ calidâ contentum quodammodo in_ 577. _hac retinet_, id e$t cohibet ne eadem celeritate ac in vacuo exeat.

EXPERIMENTUM. 12.

Dentur duo va$a quæcunque æqualia & $imilia, infunda- [0492]PHYSICES ELEMENTA tur aqua ebulliens, æquali quantitate in utroque; impona- tur unum laminæ Machinæ Pneumaticæ & $uperimpo$ito va$e aër ex hoc extrahatur; dum aër extrahitur ebullit aqua violenter ex actione ignis exeuntis; $tatim enim hæc tepida fit, dum aqua, quæ in va$e alio aëri reman$it expo$ita, vix ex calore quid ami$it.

Quid $imile ob$ervamus re$pectu ligni lucidi; lignum enim 578. datur, quod in terra putrefactum, $i terrâ extrahatur, lucet; terra quæ lignum circundat retinet ignem, $ublatâ hac i- gnis exit & per aliquot dies lucidum manet. In vacuo cito perit lumen & admi$$o aëre non re$tituitur.

Quomodo autem ignis in corpore retineatur a corporibus circundantibus & cuinam actioni effectus hic tribuendus $it, non facile determinari poterit; minimè probabile e$t pre$- fionem hìc e$$e con$iderandam, cùm ignis omnia corpora $ubtilitate $ua facile penetret.

CAPUT III. De motu Ignis, ubi de Calore & Lumine.

IGnem celerrime moveri diximus , motus hicce pro variis 545. circum$tantiis diver$os edit effectus. Calor & lumen di- ver$itati motus ignis ad$cribenda $unt.

_Calor in corpore calido e$t agitatio partium corporis &_ 579. _ignis in hoc contenti_, qua agitatione motus in corpore no- $tro datur, qui ideam caloris in mente no$tra excitat;

Calor no$tri re$pectu nibil e$t præter _illam_ ideam, & in 580. corpore calido nil datur præter motum.

Hic in memoriam revocare debemus, quæ no. 502. de $en$ationibus in genere dicta $unt, quæ etiam ad lumen re- $erri debent.

_Quando ignis per lineas rectas oculos no$tros intrat, ex_ 581. _motu quem fibris in fundo oculi communicat, ideam luminis_ _excitat_; de quo fibrarum motu in $equentibus peculiarius erit agendum . _Motum per lineas rectas_ in lumine dari ex 582. ob$taculo quo lumen intercipitur facile probatur. Contra 716. autem talem motum _in calore non requiri, motumque irre_- [0493] [0493a] [0494] [0495]MATHEMATIC A LIB. III. CAP. III. _gularem magis aptum e$$e_ ex eo probatur, quòd radii $ola- res directe a Sole ad apicem montis pervenientes, $en$<007>bilem quantum ad calorem non edant effectum; dum in valle in quo motu irregulari variis reflexionibus agitantur radii, ca- lor $æpe detur maxime inten$us.

DEFINITIO.

Corpus _vocatur_ lucidum, _quod lumen emittit_, id e$t, i- gnem per lineas rectas agitat.

_Lumen non ubique dari ubi datur ignis_, extra omne du- 583. bium e$t; corpora calida non $emper lucere quotidie vide- mus.

_An_ autem _corpus detur lucidum $<007>ne calore determinari_ 584. _non pote$t_. Calor in corporibus e$t motus qui in inf<007>nitum minui pote$t; & motus ille dari pote$t licet nobis non $<007>t $en$<007>bilis, de quo calore $æpe nihil inve$tigare po$$umus; Verùm enim verò certi$$<007>me con$tat multa dari corpora lu- cida $<007>ne calore nobis $en$<007>bili . Circa quod notandum, 571. nullum dari calorem nobis $en$<007>bilem, ni$<007> corpus quod in organa no$tra agit habeat calorem $uperantem calorem ip$o- rum organorum. Unde videmus judicium circa calorem, quod $en$<007>bus fertur, omnino e$$e incertum.

Quando partes minimæ ex quibus corpus quodcunque con- $tat, attritu, aut actione ignis extranei, aut alio quocunque mo- do agitantur, ignis ab his $eparatur & in corpore agitatur, tunc- que ignis & particulæ corporis attractione in $e mutuo agunt, ut illud, experimentis in $equentibus memorandis , probatur. 611. Qua actione particulæ quædam a corpore $eparantur & mo- tu ignis a corpore auferuntur. Hæc autem e$t cau$a quare _corpora duriora violento attritu $æpe combur antur_.

585.

_Deducimus ex hi$ce_ combu$tionem corporum e$$e partium 586. $eparationem ex actione mutua in $e invicem partium cor- poris & ignis; _harum_ partium quædam motu ignis ablatæ 587. flammam & fumum formant.

Videmus ulterius, corpus, quod admoto igne comburi- tur, non modo di$$olvi ex actione ignis extranei, $ed etiam ex actione ignis in ip$o corpore contenti; caloremque auge- ri & ex novo igne accedente, & ex aucta agitatione ignis [0496]PHYSICES ELEMENTA quem corpus ip$um continet, & ita _calorem non $equi pro-_ 588. _portionem quantitatis ignis_.

Circa motum luminis con$tat, ut diximus , hoc moveri 581. per lineas rectas; $ed utrum $<007>t $ucce$$<007>vus, an momenta- neus luminis motus, di$putatur, id e$t, utrum eodem quo corpus lucere inchoat momento, lumen ad di$tantiam quam- cunque $en$<007>bile $<007>t, an vero $ucce$$<007>ve lumen ad loca magis ac magis di$tantia perveniat.

Ex ob$ervationibus variis a$tronomicis clare $equi videtur, 589. motum hunc e$$e $ucce$$<007>vum & diu de eo non dubitarunt Philo$ophi; quibu$dam tamen recentioribus ob$ervationibus conclu$<007>ones ex primis deductæ labefactantur, & quid igno- tum circa motum luminis dari fateri cogimur.

Motus de loco in locum non $ucce$$<007>vus contradictionem involvit, & _lumini motum de loco in locum e$$e tribuendum_ 590. _vix in dubium vocari pote$t_.

Ob$ervamus enim tran$lationem ignis in vaporibus & in fumo; in quibus ca$<007>bus ignis $ecum fert corpora quibus ad- hæret & $æpe tamen celeriter movetur: $<007> ignis $ubtilitas confideretur, facile patebit illum in immen$um retardari a corporibus quibus adhæret, & liberatum velocitate maxima debere transferri.

Circa calorem & lumen varia præterea ob$ervanda $unt, maxime digna quæ notentur, $ed quorum multa explicatu $unt difficillima. In Phy$icis ubi cau$æ latent, effectus $al- tem $unt memorandi.

_Corpora calefacta videmus multa, quorum $i calor augea-_ 591. _tur lucida fiunt_; talia $unt metalla: Partium agitatione ignem emittunt, $ed non per lineas rectas; aucto verò partium motu, per lineas rectas pro parte movetur ignis & cor- pus lucet.

Eodem plane modo fumus, $i admotâ flammâ magis in- 592. cale$cat, ip$e in flammam convertitur; id e$t in corpus lu- cidum mutatur.

EXPERIMENTUM 1.

Sit candela C, flatu extincta, quæ fumum emittit F; TAB II. fig. 3. admoveatur candela alia A; fumus $e$e convertet in flam- [0497]MATHEMATIC A. LIB. III. CAP. IV. mam, & quidem $ucce$$ive ad candelam C u$que, quæ ta- li modo accenditur ope candelæ A, quæ a prima di$tat pollices $ex aut octo.

Aërem in ignem agere diximus , illius actio in hunc in 577. multis occa$ionibus minime contemnenda datur re$pectu lu- minis. _Sæpe ut lumen detur, aut ut ignis $ervetur, aëris_ 593. _præ$entia nece$$aria e$t_, quod in combu$tione omnium cor- porum ob$ervatur, quæ ab$ente aëre extinguuntur.

EXPERIMENTUM 2.

Si candela lucens, laminæ Machinæ Pneumaticæ impo$i- ta, vitro obtegatur, & aër extrahatur, $tatim extinguitur.

EXPERIMENTUM 3.

Detur orbis chalibeus diametri circiter trium pollicum, TAB. II. fig. 2. perforetur in medio, ut per orbem tran$eat axis in vacuo mobilis & firmetur ille inter duos orbes ligneos ope co- 567. chlearum _d, d_; laminæ ela$ticæ _f f_ annectantur fru$ta Pyritæ, ita ut motu axeos attritus detur inter peripheriam orbis cha- libei & Pyritas. Quamdiu aër datur in vitro, lumen ex attri- tu dari ob$ervatur; extracto vero aëre, licet attritus conti- nuetur, lumen non apparet; admi$$o aëre iterum $en$ibile e$t.

Contra etiam ob$ervamus _aëris ab$entiam $æpi$$ime requi-_ 594. _ri in lumine_, ut illud in experimentis ante memoratis ob$er- 557. 571. vari potuit . Tandem _$ublato aëre augetur aliquando lu-_ 595. _men, quod & in aëre videri pote$t_.

EXPERIMENTUM 4.

Pho$phoro urinæ, de quo antea , litteræ in$cribantur 575. aut figuræ delineentur in charta; in loco ob$curo ut dictum lucidæ erunt; detur hæc charta in loco vacuo, magis lit- teræ eluce$cent.

CAPUT IV. De dilatatione ex calore.

OMnia corpora ex ignis actione dilatantur ; hanc autem 596. _dilat at ionem_, cum mutato calore immutari ob$ervamus; 547. ita ut _a motu ignis non verò ab hujus quantitate pendere_ vi- [0498]PHYSICES ELEMENTA deatur; corpora enim $ive attritu $ive admoto igne extraneo calefiant $e$e expandunt.

EXPERIMENTUM 1.

Detur lamina ferrea L, longa circiter tres pedes, $it hæc TAB. III. fig. 1. quadrata & cra$$itiei quartæ partis unius pollicis; $uper ta- bula ponitur inter duo ob$tacula firma O, O; inter ob$tacu- lum unum & laminæ extremitatem datur regula ferrea R _r_, longitudinis circiter quatuor aut quinque pollicum; latior e$t hæc regula in R quam in _r_ quantitate quartæ partis unius pollicis, & paululum e$t obliqua extremitas laminæ L ut cum regulæ latere congruat, quæ in partes æquales exiguas divi- ditur, & quantum pote$t intruditur inter ob$taculum & re- gulæ extremitatem, & notatur divi$io quæ cum latere la- minæ congruit.

Calefiat deinde lamina $ive attritu, $ive admoto igne, ite- rumque inter ob$tacula ponatur & intrudatur regula R _r_, non ad eandem divi$ionem quam antea poterit intrudi quod dilatatam laminam clari$$imè indicat.

EXPERIMENTUM 2.

_Liquida eodem modo ac $olida ex calore dilatari_ hac me- 597. thodo probatur. Sit Globus vitreus G, cui annectitur tu- TAB. II. fig. 4. bus exiguus E D, $i globus liquido quocunque impleatur ita, ut ad altitudinem quamcunque in tubo pertingat, calefacto globo a$cendet liquidum in tubo; ad quod calor exiguus $ufficit, etiam$i de Mercurio liquidorum den$i$$imo agatur. Experimentum eodem modo, $ed melius, procedit $i loco glo- bi detur cylindrus cavus C cum annexo tubo B A; citius e- nim calor toto liquido communicatur in cylindro quam in globo.

Si tubus, E D aut B A in partes aquales dividatur; aut 598. tubus, cum globo aut cylindro, tabulæ applicetur ita, ut di- vi$iones æquales in tabula cum tubo congruant, poterit tali Machinâ calor quodammodo men$urari: a$cendit enim & de$cendit liquidum in tubo dum cre$cit aut minuitur calor corporum circumdantium. _Thermometra_ vocantur hæ Ma- 599. chinæ & vulgares admodum $unt. Indicant quidem hæ mutationem in calore, $ed an caloris gradum mon$trent in- [0499]MATHEMATICA LIB. III. CAP. IV. certum e$t, id e$t ignotum e$t quænam relatio detur inter mutationem in expan$ione & mutationem in calore; ut ex comparatis dilatationibus gradus caloris po$$int conferri in- ter $e.

Si $ubito incale$cat globus G aut cylindrus C, $tatim li- 600. quidum in tubo de$cendit, $ed immediate po$t a$cendit. Ex calore $ubito citius vitrum ip$um incale$cit quam liqui- dum in vitro contentum; ideo dilatato ex calore vitro, & eo auctâ hujus capacitate, de$cendit liquidum, $ed imme- diate po$t calor liquido communicatur, quod ideo a$cendit.

Ex corporum expan$ione patet _particulas, ex quibus cor-_ 601. _pora con$tant, ex actione ignis acquirere vim repellentem_ _qua a $e mutuo recedere conantur_, & quæ cum vi qua par- ticulæ $e $e mutuo petunt contrarie agit. Quamdiu hæc vis 31. illam $uperat particulæ cohœrent minus aut magis pro di- ver$o caloris gradu. Quando vis repellens fere adæquat vim attrahentem, particulæ antea intimè junctæ vix cohœrent, & inpre$$ioni cuicunque cedunt & fac<007>le moventur inter $e; unde videmus _corpus $olidum calore in liquidum mutari_, 602. quod in omnibus corporibus quæ calore liquefiunt ob$erva- tur, imminuto vero calore ad pri$tinum $tatum redeunt. Quæritur _an non fluiditas omnis a calore pendeat?_ quod _de-_ 603. _terminari non pote$t_, quia corpus omnino igne de$titutum nullum novimus; illud certum e$t calorem non modo cau$am e$$e fluiditatis in metallis, cerâ & $imilibus corporibus lique- factis, $ed multa corpora, quæ vulgo inter fluida referuntur, a calore $olo fluere; $ic _aqua e$t glacies liquefacta_, $ublato 604. enim proparte aquæ calore coale$cit.

Calor ita pote$t adaugeri, ut in quibu$dam corporibus tota 605. vis attrahens $uperetur a vi repellente, in quo ca$u particu- læ $e$e mutuo fugiunt; id e$t vim ela$ticam acquirunt, quæ $imilis e$t illi qua particulæ aëris gaudent , quæ etiam in 431. aëre calore augetur; effectum hunc ob$ervamus in fumo & vaporibus.

EXPERIMENTUM 3.

Detur globus cavus æneus E, diametri circiter quatuor TAB. III. fig. 2. pollicum, cum manubrio M; cum globo jungitur tubus T [0500]PHYSICES ELEMENTA cujus apertura vige$imam pollicis partem vix æquat. Cale- fiat globus, aër in globo $e$e expandet & per tubum exi- 597. bit; aquâ frigidâ immergatur globus, frigore aër iterum con- den$abitur &, pre$$ione atmo$phæræ in aquæ $uperficiem, aqua intrabit globum.

Globo tali modo pro parte aquâ impleto $uper igne pona- tur, eo momento quo aqua in vapores mutabitur exibunt va- pores per T; $i autem calor augeatur ita ut violenter ebul- liat aqua, vapores compre$$i in $uperiore parte globi ab omni parte ela$ticitate $ua recedere conantur & violento motu per tubum exeunt. _Æoli Pila_ vocatur hæc Machina.

606. EXPERIMENTUM 4.

Magis $en$ibilem effectum vis ela$ticæ vaporum in Expe- 607. rimento $equenti habemus.

Globus E cujus diameter e$t etiam quatuor pollicum, $ed TAB. III. fig. 3. qui ex cra$$iori metallo con$truitur quam globus quo in præ- cedenti experimento u$i $umus, rhedæ exiguæ & levi impo- nitur ut in figura videtur. In $uperiori parte tubus T qua- dratus cum globo jungitur. In medio tubi $eparatio datur & cavitas po$terior communicationem cum globo habet; fora- men, cujus diameter e$t circiter pars octava pollicis, datur in medio $eparationis in tubo, qui ab anteriori parte apertus e$t. Clauditur foramen laminâ quæ per duo tran$it forami- na in lateribus tubi & $eparationi in tubo applicatur; cùm la- mina paululum $it obliqua, $i ictu mallei intrudatur exacte claudet foramen.

Globus a rheda $eparatur & foramen re$eratur, calefacto globo $i hic aquâ immergatur, pro parte impletur aqua ut in experimento præcedenti. Clau$o foramine iterum glo- bus igni inponatur donec aqua violenter ebulliat; $i tunc globus cum rheda jungatur & foramen aperiatur, exibit vapor violenter ver$us unam partem dum rheda ver$us par- tem oppo$itam feretur.

Vapor violenter compre$$us conatur ver$us omnes partes 608. recedere & quidem æqualiter, ideoque pre$$iones oppo$itæ $e$e mutuo de$truunt, aperto vero foramine vapor qui exit non premit; tollitur ergo pre$$io quædam ab una parte & contraria prævalet, rheda movetur.

[0501] [0501a] [0502] [0503]MATHEMATIC A. LIB. III. CAP. V.

Tubuli pulvere nitrato farti accen$i in altum feruntur, quia 609. pulvis accen$us ela$ticitatem acquirit, & hujus partes quaqua- ver$um conantur recedere: cùm ab una parte tubus $it aper- tus, pre$$io in tubum minor datur ver$us illam partem & con- traria ideo prævalet.

LIBRI III. Pars II.

De Inflexione, Refractione, & Reflexione luminis.

CAPUT V. De Inflexione radiorum luminis.

PRæmi$$is, in parte præcedenti, quæ ignem in genere $pe- ctant, luminis proprietates & phœnomena ex iis oriunda ad examen revocanda $unt.

Mira admodum $unt quæ circa lumen ob$ervantur, pau- cis tamen naturæ legibus pleraque explicantur.

Lumen movetur per lineas rectas , ob$taculo pote$t in- 581. tercipi, quod totum illud & quidem $olum intercipit quod ad ob$taculum accedit.

DEFINITIO.

_Lumen quodcunque con$ideratum juxta directionem mo-_ 610. _tus $ui, $i totum juxta eandem directionem feratur, vocatur_ Radius luminis.

Tale e$t lumen quod a Sole procedens per foramen tran$it.

Ignis, ut antea dictum, a corporibus attrahitur , cujus 549. attractionis effectus notabiles in combu$tione corporum ob- $ervamus; in lumine etiam $en$ibiles $unt; deflectitur enim a via recta _lumen quando juxta corpora tran$it;_ quod ut di- 611. $tinctè ob$ervetur $equens in$tituendum experimentum.

EXPERIMENTUM 1.

Detur tabella T longitudinis & altitudinis circiter $ex pol- TAB. III. fig. 4. licum; in $uperficie tabellæ datur cavitas _c c_, in qua moven- tur fru$ta duo chalibea; utriu$que acies $imilis e$t aciei cul- tri; concurrunt amborum acies in medio tabellæ, & exactè [0504]PHYSICES ELEMENTA junguntur. Datur ubi concurrunt foramen quadratum in ta- bella, cujus latus fere pollicem æquat, ut ad memoratas acies radius luminis in cubiculum tenebro$um per foramen, cujus diameter æquat quartam pollicis partem, penetrans perveni- re po$$it.

Si inter acies memoratas detur di$tantia circiter decimæ partis unius pollicis, & lumen inter has tran$eat, po$ita tabel- la T ad di$tantiam trium pedum a fene$tra, $i lumen cadat $uper charta A, ad di$tantiam quinque pedum a tabella, ad latera luminis apparebit, ab utraque parte, lumen $imile caudæ cometæ, quod probat lumen _inftecti_ dum juxta acies tran$it, ut ex figura $atis patet.

Si magis ad $e mutuo accedant acies, ut ex. gr. di$tantia in- ter has $it cente$imæ partis unius pollicis, loco luminis memo- rati ab utraque parte apparent fimbriæ coloratæ tres, in $itu pa- rallelo ad acies, quæ & magis di$tinctæ apparent, $i foramen in fene$tra minuitur. Unde autem colores hi oriantur in $equen- tibus dicam. Nunc $atis erit ex hoc experimento deducere, lumen _attrabi a corporibus_ a quibus radii inflectuntur; ni$i e- nim daretur motus ver$us corpus, per rectam radius motum continuaret.

_Actio_ vero _corporum, quâ in lumen agunt ad hoc attraben-_ 612. _dum, $e$e exerit ad di$tantiam $en$ibilem_; ut experimento con$tat.

EXPERIMENTUM 2.

Po$itis quæ in experimento præcedenti, $i di$tantia inter TAB. III. fig. 4. acies detur circiter quadringente$imæ partis pollicis, nullum lumen inter $imbrias memoratas $uper charta apparebit, ita ut, in hoc ca$u, totum lumen quod inter acies tran$it ver$us utramque partem inflectatur & formet fimbrias memoratas. Quod clarè indicat chalibem ad minimum ad di$tantiam o- ctingente$imæ partis pollicis in lumen agere.

_Actionem illam cum imminutâ di$tantiâ augeri_, etiam pro- 613. batur.

EXPERIMENTUM 3.

Po$itis quæin præcedenti experimento, minuatur di$tantia TAB. III. fig. 4. inter acies; fimbriæ $ucce$$ivè evane$cunt, donec junctis a- [0505]MATHEMATICA LIB. III. CAP. VI. ciebus lumen nullum inter has tran$eat. Primæ autem fim- briæ quæ evane$cunt, $unt quæ radiis minimè inflexis for- mantur, ultimæ quæ a radiis maximè inflexis; id e$t, dum accedunt ad $e mutuo acies, umbra inter fimbrias ab utra- que acie formatas continuò augetur, donec tandem totum lumen ab utraque parte evane$cat. Unde clarè $equitur, eo magis inflecti radios, quo ad minorem di$tantiam ab aeiebus tran$eunt, id e$t attractionem cum imminutâ di$tantiâ au- geri.

Hæc autem attractio, quid peculiare habet, nam _attractio_ 614. _unius aciei admotâ aliâ augetur_. Quod in hoc ultimo expe- rimento clare patet, nam in acce$$u acierum ad $e mutuo inflexio radiorum continuò major e$t.

CAPUT VI. De Luminis Refractione & hujus legibus. DEFINITIO 1.

_OMne quod lumini tran$itum dat, vocatur_ Medium.

615.

Vitrum, Aqua, ip$um Vacuum $unt media.

Dum radius ex uno medio in aliud penetrat, $æpe a linea recta deflectitur.

DEFINITIO 2.

Inflectio hæc _Refractio_ dicitur.

616.

Vt detur refractio requiritur, ut media den$itate differant, _617._ & ut radius cum $uperficie media dirimente angulum obli- quum formet.

_Oritur refractio ex eo, quòd radii a den$iori medio magis_ 618. _quam a rariori attrahantur_, a qua attractione, quæ in capi- te præcedenti probatur, omnia quæ refractionem $pectant deducuntur.

Sit EF mediorum $eparatio, $it ver$us X medium den- 619. $ius, ver$us Z medium rarius. Singulæ materiæ particulæ TAB. IV. fig. 1. vi attractivâ gaudent , hæcque vis re$pectu luminis locum 31. habet . Sit di$tantia, ad quam actionem $uam particulæ exe- 611. runt, illa, quæ datur inter lineas EF & GH. Lumen er- go quod inter has lineas datur a medio X attrahitur.

[0506]PHYSICES ELEMENTA

Ad di$tantiam ad quam datur linea GH, $olæ particulæ extremæ medii X in lumen agunt; in di$tantia minore cum his & aliæ agunt ita, ut vis attrahens cre$cat, quando di$tantia minuitur, ut ante jam ob$ervatum . Detur in medio den- 613. $iori X, linea IL ad eandem ab EF di$tantiam, ad quam in me- dio Z datur GH. Intret lumen medium X, ab omni par- te attrahetur a particulis medii, quarum di$tantiæ a lumine minores $unt di$tantiâ inter EF & GH; ad hanc enim di$tantiam lumen a particulis medii X attrahi ponitur.

Quamdiu lumen ver$atur inter lineas EF & IL, vis attrahens ver$us JL prævalet, quia majori numero par- ticulæ ver$us hanc partem trahunt; cre$$ente autem numero particularum in contrariam partem agentium, id e$t, cre$- $ente di$tantia ab EF minuitur vis ver$us IL, donec in ip$a linea IL ver$us omnes partes æqualiter attrahatur lu- men, quod ubique in Medio X ultra IL etiam obtinet.

Accedat radius luminis A _a_ & obliquè incidat in $uperficiem dirimentem media, aut potius in $uperficiem GH, ubi da- tur initium actionis, qua lumen ver$us Medium X pellitur; Quando radius pervenit ad _a_ detorquetur a linea recta per vim, qua a medio X attrahitur; id e$t, qua juxta directio- nem ad hujus medii $uperficiem perpendicularem ver$us hoc pellitur. Et quidem in omnibus punctis deflectitur radius a linea recta, quamdiu datur inter lineas GH & IL, inter quas memorata attractio agit; ideoque inter has lineas Ra- dius curvam _a b_ de$cribit, eodem modo ac de gravibus pro- jectis dictum . Ultra lineam IL ce$$at actio Radium de- 208. flectens; rectâ ergo pergit per _b_ B, juxta directionem curvæ in puncto _b_.

Di$tantia inter lineas GH & IL admodum e$t exigua, quare in con$ideratione refractionis ad partem incurvatam radii non attendimus, radiu$que con$ideratur qua$i con- $tans ex duabus lineis rectis AC, CB concurrentibus in G, nempe in $uperficie media dirimente.

Per C ad $uperficiem EF detur perpendicularis NCM.

DEFINITIO 3.

_Pars A C Radii memorati vocatur_ Radius incidens.

620. [0507] [0507a] [0508] [0509]MATHEMATICA LIB. III. CAP. VI. DEFINITIO 4.

_Angulus A C N vocatur_ Angulus incidentiæ.

621. DEFINITIO 5.

_Pars CB radii dicitur_ Radius refractus.

622. DEFINITIO 6.

_Angulus BCM vocatur_ Angulus refractionis.

623.

In hoc ca$u, _ubi lumen e medio rariori in den$ius penetrat,_ 624. _Angulus refractionis minor e$t Angulo incidentiæ_, ex infle- xione radii; æquales enim forent hi anguli, $i radius AC per CD rectâ viâ motum continuaret. Accedit autem Ra- dius CB magis ad perpendicularem CM; _quare refractio_ _dicitur fieri ver$us perpendicularem._

Contra, _$i radius e medio den$iori in rarius tran$eat, rece-_ 625. _det a perpendiculari_, quia attractio medii den$ioris in ra- dium eadem e$t, $ive radius ex rariori in den$ius, $ive e den- $iori in rarius penetret. Idcirco $i BC $it radius inciden- tiæ, CA erit radius refractus, id e$t, _per ea$dem lineas_ 626. _movetur radius a quacunque parte procedat._ Ideoque, _$i duo_ 627. _radii, unus e medio den$iori in rarius, alter e rariori in den$ius,_ _penetrent, angulu$que refractionis bujus æqualis $it angulo in-_ _cidentiæ illius, reliqui duo anguli incidentiæ & refractionis_ _erunt æquales inter $e._

Exquibus $equitur, _directionemradii non mutari, $i movea-_ 628. _tur trans medium terminatum duabus $uperficiebus parallelis_ _inter $e_, quantum enim in ingre$$u ver$us aliquam partem deflectitur, in tantum exacti$$ime dum exit ver$us partem oppo$itam inflectitur.

_Si radius perpendiculariter cadat in $uperficiem qua duo_ 629. _media $eparantur, a recta via non deflectetur_ attractione me- dii den$ioris; actione hac cum radii motu in eadem dire- ctione in hoc ca$u agente.

Ut dicta Experimentis confirmentur, datur pixis P, lon- 630. gitudinis circiter unius pedis, latitudinis & altitudinis qua- TAB. IV. fig. 2. tuor pollicum. Latera duo majora _a b c d, a b c d_, $unt plana vitrea parallela inter $e, pixis hæc aquam continet ad altitudinem circiter duorum pollicum cum $emi$$e.

In loco ob$curo in$tituuntur experimenta; lumen intromit- [0510]PHYSICES ELEMENTA titur per $ci$$uram in orbe mobili O, qui in fene$tra datur, & rotatur ut $ci$$ura ad libitum po$$it inclinari; $ci$$uræ lon- gitudo e$t quatuor pollicum, latitudo octavæ pollicis partis.

Lumen intromi$$um in $peculum Simpingit; ita $ci$$ura in- clinatur & $peculum di$ponitur, ut radius per $ci$$uram in- tromi$$us a $peculo horizontaliter reflectatur, manente ra- dio in $itu verticali, ut tran$eat per $ci$$uram verticalem in tabella T, $imilem illi quæ datur in orbe O. Tabella hæc cum fci$$ura adhibetur ad minuendam radii introm$$i latitu- dinem, quæ continuo cre$cit propter lumen a lateribus Solis proveniens.

EXPERIMENTUM 1.

Po$itis, quæ in explicatione Machinæ dicta, incidat ra- dius perpendiculariter in $uperficiem _a b c d_; rectâ tran$i- bit per aquam ut per $uperiorem pixidis partem, & neque in ingre$$u, neque in exitu deflectetur a via: quo confirma- tur n. 629.

EXPERIMENTUM 2.

Ii$dem po$itis, incidat oblique radius in $uperficiem _a b_ _c d_ in _f g_; pars radii $uperior motum $uum per _h_ rectâ viâ continuabit; pars verò inferior in aqua, inflectetur ver- $us _i_, accedendo ad perpendicularem: quod confirmat n. 624.

EXPERIMENTUM 3.

Manentibus quæ in Experimentis præcedentibus, radius qui in _i_, ex aqua in aërem tran$it, deflectitur a via $ua rece- dendo a perpendiculari, & quidem ita, ut $equatur eandem directionem cum radio in aquam incidente in _g_; ille enim motu parallelo fertur cum radio _f h_ continuato: quod con- firmat n. 625. 626. & 628.

In dictis huc u$que, tantum con$ideravimus attractionem medii den$ioris quia hæc prævalet, non tamen contemnen- da e$t actio medii rarioris, quia hæc minuit actionem medii den$ioris, quæ eo minor erit in lumen, quo media inter $e minus den$itate differunt. Idcirco _nulla datur refractio_ 631. _ubi den$itates mediorum $unt æquales, & eomajor e$t, quo hæ_ _den$itates magis inter $e differunt_.

[0511]MATHEMATICA LIB. III. CAP. VI.

Refractionis leges ex acceleratione quam generat attractio deducuntur; examinanda ideo e$t hæc acceleratio.

DEFINITIO 7.

_Spatium planis GH & IL terminatum, vocatur_ $patium 632. attractionis.

TAB. IV. fig. 1.

Inter plana quæ his lineis repre$entantur attractio obtinet, non ultra .

619.

Directio hujus actionis e$t perpendicularis ad $uperficiem _633._ media dirimentem, ideoque ad $uperficiem IL; & inæqualis e$t ad varias di$tantias ab hac $uperficie . Ad æquales ve- _619._ rò di$tantias æqualis e$t, _quia media ambo homogenea & u-_ _bique $ibi $imilia ponuntur._

Motus radii AC pote$t re$olvi in duos alios motus juxta directiones AO & OC , quarum prima $uperficiei F 192. E parallela e$t, $ecunda huic eidem $uperficiei perpendicula- ris; quorum motuum celeritates re$pectivè proportionales erunt hi$ce lineis AO & OC dum AC ip$ius radii ce- leritatem denotat .

192.

Motus juxta directionem AO ex attractione perpendicu- 634. lari ad $uperficiem IL non mutatur, $olus motus juxta OC acceleratur.

Pote$t $ervatâ lineâ AC, celeritate nempe ip$ius radii, 635. hujus inclinatio mutari, quo etiam mutatur celeritas juxta directionem OC, quæ celeritas in totum evane$cit, $i mi- nimus $it angulus A _a_ G. In quo ca$u $i po$t ingre$$um luminis in medium den$ius, illius motus in duos re$olvatur, ita ut unius directio $it $uperficiei IL perpendicularis, hu- jus celeritas in totum tribuenda erit attractioni $æpius me- moratæ. In ingre$$u enim in $patium attractionis generatur motus juxta hanc directionem, & in tran$itu per hoc $patium, in quo ubique nova actio juxta eandem directionem in lumen agit, continuò acceleratur. Quæ acceleratio in omnilumi- nis tran$itu per $patium attractionis obtinet, $ed diver$a e$t, pro varia celeritate qua lumen perpendiculariter ad $uperfi- ciem media dirimentem accedit.

Si æquabilis foret attractio per totam latitudinem $patii at- tractionis, po$$ent, quæ accelerationem memoratam $pectant, [0512]PHYSICES ELEMENTA ut de acceleratione gravium dictum e$t po$t n. 130., deter- TAB. IV. fig. 3. minari ope trianguli rectanguli PQR, in quo lineæ pa- rallelæ ad ba$in celeritates repre$entant, dum portiones areæ trianguli $patia percur$a de$ignant. Hìc autem de eo- dem $patio percur$o $emper agitur, latitudine nempe $patii attractionis, quia $olum motum ad $uperficiem Media diri- mentem perpendicularem con$ideramus; idcirco per por- tiones æquales areæ trianguli PQR $patium hoc percur- $um $emper repre$entatur. Sit portio hæc P_dc_ quando cum celeritate o. lumen $patium attractionis juxta memora- tam directionem perpendicularemintrat, id e$t, quando ra- dius incidens cum $uperficie media $eparante angulum mini- mum format; _dc_ in hoc ca$u de$ignabit celeritatem attra- ctione acqui$itam, & quâ lumen $patium attractionis exit.

Si autem lumen cum celeritate quæ per _fg_ de$ignatur perpendiculariter $patium attractionis intret, exibit $patium cum celeritate _hi_ po$itis areis P_dc_ & _fgih_ æqualibus inter $e, ut ex dictis patet. Triangula P_dc_, P_fg_, P_hi_ $unt $imilia, ideoque horum areæ $unt inter $e ut quadrata laterum homologorum _dc, fg, hi_ $umma autem arearum P_dc_, P_fg_ æqualis e$t areæ p_hi_, (propter areas æ- quales P_dc_ & _fgih_); ergo & $umma quadratorum li- nearum _dc_ & _fg_ æqualis e$t quadrato lineæ _hi_; unde $equitur tribus memoratis lineis formari po$$e triangulum re- ctangulum cujus hypotenu$a erit _hi_. Ergo

In triangulo rectangulo, cujus latus unum e$t celeritas quâ 636. lumen perpendiculariter $patium attractionis intrat, latus alterum celeritas percurrendo hoc $patium acqui$ita, quando lumen celeritate o. hoc intrat, hypotenu$a trianguli de$ignat celeritatem qua lumen ad partem oppo$itam $patium attractio- nis perpendiculariter exit. _Quod univer$aliter obtinet, quo-_ _modocunque mutetur attractio in $patio attractionis pro va-_ _ria di$tantia a planis quibus hoc $patium terminatur. Quod_ _ur probetur,_

Ponamus $patium attractionis in duas partes, $ive æquales $ive utcunque inæquales $ecari plano parallelo ad $uperficies quibus terminatur. Ponamus ulterius attractionem dari diver- [0513]MATHEMATICA LIB. III. CAP. VI. $am in his partibus, in eadem tamen illam non variari. Con- $iderandæ $unt hæ partes ut duo diver$a $patia attractionis. TAB. IV. fig. 4. Sit A celeritas, quam lumen primam partem $patii percurren- do acquirit, quando $patium intrat celeritate o.; $it B cele- ritas $ecundam partem $patii percurrendo acqui$ita, quan- do itidem lumen hanc partem celeritate o. intrat. Notan- dum in hac demon$tratione ubique agi de motu perpendicu- lari ad $uperficiem, qua media $eparantur.

Intret lumen primam partem $patii memorati celeritate o. ad $ecundam partem accedet celeritate A; $i ergo lateri- bus A & B triangulum formetur rectangulum ECD, hy- potenu$a ED de$ignabit celeritatem qua lumen ex $patio attractionis exibit .

636.

Si lumen celeritate FG $patium attractionis intret, for- metur triangulum rectangulum HFG lateribus FG & A; hypotenu$a HG erit celeritas, qua lumen prima par- 636. te $patii attractionis exit , & in $ecundam penetrat; for- mando autem triangulum rectangulum HGI cujus perpen- dicularis æqualis $it lineæ B, datur hypotenu$a IG de$ignans celeritatem qua lumen exit, & po$t totum $patium attractio- nis percur$um motum continuat .

636.

Demon$trandum autem e$t celeritatem IG etiam e$$e hypotenu$am trianguli rectanguli NML, cujus latus ML æquale e$t FG celeritati, qua lumen $patium attractionis intrat, & cujus latus alterum LN æquale e$t lineæ ED, celeritati, quam lumen acquirit totam latitudinem $patii re- fractionis percurrendo, quando hoc intravit celeritateo.; quo demon$trato & in hoc ca$u, in quo duæ diver$æ vires at- tractionis agunt, propo$itionem n. 636. obtineri patebit.

Lineas vero I & NM æquales e$$e ex con$ideratio- G ne triangulorum rectangulorum facile liquet. Quadratum lineæ NM valet quadrata linearum NL & LM aut FG: NL æqualis lineæ ED, cujus quadratum valet quadra- ta linearum EC & CD, aut linearum A & B, æqualium lineis FH & HI: Æquale ergo e$t quadratum hypotenu- $æ NM tribus quadratis linearum FG, FH, & HI. Qui- bus ii$dem tribus quadratis æquale e$t quadratum lineæ [0514]PHYSICES ELEMENTA GI; hoc enim valet quadrata linearum HI & HG, quod ultimum æquale e$t quadratis linearum HF & FG.

Si $patium refractionis in $patia quotcunque dividatur pla- nis parallelis $uperficiebus, quibus $patium hoc terminatur, & in partibus diver$is vires attractionis diver$æ obtineant, ea- dem demon$tratio _locum habebit_; & pote$t utcunque etiam 637. in infinitum augeri divi$ionum numerus; qui ca$us extat _in_ _refractione_, quam lumen tran$eundo ex medio quocunque in aliud diver$æ den$itatis patitur ; cui ergo applicari po- 633. te$t _regula n._ 636.

Sit Z medium rarius, X medium den$ius, $eparentur plano TAB. IV. fig. 5. EF; detur radius luminis AC obliquè in $uperficiem EF incidens; de$ignet AC celeritatem luminis in medio Z, $it- que hæc linea AC con$tans; id e$t, maneat quæcunque fuerit radii inclinatio. Centro C $emidiametro CA de$criba- tur circulus; detur NCM ad EF perpendicularis; ex A du- cantur perpendiculares AO ad NC, & AQ ad EF.

Motus per AC concipiatur re$olutus in duos alios, unum juxta AO, alterum juxta AQ aut OC ; de$ignabit linea 192. OC radii celeritatem perpendicularem $uperficiei EF, quæ celeritas $ola ex attractione medii augetur .

634.

Sit CP celeritas, quam lumen acquirit perpend<007>culariter percurrendo $patium attractionis medii X; po$itâ luminis ce- leritate in ingre$$u o.; hypotenu$a OP trianguli rectanguli PCO erit celeritas radii AC in medio X, juxta directio- nem perpendicularem $uperficiei EF ; celeritas luminis jux- 637. ta directionem AO aut QC, parallelam $uperficiei EF, non mutatur . Sit ideo CV æqualis AO aut QC, & VB 634 perpendicularis ad EF, æqualis hypotenu$æ PO, ducatur- que CB; erit motus per CB motus ex ambobus compo$i- tus, & determinat linea hæc $itu $uo directionem, & longi- tudine $ua celeritatem _luminis in medio_ X ; quæ _celeritas_ 638. _variâ inclinatione radii_ AC _non mutatur._ Quadratum e- 191. nim lineæ CB valet quadratum lineæ BV aut PO, & qua- dratum lineæ CV aut AO; quadratum vero lineæ PO valet quadrata linearum PC & CO: æquale ergo e$t quadratum lineæ CB tribus quadratis linearum PC, CO, & AO, quæ [0515]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. VI. duo ultima $i jungantur habebimus quadratum $emi diametri AC aut CN; id e$t, CB æqualis e$t PN, cujus quadratum valet etiam quadrata linearum PC & CN, & quæ ex mu- tata inclinatione radii AC nullam mutationem $ubit.

Linea CB $ecat in T circulum $emidiametro CA de- $criptum; a punctis B & T perpendiculares BS & TR du- cantur ad CM: propter triangula $imilia CBS, CTR, BC erit ad TC aut CA, ut BS ad TR; quæ ergo l<007>- neæ, propter con$tantes BC & CA, eandem $emper ratio- nem habebunt, quicunque fuerit angulus incidentiæ. TR e$t $inus anguli refractionis TCR; & B æqualis CV, S æqualis AO, e$t $inus anguli incidentiæ ACO.

In omni _ergo_ radii incidentis inclinatione con$tans & im- _639._ mutabilis datur ratio inter $inus angulorum incidentiæ & re- fractionis.

Cum autem BC & CA, quæ $unt ut memorati $inus, etiam de$ignent celeritates luminis in mediis X & Z, $equi- tur _$inus hos e$$e inver$è ut $unt celeritates in i$tis mediis_.

640.

Si medium Z $it aër & X aqua, $inus prædicti $unt ut 4. ad 3., & celeritas luminis in aëre ad hujus celeritatem in aqua, ut 3. ad 4. Si vero, manente Z aëre, X $it vitrum, $inus $unt ut 17. ad 11. circa omnia media illud unico expe- rimento determina$$e $ufficit.

Ratio quæ datur inter $inus angulorum quorumcunque e$t 641. inver$a $ecantium comp., ut in hac figura patet, conci- piendo circulum $emi diametro CQ aut CV ductum: tunc enim AC æqualis CT, & CB $unt $ecantes angulorum ACQ & BCV complementorum angulorum incidentiæ & refractionis, & $unt inver$è ut BS æqualis AO & TR, quæ in majori circulo $unt $inus incidentiæ & refractionis. Hæcque $ecantium proportio methodum dat facillimè vo- candi ad experimentum Propo$itionem N. 639.

EXPERIMENTUM 4.

In hoc Experimento, lumen eodem modo ac in præce- TAB IV. fig. 6. dentibus in cubiculum ob$curum per $ci$$uram intromitti- tur, & a $peculo reflexum per $ci$$uram verticalem in tabella T tran$mittitur.

[0516]PHYSICES ELEMENTA

Datur Pixis P, eju$dem præterpropter magnitudinis cum illa, qua in præcedentibus experimentis utimur; in hac uni- cum latus, & quidem ex minoribus, vitreum e$t _abcd_. Ad dimidiam altitudinem aquâ repletur Pixis.

Radius luminis verticalis in _fg_ obliquè in latus vitreum pixidis inpingit; pars radii $upra aqua rectâ tran$it & in _h_ ad latus majus pixidis pertingit; pars verò radii in aqua re- fracta per _g i_ procedit & in _i_ in idem pixidis latus impin- git. Quicunque fuerit angulus a radio cum latere _abcd_ pixidis formatus, lineæ _fh_ & _gi_ $emper $unt inter $e ut 3. ad 4.; ut commodè o$tenditur in variis inclinationibus, $i $calæ duæ dentur, $ingulæ in partes exiguas æquales divi$æ, & quarum divi$iones $unt inter $e ut 3. ad 4; tot enim $em- per continebit partes majores linea _gi_, quot minores conti- net linea _fh_. Angulus, quem _fh_ cum plano _abcd_ format, e$t complementum anguli incidentiæ ad angulum rectum, & angulus, a linea _gi_ cum eodem plano formatus, e$t com- plementum anguli refractionis ad angulum rectum; $unt ideo _gh_ & _gi_ $ecantes comp. angulorum incidentiæ & refra- ctionis, quas con$tantem inter $e rationem habere experi- mento erat confirmandum.

Hucu$que radium è medio rariori in den$ius intrantem 642. con$ideravimus, $ed eadem con$tans $inuum proportio, in n. 639., memorata in motu radiorum contrario obtinet; anguli ACN, MCB non mutantur quicunque $it radius inci- TAB. IV. fig. 5. dens, $ive AC $ive BC . In hoc ca$u $i BC $it celeritas 626. radii incidentis, CA erit celeritas radii refracti; eodem e- nim modo, ex attractione ver$us medium X, motus radii ex X in Z tran$euntis retardatur, ac in motu contrario ac- celeratur.

CAPUT VII. De luminis refractione, quando media $uperficie planâ $eparantur. DEFINITIO I.

_RAdii_ ab eodem puncto, qua$i centro, procedentes & $ic con- _643._ tinuo magis a $e mutuo recedentes, dicuntur _divergentes._

[0517] [0517a] [0518] [0519]MATHEMATICA LIB. III. CAP. VII. DEFINITIO 2.

Magis divergentes _$unt, qui majorem Angulum inter $e for-_ 644. _mant._

DEFINITIO 3.

Punctum, a quo radii divergentes procedunt, dicitur _Pun-_ 645. _ctum radians._

Quo magis radii $unt divergentes, po$itâ eâdem inter hos 646. di$tantiâ, quo minus di$tat punctum radians & contra.

Sæpe per refractionem radii ita moventur, qua$i a puncto 647. radiante procederent, licet revera a tali puncto non proce- dant; id e$t, $i radii continuarentur, ver$us partem a qua procedunt, in unum punctum concurrerent. In hoc ca$u etiam divergentes radii dicuntur.

DEFINITIONES 4. & 5.

Radii _qui in unum punctum concurrunt, aut continuati_ 648. _concurrerent, vocantur_ convergentes; _&_ magis convergen- 649. tes, _qui majorem angulum formant_.

DEFINITIO 6.

Punctum concur$us radiorum convergentium vocatur _Focus._

650. DEFINITIO 7.

_Punctum, in quo radii convergentes, & ante concur$um in-_ 651. _tercepti aut deflexi, continuati concurrerent, vocatur_ Focus imaginarius; quo nomine etiam datur punctum, ex quo fluere concipiuntur radii divergentes, qui ex puncto radiante non procedunt .

647.

Quo magis radii convergunt, po$itâ eâdem inter hos di- 652. $tantiâ, eo minus di$tat focus $ive verus $ive imaginarius.

_Si radii paralleli tran$eant è medio quocunque in aliud_ 653. _alterius den$itatis, po$t refractionem etiam $unt paralleli_: quia omnes æqualiter inflectuntur, in toto enim hoc capite agi- tur de mediis $uperficie planâ $eparatis.

_Dentur media X & Z, hoc rarius illud verò den$ius, pla-_ 654. _no ES $eparata; procedant à puncto R radii divergentes_ TAB. V. fig. 1. RC, R _o_, R _n_, _mediumque den$ius intrent:_ inter hos $it RC, perpendicularis ad $uperficiem ES; hic a via non deflectitur & per CG motum continuat. Radii R _o_, 629. R _n_ refractionem patiuntur ver$us perpendiculares, quæ in [0520]PHYSICES ELEMENTA punctis _o_ & _n_ ad $uperficiem ES concipiuntur . _Hi radií in_ 624. _medio den$iori ita moventur, qua$i procederent omnes a foco_ _imaginario r, magis a $uperficie di$tanti, quam ip$um R, $i_ _radii non nimium di$pergantur_; quod tamen non mathema- ticè e$t intelligendum, per punctum enim $patium exiguum, quod aliter punctum phy$icum vocatur, intelligimus.

Ut hanc demon$tremus propo$itionem, con$iderandum e$t, angulum R_o_ C e$$e complementum anguli incidentiæ ad angulum rectum, & angulum _ro_C e$$e etiam complemen- tum anguli refractionis ad angulum rectum; ideoque lineas R_o, ro_ e$$e $ecantes comp. angulorum incidentiæ & refra- ctionis, po$ito $emidiametro _o_C; inter quas $ecantes con- $tans datur proportio . In di$per$ione exigua R_o_ & RC, 641. 639. ut & _ro_, & _r_C, $en$ibiliter non differunt, & inter RC & _r_C etiam con$tans datur ratio; id e$t _r_ æquè fixum e$t ac R, licet inclinatio radii mutetur: idcirco R_n_ ita etiam re- fringitur per _n_A qua$i ab _r_ procederet.

_Si nimium di$pergantur radii_, hæc demon$ttatio locum 655. non habet, & locus concur$us _r_ pro puncto haberi non po- te$t; in hoc ca$u _circellus_ ibi _concipiendus e$t, in quem omnes_ _radii concurrunt, qui eo major erit, quo majorem angulum_ _radii divergentes formant_.

Si radii quidam ex R procedentes non admodum di$per- 656. gantur, $ed valdè obliquè incidant in $uperficiem ES, re- fringuntur qua$i procederent ex puncto non admodum a pun- _cto r remoto:_ ut ex dictis $atis liquet.

_Radii qui_ ut A_n_, B_o_, GC _convergentes ex medio den$iori_ 657. X _in rarius_ Z _tran$eunt_, citius concurrunt, quam concur- rerent, $i in medio den$iori motum continuarent ; id e$t, _ma-_ 625. _gis convergentes fiunt_, & focus verus minus quam imagina- rius di$tat. In hac figura focus imaginarius e$t _r_, focus autem verus R . Propo$itio hæc propriè e$t inver$a propo$itionis 652. n. 654. ideoque eodem experimento probantur ambæ .

626. EXPERIMENTUM 1.

Per globum G, in fene$tra mobilem, & in quo foramen TAB. V. fig. 2. per centrum tran$iens datur, radius $olaris cylindricus in cu- biculum ob$curum intromittitur, & a $peculo Shorizontaliter [0521]MATHEMATICA LIB. III. CAP. VII. reflectitur; tran$mittitur per lentem vitream convexam in tabella T, & radii in R colliguntur, & po$t R moventur qua$i ab hoc puncto procederent; quod ergo e$t punctum radians.

Lentes vitreæ convexæ $unt admodum vulgares; de ha- rum proprietatibus in $equentibus agam , hasque memorare 691. 697. hujus loci non e$t; in hoc experimento indigemus puncto ra- diante, & $atis e$t hujus formationem memora$$e.

Detur Pixis P cujus latus _abcd_ e$t vitreum, aquâ im- pleatur; radii, divergentes a puncto R, aquam ingre$$i mi- nus divergentes erunt.

_Quando radii convergentes_, ut HD, I _p_, L _q_, habentes 658. focum imaginarium _f, è medio rariori_ Z _in den$ius_ X _pene-_ TAB. V. fig. 1. _trant, minus convergentes fiunt_ , & in focum F, magis 624. di$tantem a $uperficie ES , concurrunt ut patet hic appli- 652. cando demon$trationem datam in n. 654.

_Radii ex puncto_ F _procedentes, & ex medio den$iori in_ 659. _rarius penetrantes, magis divergentes fiunt_, & moventur qua$i ex _f_ procederent; quæ propo$itio e$t inver$a præce- dentis, & cum hac eodem Experimento confirmatur .

626. EXPERIMENTUM 2.

Eâdem, cum præcedenti Experimento, pixide P in$tituitur; TAB. V. fig. 3. in hoc, lumen $olare in cubiculum ob$curum intromittitur per duo foramina in orbe mobili O, qui in fene$tra datur; à $peculo horizontaliter reflectantur radiiambo, & per lentes convexas, $imiles tran$mittantur; quo rad<007>i, ex quibus radii primi con- $tant, convergentes fiunt, habentes focos ad eandem di$tan- tiam; $i autem radii convergentes in aquam, pixide conten- tam, per latus vitreum _abcd_ penetrent, ad majorem di- $tantiam colligentur; quod clarè patet, comparando inter $e $itus punctorum F in aëre & _f_ in aqua.

CAPUT VIII. De refractione luminis, po$itis mediis $uperficie $phæricâ $eparatis.

SInt Media den$itate differentia X & Z, hoc rarius illud TAB. VI. fig. 1. den$ius; $eparentur $uperficie $phæricâ ES, cujus cen- trum e$t C, & cujus convexitas e$t ad partem medii rarioris.

[0522]PHYSICES ELEMENTA

Ut ca$um $implici$$imum ante alios examinemus, _ponamus_ 660. _radios parallelos_ ut BO & A_n, ex medio rariori in den$<007>us_ _penetrantes, in_ memoratam _convexam $uperficiem incidere_; deturque inter hos BO, qui continuatus per centrum C tran$it, & perpendiculariter cadit in $uperficiem ES; ideo- que a recta non deflectitur . _Radii_ omnes _non nimium_ ab 629. hoc _di$tantes_ ad hunc refractione medii den$ioris accedunt, & _in unum punctum_ F _colliguntur_. Sit ex. gr. radius A_n_, qui refringitur per _n_ F; per punctum _n_ ducatur ad centrum C $emidiameter C _n_ continuata ad _p_; cùm hæc perpendicu- laris $it ad $uperficiem media dirimentem, angulus inciden- tiæ e$t A _np_, æqualis angulo _n_CO: angulus refractionis e$t C _n_ F. Si arcus _n_ O fuerit exiguus, anguli hi $unt ut ho- rum $inus, quorum ratio e$t con$tans . In eadem ergo ra- 639. tione cre$cunt & minuuntur hi anguli _n_ CO & C_n_F, ut & horum differentia angulus _n_ FO, qui igitur $equitur propor- tionem arcus _n_ O, men$uræ anguli _n_ CO; Quamdiu arcus _n_ O, 15. gr. non $uperat, angulus _n_FO in eadem ratione cum hoc arcu $en$ibiliter augetur & minuitur; ideoque omnes radii inter A _n_ & BO, refractione, $en$ibiliter in punctum F concurrunt.

EXPERIMENTUM 1.

Radius $olaris cylindricus diametri unius pollicis, ex in- TAB. VI. fig. 2. numeris aliis parallelis, propter immen$am Solis di$tantiam, con$tans, in cubiculum ob$curum intromittitur, ut in exp. 1. capitis præcedentis, & a $peculo Shorizontaliter reflectitur.

Pixis P, latitudinis _ad_ & altitudinis _ba_ circiter trium pol- licum, longitudinis unius pedis, aquâ repletur. In medio la- teris _abcd_ datur vitrum V; e$t hoc $phæræ portio, tenue, & ubique eju$dem cra$$itiei; vulgo vitris talibus indices ob- teguntur in horologiis portatilibus.

Di$ponitur vitrum V, ut pars convexa $it exterior, & a- qua, cavitatem vitri implens, adipi$catur $uperficiem $phæri- cam convexam. Si radii memorati pixidem per hoc vitrum intrent, propter vitri tenuitatem & quia hoc faciebus pa- rallelis terminatur, non $en$ibilis datur mutatio in motu lu- minis ex vitri refractione, & lumen aquam intrat, eodem [0523] [0523a] [0524] [0525]MATHEMATICA, LIB. III. CAP. VIII. modo ac $<007> vitrum non daretur. Di$ponatur pixis, ut unus ex radiis per centrum $uperf<007>ciei $phæricæ aquæ tran$eat, a- lii ad hunc accedent, & in F cum hoc concurrent.

Detur iterum X medium den$ius, Z rarius, $eparentur TAB. VI. fig. 3. $uperf<007>cie $phæricâ ES, cujus centrum e$t C, & cujus con- vexitas e$t ad partem medii rarioris; _Ex puncto radiante_ R 661. _procedant radii, & in medium den$ius per memoratam $uperf<007>-_ _ciem penetrent_, ita ut inter hos radius RO continuatus per centrum C tran$eat; hic non refringitur dum aquam intrat, & ad hunc refractione reliqui omnes accedunt, & _quando_ _parum di$perguntur in unum punctum_, ut F, _colliguntur_, eo- dem modo ac de radiis parallelis dictum; cum hac differen- tiâ, quod focus F in hoc ca$u magis di$tet. Eadem etiam de- mon$tratio hìc locum habet ac circa radios parallelos, quæ hoc fundamento nititur, quod angulus incidentiæ, cum ar- cu _n_ O in eadem ratione cre$cat, quod & hìc obtinet, $<007>arcus _n_ O gradus 15. non $uperet. Detur radius R _n_, per _n_ ex centro C ducatur C _np_: angulus R _np_ erit angulus inci- dentiæ; dividatur hic in duas partes lineâ _nq_, parallelâ li- neæ ROC; pars _pnq_ æqualis e$t angulo _n_ CO, qui arcu _n_ O men$uratur, & qui ideo cum hoc arcu eandem $equitur proportionem; quam etiam, po$ito hoc exiguo, $equitur angulus _n_ RO, æqualis $ecundæ parti anguli incidentiæ, qui igitur in totum etiam cum arcu _n_ O in eadem ratione cre$cit & minuitur, quæ enim ratio in $ingulis partibus lo- cum habet, re$pectu totius etiam obtinet.

Similis demon$tratio pote$t applicari radiis quibu$cunque 662. divergentibus, aut convergentibus, qui in quocunque ca$u in $uperf<007>cie $phæricâ refringuntur, & qui ut hac demon$tra- tione con$tat, in exiguâ di$per$<007>one, focum habent aut ve- rum, aut imaginarium, aut paralleli $unt inter $e. Quod in genere hic nota$$e $uff<007>ciat.

_Focus F radiorum ab R procedentium, accedente R rece-_ 663. _dit & vice ver$a._ Accedente puncto radiante, $i maneat punctum _n_, augetur angulus incidentiæ, quo cre$cente, au- getur etiam angulus refractionis F _n_ C, & _n_ F ad majorem di$tantiam inter$ecat RC.

[0526]PHYSICES ELEMENTA EXPERIMENTUM 2.

Differt hoc experimentum cum præcedenti in eo $olo, TAB. VI. fig. 4. quod radius $olaris cylindricus, horizontaliter reflexus, tran$- mittatur per lentem convexam in tabella T, ut in experi- mentis capitis præcedentis, quo formatur punctum radians R. Radii ab hoc procedentes in aquâ colliguntur in F ad ma- jorem di$tantiam, quàm $i paralleli forent.

Motu tabellæ T movetur punctum R; recedente hoc a $uperf<007>cie media dirimente, ad hanc accedit F; contra ac- cedente R recedit F.

_Ita pote$t admoveri punctum radians_ ad $uperf<007>ciem me- 664. dia dirimentem, ut focus ad di$tantiam inf<007>nitam recedat, id e$t, _ut radii refracti paralleli f<007>ant._

EXPERIMENTUM 3.

Rebus, ut in Experimento præcedenti, di$po$<007>tis; motu TAB. VI. fig. 5. tabellæ T admoveatur R ad pixidem, & in tali $<007>tu facile di$ponetur, ut refracti radii paralleli $<007>nt.

EXPERIMENTUM 4.

Ii$dem manentibus, _$<007> magis accedat_ ad pixidem _punctum_ 665. _radians_ R, _divergentes f<007>ent radii refracti, minus tamen_ TAB. VII. fig. 1. _divergentes quam incidentes;_

_Si radii, qui ex medio rariori in den$<007>us per $uperf<007>ciem_ 666. _convexam intrant, convergentes $<007>nt, & ad centrum $uperf<007>-_ _ciei dirigantur, nullam patiuntur refractionem . Si ver-_ 629. _$us aliud punctum dirigantur_, cùm ver$us perpendicularem 667. refringantur , ita inflectuntur radii, ut focus radiorum ho- 624. rum convergentium $emper detur inter centrum $uperf<007>ciei media dirimentis, (ad quod perpendiculares omnes diri- guntur), & punctum ver$us quod radii incidentes tendunt. Id e$t, $i _focus imaginarius incidentium detur ad minorem_ _di$tantiam quàm centrum, minus convergentes $unt radii re-_ _fracti: $<007> ultra centrum detur hicce focus imaginarius, magis_ _convergentes erunt radii refracti._

EXPERIMENTUM 5.

Ii$dem adhibitis, quæ in experimentis præcedentibus, faci- TAB. VII. fig. 2. le hæ propo$<007>tiones experimentis conf<007>rmantur; ita enim di$poni pote$t tabella T, ut radii convergentes aquam in- [0527] [0527a] [0528] [0529]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. VIII. trent, & horum focus imaginarius detur ad di$tantiam quamcunque in aquâ.

Ex hucu$que dictis, quæ _in motu radiorum contrario_ ob 668. tinent facile determinamus ; id e$t, motum radiorum ex 626. medio den$<007>ori in rarius, _manente $uperf<007>cie convexâ ad par-_ _tem medii rarioris._

Radii paralleli po$t refractionem in focum concurrunt .

664.

_Etiam_ in _punctum aut_ focum conveniunt radii ex puncto 669. radiante manantes, & accedente hoc recedit illud, & 661. contra .

663.

_Ita pote$t di$poni punctum radians_, ut focus ad di$tantiam 670. inf<007>nitam detur, id e$t, _ut radii refracti paralleli $<007>nt. ._

660.

Si ulterius accedat punctum radians, refracti _divergen-_ 671. _tes_ $unt; minus divergentes quam incidentes, $<007> punctum radians magis di$tet à $uperf<007>cie quàm centrum .

667.

Si _autem_ punctum radians detur inter $uperf<007>ciem & cen- 672. trum, radii refracti magis divergentes erunt .

667.

_Si radii fuerint convergentes, magis in omni ca$u f<007>unt_ 673. _convergentes_, quod ex refractione a perpendiculari $equi- 625. tur, & etiam deducitur ex n. 665.

_Ponamus_ iterum _radios ex medio rariori_ Z _in den$ius_ X 674. _intrare, cavitatem autem $uperf<007>ciei $phæricæ_ ES, _media $e-_ TAB. VII. fig. 3. _parantis, dari ad partem medii rarioris._ Si _radii_ fuerint _paralleli_, ut BO, A _n_; BO, qui per centrum C $uperf<007>ciei ES tran$it, nullam patitur refractionem; A _n_ verò ad per- pendicularem C _p_ per _n_ G refringitur , & ver$us Z conti- 624. nuatus inter$ecat BCO in _f_, quod etiam re$pectu radio- rum inter BO & A _n_ obtinet ; _f<007>unt_ ergo hi radii _diver-_ 662. _gentes_, hàbentes focum imaginarium _f_ in medio rariori.

EXPERIMENTUM 6.

In eo $olo experimentum hoc a primo hujus capitis dif- TAB. VII. fig. 4. fert, quod vitrum V, habeat cavitatem ad partem aëris, de cætero pixis P à prima pixide non differt; In hoc ca$u ra- dii, ex quibus radius cylindricus con$tat, in aquâ di$pergun- tur.

_Si à puncto radiante_ in CB _ultra C, radii emanant_, mi- 675. nuitur angulus incidentiæ A _n_ C, & idcirco etiam angulus TAB. VII. fig. 3. [0530]PHYSICES ELEMENTA refractionis G _np_; id e$t, radii _refracti magis divergentes_ _f<007>unt_, & ad C accedit focus imaginarius _f_ ; _donec acce$$u_ 646. _puncti radiantis_ tandem _hoc coincidat cum foco imaginario_ _in C_; in hoc enim ca$u radii nullam patiuntur refractionem .

629.

_Si ulterius accedat punctum radians, inter C & O ma-_ 676. _gis di$tet focus imaginarius_ ab O, _quàm punctum radians_, in- ter hoc enim & C $emper ille datur, propter angulos refra- ctionis minores angulis incidentiæ .

624. EXPERIMENTUM. 7.

Si eadem dentur, quæ in experimento præcedenti, ad- hibitâ tabellâ cum lente convexâ, de qua $æpius jam di- ctum, ad punctum radians formandum, facilia $unt experi- menta circa has propo$<007>tiones.

Si radii fuerint convergentes, & punctum concur$us detur 677. in medio den$<007>ori, in viciniis $uperf<007>ciei media $eparantis, re- fracti radii _etiam convergunt, $ed_ minus convergunt, quàm incidentes.

Si ab O magis ac magis recedat focus imaginarius radio- rum incidentium, id e$t, _$<007>_ hi _minus convergant, etiam mi-_ 678. _nus convergent radii refracti; donec, rece$$u foci imagina-_ _rii, refracti paralleli $int._

In ulteriori rece$$u foci imaginarii divergentes f<007>unt refra- 679. cti radii.

EXPERIMENTUM 8.

In hoc ad pixidem ita admovenda e$t tabella T, ut ra- TAB. VII. fig 5. dii convergentes aquam intrent; & in motu tabellæ prædi- cta ad oculum patent.

Radii, qui _e medio den$iori in rarius_ penetrant, _manente_ 680. _$uperficie cavâ ad partem hujus medii_, ii$dem fere legibus $ubjiciuntur.

Radii paralleli refractione divergunt .

678. 626.

Si à puncto radianti procedant, magis $unt divergentes .

681. 677.

_Et_ cum acce$$u puncti radiantis continuo magis ac magïs 682. divergunt .

678.

Convergentes radii, qui ad centrum $uperficiei $phæricæ 683. tendunt, nullam $ubeunt mutationem .

629.

Si magis aut minus convergant, focus imaginarius inciden- 684. [0531] [0531a] [0532] [0533]MATHEMATICA LIB. III. CAP. VIII. tium $emper datur inter centrum $uperf<007>ciei media $eparan- 685. tis, & focum refractorum , qui pote$t _in inf<007>nitum_ recedere, 675. 676. ita ut radii refracti paralleli $<007>nt .

674.

Huc u$que con$<007>deravimus radios parum ad $uperf<007>- ciem media $eparantem inclinatos; nam de incidentibus egimus, inter quos datur radius ad $eparationem mediorum perpendicularem, & qui parum di$perguntur. _In radiis_ 686. _obliquis fere eædem propo$<007>tiones locum habent, in hoc_ tamen _ca$u omnes inflectuntur_, quod in directis non æquè; radius enim ad $uperf<007>ciem perpendicularis non inflectitur. _In ob-_ 687. _liquis_ etiam omnes majorem patiuntur refractionem, id e$t, _magis ad $e mutuò aut à $e mutuò radii inter $e vicini infle-_ _ctuntur_, quàm in directis, po$<007>tis ii$dem circum$tantiis.

Sit Z medium rarius, X den$<007>us, ES $uperf<007>cies cujus TAB. VIII. fig. 1. centrum C, quæ media $eparat; radii A _n_, B _m_ paralleli concurrunt in F. Radii, qui procedunt ex puncto radian- te R, concurrunt in focum f.

Si convertatur $uperf<007>cies, ut cavitas $it ad partem medii TAB. VIII. fig. 2. rarioris, radii A _n_ & B _m_ paralleli habebunt focum imagi- narium in _f_; hujus autem di$tantia a $uperf<007>cie ES, ut & memoratorum focorum F & f in fig. 1. minor e$t, quam $i radii forent directi.

_Corporis lucidi $<007>ngula puncta $unt puncta radiantia & ha-_ 688. _bent $<007>ngula $uum focum._ Quod dat explicationem experi- menti $equentis, quod, quæ deradiis obliquis dicta $unt, con- f<007>rmat.

EXPERIMENTUM 9.

Detur pixis P, de qua in Exp. 1. aquâ plena; vitrum V ob- TAB. VIII. fig. 3. tegatur ita, ut pars detecta $<007>t circularis & diametri circiter $emi pollicis; in pixide detur tabella T alba & mobilis. Si candela A ad di$tantiam detur trium aut quatuor pedum a pixide, & tabella T per aquam moveatur, ubi pervenerit ad di$tantiam focorum flammæ A, flamma hæc in tabella exa- cti$$imè repræ$entata apparebit; focis omnibus picturam for- mantibus. Hoc autem obtinet $ive radii à candela obliquè in vitrum V incidant $ive directè, in $itu tamen obliquo, manen- te di$tantia candelæ A, minuitur di$tantia tabellæ T ab V. [0534]PHYSICES ELEMENTA In hoc etiam ca$u candela & vitrum V non $unt in eadem linea recta cum repre$entatione illius, quod in $itu directo obtinet; quo confirmatur n. 686.

_Repræ $entatur candela in $itu ever$o_, quia radii, à diver- 689. $is punctis procedentes, tran$eundo per V. $e$e mutuò inter- $ecant, ut per in$pectionem fig. 1. clarè patet. Ex qua eadem cau$a, $i duæ dentur candelæ ut A & B, repræ$entatio hujus dabitur in _b_ illius in _a_.

_Omnes mutationes in lumine_, de quibus in hoc capite a- 690. ctum, _eò magis $unt $en$ibiles, quo $uperficies media diri-_ _mens e$t_ magis curva, id e$t, _minoris $phæræ portio_.

CAPUT IX. De Motu Luminis trans Medium den$ius. Vbi de Lentium affectionibus.

_VItrorum_ frequens u$us e$t, aëre den$iora $unt, & ex aëre 691. in aërem trans vitrum radii penetrant. Pro variis $uper- ficiebus, quibus terminatur vitrum, diver$as in hoc motu lu- men mutationes $ubit, quæ ut determinentur, vitra, aut media quæcunque medio rariori circumdata, & variis $uper- ficiebus terminata, examinanda $unt. _Con$iderando $olas $u-_ _perficies planas & $phæricas, $ex Cla$$es dantur_.

I. Medium hoc planum e$t ab utraque parte. 2. Ab una parte planum ab altera convexum. 3. Ab utraque parte convexum. 4. Ab una parte planum ab altera cavum. 5. ca- vum utrimque. 6. Terminatur $uperficie cavâ, & oppo$ita convexa e$t.

DEFINITIO I.

Si de vitro agatur & cra$$itiem non magnam habeat in quin- 692. que ultimis ca$ibus, vitrum tale _Lens vitrea_ dicitur.

In $ecundo & tertio ca$u lens dicitur convexa; $i tamen hi ca$us di$tinguendi $int, in $ecundo ca$u dicitur plano-con- vexa. Eodem modo in quarto ca$u dicitur plano-cava; licèt & hicce ca$us cum quinto $equenti ad cavas lentes generali- ter referatur. Lens autem cavo-convexa ad cavas aut con- vexas lentes refertur, pro illa aut hac $uperficie prævalente; [0535]MATHEMATICA LIB. III. CAP. IX. prævalet autem cujus curvatura major e$t, id e$t, quæ mi- noris $phæræ portio e$t.

DEFINITIO 2.

_In omni lente, aut medio quocunque ut dictum terminato_, axis 693. _vocatur linea recta, quæ ad ambas $uperficies perpendicularis_ _e$t_. Quando ambæ $uperficies $unt $phæricæ per ambarum centra tran$it axis; po$itâ verò alterâ $uperficie planâ, per- pendiculariter ad hanc per aliûs centrum procedit.

In tran$itu luminis per medium, duabus $uperficiebus pla- nis terminatum, _radiorum directio non mutatur ;_ qui ca$us 694. _in vitris planis_ extat.

628.

_Lentium convexarum quarumcunque proprietas e$t, quod_ 695. _radii in tran$itu ver$us $e mutuò inflectantur; eò magis, quo_ _major e$t convexitas: cavarum_ autem _quod radii à $e mu-_ 696. _tuo deflectantur; magis pro majori cavitate_. Nam per vitrum planum radiorum directio non mutatur , inflectendo autem 694. unam aut ambas $uperficies, alia datur radiorum directio: ma- gis ver$us lentis axem inflectuntur ex convexitate $uperficiei vitri, & excavando $uperficiem ab axe deflectuntur; ut cla- rè patet in omni ca$u, comparando inflexionem in $uperfi- cie plana ad axem perpendiculari, cum inflexione in $uper- ficie $phærica ad di$tantiam quamcunque ab axe. Et diffe- rentia in$lexionum, id e$t, directionis radiorum mutatio, cum di$tantia ab axe cre$cit; & in quacunque radiorum di- rectione locum habet; æquè in radiis obliquis, quàm in di- rectis; $ed _in radiis obliquis_ propter majores angulos inci- 697. dentiæ _mutationes majores $unt_. Ex quibus Lentium pro- prietates $equentes deducimus.

Radios parallelos, tran$eundo per lentem convexam, in fo- 698. cum concurrere.

_Radios divergentes aut minus divergere, aut parallelos_ 699. _fieri, aut tandem convergere; in quo ca$u recedente puncto_ _radiante accedit focus, & vice ver$a:_ Ca$us autem hic ex- tat; quando punctum radians à lente magis removetur, quàm ab hac di$tat focus radiorum parallelorum.

Tandem _radios convergentes magis in egre$$u luminis con-_ 700. _vergere_.

[0536]PHYSICES ELEMENTA

Hæc etiam obtinent in radiis obliquis; circa quos notan- 701. dum di$tantias focorum radiorum exeuntium, minores e$$e quàm in radiis directis, & reliquas mutationes magis $en$ibiles e$$e .

697.

Hæc eadem omnia ex examine duplicis refractionis in in gre$$u & egre$$u luminis deducuntur. Hæc autem duplex refractio in ca$u quocunque $ub oculis ponitur, in experi- mentis $equentibus; quibus lentium convexarum affectiones memoratæ confirmantur.

Pixides ut P variæ dantur, quæ aquam continent, & per 702. quas lumen tran$mittitur per vitra V & V, quæ dantur in TAB. VIII. fig. 4. lateribus oppo$itis pixidis, a $e mutuò di$tantibus circiter pollicem unum. Vitra hæc $unt tenuia; in pixide, quæ re- præ$entat lentem convevam ab utraque parte unum datur, $imile illi, de quo in exp. 1. capitis præcedentis, quæ di$po- nuntur ut convexitates $int extra pixidem. Quando lens plano convexa repræ$entanda e$t, ad unam partem datur vitrum planum. Lens cavo-convexa repre$entatur adhibitis duobus vitris $phæricis variarum $phærarum portionibus, & convexi- tas portionis majoris $phæræ, ad interiorem pixidis partem datur.

Dum lumen per has pixides tran$it, ad oculum patent lu- minis mutationes in ingre$$u & egre$$u medii den$ioris, & harum ope omnia, quæ lentes convcxas $pcctant, clarè de- mon$trantur.

EXPERIMENTUM I.

Sit una ex memoratis pixidibus P, ex.gr.cum vitris V, V, $phæricis, po$itis convexitatibus externè; aquâ repleatur; detur in cubiculo ob$curo radius Solis cylindricus a $peculo S horizontaliter reflexus; intret hic pixidem; radii paralleli ex quibus formatur ad $e mutuò inflectentur, & convergent; in egre$$u magis convergent & in F concurrent. Circa ra- dios incidentes, qui divergunt aut convergunt, experimenta in$tituuntur, adhibitâ tabellâ cum lente convexa, ut in expe- rimentis capitis præcedentis.

Singula puncta corporis lucidi, ut antea memoratum, $unt puncta radiantia , & po$ita ju$ta di$tantia à convexâ lente, 688. $ingula focum $uum habent .

698. [0537] [0537a] [0538] [0539]MATHEMATICA LIB. III. CAP. IX. EXPERIMENTUM 2.

Detur candela lucens, à lente convexâ remota ultra fo- cum radiorum parallelorum, ad oppo$itam lentis partem $u- per plano albo, per focos punctorum flammæ, hæc repræ- $entabitur & quidem inver$a, propter radiorum inter$ectio. nem in tran$itu per vitrum.

_Lentes convexæ $unt etiam vitra u$toria_, quia colligunt 703. radios $olares , qui, propter Solis immen$am di$tantiam, pro 698. parallelis habentur. Radii verò in foco collecti, propter i- gnem antea di$per$um, nunc collectum, & propter ignis motum juxta varias directiones, violenter urunt.

EXPERIMENTUM 3.

Detur lens convexa cuju$cunque magnitudinis, exponatur hæc radiis $olaribus ita, ut lentis axis cum directione radio- rum conveniat; $i corpus quodcunque combu$tibile in foco radiorum $olarium ponatur, uritur.

Quando propter lentis magnitudinem non $atis exactè col- liguntur radii, antequam ad focum perveniant, per $ecun- dam minorem convexam lentem tran$mittuntur, quo in mi- nus $patium rediguntur, ita ut magis violenter comburant.

Quod $pectat lentes cavas, & harum proprietates ex di- ctis facile deducuntur.

696.

Radii paralteli divergentes fiunt, per lentem cavam 704. tran$eundo.

Divergentes magis divergunt.

705.

_Convergentes, aut minus convergunt; aut paralleli fiunt;_ 706. _aut_, quod in minus convergentibus obtinet, _divergentes_ _lentem exeunt_.

Quæ omnia, æquè in obliquis radiis, ac in directis locum 707. habent, in illis tamen magis $en$ibiliter .

697.

Pixides, repræ$entantes lentes cavas, eodem modo con- 708. $truuntur, ac illæ cum quibus experimenta circa lentes con- TAB. IX. fig. 1. vexas in$tituuntur . Sola differentia datur in $itu vitro- 702. rum: In pixide primâ vitrorum duorum $phæricorum V, V cavitates externæ $unt. In $ecundâ, loco unius illorum vi- trorum, datur vitrum planum. In tertiâ, duo quidem vitra dantur $phærica, $ed diver$arum $phærarum $ectiones, majo- [0540]PHYSICES ELEMENTA ris $phæræ $ectio convexitatem externè habet, aliûs con- vexitas internè datur.

EXPERIMENTUM 4.

Radii $olares paralleli, in cubiculo ob$curo à $peculo Sho- rizontaliter reflexi, per pixidem P, lentem utrinque con- cavam repræ$entantem & aquâ plenam, tran$mittuntur; in ingre$$u divergentes fiunt, & egre$$u magis di$perguntur.

Reliqua experimenta circa lentes cavas eodem modo in- $tituuntur, ac de lentibus convexis in exp. 1. dictum.

CAPUT X. De Vi$u, ubi de Oculi con$tructione.

QUas luminis proprietates refractioni$que leges explicavi- mus, mirandum, in objectis menti no$træ repræ$entan- dis, u$um habent.

His legibus objecta in fundo oculi pulcherrimè, propriis $uis coloribus ornata, depinguntur; hæcque pictura, ut in $equentibus dicam , occa$io e$t idearum, quæ in mente cir- 716. ca res vi$as excitantur.

Quomodo autem hæc pictura in oculo detur explicarinon pote$t, ni$i examinatâ novâ luminis proprietate; radiorum nempe divi$ibilitate captum no$trum $uperante.

DEFINITIO.

_Corpus, quod non e$t lucidum & lumen intercipit, vocatur_ 709. opacum.

_Corpora pleraque_ inter hæc opaca omnia, exacti$$imè poli- 710. ta, ut & perfectè nigra excipias, $i quæ dantur, dividendi luminis proprietatem habent; _repercutiunt lumen ita, ut à_ _$ingulis punctis radii_ repercu$$i dividantur, & _ver$us omnes_ _partes recedant, & $ingula puncta corporis $int qua$i pun-_ _cta radiantia_, ex quibus lumen ver$us omnes partes procedit.

Unde deducimus Methodum depingendorum objectorum 711. in plano albo; $ingula enim puncta corporis illuminati, ex quibus radii ad lentem convexam perveniunt, po$t len- tem focum $uum habent . Objectorum di$tantium, li- 699. cèt inæqualiter, foci $en$ibiliter eandem ad di$tantiam à [0541]MATHEMATICA LIB. III. CAP. X. lente dantur; hi$ce in eodem plano, objecta hæc, repræ- $entari po$$unt; quæ repræ$entatio inver$a e$t, propter ra- diorum inter$ectionem tran$eundo per vitrum; & $en$i- bilis, e$t in loco ob$curo, in quo lumen per $olam len- tem intrat, & quidem illud $olum quo objecta depingun- tur.

Hæc obtinent ubicunque lens ponatur, & quidem circa omnia objectorum puncta, luminis radiis illu$trata, à quibus lineæ rectæ non interruptæ ad lentem duci po$$unt; ita ut $equenti Experimento probetur divi$ibilitas memorata in lu- mine, & dividendi luminis capacitas in corporibus lumen repercutientibus.

EXPERIMENTUM I.

In loco ob$curo foramen detur, cui varia re$pondeant TAB. IX. fig. 2. objecta, ad di$tantiam ad minimum quinquaginta pedum, & majorem. Sit hoc V, & in hoc detur lens convexa, quæ col- ligit radios parallelos ad di$tantiam quatuor aut quinque pe- dum; $i ad di$tantiam paululum majorem po$t lentem detur planum album, in hoc objecta memorata pulcherrimis co- loribus depinguntur. Notandum lentem in $itu ad planum parallelo ponendam e$$e; & motu plani aut lentis detegi di- $tantiam ad quam objecta exacti$$imè repræ$entantur.

Hæc objectorum repræ$entatio magnam cum illa, qua in fundo oculi objecta vi$a depinguntur, affinitatem habet, ut ex oculi con$tructione patebit.

Oculi figura, $i capite extrahatur, præterpropter e$t 712. $phærica: nihilominus pars anterior e$t paululum magis con- vexa.

Oculi $ectio in hac figurâ repræ$entatur.

TAB. IX. fig. 3.

Pars magis convexa A A, e$t tran$lucida & _tunica cor-_ _nea_ vocatur.

Totum oculi integumentum, corneâ exceptâ, vocatur _$clerotica_ B A A B; pars $cleroticæ quæ corneæ adjacet, vocatur _adnata_, $ive _album oculi_.

Ab interiori parte cornea obtegitur tunicâ _uvea_ dictâ, quæ in medio foramen habet _p p_, quod nominatur _pupilla_.

Uvea con$tat ex fibris circularibus concentricis, ad angu- [0542]PHYSICES ELEMENTA los rectos per rectas fibras inter$ectis. Si primæ inflentur relaxantur $ecundæ, & pupilla minuitur; augetur motu fi- brarum contrario.

In medio oculi, magis tamen ver$us partem anteriorem, datur corpus molle tran$lucidum C C, lenti convexæ $imi- le, cujus $uperficies po$terior convexitate anteriorem $upe- rat. Vocatur _humor cry$tallinus_. Axis hujus cum oculi axe, per centra pupillæ & totius oculi tran$eunte, coinci- dit.

Su$tinetur cry$tallinus humor filis, quæ in $ingulis punctis circumferentiæ hujus cohærent, & interiori parte oculi annectuntur: in formam arcus inflectuntur, & mu$culi $unt; nominantur _ligamenta ciliaria_, duo videntur in _l_ C, _l_ C. Omnia inter $e cohærent, & cum cry$tallino $eparationem in oculo formant, huncque in duas cavitates, unam ante- riorem _p p_, alteram po$teriorem SS, dividunt.

Anterior cavitas repletur liquido aquæ $imili, dicitur _hu-_ _mor aquens_.

Cavitas po$terior repletur humore tran$lucido, eju$dem circiter den$itatis cum humore aqueo, $ed non æquè fluido; _humor vitreus_ vocatur.

Superficies po$terior & interior oculi tunicâ obtegitur, _choroides_ dictâ, quam iterum obtegit membrana tenui$$ima, cui nomen _retinæ_ datur.

Nervus opticus NN, ad po$teriorem bulbi oculi partem, paululum ad latus, datur; & ita cum oculo jungitur; ut hic $it qua$i expan$io nervi optici; tunicæ enim nervi expan$æ choroidem & $cleroticam formant; Fibræ autem ex quibus retina con$tat concurrunt & medullam nervi formant.

Oculus in capite movetur variis mu$culis cum $clerotica cohærentibus; de his hìc non agitur; oculi con$tructionem cum relatione ad motum luminis con$idero, de omnibus cæ- teris loqui con$ultò ab$tineo.

_Radii à puncto quocunque procedentes, & qui per pupil-_ 713. _lam oculum intrant_, ex medio rariori in den$ius per $uperfi- ciem $phæricam tran$eunt, ideoque _po$itâ ju$tâ puncti di$tan-_ _tiâ ab oculo_, radii _po$t refractionem convergunt_ ; planè eo- 661. [0543]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. X. dem modo ac in experimento n. 663. in quo vitrum V oculi TAB. VI. fig. 4. tunicam corneam tran$lucidam repræ$entat, dum aqua in pixide humoris aquei vices gerit; ideoque _po$itis corneâ_ 714. _& humore aqueo, dabitur pictura inver$a objectorum in_ _oculo_ .

710. 711: EXPERIMENTUM 2.

Sit P pixis $tatim memorata, aquam continens; detur hæc TAB. IX. fig. 4. in loco ob$curo, in quo foramen datur diametri circiter $e- mi pollicis, & cui ad certam di$tantiam re$pondent objecta illuminata ita, ut per hoc foramen vi$ibilia $int; applice- tur vitrum V pixidis huic foramini, & pictura inver$a ob- jectorum, in tabella alba T, dabitur: motu tabeIlæ di$tantia ad quam repræ$entatio e$t exacta, detegitur.

Pictura $tatim memorata in oculo, & cujus imitationem in hoc experimento habemus, ad nimiam di$tantiam à cor- neâ, & ultra fundum oculi, daretur; minuitur idcirco di$tantia _ope humoris Cry$tallini_ den$ioris mediis illum cir- 715. cumdantibus; radii enim convergentes in humore aqueo trans cry$tallinum in humorem vitreum penetrant; id e$t, ex medio rariori trans den$ius, duabus $uperficiebus $phæricis convexis terminatum, in rarius; quo motu convergentes radii magis convergentes fiunt ; ideoque citius concurrunt, 700. & _pictura memorata intra oculum cadit_.

EXPERIMENTUM 3.

Ii$dem po$itis, quæ in experimento præcedenti, detur lens TAB. IX. fig. 4. vitrea convexa C inter vitrum V & tabellam T, multò ta- men minus à vitro quam à tabellâ di$tans; ut pictura exacta detur, ver$us V admovenda erit tabella. In quo experimen- to Oculum artificialem habemus, qui exacti$$imè quantum ad motum luminis, naturalem imitatur. Vitrum V, ut in ex- perimento præcedenti dictum, corneam repræ$entat; lens convexa vitrea C cry$tallini vices gerit; tabella T pro fun- do oculi habetur; aqua humorum aquei & vitrei locum te- net, in his enim humoribus lumen æqualem patitur refra- ctionem.

_Objecta, quæ_ ut explicavi _in fundo oculi depinguntur, in_ 716. _retinâ delineantur; & motu luminis fibræ tenui$$imæ, ex_ [0544]PHYSICES ELEMENTA _quibus retina con$tat, agitantur; qua agitatione ideæ obje-_ _ctorum, in oculo depictorum, in mente excitantur._ Nexus in- ter ideas & motus quibus excitantur, ut ante dictum , nos 502. latet: in cau$is $en$ationum determinandis, non ultra ner- vorum agitationes penetrare po$iumus.

_Quo pictura memorat a magis e$t exacta, quo objecta di$tin-_ 717. _ctius apparent. Quando radii ab eodem puncto manantes_ 718. _non exactè in retinâ junguntur,_ illius pictura non e$t pun- ctum $ed macula, quæ confunditur cum picturis punctorum vicinorum; in quo ca$u _vi$io confu$a e$t._

Cùm autem, _pro varíâ puncti radiantis di$tantiâ_, hujus 719. focus magis aut minus removeatur , _nece$$e e$t, ut mutatio_ 663. _detur in oculo, ne_ locus in quo pictura e$t exacta, ante aut po$t retinam cadat, & _vi$io confu$a $it_.

Quænam autem hæc $it mutatio difficulter admodum de- terminatur, variæque dantur Philo$ophorum $ententiæ; cir- ca quas in genere notabo, _minimè probabile e$$e totius oculi_ 720. _figuram mutari, ad removendam aut admovendam retinam,_ & in interiori oculo mutationem quærendam e$$e.

Nam $i figura oculi mutaretur, cùm in omnibus Animali- bus æquè nece$$aria $it mutatio de qua agitur, in omnibus animalibus oculi figura ea$dem $ubibit mutationes; eju$dem enim effectus cau$as varias in rerum natura non deprehen- dimus. In Balenâ verò $clerotica nimium e$t dura, ut va- riationi obnoxia $it. Ulterius, $i talis detur mutatio in toto oculo, orietur hæc ex mu$culorum externorum pre$$ione, quæ pro variò oculi $itu diver$a erit, & tantum regularis in unico oculi $itu.

Si nunc oculum in interiori examinemus, mutationem in cry$tallino nece$$ariò dari patebit; qui tran$latione in ocu- lo, aut mutatione figuræ, de$ideratum effectum præ$tabit; Radii enim retinam ante concur$um $ecantes, in retinâ con- current, $i convexior fiat cry$tallinus humor , aut $i, $er- 695. vatâ hujus figurâ, ip$e magis ver$us anteriorem oculi partem feratur.

_Cry$tallini humoris $itum_ facile _mutari, illumque ad reti-_ 721. _nam accedere & ab hac recedere,_ manente illius axe, ex eo [0545]MATHEMATICA LIB. III. CAP. X. liquet, quod ligamina ciliaria mu$culo$a $int: quando hi mu- $culi inflantur, & breviores fiunt, minuitur cavitas quæ exin- flexione horum ligaminum formatur in C _l_, C _l_; quo com- primitur humor vitreus, qui ip$e in humorem cry$tallinum premit & hunc propellit, huju$que di$tantiam à retinâ auget; quod in vi$ione objectorum propinquorum requiritur .

663. 699.

Aliam præter hanc in oculo mutationem dari, ex experi- mento, in $equentibus memorando , demon$tratum fuit, 753. quæ cum hac contrariè agit; quod unde deductum fuerit dicetur. Mutatio autem $ecunda etiam ad ip$um cry$talli- num referenda e$t; hic _quando_ à ligaminibus ciliaribus tra- 722. hitur, quo _à fundo oculi recedit, etiam planior fit,_ quare _ut magis recedat, quàm $i figuram immutabilem baberet, ne-_ 723. _ce$$e e$t:_ id e$t, mutationem magis $en$ibilem e$$e, quod u$um $uum habere videbimus .

730.

Limites $uos habent hæ mutationes in oculo, inde etiam _objecta tantum di$tincta apparent inter certos limites, ad_ 724. _varias di$tantias pro variis oculis po$itos; & $æpi$$imè in_ 725. _eodem bomine, non pro $ingulis oculis iidem limites dan-_ _tur,_ quod eju$dem ferè e$t utilitatis, ac $i pro ambobus oculis limites magis inte $e di$tarent; unico enim oculo ob- jectum di$tinctè videri $at e$t. In quibu$dam etiam, proxi- mus limes re$pectu unius oculi, magis di$tat quàm maximè remotus re$pectu alterius, in hoc ca$u objecta propinqua & valdè remota di$tinctè videntur, intermedia confu$a apparent.

Pictura in fundo oculi, ut dictum , e$t inver$a; unde 726. quæ$itum, quare objecta erecta appareant? Quæ$tione re- 714. $pondemus, an quis melius concipiat nexum inter ideam in mente, & figuram erectam, quàm ever$am? nexum in neu- tro ca$u nos nullum percipere fatemur: Experientia autem docet, dari nexum inter picturam inver$am in oculo & ob- jecti erecti ideam; & præterea nihil novimus.

_Ambobus oculis $i idem objectum intueamur unicum appa-_ 727. _ret;_ illudque in eo ca$u $olo, quando objectum in punctis re- $pondentibus retinæ depingitur; quod probabiliter ex con- cur$u nervorum opticorum $equitur. Ob$ervatur enim in omnibus animalibus, quæ idem objectum ambobus oculis [0546]PHYSICES ELEMENTA vident, nervos opticos concurrere, antequam ad cerebrum perveniant, ad quod iterum $eparati pertingunt; in animali- bus verò quæ $ingulis oculis diver$a objecta intuentur, nervi optici ab oculis ad cerebrum u$que $eparantur.

_Vnicum tantum punctum eodem tempore di$tincti$$imè vi-_ 728. _deri pote$t,_ quod nempe in axe oculi repre$entatur; $i am- bobus oculis punctum quis intueatur, ita $unt dirigendi ocu- li, ut axes amborum oculorum continuati in illo concur- rant; quod obtinet, quando in aliquod punctum intentos oculos habemus.

Hæc ip$a axium directio in judicio circa di$tantiam obje- ctorum vi$orum u$um habet; $itus enim diver$us oculorum pro vario angulo ab axibus formato datur, & pendet hic ab objecti di$tantiâ: unde, ne quidem ad illud attendendo, u$u facultatem acquirimus, de di$tantiâ dijudicandi, _ex axium di-_ 729. _rectione;_ quæ nobis $en$ibilis e$t, quia à motu oculi, nobis $en- $ibili, pendet. Videmus ergo u$um duorum oculorum ad certam â $e mutuo di$tantiam po$itorum; _quamdiu_ hæc _o-_ _culorum di$tantia $en$ibilem rationem babet ad objectorum_ _di$tantiam, de bac judicium $atis certum e$t_.

_De minoribus di$tantiis etiam unico oculo dijudicamus_; 730. quia in variatione exiguæ di$tantiæ mutatio in oculo $en$i- 721. 723. bilis e$t.

_De magnis di$tantiis,_ $i de objectis notis agatur, _judicium_ 731. _ex magnitudine apparente & colore fertur._

De maximis impo$$ibile e$t judicium, ni$i ex diver$is locis 732. idem objectum ob$ervetur.

_Magnitudo apparens objecti, pendet_ à magnitudine picturæ 733. in fundo oculi, quæ ip$a pendet _ab angulo $ub quo objectum_ _videtur,_ id e$t, qui formatur à lineis ab extremitatibus ob- jecti ad oculum ductis.

_Magnitudo_ hæc apparens di$tinguenda e$t à magnitudine, 734. _quam mens no$tra tribuit objecto vi$o,_ quæ ultima judicio nititur, quod non $olam apparentiam pro fundamento habet. Notum e$t unicuique, objectum eo minus apparêre, quo ma- gis di$tat; unde _pro majori di$tantiâ objecti,_ $i nota $it, ma- gnitudo apparens objecti _augetur_ in judicio à mente lato, [0547]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XI. quod fit ne quidem ad illud attendendo. Ideò idem obje- ctum, ad eandem di$tantiam, diver$ae; apparet magnitudinis, $i judicium de di$tantiâ fuerit diver$um.

Exemplum notabile habemus in Sole & Lunâ, majoribus 735. apparentibus propè horizontem, quàm ad majorem altitudi- nim; licèt, ut A$tronomis notum, pictura Solis in fundo oculi $it eadem in utroque ca$u, & Lunæ pictura minor $it, quando propè horizontem major apparet; de di$tantiâ in neutro ca$u judicium ferre non po$$umus , $ed major, ex interpo$itis 732. campis & coelo, hæc videtur propè horizontem. Per tubum $i intueamur corpora memorata, di$tantia apparens evane$cit, & cum hac magnitudo quæ ex ip$à deducitur. Ab infantiâ continuò, & adhucdum omnibus momentis, ideam di$tan- tiæ cum augmento in magnitudine apparente jungimus, (quod ad verum de magnitudine judicium ferendum nece$$e e$t,) quo hæ ideæ ita intimè junguntur, ut $eparari ne- queant, ne quidem in illis ca$ibus, in quibus novimus illas nos in errorem ducere. Quòt errores tribuendi $int ideis ita junctis norunt logici.

CAPUT XI. De vi$ione trans vitra, & corrigendis quibu$dam oculorum vitiis.

OBjectum vi$ibile e$t, quia $ingula hujus puncta $unt qua$i puncta radiantia ; _Punctum_ ergo _apparet in illo loco,_ 736. _ex quo radii d<007>vergentes emittuntur_.

713. 714. 715.

_Si radii utcunque in flexi divergentes oculum intrent, da-_ 737. _bitur punctum vi$ibile in radiorum foco imaginario_; planè e- nim eodem modo radii hi oculum intrant, ac radii directè ex illo foco procedentes; idemque ut in retinâ concur- rant, cry$tallini $itus requiritur: ita ut re$pectu $pectatoris non inter$it, utrum illi radii refracti, an hi directi oculum intrent; & idem motus detur in oculo, cùm $e con$tituit ut vi$io $it di$tincta .

719. 730.

Punctum eo magis illuminatum apparet, quo plures radii 738. ab boc procedentes oculum intrant.

[0548]PHYSICES ELEMENTA

_Objecta vi$a trans vitrum planum, $uperficiebus inter. $e_ 739. _parallelis terminatum, ad minorem di$tantiam, quàm nudis_ TAB. X. fig. 1. _oculis apparent._ Sit A punctum vi$ibile; radii ex hoc pro- cedentes, & oculum intrantes, dantur inter A _b_, & A _b_; hi refracti in vitro V V moventur per _b c_, _b c_; & exeunt per _c d_, _c d_ parallelas lineis A _b_, A _b_ : quia autem 628. _b c_, _b c_ ad perpendicularem refringuntur , _c d_, _c d_, in- 624. ter _b_ A & _b_ A cadunt; id e$t, $e$e mutuò $ecant in _a_ mi- nus di$tanti quam A; focus ergo imaginarius radiorum ocu- lum intrantium e$t _a_, in quo punctum A apparet .

737.

_Punctum_ hoc etiam _magis illuminatum apparet, vi$um_ 740. _trans vitrum memoratum_. Nam omnes radii inter A _b_ & A _b_ pupillam intrant inter _d_ & _d_; cùm verò lineæ A _b_, A _b_ $int parallelæ lineis _c d_, _c d_, & hæ dentur inter illas, A _b_ & A _b_ continuatæ ultra _d_ & _d_ caderent; ideoque $ublato vi- tro, radii qui nunc pupillam intrant majus $patium occupa- rent, & non omnes oculum intrarent.

_Magnitudo apparens objecti augetur interpo$ito vitro pla-_ 741. _no_; Objectum A E nudo oculo videtur $ub angulo A _d_ E; TAB. X. fig. 2. po$ito verò vitro V V, ob refractionem per A _b c d_ & E _b c d_, videtur $ub angulo _c d c_, qui præcedente major e$t. _Non ta-_ 742. _men pro ratione auctæ magnitudinis, apparentis objectum_ _majus videtur_ ; nam ad minorem di$tantiam apparet .

734.

_Augmentum magnitudinis apparentis_ eo major e$t, quo ma- 739. 743. gis differunt anguli a _d_ E & _c d c_; quorum differentia _cre$cit_ cum acce$$u inter$ectionum linearum A _d_ cum _b c_ & E _d_ cum _b c_, ver$us puncta _b & b_; quod obtinet _in acce$$u objecti_ _ad vitrum_; ideoque omnium maxima e$t, quando objectum vitrum tangit; quod probat objecta in ip$o vitro etiam am- plificata apparêre.

Et in genere, _po$ito oculo in medio rariori, objectum quod_ 744. _in medio den$iori videtur majus apparere, quod etiam refra-_ _ctione appropinquatur_ . Confirmantur hæc quotidianâ ex- 659. perientiâ, re$pectu objectorum in aquâ vi$orum.

Detur _punctum_ A _trans lentem convexam_ V V _vi$um_, ra- 745. dii A _b_, A _b_ in _c d_, _c d_ minus divergentes exeunt, qua$i TAB. X. fig. 3. nempe ex _a_ procederent ; ideoque punctum hoc _ad majo-_ 699. [0549]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XI. _rem di$tantiam apparet_ . _Etiam magis illuminatum;_ nam 746. tran$eundo per vitrum ad $e mutuo accedunt radii, & in 737. minus $patium rediguntur, quare etiam majori numero pu- 695. pillam intrant.

Magnitudo apparens objecti etiam augetur; id e$t, _Ob-_ 747. _jectum_ $ub majori angulo _trans vitrum convexum_ vide- TAB. X. fig. 4. & 5. tur, quod ex in$pectione figurarum patet: Objectum A E nudis oculis videtur $ub angulo A _d_ E, nunc autem $ub an- gulo majori _c d c_; nam (in fig. 4.) radii A _b_, E _b_ conver- gentes, magis convergunt ex lente exeuntes ; aut (in fig. 5.) 700. divergentes, convergentes ad oculum perveniunt . Idcir- 699. co objectum _amplificatum apparet_, & ex remotâ apparen- tiâ , & ex auctâ hujus magnitudine ; ideo _non $equitur_ 748. _magnitudo, quam objecto tribuimus, eandem proportionem_ 745. _cum magnitudine apparente;_ quare non inhæremus in de- 734. mon$trandis quæ hanc $pectant. Sed generaliter notamus;

Angulum, $ub quo objectum trans vitrum convexum vide- _749._ tur, minui in rece$$u oculi à vitro; quamdiu objectum non di$tat à vitro ultra punctum, in quo radii paralleli colligun- tur: po$ito verò objecto ad majorem di$tantiam, augetur ma- gnitudo apparens in oculi rece$$u.

Eodem modo, _po$ito oculo inter vitrum & focum radio-_ 750. _rum parallelorum, in rece$$u objecti minuitur angulus memo-_ _ratus; po$ito oculo ad majorem di$tantiam, idem angulus in_ _rece$$u objecti augetur;_ in quo ultimo ca$u ita pote$t remo- veri objectum, ut trans vitrum non $it vi$ibile, ut $tatim dicetur .

754.

In ip$is etiam ca$ibus, in quibus objecta $unt vi$ibilia, non $emper di$tinctè apparent.

Nam _ut punctum di$tinctum appareat requiritur, ut ra-_ 751. _dii à puncto procedentes divergentes oculum intrent ; & ut_ 736. _focus imaginarius borum radiorum detur, re$pectu $pectato-_ _ris, inter limites di$tinctæ vi$ionis _.

737. 724.

Si objectum removeatur ultra focum radiorum parallelo- 752. rum, radii à puncto objecti manantes convergentes oculum intrant ; qui ca$us nudis oculis impo$$ibilis e$t: in hoc vi- 699. $io $emper confufa datur, & oculus $e$e di$ponit ut vi$io [0550]PHYSICES ELEMENTA omnium minimè $it confu$a; ex hac di$po$itione de di$tan- tià dijudicamus, ut in omni ca$u in quo unico oculo de hac judicium fertur .

730.

Hæc autem di$tantia non $emper eadem videtur, unde 753. deducuntur, quæ de mutatione figuræ cry$tallini dicta $unt . 722. Si enim, po$ito cry$tallino mobili, figuram immutatam ha- beat, in omni objecti & oculi $itu, in quo radii ex puncto manantes convergentes oculum intrant, minima dabitur confu$io, $i cry$tallinus quantum pote$t ad retinam accedat; ita ut in omni ca$u eadem daretur oculi di$po$itio, & idem judicium circa di$tantiam; quod ut dictum, experientiæ adver$atur: $i autem in rece$$u à retinâ cry$tallinus planior fiat, mutationes dantur in oculo, quæ congruunt cum variis judiciis circa di$tantiam in vario objecti & oculi $itu.

_Si in ca$u_ ultimo, _in quo radii à puncto convergunt, ita_ 754. _removeatur oculus, ut concurrant radii antequam ad oculum_ _perveniant,_ dantur in $ingulis punctis, in quo radii concur- runt, puncta radiantia; nempe foci $ingulorum punctorum objecti, quibus objectum inver$um in plano albo repræ$enta- tur ; & qui $unt puncta vi$ibilia re$pectu oculi, ad quem 711. radii po$t inter$ectionem pervenire po$$unt . In hoc ca$u 736. _objectum inver$um apparet_, quia objectum ip$um non vide- mus, $ed hujus repræ$entationem po$t vitrum, quam inver- $am dari diximus .

711.

Nudis oculis dixi ca$um impo$$ibilem e$$e, in quo radii à 755. puncto convergentes oculum intrant; ideoque vi$ionem talem $emper confu$am e$$e; quia nempe ad ca$um impo$$ibilem oculorum con$tructio non adaptatur: aliquando tamen, $ed rarò, & in hoc ca$u objecta di$tinctè videntur, quod cùm ex vitio oculi oriatur, quo omnis di$tincta vi$io nudis oculis tollitur, ad has exceptiones regulæ generalis attendendum non e$le credidi.

_Plerorumque $enum vitium in oculis_ e$t, quod ni$i obje- 756. cta longinqua di$tinctè non videant, propinqua confu$e4; quod, _interpo$itâ lente convexâ_, vitium _corrigitur_. Radii, à puncto propinquo manantes, ultra retinam concurrunt; per vitrum convexum minus divergunt dum oculum intrant, [0551]MATHEMATICA LIB. III. CAP XI. & in oculo citius concurrunt; id e$t ad oculum perveniunt qua$i à puncto remotiori, quod à $ene di$tinctè videtur, procederent.

Trans lentem cavam objecta minus di$tantia, minus illumi- 757. nata, & minora, apparent.

Radii A _b_, A _b_, & omnes intermedii, tran$eundo per TAB. X. fig. 6. Ientem cavam magis divergentes fiunt , & oculum intrant 705. qua$i à puncto minus di$tanti _a_ procederent , in quo pun- 652. ctum A apparet .

737.

Ex radiorum divergentiâ auctâ magis di$perguntur radii, & minori numero oculum intrant, quod minuit puncti illu- minationem .

738.

Minuitur etiam magnitudo apparens, quia radii A _b_, E _b_, TAB. X. fig. 7. quibus extremitates objecti videntur minus convergentes ad oculum perveniunt ; ideò angulus _c d c_ $ub quo trans 706. lentem objectum videtur, minor e$t angulo A _d_ E, $ub quo nudis oculis apparet: quare & ex imminutâ di$tantiâ & ex imminuto angulo memorato, imminutum apparet objectum .

734.

_Illis in$ervit lens cava, qui objecta propinqua tantum di-_ 758. _$tinctè vident;_ Myopes vocantur; trans hanc lentem puncta remota appropinquantur , & radii, qui ante retinam con- 757. currebant, magis divergentes oculum intrantes, in retinâ concurrunt.

Vitra dantur unicâ $uper$icie planâ ab unâ parte termina- ta, ad aliam variis $uperficiebus planis, angulos inter $e for- mantibus, per has radii, ab eodem puncto procedentes, di- ver$as patiuntur refractiones; & pro $ingulis $uperficiebus o- culum intrant juxta diver$am directionem, & qua$i à puncto diver$o procederent: id e$t, format idem punctum varios focos imaginarios; & idcirco multiplicatum apparet: vide- tur nempe in $ingulis focis imaginariis : quod cùm obti- 737. neat re$pectu $ingulorum punctorum objecti, _per_ talem _len-_ 759. _tem polygonam objectum multiplicatum apparet._

[0552]PHYSICES ELEMENTA CAPUT XII. De Micro$copiis & Tele$copiis.

VItrorum, $phæricis $uperficiebus terminatorum, u$us, in corrigendis oculorum Senum & Myopum vitiis, vi- dimus . Quantum valeant, in minimis objectis detegen- 756. 758. dis, & in longè di$tantibus qua$i $ub oculis ponendis, dicen- dum e$t.

Vitra convexa objecta amplificare diximus ; quæ ampli- 747. ficatio pendet à refractione radiorum, tran$eundo per lentem convexam, unde $equitur illam augeri, $i $ervatis ii$dem conditionibus, refractio augeatur; quem effectum obtine- mus, augendo convexitatem lentis; quæ eò convexior e$t, quo $uperficies, hanc terminantes, $unt portiones minoris $phæræ quod ni$i in exiguis vitris locum habere non pote$t.

DEFINITIO 1.

Tales lentes exiguæ _Micro$copia_ vocantur.

760.

_Micro$copio exigua objecta in immen$um amplificantur_ 761. ita, ut quæ nudis oculis detegi non po$$unt, hoc median- te, di$tincti$$imè videantur.

DEFINITIO 2.

_Spatium per Micro$copium vi$um, id e$t, circulus in quo_ 762. _objecta per Micro$copium vi$ibilia $unt, vocatur_ Micro$co- pii campus.

EXPERIMENTUM 1.

Per Micro$copium V $i intueamur objectum exiguum TAB. IX. fig. 5. A E, in _a e_ amplificatum apparebit .

745. 747.

Dantur & Micro$copia compo$ita, ex duabus aut tribus lentibus con$tantia; quo fundamento nitantur, explicatione illius, quod ex duabus lentibus con$tat, $atis patebit.

Detur lens exigua, admodum convexa, V V, ad talem ab TAB XI. fig. 2. hac di$tantiam detur objectum A E, ut $ingula illius puncta po$t lentem focum $uum habeant ; admoveatur ita obje- 710. 699. ctum, ut foci removeantur ad _a e_ , dabitur ibi objecti re- 699. præ$entatio, admodum amplificata, quæ $uper plano albo $i recipiatur $en$ibilis fiet .

711. [0553] [0553a] [0554] [0555]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XII. EXPERIMENTUM 2.

Lens memorata in tubi extremitate firmatur in V, altera TAB. XI. fig. 1. latior tubi extremitas, chartâ tenui$$imâ CC obtegitur; ob- jectum AE ita di$ponitur, ut foci punctorum hujus objecti dentur ad chartæ di$tantiam; $i tunc objectum probè fuerit illuminatum, dabitur hujus repræ$entatio inver$a, trans char- tam vi$ibilis, in _a e_. Motu objecti detegitur hujus $itus ut repræ$entatio in chartâ $it exacta.

Puncta $ingula repræ$entationis _a e_ $unt puncta radiantia, TAB. XI. fig. 2. & vi$ibilia ; quæ per micro$copium majus VV vi$a, auctam 736. 754. repræ$entationem _a e_ exhibent in a e ; id e$t, radii ab ob- 761. jecto AE procedentes, po$t refractionem per ambas lentes VV, VV, oculum intrabunt, qua$i ex objecto in a e pro- cederent.

Objectum _itaque_ inver$um, & multò magis amplificatum, _763_. per _hoc_ Micro$copium compo$itum apparet, quàm per Mi- cro$copium $implex.

DEFINITIO 3. & 4.

In hoc Micro$copio lens minima objecto vicina vocatur 764. _objectiva_, alia _ocularis_ dicitur.

Ne hæc nimium $it exigua requiritur: nam puncta repræ- $entationis _ab_, licèt $int puncta radiantia, non tamen ver$us omnes partes lumen emittunt; radii $oli, qui per lentem ob- jectivam tran$eunt, $e$e mutuò inter$ecant in $ingulis pun- ctis repræ$entationis _a b_; quæ ergo per lentem ocularem vi- $ibilis non erit, ni$i radii, per lentem objectivam tran$eun- tes, ad lentem ocularem perveniant. _Campus_ ideò _pendet_ 765. _à magnitudine hujus lentis._

_Oculus_ etiam ita _di$ponendus e$t_, ut omnes radii, qui ad 766. lentem ocularem pertingunt, per hanc tran$eundo, ad o- culum perveniant; quod obtinemus, di$ponendo oculum _in d, puncto, in quo radii à centro lentis objectivæ provenien-_ _tes, ocularem tran$eundo, colliguntur._

Per Micro$copia objecta $atis illuminata apparent; quia parum à vitro d<007>$tant, & ita radii iidem per exiguam len- tem tran$eunt, qui ad di$tantiam majorem, ni$i per majus fo- ramen, non tran$irent. _Sæpe_ tamen, _in maximis amplifica-_ 767. [0556]PHYSICES ELEMENTA _tionibus, nece$$e e$t, ut objecta illuminentur radiis, tran$eun-_ _do per lentem convexam, collectis._

Magnam cum Micro$copio compo$ito affinitatem habet Tele$copium A$tronomicum.

DEFINITIO 3.

_Tele$copia_ vocantur, in$trumenta ad objecta longinqua vi- 768. denda adaptata.

De quo nunc agimus, vocatur _A$tronomicum_, quia rebus 769. terre$tribus videndis minimè e$t aptum, objecta enim inver- $a repræ$entat: de $itu autèm apparentiæ minimè $olliciti $unt A$tronomi.

_Tele$copium_ hoc _con$tat ex duabus lentibus convexis,_ unâ objectivâ, quæ ver$us objecta di$ponitur, alterâ oculari, quæ ad partem oculi datur. Ope primæ, objecta longinqua ad certam di$tantiam po$t lentem repræ$entantur , ut in mi- 711. cro$copio compo$ito objecta propinqua. Per lentem ocula- rem $i ob$ervetur hæc repræ$entatio, amplificata & inver$a apparet, ut de Micro$copio dictum. _Campum_ etiam in hoc 770. ca$u, ut in Micro$copio, _à magnitudine lentis ocularis pen-_ _dere_, clarè liquet; ut & _$itum oculi eodem modo pro Tele$co-_ 771. _pio, quàm pro Micro$copio, determinari :_ differt enim Te- 766. le$copium A$tronomicum à Micro$copio compo$ito in eo $o- lo, quod in hoc lentes $int magis convexæ, quæ objectis lon- ginquis videndis minimè $unt aptæ, præcipuè quod $pectat lentes objectivas. In Micro$copio lens objectiva ocularem convexitate $uperat; in Tele$copio contrarium obtinet.

Tele$copia, quantumvis longa, $ideribus ob$ervandis apta $unt: quæ viginti pedes excedunt, ad objecta, in terræ $uper- $icie, videnda nullius u$us $unt; propter aëris continuam agita- tionem, in tantâ objectorum amplificatione nimium $en$ibilem.

Brevius autem _Tele$copium A$tronomicum, rebus terre$tri-_ 772. _bus videndis, adaptatur, additis duabus lentibus convexis,_ quæ etiam oculares dicuntur; tres autèm oculares $imiles $unt, & minus convexæ quàm in Tele$copio A$tronomico, $ervatâ eâdem lente objectivâ.

Detur lens objectiva VV, quæ objectum longinquum in- 773. ver$um repræ$entat in _e a_; Dentur ulterius lentes oculares TAB. XI. fig. 3. [0557] [0557a] [0558] [0559]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. XII. tres DD, DD, DD. Prima di$ponitur, ut radii, à punctis repræ$entationis _e a_ procedentes, paralleli lentem exeant : 699. in hoc ca$u radii, qui à puncto medio lentis objectivæ pro. cedunt, colliguntur in G; $ecunda lens di$ponitur, ut ra- dii hi in G collecti, ibique $e$e mutuo inter$ecantes, & qua$i ex illo puncto procedentes, paralleli exeant ; quibus po$itis, 699. radii à vitro objectivo ad _e_ provenientes, ibique $e$e mutuo inter$ecantes, & punctum hoc repræ$entationis objecti for- mantes, per primam lentem refracti, per G paralleli inter $e moventur; per $ecundam lentem refringuntur juxta dire- ctionem D e & in e colliguntur ita, ut hoc punctum $it 698. punctum novæ repræ$entationis. Eodem modo puncto _a_ primæ repræ$entationis re$pondet punctum a $ecundæ repræ- $entationis; quod cùm etiam locum habeat re$pectu puncto- rum intermediorum, datur objecti repræ$entatio erecta in a e.

EXPERIMENTUM 3.

Tres tabellæ D, D, D, cum vitris ocularibus, quæ ad TAB. XI. fig. 4. di$tantiam quinque circiter pollicum radios parallelos colli- gunt, $uper plano inter duas regulas moventur ita, ut tria vitra $int in eadem lineâ, in quâ etiam foramen datur V, per quod $olum in cubiculum lumen intrat, & in quo datur lens objectiva, quæ tubo brevi continetur, ad excludendum lumen laterale.

Lens hæc objectiva talis e$t, ut ad di$tantiam circiter trium pedum ab V, repræ$entet objecta longinqua inver$a in F, quæ repræ$entatio videtur, $i plano albo radii intercipian- tur . Ad di$tantiam quinque pollicum ab F datur prima 711. lens ocularis, à qua decem pollices di$tat lens $ecunda; in _f_, ad di$tantiam quinque pollicum ab hac, datur repræ$entatio erecta eorundèm objectorum, quæ etiam interpo$ito plano albo $en$ibilis e$t.

Si repræ$entatio a e videatur per tertiam lentem ocula- TAB. XI. fig. 3. rem, po$ito oculo in _o_, in quo colliguntur radii paralleli a D, e D, _amplificatum, appropinquatum & erectum, obje-_ 774. _ctum apparet_; videtur enim $ub angulo D _o_ D, dum nudis oculis $ub angulo exiguo apparet; etiam objectum appro- pinquatum habemus, quia, licèt ultra a e videatur, di$tantia [0560]PHYSICES ELEMENTA tamen ad quam apparet, relationem $en$ibilem non habet ad objecti longinqui di$tantiam.

EXPERIMENTUM 4.

Po$itis quæ in Experimento præcedenti; ad di$tantiam TAB. XI. fig. 4. decem pollicum à $ecundâ lente oculari detur tertia, à qua quinque pollices di$tet tabella O cum foramine; $i oculus de- tur in O, objectum, ut dictum, erectum, amplificatum, & ap- propinquatum, apparet. Si tabella O tran$ponatur, id e$t, accedat aut recedat, campus Tele$copii minuitur; quia uni- cus tantum oculi datur $itus, in quo omnes radii, per lentes oculares tran$euntes ad oculum, perveniunt.

Notandum lentes oculares, hìc adhibitas, non $atis e$$e convexas re$pectu lentis objectivæ V; $ed hæ in experimen- to 3. magis $unt commodæ.

_Singula_ etiam _objecti puncta magis illuminata apparent_; 775. radii enim qui, ab aliquo puncto ad $ingula lentis objectivæ puncta advenientes, in puncto repræ$entationis $e$e mutuò inter$ecant, propter exiguam lentis ocularis ab hac repræ- $entatione di$tantiam, parum di$perguntur antequam ad o- culum perveniant; ita ut omnes hunc intrent. E$t itaque illuminatio, per Tele$copium, ad hanc, nudis oculis, ut $uper- ficies lentis objectivæ, per quam radii tran$eunt, ad pupillæ $uperficiem .

738.

_Con$truuntur_ etiam _ex duabus lentibus Tele$copia, per quæ_ 776. _objecta erecta, illuminata, & amplificata, apparent._ Bre- viora hæc $unt, nam propter arctum campum, $i longitudine pedem unicum excedant, ferè nullius u$us $unt.

Sit VV lens objectiva; repræ$entatio inver$a objecti di- TAB. XI. fig. 5. $tantis datur in _e a_ : lente cavâ DD intercipiuntur radii 711. ita, ut qui à centro lentis VV procedunt, inflectantur qua$i à puncto _f_ procederent ; eâdem refractione radii concur- 705. rentes in _a_, divergentes fiunt , habentes focum imaginarium 706. in a; quod idem in $ingulis punctis repræ$entationis _e a_ obti- net, & loco hujus datur repræ$entatio imaginaria, erecta, in a e; id e$t, radii oculum intrant, qua$i ex objecto in a e procederent.

Radii, omni re$pectu, divergentes ex lente _oculari_ 777. [0561] [0561a] [0562] [0563]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XIII. exeunt; ideò _quantum pote$t oculus_ huic _lenti admovendus_ _e$t._

_Campus in hoc Tele$copio pendet à magnitudine lentis ob-_ 778. _jectivæ_; radii enim, qui à puncto obliquè ad centrum hujus lentis perveniunt, $æpe oculum non intrant, dum radii ab eodem puncto, qui per lentem ver$us periferiam tran$eunt, ad oculum pertingunt.

CAPUT XIII. De Reflexione Luminis.

LUmen à corporibus opacis repercuti vidimus, & quidem in omnibus punctis ver$us omnes partes . In cau$â e$t 710. inæqualitas $uperficierum, quæ con$tant ex innumeris pla- nis minimis, quæ, in omnibus punctis $en$ibilibus, ver- $us omnes partes diriguntur; quod facilè concipitur, $i $uper- ficiem innumeris hemi$phæriis minimis obtectam concipia- mus. Hoc revera $ic $e haberi deducimus, ex reflexione lu- minis, _â $uperficie politâ,_ id e$t, cujus æqualitates $unt 779. $ublatæ; quæ _ver$us unicam tantum partem in $ingulis pun-_ _ctis lumen_ reflectit; quod æquè in curvis ac planis $uperfi- ciebus locum habet. Etiam, à $uperficiebus minimé politis, lumen maximâ copiâ _reflecti_ ver$us illam partem, ver$us quam, $i politæ forent, in totum reflecteretur, quotidianis experimentis extra dubium e$t.

Sit radius luminis AC, obliquè in $uperficiem planam im- TAB. XII. fig. 2. pingens; $it ad hanc perpendicularis CO, & reflectatur ra- dius per CB,

DEFINITIO 1.

Radius CB, vocatur _Radius reflexus._

DEFINITIO 2. 780.

Angulus OCB vocatur _angulus reflexionis._

781.

Radius reflexus e$t cum incidente in eodem plano perpendi- 782. culari ad planum reflectens.

Hujus enim _plani actio, qua lumen repercutitur, perpen-_ 783. _diculariter dirigitur ad hoc planum_, quod $ibi $imile ponitur in omnibus punctis.

[0564]PHYSICES ELEMENTA

Angulus reflexionis æqualis e$t angulo incidentiæ.

784. EXPERIMENTUM 1.

Detur in loco ob$curo $peculum planum S, quod, ope TAB. XII. fig. 1. globi mobilis pede $u$tentati, ad libitum con$tituitur; per fo- ramen in laminâ metallicâ L, quæ in fene$trâ datur, radius $olaris diametri circiter quartæ partis pollicis, in cubiculum intromittitur; ita $peculum di$ponitur ut radius tran$eat per cavitatem cylindricam obliquam, (cujus diameter radii dia- metrum æquat,) in tabellâ T: $i hæc tran$ponatur, reflexus radius per eandem cavitatem tran$ibit. Obtinet hoc quæ- cunque fuerit cavitatis inclinatio, ut adhibitis variis tabellis demon$tratur.

Quo experimento cum n. 784. etiam probatur n. 779.

_Siradius reflexus fiat radius incidens,_ id e$t, $i lumen ac- 785. cedat per lineam BC, redibit per CA, id e$t, _primus in-_ TAB. XII. fig. 2. _cidens fiet reflexus_; ut patet ex æqualitate angulorum BCO, OCA.

Ex hac æqualitate angulorum incidentiæ & reflectionis, ulterius deducimus, _lumen eâdem cum vi à corpore po$t im-_ 786. _pactum recedere, qua acce$$it._ Re$olvatur motus per AC, in duos motus per AO & OC , po$itis AO ad planum 192. reflectens parallelâ, & OC ad hoc perpendiculari. Con- tinuetur AO; motus juxta hanc directionem non mutatur ex plani actione: $int ideò AO & OB æquales; $i lumen re- cedat â plano eâ cum vi, cum qua acce$$it, motus ex repul- $ione repræ$entatur per CO, & in hoc ca$u radius reflexus tran$it per B ; id e$t, angulus OCB æqualis e$t angulo 191. OCA, quod cum experimento congruit.

Circa luminis reflexionem notatu digni$$imum e$t, _lumen_ 787. _non incurrere in partes $olidas corporum, dum ab his refle-_ _ctitur, $ed ibi reflecti, ubi liberrimè pertran$ire pote$t._ Va- riis illud probabo experimentis, quibus aliæ miræ reflexionis proprietates deteguntur.

Quotidianum e$t experimentum à nemine non ob$erva- tum, _lumen_ dum per medium quodcunque movetur, ex. gr. 788. vitrum, aquam, aërem, $en$ibilem & regularem non pati re- flexionem; ibi autem _reflecti, ubi media duo diver$æ den$i-_ [0565]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XIII. _tatis $eparantur;_ $ic in $uperficie aquæ aut vitri reflectitur.

An tantâ copiâ lumen, ubi media $eparantur, in horum particulas pote$t incurrere, dum per utrumque per $patium magnum in has non incurrendo movetur? An tales particu- læ majori numero ver$us $uperficiem dantur quam alibi?

Lumen etiam majori copiâ reflectitur, in den$iori medio, _789._ incurrendo in $uperficiem rarioris, quàm contra in rariori, impingendo in $uperficiem den$ioris.

EXPERIMENTUM. 2.

In loco ob$curo, in quo lumen per foramen in lamina L TAB. XII. fig. 3. intrat, detur pri$ma triangulare vitreum AB; lumen prif- ma intret per latus unum; $i ad vicinum latus perveniat, & efficiat angulum incidentiæ majorem grad. 40. in totum re- flectitur, & nihil in aërem penetrat; lumen autem in aëre à vitro nunquam in totum reflectitur.

Si verò reflexio fiat ex impactu luminis in partes $olidas corporum, plures tales dantur partes in aëre, quàm in vitro, nam $i ab ip$o vitro in hoc lumen reflecteretur, ad $epara- tionem mediorum lumen nunquam pertingeret; ex vitro e- tiam lumen po$$e exire, ubi reflectitur, in Exp. $equentibus probatur. In viciniis idcirco vitri tot requiruntur partes in aëre, ut lumini via non detur, ita ut in totum in vitrum re- flectatur; tales tamen non dari patet, quia per aërem juxta omnes directiones ad vitrum u$que pervenit lumen & vitrum intrat. Etiam in eodem loco $uperficiei, $eparantis vitrum & aërem, lumen ab unâ parte accedens reflectitur, dum quod à parte oppo$itâ advenit, tran$mittitur. Quod clarè probat lumen ibi reflecti, ubi pertran$ire pote$t.

EXPERIMENTUM 3.

Ii$dem po$itis, quæ in Experimento præcedenti, fi mi 790. nuatur luminis obliquitas, pro parte in aërem tran$ibit.

TAB. XII. fig. 3.

Quis concipiet lumen, quod ex vitro in aërem tran$it & in partes $olidas non incurrit, illud totum, $i paululum au- geatur obliquitas, incurrere in tales partes; cùm in utroque medio, ut dictum, meatus juxta omnes directiones dentur.

EXPERIMENTUM 4.

Pri$ma vitreum triangulare AB, volubile e$t circa axem; 791. TAB. XII. fig. 3. [0566]PHYSICES ELEMENTA quod præ$tatur ba$ibus jungendo laminas æneas, quibus fila ænea perpendiculariter cohærent; pixidi P $uperimponitur pri$ma ita, ut memorata fila ab oris pixidis $u$tineantur; oræ etiam paululum excavantur, ad fila recipienda; quæ facilè circumaguntur, quo motu pri$ma circa axem revolvitur, & facilè di$ponitur, ut lumen reflectat eodem modo, ac in exp. 2. Pixis impletur aquâ, quæ ad pri$ma pertingit; & lu- men, quod in aërem impingendo, in totum reflectebatur, nunc in aquam incurrens, pro parte in hanc penetrat, & pro parte tantum reflectitur.

Quod experimentum cum reflexione, ex impactu in par- tes $olidas, minimè congruit.

In parte tertiâ hujus libri etiam videbimus, tenues lami- nas, quæ lumen reflectunt, illud tran$mittere, $i cra$$iores fiant .

894.

Probat etiam Exp. 4. _vim reflectentem eo e$$e majorem, quo_ 792. _media, quæ à $uperficie reflectente $eparantur, magis den$ita-_ _te differant_; vitrum enim & aër, magis quàm illud cum a- quâ, den$itate differunt.

_In hoc Experimento etiam videmus_ reflexionem fieri ex _793._ eâdem vi, qua radii refringuntur, quæ in diver$is circum- $tantiis varios edit effectus.

Radius, qui ex medio den$iori in rarius tran$it, attractio- ne illius medii à perpendiculari recedit ; $i incidentis obli- 625. quitas augeatur, augetur & refracti obliquitas, donec tan- dem hic, in ip$â $uperficie media dirimente, moveatur. Quod obtinet, quando $inus anguli incidentiæ e$t ad $i- num totum, ut $inus incidentiæ in medio den$iori, ad $i- num refractionis in rariori; in hoc enim ca$u angulus refra- ctionis e$t rectus. Si ulterius incidentis radii obliquitas au- geatur, radium in rarius non po$$e penetrare clarè patet; hicce e$t ca$us, in quo lumen in totum reflectitur; quæ re- flexio pendet ab attractione qua radii refringuntur. Nam radius, dum per $patium attractionis movetur, incurvatur ver$us medium den$ius ; $i in den$iori medio detur & ita 619. incurvetur, ut antequam per totum penetraverit $patium at- tractionis, tangens ad curvam parallela $it $uperficiei med<007>a [0567]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XIII. $eparanti, curva continuata regreditur, idèoque radius refle- ctitur ex attractione medii den$ioris, hæcque curvæ conti- nuatio $imilis & æqualis e$t primæ portioni, & efficit angu- lum reflexionis æqualem angulo incidentiæ; quia per ean- dem partem $patii attractionis lumen redit, & eædem vires attrahentes in punctis re$pondentibus portionum curvæ in lumen agunt. Sic corpus projectum, in a$cen$u & de$cen- $u, curvas $imiles & æquales de$cribit.

_Non_ tamen _omnem reflectionem ab hac attractione eodem_ 794. _modo pendêre,_ clarum e$t; nam in eo ca$u in quo refractio datur, lumen pro parte reflectitur; ne quidem in totum ex rariori medio in den$ius penetrat lumen; nam & in hoc ca- $u, in quo attractio quam maximè reflectioni opponitur, quidam radii repercutiuntur.

_Reflexionem_ tamen, _in omni ca$u, cum vi refringente re-_ 795. _lationem habere_, in dubium vocari non pote$t.

_Vbi lumen $ine refractione tran$it, ibi non reflectitur_; 796. 617. 788. _ubi autem refractio maxima e$t, ibi etiam reflexio fortior_ ; 631. 792. quod non modo obtinet, quando lumen, in medio den$iori motum, in rarius impingit, ut in exp. 4., $ed idem ob$erva- tur, quando lumen in den$ius medium impingit: $ic po$ito lumine in aëre, $uperficies vitri fortius reflectit, quam aquæ; adamantis $uperficies iterum fortius. Immer$is, aquâ, vitro & adamante, in $eparatione horum corporum cum aquâ vis re- fringens minor e$t, quàm in viciniis aëris, & eorundem cor- porum ; minus etiam fortiter in aquâ, quàm in aëre, re- 631. flectunt lumen hæc corpora. Ex hac relatione vis reflecten- tis cum vi refringente deducimus, _lumen repercuti ad certam_ 797. _di$tantiam à corporibus,_ eodem modo ac vis refringens ad certam à corpore di$tantiam agit; confirmatur hæc propo$itio ex demon$tratis circa reflexionem, quæ non pendet ab im- pactu in partes $olidas corporum; & pleni$$imè evincitur $i con$ideremus, _corpora polita regulariter lumen reflectere,_ 798. quod in $peculis ob$ervamus, _licèt in horum $uperficiebus in-_ _numeræ dentur ra$uræ:_ nam pulveris attritu poliuntur, & quantumvis $int exiguæ hujus particulæ, re$pectu luminis ra- $uras magnas in $uperficie relinquunt; unde in ip$â $uperfi- [0568]PHYSICES ELEMENTA cie reflectio nece$$ario irregularis e$t; $i autem ad exiguam à $uperficie di$tantiam reflexionem fieri concipiamus, minu- untur, & ferè in totum tolluntur irregularitates, ut atten- dendo facilè liquet.

CAPUT XIV. De Speculis planis.

SIt _bc_ $uperficies $peculi plani; A punctum radians. _Con-_ 799. _tinuetur planum $peculi, & ad hoc à radiante A dimitta-_ _tur perpendicularis AC; $i continuetur hæc, & fiat C a_ _æqualis CA, a erit focus imaginarius reflexorum radiorum_ _ex A procedentium._ Sit A _b_ radius incidens; _b f_ radius re- flexus; continuetur hoc ultra $peculum; propter angulos in- cidentiæ & reflexionis æquales inter $e , æquantur etiam 384. horum complementa anguli A _b_ C, _f b d_; huic æqualis e$t oppo$itus ad verticem _ab_ C: Triangula A _b_ C, _ab_ C rectangula habent latus commune C _b_ & angulos æquales C _b a,_ C _b_ A; in omnibus ergo conveniunt, & $unt æ- quales inter $e CA & C _a:_ quæ demon$tratio omnibus a- liis radiis, ex A profluentibus, competit, in quocunque plano perpendiculari ad planum $peculi concipiantur. ld- circo ubicunque oculus detur, $i ad hunc radii reflexi per- veniant, oculum intrabunt qua$i ex _a_ procederent; & in hoc puncto apparebit punctum A ; hujus autem _puncti appa-_ 800. _rentia eundem $itum habet re$pectu $peculi, ad partem po$ti-_ 737. _cam, quâm habet ip$um punctum radians ad partem anticam._

Quod $i applicetur ad $ingula puncta objecti, patebit, _ob-_ 801. _jectum po$t $peculum apparêre, in eo $itu, in quo reverâ da-_ _tur ante $peculum._

CAPUT XV. De Speculis $phæricis.

OMnis $uperficies $phærica con$iderari pote$t, qua$i for- mata ex innumeris $uperficiebus planis minimis; pla- numque, $phæram in puncto quocunque tangens, e$t qua$i continuatio talis plani exigui.

[0569]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XV.

Specula $phærica $unt aut _cava_ aut _convexa._

Prima formantur ex portione $phæræ cavæ & politæ.

Secunda $unt portiones $phærarum ab exteriori parte po- litarum.

_Radius in $peculum quodcunque $phæricum impingens, cum_ 804. _$uo reflexo, dantur in plano, quod continuatum per $phæræ cen-_ _trum tran$it _, e$t enim tale planum ad $uperficiem $phæræ 782; perpendiculare. _Linea, quæ per centrum $phæræ & punctum_ 805. _incidentiæ ducitur, continuata, cum radio incidente & re-_ _flexo angulos æquales format _; nam linea hæc e$t perpen- 784. dicularis ad $uperficiem & hi $unt anguli incidentiæ & re- flexionis: ideoque _radius per centrum tran$iens, aut qui con-_ 806. _tinuatus per centrum tran$iret, reflexus in $e redit_.

TAB. XII. fig. 5.

Sit _b c_ portio $peculi convexi; punctum radians A; $int A _b,_ A _d,_ A _e,_ radii incidentes; reflexi erunt _b f, d g,_ 807. _e b; $i à puncto radiante_ A _ducatur tangens ad $peculum,_ radius reflexus erit continuatio incidentis, aut potius _in_ _puncto contactus terminatur radiorum reflexio._

_Si radii à $peculo convexo reflexi b f, d g, e b continuentur,_ 808. cum omnibus intermediis, _inter$ectionibus $uis formant cur-_ _vam a a,_ quam omnes hi radii tangunt, & radii vicini $e$e mutuo inter$ecant in ip$a periferia curvæ; ita ut $emper ocu- lum intrent qua$i à puncto periferiæ procederent; _in qua_ ideò _punctum A_ $emper _apparet_ , quamdiu reflexi ad ocu- 737. lum pervenire po$$unt, & oculus movetur in plano, quod per centrum $phæræ tran$it: remoto verò oculo ex hoc pla- no, in aliâ curvâ apparet radians, quia tales curvæ dantur in $ingulis planis, quæ per A & C concipi po$$unt.

Cùm omnes hæ curvæ & quidem integræ dentur po$t $peculum, _omnia_ etiam _objecta po$t $peculi $uperficiem appa-_ 809. _rent._

_Objecta_ etiam _apparent erecta._ Nam $i punctum A mo- 810. veatur circa $peculum, eodem motu fertur tota curva _a a_; quod probat, quantum ad $itum erectum aut inver$um, pun- cta repræ$entationis eandem inter $e habere relationem, quam ip$ius objecti puncta.

Recedente puncto A à $peculo, recedit & tota curva mo- [0570]PHYSICES ELEMENTA tu contrario; po$ito autem A ad di$tantiam infinitam, pun- ctum curvæ à $uperficie maximè remotum, ab hac di$tabit quartam partem diametri: Unde $equitur _imminuta appare-_ 811. _re objecta;_ repræ$entationes enim omnes inter arctos limites continentur.

_Si moveatur oculus, movetur & objecti apparent<007>a, cujus_ 812. _figura etiam mutatur:_ $ingula enim puncta per $uas curvas moventur, & quidem inæqualiter pro diver$o oculi $itu, re- $pectu $ingularum curvarum; unde nece$$ario $igura mutatur.

EXPERIMENTUM 1.

Si, in $peculo $phærico convexo, aliquis ut A $e ip$um in- tueatur, faciem $uam in _a,_ erectam, imminutam, & à vera TAB. XII. fig. 6. di$$imilem, videbit; motu oculi reliqua memorata ob$erva- bit re$pectu objectorum fixorum.

_Sit b d $peculum cavum,_ portio $phæræ cujus centrum 813. e$t C; _cadant in $peculi $uperficiem radii paralleli,_ inter TAB. XIII. fig. 1. quos detur C _d_ per centrum tran$iens; reflexione hic in $e redit , & _radii vicini, reflexi, convergentes fiunt, &_ 806. cum hoc _concurrunt_ in focum F, punctum medium inter _d_ & C. Sit A _b_ radius parum à C _d_ di$tans; ducatur $emi- diameter C _b;_ angulus incidentiæ erit A _b_ C, cui æqualis e$t angulus reflexionis C _b_ F , ut & angulus alternus _b_ C 805. F; E$t ergo i$o$celes triangulum _b_ FC, & latera FC & F _b_ $unt æqualia: propter exiguum _b d,_ F _d_ & F _b_ $en$ibi- liter non differunt; idè FC & F _d_ $unt æquales: quæ de- mon$tratio omnibus radiis à C _d_ parum di$tantibus competit.

Si radii paralleli magis à C _d_ di$tent, in F non conve- niunt; omnes tamen in circellum exiguum concurrunt, $i $peculi diametrum non excedat $extam aut quintam partem diametri $phæræ, cujus portio e$t $peculum.

Hoc fundamento nituntur _$pecula u$toria_, quæ radios $o- 814. lares parallelos in focum colligunt.

EXPERIMENTUM 2.

Detur $peculum concavum S, ex metallo, aut vitro hy- TAB. XIII. fig. 2. drargyro à po$teriori parte induto; $u$tineatur hoc pede li- gneo P, in cujus $uperiori parte datur cavitas cylindrica, quæ cylindro ligneo impletur, qui cum tran$ver$o ligno [0571] [0571a] [0572] [0573]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XV. AA cohœret, quod ope cylindri hujus circa punctum $uum medium horizontaliter rotatur; inter $u$tentacula AB, AB, $peculum utcunque inclinatur, & ope cochlea- rum in B, B, in $itu quocunque firmatur.

Expo$ito $peculo radiis $olaribus ita, ut radius, qui ad $pe- culi punctum medium pertingit, ad $uperficiem $it perpen- dicularis, cùm omnes alii huic $int paralleli, colliguntur in focum, ad di$tantiam à $peculo quartæ partis diametri $phæ- ræ, ibique violenter urunt.

Si diameter $uperficiei $peculi, ut in no$tro, $it circiter quindecim pollicum, & focus detur ad di$tantiam $e$qui pe- dis, lignum $tatim flammam concpiit, & laminæ tenues plumbi brevi lique$cunt.

Si con$ideremus radios à C _d_ remotos & huic parallelos, $i vicini fuerint, reflexi $e$e mutuo inter$ecant antequam ad C _d_ perveniant, & in hoc ca$u, id e$t, _ubi incidentes pa-_ 815. _ralleli obliquè in $peculum impingunt, parum di$per$i refle-_ _ctione in unum punctum colliguntur._

Si focus, in quo radii paralleli â $peculo cavo colligun- _816._ tur, fiat punctum radians, _radii_ parum di$per$i, reflectun- tur paralleli inter $e .

_813. 785._

Ex hi$ce $peculi cavi proprietatibus deducimus metho- 817. dum repræ$entandi objecta in loco ob$curo, $imilem illi, de qua antèa, adhibitâ lente convexâ .

711.

Detur foramen F in pariete; $it a b $peculum cavum ita TAB. XIII. fig. 3. di$po$itum, ut colligat in F radios parallelos, & ad parie- tem perpendiculares: juxta hanc directionem radii ex F pro- cedentes reflectuntur , quales $unt radii, qui ab objectis re- 816. percu$$i in F $e$e mutuò inter$ecant.

Sint AF radii à puncto objecti longinqui manantes; re- flectuntur hi à $peculo perpendiculariter ad parietem; & quia radii ex puncto longinquo, per exiguum foramen tran- $euntes, pro parallelis haberi po$$unt, colliguntur hi, po$t reflexionem, in unum punctum _a,_ ad di$tantiam parietis , 815. id e$t, in $uperficie hujus; ubi idcirco punctum repræ$en- tatur. Eodem modo radii per BF, à puncto profluentes, colliguntur in _b,_ quod cùm re$pectu omnium punctorum [0574]PHYSICES ELEMENTA objecti locum habeat, datur hujus repræ$entatio in pariete; qui $i albus fuerit, & objectum Solis radiis illu$tratum, vivi- dis coloribus depictum objectum erit.

EXPERIMENTUM 3.

In loco ob$curo fene$tra chartâ albâ obtegitur, in cujus TAB. XIII. fig. 4. medio foramen datur, cujus diameter $emi pollicem paulu- lum excedit, & quod cum foramine in fene$trâ congruit, cui ad dì$tantiam ad minimum quinquaginta pedum re$pondent objecta varia à Sole illuminata; $peculum concavum cujus $uperficiei diameter e$t quindecim pollicum, & quod ad di- $tantiam octodecim pollicum colligit radios parallelos, ad hanc di$tantiam à fene$trâ di$ponitur ita, ut linea, per cen- trum foraminis, & centrum $uperficiei $peculi tran$iens, ad planum chartæ, & $peculi $uperficiem perpendicularis $it. Objecta tunc $uper chartâ repræ$entantur in circulo concen- trico cum foramine, & cujus diameter æqualis e$t diametro $peculi. Conus truncatus excavatus cum foramine extra cubiculum jungitur ad excludendum lumen, quod non ab objectis repræ$entandis advenit.

_Sit $peculum cavum b e_; centrum cavitatis C; _punctum_ 818. _radians_ A, _ultra centrum_ C _à $peculo di$tans_; _radii_ inci- TAB. XIII. fig. 5. dentes A _b_, A _d_, A _e_, quorum _reflexi b f, dg, eb_, cum intermediis, _mutuis inter$ectionibus, formant curvam a a_, _quam omnes tangunt; Punctum_ ideo A _in hac curvâ appa-_ _ret_ , & moto oculo in plano curvæ apparentia per hanc 808. curvam transfertur. In $ingulis autem planis quæ per C A concipi po$$unt talis datur curva, omnes concurrunt in linea C A, nempe in _a_. _In_ hoc _puncto_ a ergo _maximâ copiâ col-_ 819. _liguntur radii reflexi_, quod ideò vocatur focus radiorum ex A profluentium. Vice ver$a A e$t focus, po$ito radiante in _a_ .

785.

In hac figura pars curvæ, quæ ab unâ parte lineæ A C datur, tantum delineata e$t; pars $imilis ad aliam partem concipi debet; ambæ junguntur in foco puncti radiantis.

_Recedente puncto radiante ad $peculum accedit curva._

820.

Accedente radiante recedit à $peculo curva & ver$us ip$um radians movetur; donec _in centro_ C concurrant; in 821. [0575]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. XV. quo _$i detur radians, omnes radii reflexi cum incidentibus_ _coincidunt_ , & tota curva qua$i coacta e$t in ip$o centro.

806.

_Si_ ulterius accedat _radians_, ut _inter centrum & $peculum_ 822. _detur,_ magis etiam recedit _curva,_ quæ tunc _ultra centrum_ _datur,_ & in curvâ omnium maximè recedit punctum, in quo omnes curvæ quæ in variis planis concipiuntur concurrunt, id e$t, focus puncti radiantis, qui ad di$tantiam infinitam datur, _quando radians di$tat à $peculo quartam partem diame-_ 823. _tri $phæræ_ . Tuncque _curva in infinitum extenditur & duæ_ 813. 816. _partes_ quæ in foco radiantis concurrunt _$eparantur_; talis pars $eparata videtur in a a; _$i magis accedat radians magis_ 824. _à $e mutuo declinant curvæ partes_, quia radii ut A _b_ cum TAB. XIII. fig. 6. vicinis reflexi curvam non tangunt, $ed divergentes $unt; id e$t, reflexi ultra $peculum continuati $e$e mutuo inter$e- cant, _& formant novam curvam po$t $peculum, quæ con$tat_ _ex duobus cruribus_, quorum unum videtur in _a a_; concur- runt in lineâ C A continuatâ, nempe in _a_, & recedendo à $peculo in infinitum porriguntur. Daturque ab utraque parte puncti radiantis, in $uperficie punctum ut _d_, quod $e- parat radios formantes curvas _a a_ & a a; radiu$que A _d_ re- flexus in _d g_ neutram curvam tangit, $i ver$us utramque partem _g, g_, in infinitum continuetur, licèt continuò ma- gis ac magis ad utramque curvam accedat. Si tota $phæra ab$olveretur, re$pectu partis oppo$itæ $phæræ, ultra cen- trum di$taret radians, & radii reflexi formarent curvam, de qua antea , qua conjungerentur crura $eparata ut a a. 818. His præ mi$$is phænomena $peculorum concavorum expli- canda $unt.

_Si corpore lucido illuminetur $peculum, radii à $ingulis_ 825. _punctis corporis manantes reflexi_, curvas formant, $ed _maxi-_ _mâ copiâ in horum punctorum focis colliguntur ; $i_ idèo _foci_ 826. _hi in $uperficie plani albi dentur, dabitur ibi corporis lucidi_ 819. _repræ$entatio_, ut in exp. 2. cap. 9.; & quidem _inver$a_, nam linea quæ jungit punctum radians cum $uo foco, tran$it per centrum $phæræ ; in quo idcirco omnes tales lineæ 819. $e$e mutuo inter$ecant; & _hæc_ inter$ectio, datur inter pun- ctum radians & focum , in quo punctum repræ$entatur.

818. [0576]PHYSICES ELEMENTA _Accedente autem ad $peculum corpore lucido_, recedit _ap-_ _parentia_ , quæ in eo ca$u _major e$t_. 820. EXPERIMENTUM 4.

Candela lucens ponitur inter $peculum cavum & centrum $phæræ, cujus $ectio $peculum e$t, ita tamen, ut magis à $peculo quàm ab hoc centro di$tet: $i tunc planum album detur perpendiculare ad lineam, quæ per candelam & cen- trum $phæræ tran$it, & ultra centrum ponatur, dabitur in illo repræ$entatio candelæ inver$a; plani di$tantia à $peculo movendo illud, detegitur; etiam hac proportione; ut dif- ferentia di$tantiarum candelæ â centro $phæræ & â $pecu- lo, $e habet ad quartam partem diametri $phæræ, ita di- $tantia candelæ à $peculo ad di$tantiam quæ$itam. Dum candela accedit ad $peculum, planum removendum e$t, & augetur repræ$entatio.

_Objecta, ultra centrum po$ita, inter $peculum & cen-_ 827. _trum apparent_, nam $ingula puncta in curvâ ut _a a_ appa- TAB. XIII. fig. 5. rent ; etiam _imminuta & inver$a $unt objectorum idola:_ 828 nam in arctum $patium rediguntur; & in de$cen$u puncti 818. A ad$cendit repræ$entatio hujus; linea enim _a a_ eundem $ervat $itum re$pectu A C _a_ rotantis circa centrum C.

EXPERIMENTUM 5.

Ne lumine extraneo minus vivida $it objectorum repræ- TAB. XIII. fig. 7. $entatio, pixide includendum $peculum. Detur $peculum cujus $uperficiei diameter e$t circiter octo pollicum, & quod e$t portio $phæræ diametri unius pedis cum $emi$$e; inclu- datur hoc pixide P, in cujus anteriori parte datur foramen diametri circiter $ex pollicum, & â quo $peculum di$tat pollices $ex aut $eptem; ut apertura hæc à lumine $it aver- $a nece$$e e$t. Si nunc quis, ut A ad di$tantiam circiter duorum pedum à $peculo, $e ip$um intueatur; facies ejus inver$a in pixide ver$us aperturam apparebit, $i accedat $pectator, caput ex pixide prominens videbit.

Repræ$entatio puncti, in centro $phæræ po$iti, cum ip$o 829. puncto radiante coincidit, & ab hoc qua$i ab$orbetur .

821.

_Po$uo oculo in hoc centro nullum objectum ab hoc poterit_ 830. _videri;_ $oli enim radii ab oculo provenientes ad ip$um re- flectuntur .

806. [0577]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XV.

_Si objectum detur inter centrum & punctum, in quo radii_ 831. _paralleli reflexi colliguntur; apparet_ etiam _objectum extra_ _$peculum, ad majorem di$tantiam à $peculo, quàm ip$um obje-_ _ctum ; inver$a e$t repræ$entatio_, quod eodem modo pro- 822. batur ac in n. 828; _& amplificatur_, quia hæc magis remo vetur â centro, quàm ip$um objectum ab hoc di$tat; in infinitum enim à centro recedit repræ$entatio, dum obje- ctum quartam partem diametri $phæræ percurrit.

_Si objectum non di$tet â $peculo quartam partem diametri_ 832. _$phæræ, pro diver $o oculi $itu, aut ante aut po$t $peculum_ TAB. XIII. fig. 6. _objectum apparet._ Po$ito oculo, ut radii reflexi ad hunc perveniant, qui formant curvam _a a_, ut ver$us _f_, videbit objecti apparentiam ultra $peculum , amplificatam; quia 824. curvæ ut _a a_, quæ ad varia puncta pertinent divergentes $unt.

Si ad oculum perveniant radii formantes curvam a a, ob- jectum extra $peculum apparet: & _in utroque ca$u repræ-_ 833. _$entatio e$t erecta;_ ad$cendente enim aut de$cendente puncto A, eodem motu curvæ _a a_, a a, in quibus repræ- $entatur, agitantur.

_Si oculus detur_ in puncto, in quo radii reflexi pertinentes 834. ad utramque curvam $e$e mutuo inter$ecant, _ut in O, duplex_ _dabitur objecti apparentia_.

Facilè patet in omni ca$u apparentiæ, puncta non ean- dem inter $e habere relationem, quam habent objecti pun- cta; ideoque _$peculum cavum nunquam objectum exactè re-_ 835. _præ$entare:_ maximè tamen irregularis repræ$entatio e$t, quæ datur in lineis ut a a.

Dantur & $pæcula cylindrica convexa & cava, uno re- 836. $pectu $unt plana, alio re$pectu $phærica; idcirco objecto- rum repræ$entatio admodum irregularis e$t, quæ irregula- ritas, cùm à regulari figurâ pendeat, determinari pote$t ita, ut $iguræ delineantur, quæ dum revera irregulares $unt, in tali $peculo, in determinato oculi $itu, regulares vi- dentur.

[0578]PHYSICES ELEMENTA CAPUT XVI. De Lucerna Magica.

VAriæ con$truuntur Machinæ, in quibus, $peculis & lentibus conjunctis, & utilia & amoena videntur $pecta- cula; quorum explicatio ex ante dictis haud difficulter de- ducitur.

Unicam explicandam inter cæteras eligam, quâ in vitro exiguo figuræ depictæ, giganteæ in plano albo repræ$entan- tur. Phoenomenon $atis $tupendum, ut peculiarem merea- tur explicationem! _Lucerna Magica_ vocatur machina, quâ exhibetur, à $criptoribus opticis non quidem intacta, $a- tis tamen neglecta.

Pixis datur lignea, longitudinis circiter unius pedis cum 837. $emi$$e, lata & alta quatuordecim pollices; in hac datur TAB. XIV. fig. 1. $peculum cavum S, diametri octo pollicum, & $ectio $phæ- ræ diametri $e$quipedalis: $peculum hoc $u$tentaculo ap- plicatur, quod inter regulas juxta longitudinem pixidis movetur.

Datur & in hac lampas L, quæ pede ligneo $u$tinetur, inter regulas ad latus pixidis, juxta hujus longitudinem mobili. Prominet lampadis tubus ita, ut centrum flammæ re$pondeat centro $uperficiei $peculi; con$tat hæc flamma ex quatuor flammis, quæ cum $e$e mutuò tangant flammam quadratam formant, cujus latus excedit duos pollices.

Oblonga datur apertura in $uperiori pixidis plano, quæ operculo inter regulas mobili obtegitur; per hoc tran$it ca- minus C, qui (ut in fig. 3. videtur) $upra pixidem ad alti- tudinem circiter $e$quipedis prominet. Caminus cum oper- culo e$t mobilis, aperturâ memoratâ manente clau$â; ut lampadi re$pondeat di$ponitur caminus.

In Pixidis latere minori datur foramen rotundum, dia- metri quinque pollicum; in quo datur vitrum convexum eju$dem diametri V: terminatur hoc utrimque convexâ $u- perficie, portione $phæræ, cujus diameter pedem unum æ- quat: axis hujus vitri $i concipiatur, ad $peculi $uperficiem in [0579] [0579a] [0580] [0581]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XVI. hujus centro perpendicularis erit, ut & ad planum flammæ per cujus punctum medium tran$it.

Clauditur & re$eratur hoc foramen plano inter regulas mobili, quod cylindro, in E ex pixide prominente, agi- tatur.

Huic foramini extra pixidem re$pondet tubus T, longitu- dinis & diametri circiter $ex pollicum, in cujus extremo da- tur annulus, in quo movetur tubus $ecundus _t_, diametri cir- citer quatuor pollicum, & longitudinis quinque aut $ex pol- licum.

In hoc tubo minori dantur lentes duæ; prima in extre- mitate quæ tubo T intruditur, & e$t eju$dem convexitatis cum vitro V, & diametri trium pollicum cum $emi$$e. Se- cunda lens pollices tres à primâ di$tat, planior e$t, termina- tur portionibus $phæræ diametri quatuor pedum. Inter has lentes, di$tans à $ecundâ pollicem unum, di$ponitur an- nulus ligneus, quo tubus clauditur, relictâ aperturâ circula- ri, cujus diameter quartâ parte pollicem unum excedit.

Objecta repræ$entanda in vitro plano & tenui depingun- tur, quod extra pixidem juxta vitrum V, inter hoc & tu- bum T movetur, po$itâ picturâ in $itu inver$o. Si vitra hæc fuerint rotunda, habent diametrum quinque pollicum; ut commodè moveantur, in plano ligneo firmantur, & tres in eodem plano po$$unt conjungi. Etiam in vitris longioribus depinguntur figuræ, quæ $ucce$$ivè juxta vitrum V tran- $eunt.

Tota hæc pixis pede $u$tinetur, quo, inter certos limites, TAB. XIV. fig. 3. ad altitudinem quamcunque firmatur; Plana lignea cum pixide cohoerent, & inter regulas juxta plana quæ pedem formant moventur; in utroque illorum datur $ci$$ura; ad altitudinem de$ideratam, ope cochlearum in pede fixarum, & per $ci$$uras mobilium, con$tituitur pixis.

Di$ponitur tota machina ad di$tantiam, quindecim, viginti, aut triginta pedum à plano albo, diver$am pro magnitudine plani; hæc enim di$tantia pote$t plani longitudinem æquare; ad talem altitudinem firmatur pixis ut tubi, in latere pixidis, medio plani re$pondeant. Accen$â lampade pixis clauditur [0582]PHYSICES ELEMENTA & figuræ, in vitro depictæ, in plano albo repræ$entantur. Motu tubi, in quo lentes duæ dantur, detegitur hujus $itus, ad repræ$entationem di$tinctam exhibendam, requi$itus. Di$po$itio autem partium machinæ, quæ immediatè huic $pectaculo exhibendo in$erviunt, peculiarius e$t explicanda.

Sint hæ partes $eparatæ; S S $peculum; flamma in _l l_, 838. con$tat hæc ex quatuor flammis in lineâ _l l_; V V e$t vitrum TAB. XIV. fig. 2. V. fig. I.; O O pictura in vitro plano tenui; _a a_ lens major; _d d_ lens planior; _b b_ annulus ligneus inter lentes; _f_ apertura annuli, id e$t, foramen in medio hujus.

Hi$ce omnibus ut jam explicatum, & ut in hac figurâ vi- detur di$po$itis; radii, qui à puncto picturæ O O procedunt, per lentem _a a_ tran$eundo, minus divergentes $unt, & qua$i à puncto remotiori procederent, ad lentem _d d_ perveniunt , 699. ex qua convergentes exeunt , & in $uperficie plani albi col- 699. liguntur, & picturam puncti, figuræ in vitro, exhibent . 711. Figura in vitro illuminatur & à radiis à flammâ _l l_ proceden- tibus & à radiis à $peculo S S reflexis.

Ad perfectionem hujus machinæ requiritur; 1. ut figura 839. O O quantum fieri pote$t $it illuminata; 2. ut in omnibus punctis æqualiter illuminetur; 3. ut omne lumen, quo $ingu- la picturæ puncta illuminantur, per lentes _a a_ & _d d_ ad pla- num album perveniat & repræ$entationi exhibendæ in$er- viat; 4. tandem ut $olum hoc lumen ex pixide exeat, ne lumine extraneo minus vivida $it repræ$entatio.

A magnitudine flammæ & $peculi, ut & hujus cavitate, pendet requi$itum primum; quo magis excavatur $peculum, eo propius flammæ admovendum e$t, & majori numero radii intercipiuntur, & reflectuntur; cavendum tamen, ne nimium incale$cat $peculum, quod optimè ex vitro confla- tur.

Datis autem flammâ & $peculo, ut quantum fieri pote$t maximè illuminetur pictura, & ubique æqualiter, ita flamma & $peculum con$tituuntur, ut repræ$entatio inver$a flammæ 826. cadat in ip$am picturam: cùm autem repræ$entatio flammæ augeri & minui po$$it , ita $peculum & flamma di$ponenda 826. $unt, ut flammæ repræ$entatio totam picturam in vitro obte- [0583]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. XVII. gat & hanc non excedat. Tunc enim pictura quantum pote$t fieri maximè à lumine reflexo illuminatur, & $ingula illius puncta æqualiter illu$trantur; directè etiam in $ingula pictu- ræ puncta lumen, $en$ibiliter æquale, cadit; admotâ flam- mâ, lumen hoc quidem augeretur, $ed minueretur reflexum, & diminutio hujus augmentum illius $uperaret.

U$us vitri V V e$t inflexio luminis, quo pictura O O il- luminatur, antequam illud ad hanc perveniat; qua infle- ctione lumen omne ad lentem _a a_ pervenit, & repræ$enta- tioni in plano albo in$ervit.

Omne lumen, quod huic repræ$entationi utile e$t, tran$it per foramen _f_; radiique à variis punctis procedentes ibi $e$e mutuo inter$ecant; quare pictura inver$a in vitro, erecta da- tur in plano albo; annulo _b b_ omnes radii, qui repræ$enta- tioni formandæ non in$erviunt, intercipiuntur, ne cubiculum intrent & minus vivida $it pictura. Annulus etiam hicce intercipit radios, quibus unum punctum magis quàm aliud il- luminatur, quo lumen, quod ex ante dictis quidem æqua- bile $atis e$t, magis adhucdum æquabile fit. Ni$i exactè detur annulus _b b_ in radiorum inter$ectione, magnoperè nocet.

LIBRI III. Pars III. De Opaco & Coloribus. CAPUT XVII. De Corporum Opacitate DEFINITIO.

_COrpora quæ lumen tran$mittunt vocantur_ pellucida. Ta- 840. lia $unt omnia media , vacuo excepto.

615.

_Nullum datur corpus, cujus partes minimæ non $int pelluci-_ 841. _dæ_; hoc in dubium nemo vocabit, qui mycro$copiis $æpe u- $us e$t: partes quædam metallicæ, quæ licèt exiguæ, lumen non tran$mittunt, $i in men$truis di$$olvantur, id e$t, in [0584]PHYSICES ELEMENTA partes multò minores dividantur, tran$lucidæ fiunt. Facili etiam experimento probatur, lumen per pleraque corpora o- paca tran$ire po$$e.

EXPERIMENTUM. 1.

In cubiculo ob$curo, in quo lumen $olare per foramen in- trat, obtegatur foramen hoc laminâ tenui corporis opaci, per hanc tran$ibit lumen; lignum cra$$itiei decimæ partis pol- licis lumen omne non intercipit. Hoc autem experimento perfecta partium tran$luciditas in corporibus opacis non pro- batur, talis enim in minimis partibus tantum obtinet.

_Opacitas non oritur_, ut vulgò creditur, _ex eo, quod viæ_, 842. _per quas lumen tran$ire po$$et, obturentur à materiæ parti-_ _culis_, per $ingulas enim corporis partes minores lumen tran- $it; inutilis etiam ad opacitatem talis e$t luminis interceptio; ad opacitatem requiritur luminis reflectio & deflectio à lineâ rectâ, ad quod $eparatio duorum mediorum tantum requi- ritur .

631. 796.

Concipiamus corpus con$tans ex particulis minimis, per- fectè tran$lucidis, (quales $unt particulæ ex quibus corpora con$tant ) poris inter $e $eparatis; inter$titiaque aut vacua 841. dari aut repleta medio den$itate differente cum ip$is parti- culis; lumen $i intret hoc corpus, omnibus momentis incidet in $uperficiem media, den$itate differentia, $eparantem; in- numeras ergo patietur reflectiones & refractiones in illo cor- pore , ita ut pertran$ire non poterit. Videmus ergo _opa-_ 631. 796. 843. _citatem à poris pendêre; Repletis_ enim _poris, medio eju$dem_ _den$itatis cum particulis ip$is corporis_, nullam in corpore lumen patietur reflectionem, aut refractionem, $ed rectâ tran$ibit ; & _corpus erit tran$lucidum_.

841. 631. 796.

Licèt non po$$imus experimenta in$tituere, in quibus pori exacti$$imè medio eju$dem den$itatis cum particulis replean- tur, $equentia nihilominus, $atis clarè doctrinam Newto- nianam, de opacitate, evincunt.

EXPERIMENTUM 2.

Charta, $i aquâ madefiat magis fit tran$lucida; hæc im- plet poros & minus quàm aër den$itate cum particulis chartæ differt. Oleum eundem edit effectum.

[0585] [0585a] [0586] [0587]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XVII. EXPERIMENTUM 3.

Detur fru$tum vitri, cra$$itiei duorum pollicum; dentur variæ laminæ eju$dem vitri, quæ, ad $e mutuo applicatæ, omnes $imul cra$$itie duos pollices non æquant; hæ minus erunt tran$lucidæ, propter aërem interjectum inter laminas, quàm fru$tum cujus omnes partes cohoerent.

EXPERIMENTUM 4.

Dentur, ex eodem vitro, duodecim laminæ, quantum fieri pote$t eju$dem cra$$itiei; $ex & $ex ad $e invicem ap- plicentur; ex duabus hi$ce congeriebus $i minus tran$lucida aquæ immergatur, extracta, tran$luciditate, aliam vincet; quia aqua, quæ in hoc ca$u inter$titia inter plana replet, den$itate cum vitro minus differt quàm aër.

Confirmantur ulterius, & extra omne dubium ponuntur, quæ de opacitate dicta $unt innumeris experimentis, quibus _corpora perfectè tran$lucida, $eparatione partium_, non in- 844. terveniente corpore ullo opaco, _opaca fiunt_.

EXPERIMENTUM 5.

Agitetur liquidum quodcunque, perfectè tran$lucidum, quod in $pumam pote$t converti, donec in bullas exten$um $it; $tatim opacum erit, ex inter$titiis aëre repletis.

EXPERIMENTUM 6.

Re$ina terebinthina, & aqua, $unt corpora tran$lucida; commixta corpus formant opacum.

EXPERIMENTUM 7.

Aqua & oleum commixta $unt opaca; licèt $eparata $int tran$lucida.

EXPERIMENTUM 8.

Vitrum quantumvis tran$lucidum, $i in pulverem redi- gatur fit opacum. Etiam ex rimis in vitro hoc opa- cum e$t.

In hi$ce omnibus clarè videmus opacitatem dari, quia inter partes tran$lucidas interjacet medium diver$æ den$i- tatis; quod etiam in nubibus ob$ervatur, quæ opacæ $unt ex aëre inter aquæ particulas interpo$ito.

Si hi$ce addamus, quæ de tenuium laminarum coloribus in capite 22. $equenti dicuntur; nova habebimus experi- [0588]PHYSICES ELEMENTA menta, quibus $olis pleni$$imè probatur corpora lumen in- tercipere, quia ex particulis tenuibus, medio, den$itate cum ip$is particulis differente, circumdatis, con$tant.

Corpora quædam opaca exiguam luminis copiam refle- ctunt, reliquum lumen, innumeris divi$ionibus, quas in re- flectionibus & refractionibus memoratis patitur, in corpore extinguitur; talia funt _corpora_ nigra; $i _perfectè nigra_ da- 845. rentur, _nullum reflecterent lumen_; corpus enim omne, $i nullo illu$tretur lumine, & ita nullos radios reflectat, nigrum apparet.

Corpora reliqua opaca coloribus variis induta videntur, quædam etiam tran$lucida coloribus tinguntur: Unde hi oriantur examinandum nunc e$t.

CAPUT XVIII. De diver$â radiorum $olarium refrangibilitate.

COrpora variè colorata apparent, licèt ii$dem radiis $o- laribus, qui ab illis reflectuntur, illuminentur: multa præterea lucis phoenomena, circa colores, minimè negli- genda dantur.

In his ad tria attendendum e$t: 1. Ip$i radii examinandi 846. $unt. 2. Animadvertenda e$t radiorum reflectio. 3. Inqui- rendum in con$titutionem $uperficierum corporum diver$è coloratorum.

Quod radios $pectat, prima harum proprietas, hìc no- tanda, e$t, _non omnes radios, in circum$tantiis $imilibus_, 847. _eandem pati refractionem_.

DEFINITIO 1.

_Radii, qui talem diver$am refractionem patiuntur_, di- 848. ver$æ refrangibilitatis _dicuntur_, & magis refrangibiles, _qui_ _magis refractione inflectuntur_.

DEFINITIO 2.

Homogenei radii _dicuntur, qui refrangibilitate inter $e_ 849. _non differunt_.

DEFINITIO 3.

Heterogenei, _qui non omnes æqualiter, in ii$dem circum-_ 850. _$tantiis, refractione inflectuntur_.

[0589]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XVIII.

Sit inter A B & C D radius $olaris, ex innumeris aliis, TAB. XV. fig. 1. inter $e parallelis, formatus; non omnes hi æqualem patiun- tur refractionem, $i enim obliquè in $uperficiem BD me- dii den$ioris incidant, quidam inter BE & DG refringun- tur, & juxta hanc directionem in den$iori medio moventur; alii magis inflectuntur, & inter BF & DH, juxta harum linearum $itum, motum dirigunt; nulla denique directio concipi pote$t inter media juxta quam radii quidam non mo- ventur, in $ingulis punctis inter B & D: ita ut radius quan- tumvis exiguus refractione in innumeros alios dividatur, quia omnis radius, ut à Sole profluit, quantumvis exiguus hete- rogeneus e$t, & con$tans ex innumeris minoribus radiis re- frangibilibus juxta omnes gradus refrangibilitatis.

Radii memorati paralleli, incidentes in $uperficiem pla- nam, refractione moventur inter BE & DH; quæ lineæ divergunt inter $e, & continuatæ magis ac magis $eparan- tur; ita ut radii memorati refractione di$pergantur. In n. 653. _radios con$ideravimus homogeneos_, ut ubique _in tota_ 851. _parte præcedenti_; $atis e$t exigua differentia refrangibilita- tis in radiis $olaribus, ut in præcedentibus negligi potuit. Quid in homogeneis radiis obtineat etiam prius fuit exami- nandum, & quid ex diver$â refrangibilitate in propo$itioni- bus mutandum $it unu$qui$que facile videbit.

Ut hæc radiorum refrangibilitas ad oculum pateat, au- 852. genda e$t divergentia memorata; quod fit, $i radii memora- ti incidant in $uperficiem EH, medium den$ius terminan- tem, & hoc à rariori $eparantem, quæ cum $uperficie BD angulum quemcunque format, & ad hanc ita inclinatur, ut in illam radii magis refrangibiles obliquius incidant, quàm minus refrangibiles; ita ut illi, tran$eundo in medium ra- rius, ex duplici cau$a, majori refrangibilitate & majori in- clinatione, magis detorqueantur, & ab aliis magis diver- gant. Radii minus refrangibiles inter BE & DG, $ecun- dò refracti inter EI & GL motum continuant; alii inter FM & HN: in quo ca$u, $i, ad di$tantiam quindecim aut viginti pedum, in plano hi radii cadant, $en$ibiliter maximè & minimè refrangibiles $eparantur, & totum in- [0590]PHYSICES ELEMENTA termedium $patium radiis mediâ refrangibilitate præditis il- luminatur.

EXPERIMENTUM 1.

Detur in laminâ metallicâ in fene$trâ foramen, diametri TAB. XV. fig. 2. quartæ partis pollicis, per quod radii $olares cubiculum ob$curum intrent, cadant hi in pri$ma vitreum triangulare AA, ut in totum ab inferiori $uperficie reflectantur, (vi- de exp. n. 789.) Duabus refractionibus, quas lumen pati- tur, radii diver$è refrangibiles non divergunt, & reflexi ad $ecundum pri$ma, etiam vitreum & triangulare, BB per- veniunt, eodem modo ac $i directè à Sole procederent. Pri$mata hæc ambo circa axes $unt volubilia, ut ante expli- catum ; primum AA ligno imponitur & huic alligatur, ita 791. tamen, ut rotatio circa axem non impediatur; lignum hoc cum globo mobili conjungitur, qui â tripode $u$tinetur, quæ machina in praxi geometriæ vulgaris e$t. Pri$ma $e- cundum BB imponitur $u$tentaculo S, in cujus lateribus $ci$$uræ variæ dantur, re$pondentes inter $e in $ingulis lateri- bus; illis pri$ma ad varias altitudines $u$tinetur, $emper ta- men horizontaliter, ambabus axeos extremitatibus in $ci$$u- ris re$pondentibus po$itis.

Lumen ad pri$ma BB perpendiculariter ad axem accedit & tran$mittitur, ut in fig. 1. demon$tratur, in qua BD & EH latera pri$matis de$ignant; etiam ad utrumque latus æqualiter inclinatur lumen: quod obtinetur, $i circa axem pri$ma agitetur, lumen enim Solis in hac agitatione ad$cen- dit iterumque de$cendit, $itu$que quæ$itus, e$t ubi lumen maximè elevatur: ita autem ambo $unt di$ponenda pri$ma- ta, ut in hoc ca$u lumen horizontaliter ex pri$mate BB exeat. Radius hicce horizontalis, ad di$tantiam quindecim aut viginti pedum, cadit in tabulam T, chartâ albâ obte- ctam, quæ pede $u$tinetur, quo ad varias altitudines eleva- tur & firmatur. Radii divergentes ad tabulam perveniunt & in hac formant imaginem oblongam RV, terminatam, ad latera, lineis parallelis, in R & V verò $emicirculis.

Radii $olares, per foramen rotundum tran$euntes, $i ad certam di$tantiam in planum cadant, in hoc videtur macula [0591]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XVIII. illuminata rotunda, eo major, quo planum magis à foramine di$tat, quod oritur ex radiis à lateribus Solis provenientibus, cum illis, qui à centro ad foramen perveniunt angulum formantibus, & in foramine hos inter$ecantibus, ita ut in plano qua$i imago Solis detur.

Si radii per pri$ma BB non tran$irent, & ad di$tantiam tabulæ T in planum caderent, Solis imago haberet diametrum æqualem latitudini imaginis RV; quæ latitudo refractione non mutatur; quia radii, perpendiculariter ad axem, pri$ma intrant, & ad hoc, re$pectu latitudinis imaginis, non in- clinantur. Cum autem alio re$pectu _oblonga_ $it _Solis imago_, 853. clarè inde $equitur, non omnes radios æqualem pa$$os re- fractionem; radiis homogeneis rotundam, licèt refractis, dantibus Solis imaginem. Minimè refrangibiles radii pertin- gunt ad R, maximè refrangibiles ad V; & $emicirculis in R & V terminatur tota imago RV; quia _ex circularibus_ _imaginibus_ tota _con$tat:_ inter R & V autem dantur imagi- nes circulares innumeræ, ex radiis refrangibilitatum inter- mediarum omnium po$$ibilium; aliter ad latera non lineis rectis imago RV terminaretur.

In plurimis experimentis, per $ci$$uram aut foramen lu- men intromitti in locum ob$curum, vidimus, quod ad arbi- trium artificis reliquimus; nos autem hac methodo u$i $umus.

In plano ligneo, quo fene$træ apertura obturatur, datur 854. foramen quadratum, cujus latus e$t quatuor pollicum; cir- TAB. XV. fig. 3. cumdatur hoc tribus regulis ligneis AB, BC, CD, quæ retinent tabellam ligneam quadratam R, longitudinis & la- titudinis $ex pollicum. Extrahi pote$t hæc, & variæ dantur variis experimentis in$ervientes. Quæ in experimento $e- quenti adhibetur, à parte po$teriori in medio excavatur, ut contineat lentem convexam, objectivam Tele$copii $edecim aut viginti pedum; & in medio datur foramen rotundum _f,_ cujus diameter $emi pollicem $uperat, per quod, tran$eun- do per vitrum, radii $olares cubiculum intrant. In ante- riori parte quoque excavatur tabella Q, non tamen in medio; continet cavitas hæc orbem æneum rotundum L, ver$us pe- ripheriam perforatum in _f_, quod foramen æquale e$t foramini [0592]PHYSICES ELEMENTA in ip$â tabellâ Q, & cum hoc congruit. Cum orbe L alius minor concentricus & circa centrum mobil<007>s conjungitur; Continet hicce foramina varia inæqualia, quæ $ucce$$ivè dum orbis rotatur tran$eunt in _f_; ita ut ad libitum, per fo- ramen majus aut minus, lumen locum ob$curum intret; quod in multis experimentis, quæ, $ublatâ lente memoratâ, in$ti- tuuntur, u$u venit. Clavulo _m_ cum orbe conjuncto, in gy- rum hicce rotatur.

EXPERIMENTUM 2.

Trans lentem memoratam radii $olares, per foramen dia- metri quartæ partis pollicis, in cubiculum ob$curum intrant; his, ad di$tantiam ad quam radii paralleli à lente colliguntur, Sol exacti$$imè repræ$entatur, & hujus imago circìnatis li- mitibus terminatur. Nam radii à $ingulis punctis Solis, qui, propter hujus immen$am di$tantiam, pro parallelis haberi po$$unt, ad talem di$tantiam in unum punctum colliguntur.

Si nunc hi$ce radiis experimentum $tatim memoratum in- TAB. XV. fig. 2. $tituatur, $ingulæ imagines ex radiis homogeneis, po$itâ ta- bulâ T ad ju$tam di$tantiam, exactè terminantur, ideòque imago oblonga RV, quæ ex omnibus illis imaginibus for- matur.

Procedit eodem modo hoc experimentum, $i radii tran- $eant per pri$ma cuju$cunque materiæ aëre den$ioris.

EXPERIMENTUM 3.

Detur ex ligno & duobus planis vitreis, pri$ma triangula- TAB. XV. fig. 2. re, quod aquâ repletur; tale videtur in BB, (Tab. XVII. fig. 3.) hoc $i adhibeatur loco pri$matis BB in hac fig., ex- perimentum eodem modo procedit; &, tran$eundo per a- quam, radii heterogenei eodem modo refractionibus $epa- rantur.

EXPERIMENTUM 4.

Si $pectator ad di$tantiam quindecim, aut viginti pedum, intueatur foramen, per quod lumen in cubiculum intromit- titur, rotundum illud apparet; $i pri$ma triangulare vitreum, aut aqueum in ultimo experimento memoratum, ante oculos ponatur ita, ut radii à foramine procedentes, po$t refractio- nes, $imiles illis quas lumen in experimentis præcedentibus [0593]MATHEMATICA. LIB. III. CAP. XVIII. patitur, ad oculos perveniant, foramen oblongum apparebit. Situs pri$matis detegitur, $i, po$ito hoc in $itu horizontali & acie $upernè, paululum circa axem agitetur, quo mo- tu ad$cendit & de$cendit imago foraminis, & pri$ma re- tineatur in $itu, in quo foramen maximè depre$$um ap- paret.

Probat hoc experimentum, æquè ac præcedentia, diver- $am radiorum refrangibilitatem; nam, radiis homogeneis u- nius cuju$que refrangibilitatis, foramen apparet in focis ima- ginariis radiorum à $ingulis punctis foraminis procedentium , 737. quæ imago rotunda e$t; radii, qui variam patiuntur refra- ctionem, juxta varias directiones oculos intrant, & imagi- nes dantur diver$æ, quæ omnes imaginem oblongam, quæ reverâ videtur, formant.

Hanc autem _diver$am refrangibilitatem non à medio re-_ 855. _fringente pendere, $ed ab ip$orum radiorum con$titutione_, ex eo probatur, quod radii, qui in uno ca$u maximam patiun- tur refractionem, in tefractione quacunque à viâ maximè deflectantur.

EXPERIMENTUM 5.

Ii$dem po$itis quæ in Experimento 1, ad di$tantiam quam- TAB. XV. fig. 4. cunque à pri$mate BB, cadat oblonga Solis imago in pri$ma CC verticale, etiam circa axem volubile; dum radii tran- $eunt, agitetur hoc circa axem, $ixumque relinquatur ubi radii quantum pote$t minimè, per refractiones trans pri$ma, à rectâ viâ deflectuntur; in hoc ca$u radii eodem modo per hoc pri$ma ac per primum refranguntur; non autem eo- dem modo di$perguntur, quod quadratam formaret imagi- nem. Hæc autem, manente hujus latitudine, inclinatur in RV, radiis in V maximè ex viâ de$lexis, ut in refractione per primum pri$ma BB.

_Demon$tratio_, antea data , _de con$tanti ratione inter_ 856. _$inus angulorum incidentiæ & refractionis, ad radios quo$cun-_ 639. _que homogeneos referri debet_, po$itâ verò diver$â refrangi- bilitate, proportio hæc variat, ut ex experimentis hujus capitis clarè $equitur.

_Refrangibilitatem_ autem, _in $ingulis radiis, omni modo e$$e_ 857. [0594]PHYSICES ELEMENTA _immutabilem_ experimentis, in $equentibus memorandis, ex- tra omne dubium erit.

CAPUT XIX. De Radiorum Coloribus & horum immutabilitate.

_D_iver$a radiorum refrangibilitas cum diver$o colore con- 858. juncta e$t; & $inguli radii, pro ut magis aut minus refra- ctione inflectuntur, colorem $ibi peculiarem, & omnino im- mutabilem, habent.

Circa colores notandum, quod circa alias $en$ationes jam fuit notatum ; colores $unt ideæ, quæ nihil cum radiis, 502. 580. 716. quibus excitantur, commune habent: definiendum ideo, quid per radios coloratos & objecta colorata intelligamus.

DEFINITIO 1.

Objectum illo colore tinctum dicitur, cujus idea, radiis ab 859. objecto reflexis, in mente excitatur.

DEFINITIO 2.

Radii homogenei, qui in retinam impingentes, ideam ali- 860. cujus coloris in mente excitant, vocantur radii illius coloris.

Dicimus radios ideam excitare, intelligimus radios $i- bras agitare, &, occa$ione hujus agitationis, ideam in men- te dari.

Ex experimentis capitis præcedentis, diver$um colorem TAB. XVI. fig. 1. habere radios diver$æ refrangibilitatis pleni$$imè con$tat; Variis enim coloribus tincta e$t imago Solis, oblonga in illis experimentis demon$trata. _Qui radii minimè refractione à_ 861. _viâ deflectuntur rubri $unt, reliqui colores hoc ordine $equun_- _tur, aureus, flavus, viridis, cæruleus, indicus, violaceus_, cujus ultimi coloris $unt radii maximâ refrangibilitate præ- diti. Oblonga memorata Solis imago, ut dictum , for- 853. matur innumeris imaginibus rotundis, $i harum diametri mi- nuantur, quod fit interceptis radiis $olaribus ita, ut $oli per pri$ma tran$eant à centro Solis manantes, non mutantur cen- tra imaginum peculiarium oblongam formantium; idcirco longitudo _ah_ imaginis inter lineas parallelas non mutatur; & hæc $ola $upere$$et $i infinitè parva daretur imaginis latitu- [0595] [0595a] [0596] [0597]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XIX. do: ita, ut hæc longitudo $ola con$ideranda $it in determi- nandis colorum limitibus, in ip$â imagine, hi in hac figurâ litteris _a, b, c, d, e, f, g, h_, notantur, & numerus uni- cuique colori ad$criptus $patium ab hoc in imagine occupa- tum de$ignat, divi$â totâ imaginis longitudine in partes 360.

_Si latitudo imaginis Solis oblonga minuatur, magis in i_- 862. _magine colores heterogenei $eparantur_, quia in $ingulis pun- ctis minori numero confunduntur imagines peculiares, ex radiis variarum refrangibilitatum parum inter $e differentium.

Color cuju$cunque radii, ut & hujus refrangibilitas, nul- 863. lis refractionibus, neque reflexionibus, aut per mixtionibus quibu$cunque mutatur.

De refractione & reflectione in hoc capite, de permixtio- ne in $equenti, agam.

Refrangibilitatem refractione non mutari in exp. 5. cap. 864. præcedentis probatur; quod & etiam ad colorem referri po- te$t; hæc eadem experimento $equenti clariùs evincuntur. Circa quod notandum, quod & de $equentibus etiam dicen- dum e$t, experimenta in$tituenda e$$e cum pri$matibus ex vitro puro venulis immune, his enim irregulariter lumen in pri$mate movetur & radii refractionibus non ritè $eparantur.

EXPERIMENTUM 1.

Rebus di$po$itis ut in exp. 1. capitis præcedentis, in$ti- TAB. XVI. fig. 2. tuitur experimentum cum radio $olari per foramen intrante, cujus diameter e$t $emi pollicis; $u$tentaculum autem S pri$matis tale e$t, ut inter latera moveatur tabella _t_, quæ in hoc experimento u$u venit, in hac datur foramen F diame- tri octavæ partis unius pollicis, per hoc tran$mittitur lumen à pri$mate refractum, quo radii in oblongâ imagine melius inter $e $eparantur, radiis magnâ parte interceptis; imago hæc oblonga RV, ad di$tantiam decem aut duodecim pe- dum à pri$mate, cadit in tabellam _t_, $u$tentaculi $imilis priori, in quâ tabellâ etiam exiguum, ut in primâ, datur foramen F; per quod radii tran$eunt, qui in $ecundum ca- dunt pri$ma, huic $u$tentaculo impo$itum, & refringuntur eodem modo ac per primum; paululum circa axem agitan- do primum pri$ma, ad$cendit aut de$cendit imago RV, quo [0598]PHYSICES ELEMENTA $ucce$$ivè per foramen radii varii tran$mittuntur; in omni ca$u radii, per $ecundum pri$ma refracti, & in tabulam T, chartâ albâ obtectam, impingentes, in H non di$perguntur $ed rotunda e$t imago, $i radii perpendiculariter in chartam cadant, etiam eju$dem coloris cum radiis in $ecundum pri$- ma cadentibus. Imago tamen Heo magis elevatur, quo ra- dii, in refractione, per pri$ma primum magis à viâ deflectun- tur, id e$t, magis refrangibiles in uno ca$u, in alio ca$u etiam majorem patiuntur refractionem.

Refrangibilitatem & colorem neque reflectione mutari 865. experimentis $equentibus patebit.

EXPERIMENTUM 2.

Radii partem, ex. gr. rubram, imaginis oblongæ colora- tæ $æpius memoratæ formantes, à quocunque corpore re- flectantur, rubri $unt; id e$t, omnia corpora in illo lumine rubra $unt: in lumine violaceo $unt violacea; in viride $unt viridia; & $ic de cæteris. Patet hoc, $i illud tentetur cum minio, auripigmento, cœruleo montano, panno utcunque tincto, &c.

EXPERIMENTUM 3.

Intret lumen cubiculum ob$curum per duo foramina, dia- TAB. XVI. fig. 3. metri quartæ partis pollicis, in laminâ retundâ volubili, quæ in fene$trâ datur; $it di$tantia inter hæc circiter duorum pol- licum; radii à $peculo plano S reflectantur.

Ita di$ponenda lamina & $peculum, ut radii in duo pri$ma- ta AA, AA, quæ eidem $u$tentaculo horizontaliter im- ponuntur, incidant; & ut imagines oblongæ, refractionibus horum pri$matum formatæ, ad latus $e$e mutuo tangant. Pau- lulum circa axem agitetur pri$ma unum, ut color ruber u- nius imaginis detur ad latus violacei alterius. Intercipiantur hi colores, & quidem $oli, regulâ ligneâ LL, chartâ albâ obtectâ, in qua color ille in R hicce in V videtur, dum reli- quum utriu$que imaginis in parietem, panno nigro obte- ctum, cadit. Si $pectator in O, per pri$ma BB, intueatur colores hos R & V, ut de foramine in exp. 4. capitis præ- cedentis dictum, videbit colores, inter $e $eparatos, ru- brum in _r_, violaceum in _v_; qui ergo reflexus, tran$eundo per [0599]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XIX. pri$ma BB, majorem patitur refractionem.

In experimento 1. hujus capitis dedimus methodum, qua radii heterogenei melius $eparantur quàm in aliis experimen- tis; in $equenti experimento lumina diver$orum colorum 866. multò magis homogenea fiunt, quod in $exto hujus capitis experimento requiritur.

EXPERIMENTUM 4.

Intret lumen cubiculum tenebrico$um per foramen, cujus TAB. XVII. fig 1. diameter $it pars octava pollicis; radius Solis, pri$mate AA, ad lentem convexam V, pede $u$tentatam & cujus diameter e$t trium aut quatuor pollicum, reflectitur; longitudo ra- diorum incidentis & reflexi conjunctorum, e$t circiter $e- ptem pedum; lentis convexitas talis e$t, ut, ad di$tantiam decem aut duodecim pedum à lente, dentur foci radiorum à $ingulis punctis foraminis procedentium, quibus focis fora- men pote$t in chartâ repræ$entari . Immediatè po$t len- 711. tem ponitur pri$ma BB, quo radii, ut in exp. 1. cap. præceden- tis, di$perguntur; po$itâ autem tabulâ T, ad di$tantiam ad quam à $ingulis punctis foraminis radii colliguntur, dabitur circinata imago oblonga colorata RV, cujus longitudo ad latitudinem majorem proportionem habebit, quàm in aliis ex- perimentis; & quæ ideò con$tat ex radiis magis homoge- neis ; & eo minus permixtis, quo foramen in fene$trâ mi- 862. nus e$t. Admovendo & removendo tabulam T, detegitur di$tantia, ad quam imago maximè e$t di$tincta & $ine penum- brâ terminata.

Radios autèm in hoc Experimento $eparatos, $atis e$$e homogeneos, ex eo probatur, quod novâ refractione non di$pergantur; hanc autem e$$e homogeneorum proprietatem, ex æquali refrangibilitate $equitur; quod jam experimento fuit confirmatum , & plenius $equenti demon$tratur.

864. EXPERIMENTUM 5.

Si duo circuli chartacei, diametri circiter unius pollicis, illuminentur, unus radiis homogeneis coloris cuju$cunque, alter radiis $olaribus; $i ambo per pri$ma ad di$tantiam ali- quot pedum ob$erventur, ut in exp. 3. hujus capitis; circu- lus, colore heterogeneo illuminatus, oblongus apparet, & va- [0600]PHYSICES ELEMENTA riis coloribus tinctus, ut in Exp. 4. capitis præceden- tis; alterius verò circuli neque color neque figura mu- tatur.

EXPERIMENTUM 6.

In chartâ albâ ducantur lineæ nigræ inter $e parallelæ, & latæ circiter decimam $extam pollicis partem; illuminentur hæ oblongâ imagine, de qua in experimento quarto, ita, ut lineæ juxta imaginis longitudinem dirigantur. Detur ul- terius lens convexa, diametri quinque aut $ex pollicum, pe- de $u$tentata, qualis datur in V (Tab. XIX. fig. 2.), quæ ra- dios rubros, à puncto radiante emi$$os à vitro $ex pedes di- $tanti, ad di$tantiam æqualem colligit. Si lens hæc detur ad di$tantiam $ex pedum ab imagine memoratâ, partes linea- rum, quæ in colore rubro dantur, in chartâ, per radios à lente collectos, ad di$tantiam etiam $ex pedum exactè re- præ$entantur, in imagine rubrâ; admovenda autem e$t char- ta circiter tres pollices cum $emi$le, ut partes linearum, colore indico illuminatæ, dì$tinctæ appareant, in imagine eju$dem coloris; colores intermedii dant imagines ad di- $tantias intermedias; violaceus adeo e$t debilis, ut fila in hoc repræ$entari nequeant.

Confirmat ergo & hoc experimentum, reflexorum radio- rum colorem novâ refractione per lentem non mutari; ut & radios maximè refrangibiles, tran$eundo per lentem aliis magis inflecti.

Probat etiam Experimentum hoc ultimum, _diver$am ra_- 867. _diorum refrangibilitatem in cau$â e$$e, quo minus Tele$copia_ _$int perfecta_. Foci enim punctorum æquè di$tantium, ad varias à lente di$tantias dantur, pro vario colore; unde e- tiam inæqualiter, â lente oculari di$tant, punctorum repræ- $entationes; quæ ideo per hanc non omnes perfectè videri queunt.

Circa reflexionem radiorum notandum, _radios in totum_ 868. _facilius reflecti, qui majorem habent refrangibilitatem_; nam quo major datur radiorum refractio, quo minor requiritur obliquitas ut omnes reflectantur .

793. [0601]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XX. EXPERIMENTUM 7.

Detur pri$ma di$po$itum ut ante memoratum , ubi vi- 790. dimus, agitando pri$ma circa axem, radios primò tran$eun- tes, auctâ horum inclinatione, in totum reflecti; $i autem lentè in hoc ca$u pri$ma moveatur, videmus radios violaceos ante omnes alios in totum reflecti, deinde indicos; & cæ- teros alios eo ordine, quo in imagine Solis oblongâ, $æpi$$i- mè memorata, di$ponuntur: quod patet $i reflexi, pri$matis refractione, $eparentur.

CAPUT XX. De Colorum permixtione, ubi de Albore.

RAdiorum refrangibilitatem, & colorem, permixtione 869. radiorum variæ refrangibilitatis non mutari dictum ; 863. quod experimentis probandum e$t.

EXPERIMENTUM 1.

In$tituitur hoc, ut tertium capitis præcedentis; in hoc co- TAB. XVI. fig. 3. lor ruber R, & violaceus V, confunduntur, in eodem lo- co regulæ LL cadentes, quæ purpurea in eo loco appa- ret. Spectatori tamen, qui hos per pri$ma BB intuetur, $eparati apparent colores, & neque color, neque refran- gibilitas, hac colorum confu$ione mutantur.

EXPERIMENTUM 2.

Si oblonga colorata Solis imago, (de qua in exp. 1. cap. 18.) TAB. XVII. fig. 2. cadat in RV in lentem convexam L, in exp. 4. cap. præ- cedentis memoratam, & ad di$tantiam $ex aut $eptem pe- dum à pri$mate BB di$po$itam, radii divergentes refra- ctione lentis convergunt, & ad di$tantiam novem aut de- cem pedum $e$e mutuo inter$ecant in A; $i ad majorem di- $tantiam detur Tabula T, radii, qui po$t inter$ectionem ite- rum divergunt, di$per$i ad hanc perveniunt; daturque ite- rum imago oblonga colorata, $ed colores, propter inter$e- ctionem in A, contrario ordine di$ponuntur, non tamen, permixtione in A, mutantur.

EXPERIMENTUM 3.

Omnibus manentibus, ut in Exp. præcedenti; $i chartâ TAB. XVII fig. 2. [0602]PHYSICES ELEMENTA nigrâ radii quidam imaginis RV intercipiantur, quod mu- tat permixtionem, quæ hac methodo ad libitum variatur, radiorum cæterorum iterum $eparatorum colores non mu- tantur.

_Si radii $olares_, ut ad nos perveniunt, _in totum ab ali_- 870. _quo corpore reflectantur, hoc album apparet_; radii autem hi $unt congeries radiorum variorum colorum , unde deduci- 847. 858. mus _permixtionem colorum variorum con$tituere albedinem_; 871. $i enim colores, qui ob$ervantur in oblongâ Solis imagine, $æpius memoratâ, eâ proportione, qua in illâ imagine dantur, inter $e confundantur, conflatur albedo: quod & eo re$pectu radios immutabiles probat. A Sole procedentes radii albi ap- parent, $i $eparantur horum colores deteguntur, iterum per- mixti re$tituitur albor.

EXPERIMENTUM 4.

Omnibus manentibus, ut in Experimentis duobus præce- TAB. XVII. fig. 2. dentibus; ponatur tabula T in A, in ip$o loco ubi omnes radii imaginis RV confunduntur; albedo dabitur in A; $i color ruber imaginis RV chartâ nigrâ intercipiatur, eva- ne$cit albedo, & color in A ad cæruleum vergit; interceptis verò radiis violaceis & cæruleis, rube$cit albor.

EXPERIMENTUM 5.

Dentur pri$mata triangularia tria, ex ligno, & laminis vi- TAB. XVII. fig. 3. treis, con$tructa, aquam continentia, BB, DD, DD; laminæ vitreæ in $ingulis inter $e formant angulos æquales, circiter 70. gr.; longitudo laminarum e$t $ex aut $eptem pollicum, latitudo trium pollicum; hæ aliter in pri$mati- bus DD, DD, quâm in pri$mate BB, di$ponuntur; ita ut illorum ba$es majores $int. Refringuntur radii $olares per pri$ma BB, ut in Exp. 3. capitis 18., & ad di$tantiam trium aut quatuor pedum cadit oblonga Solis imàgo in faciem pri$matis DD, po$itam in $itu parallelo faciei pri$matis BB ex qua radii exeunt. In $ecundo pri$mate radii contrariam patiuntur refractionem, quàm in primo; proprer paralle- li$mum memoratum, & quia acies anguli à planis vitreis for- mati in pri$mate BB $ur$um, in DD deor$um datur. Id- circo $ecundâ refractione de$truitur prima, & radii paralleli [0603] [0603a] [0604] [0605]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XX. inter $e ex pri$mate DD in RV exeunt, nam admotis pri$matibus ita, ut facies parallelæ $e$e mutuo tangant, tran- $ibit lumen per medium planis parallelis terminatum, quod ambo pri$mata conjuncta formant, per quod lumen cu- ju$cunque refrangibilitatis $ine directionis mutatione tran- $it . Separantur autem pri$mata, ut radii heterogenei $e- 628. parentur, antequam paralleli iterum fiant; $i hi radii colora- ti cadant in tertium pri$ma DD, &, per hoc tran$eundo, patiantur refractionem $imilem illi, quàm in primo aut $ecun- do pri$mate pa$$i $unt; radii in _rv_ exeuntes convergunt, ex inæqualibus refractionibus in radiis diver$orum colorum, & in A concurrunt, in quo loco etiam albor datur, ut in Experimento præcedenti.

EXPERIMENTUM. 6.

Si imago Solis oblonga colorata, ut in Exp. I. Cap. 18.; detur, & $pectator ad di$tantiam pri$matis, lumen refrin- gentis, imaginem intueatur, ut de formaine in Exp. 4. eju$- dem Capitis dictum, rotundam & albam videbit imagi- nem; $ecundâ refractione primam de$truente; quo radii iterum permixti oculum intrant, quibus in hoc ca$u ima- go alba apparet.

_Non omnium, qui in imagine Solis oblongâ ob$ervantur,_ 872. _colorum permixtio ad albedinem conflandam nece$$aria e$t_, ip$e radiorum $olarium albor paululum ad flavum vergit, radiis flavis pro parte ex permixtione $ublatis albor datur magis perfectus. Ex quatuor aut quinque colorum permix- tione, ju$tâ $ervatâ proportione, albedo na$citur.

_Colores_ etiam _innumeros primarii_, id e$t, homogenei, 873. _permixti generant, ab homogeneis aut primariis, diver$os_. Sæpe color homogeneo $imilis ex aliorum permixtione con- flatur; $ed _quando nudis oculis inter homogeneum & permix-_ 874. _tum differentia nulla ob$ervatur, trans pri$ma $en$ibilis_ _hæc e$t_.

EXPERIMENTUM 7.

Trans pri$ma ob$erventur objecta quæcunque exigua, ut litteræ in chartâ, mu$cæ & alia $imilia; $i lumini aperto exponantur, confu$a apparent; $i lumine homogeneo, Fx- [0606]PHYSICES ELEMENTA perimenti 4, hujus capitis, illuminentur, trans pri$ma vi$a, di$tinctis limitibus terminantur.

CAPUT XXI. De Iride.

PEractis quæ radios, quibus corpora illuminantur, $pe- ctant, antequam hanc materiam mi$$am faciamus, expli- candum e$t phænomenon, nimium notabile & vulgare ut $ilentio prætereatur.

_Arcus cæle$tis_, aut _Iris_, à nemine $æpi$$imè non fuit ob- $ervatus; quibu$dam præmi$$is, explicandum erit unde oria- tur

_Detur medium den$ius, rariori circumdatum, circulo_ BD 875. FH _terminatum. Incidant in illud radii homogenei paralle-_ TAB. XVIII. fig. 1. _li inter $e_, quorum unus e$t AB; ducatur $emid<007>ameter CB continuata ad N; perpendicularis e$t hæc ad $uperfi- ciem media dirimentem; ABN e$t ergo angulus inciden- tiæ hic æqualis e$t angulo oppo$ito ad verticem CBL, cu- jus $inus e$t CL, per centrum ad BL perpendicularis; re- fringitur radius ad perpendicularem , e$tque angulus re- 624. fractionis CBM, cujus $inus e$t CM, à C ad BD perpen- dicularis: pro $ingulis radiis, ut AB, datur eadem ratio in- ter lineas, ut CL & CM . Radius BD pro parte in me- 639. dium rarius penetrat juxta DE, pro parte reflectitur per DF; efficitque angulum reflectionis CDF æqualem angulo incidentiæ BDC; unde BD & DF æquales $unt. Ra- 805. dius DF pro parte etiam ex den$iori medio exit per FG, pro parte reflectitur per FH; qui eodem modo pro parte exit per HI, & pro parte reflectitur: hanc autem refle- ctionem, ulterioresque reflectiones & refractiones non con$ideramus; nimium debiles $unt, propter varias quas lu- men pa$$um e$t divi$iones.

Radius FG, qui po$t unicam reflectionem medium den- $ius exit, cum radio incidente AB format angulum GPA, qui variat in diver$is radiis incidentibus; Ideò, licèt hi paral- leli fuerint, _di$perguntur, po$t unicam reflectionem exeuntes_, TAB. XVIII. fig. 2. ut ex in$pectione figuræ patet.

[0607] [0607a] [0608] [0609]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XXI.

Radius EE, qui continuatus per centrum C tran$it, neque reflectione neque refractione à viâ deflectitur . 806. 629.

Recedendo ab hoc radio, ad incidentem continuò minus ac minus inclinatur radius, qui redit. Sic radius DD, qui per _dd_ exit ex medio den$iori, & per hanc lineam regredi- tur, cum _dd_ majorem angulum format, quàm, cum $uis re- deuntibus, & ex medio den$iori exeuntibus, efficiunt radii intermedii inter DD & EE.

Datur radius ut BB, cujus re$pectu inclinatio hæc e$t 876. omnium minima, id e$t, qui efficit angulum ut GPA (fig. 1.) omnium maximum. Ultra BB, magis ad inci- dentes inclinantur radii redeuntes; $ic AA per _aa_ redit.

Ex hac _radiorum redeuntium_ di$per$ione, recedendo à medio den$iori debiliores continuò $unt, & horum _color non, 877. _per totum $patium quod implent, percipi pote$t_, licèt inciden- tium color vividus $it. Color, in radiis redeuntibus, _$en$ibilis _tantùm e$t, ubi radii vicini paralleli $unt &_ adjacentes pa- rum admodum divergunt, ita ut ad magnam di$tantiam $atis den$i $int, ut percipiantur. _Hi $oli efficaces dicuntur_, & dantur, ubi radii vicini incidentes refracti concurrunt in ip$o puncto reflectionis.

Sint AB, _ab_ radii vicini, paralleli inter $e, incidentes TAB. XVIII. fig. 3. in $uperficiem circularem medium den$ius terminantem; $i hi refracti, per BD, _bd_, concurrant in D, puncto reflexio- nis, reflexi, DF, D _f_, æquales angulos cum F _f_ formabunt, ac DB, D _b_ cum B _b_; ideoque refracti FG, _f g_ paralleli 627. & efficaces erunt . In hoc ca$u $equenti methodo deter- 877. minatur angulus ab incidente cum redeunte formatus, id e$t, angulus APG, qui hìc e$t omnium maximus.

Ponamus inter $inus angulorum incidentiæ & refractionis, 878. quando lumen ex medio rariori, quo den$ius circumdatur, in den$ius, ip$o circulo contentum, penetrat, rationem dari, quæ datur inter J & R. E$t ergo, ductis perpendicu- lari C _m_ ad _b_ D, & arcu _mn_ centro C, & $emidiametro C _m_,

J, R:: CL, CM:: C _l_, C _m_:: CL--C _l_ = L _l_, CM--C _m_ = M _n_. [0610]PHYSICES ELEMENTA

Ducatur B _o_ ad BL perpendicularis; ut & B _p_ ad BD nor- malis; deturque _bp_, quæ cum B _p_ angulum rectum format; tandem lineis jungantur puncta B, C, & M, _m_.

Triangula B _bo_, BCL $unt $imilia; $unt enium rectangula, & anguli _o_ B _b_ & CBL, quorum $ingulorum differentia cum angulo recto e$t angulus _o_ BC, $unt æquales.

Eodem modo probatur, $imilia e$$e triangula BMC & B _bp_; huic etiam $imile e$t triangulum M _mn_ rectangulum in _n_, nam latera M _n_, B _p_, perpendicularia lineæ BD, $unt parallela; ut & M _m_ & B _b_, quia in partes æquales, in M & _m_, bi$ecantur lineæ BD, _b_ D. Idcirco etiam B _b_ e$t dupla M _m_, & B _p_ dupla _mn_. Ex hi$ce deducimus

BC, BL:: B _b_, _B o_. BC, BM:: B _b_, _B p_.

ergo

BL, BM:: B _o_ = L _l_, B _p_ = 2 M _n_:: J, 2R:: CL, 2 CM, conferendo ha$ce proportiones cum ante memo- ratâ proportione.

Cùm proportionalium quantitatum, quadrata proportio- nalia $int, datur

B L<_>q, CL<_>q:: BM<_>q, 4CM<_>q.

Unde deducimus

BL<_>q + CL<_>q = BC<_>q, BL<_>q:: BM<_>q + 4CM<_>q = BCq + 3CM<_>q, BM<_>q = BC<_>q-CM<_>q = BL<_>q + LC<_>q-CM<_>q.

Subtrahendo primum & $ecundum terminum è tertio & quarto, quo proportio non mutatur, habemus BC<_>q, BL<_>q:: 3CM<_>q, LC<_>q-CM<_>q:: 3R<_>q, J<_>q-R<_>q; datur enim inter CM & LC eadem ratio ac inter R & J.

Si ergo nota $it ratio inter R & J, innote$cit ratio inter $emidiametrum BC, & lineam BL, quæ e$t $inus anguli BCL, qui angulus idcirco datur; notus e$t igitur arcus BN, ut & FG, $unt enim hi æquales.

Dato $inu BL, datur & BM $inus anguli BCM; quia ut ante vidimus

BL, BM:: J, 2 R.

Determinatur ergo arcus BD cui æqualis e$t DF.

[0611]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XXI.

Ex hi$ce facilè deducimus arcus NH & BF; $i ex hoc 879. ille $ubtrahatur, & re$iduum in duas partes æquales divida- tur, habetur, ut notum e$t, men$ura anguli APG.

Quando ratio inter J & R variat, mutatur angulus APG; qui idèo diver$us e$t pro variâ radiorum refrangib<007>litate.

Si Radiis hæterogeneis, _ut à Sole profluunt_, illu$tretur $u- 880. perficies memorata, efficaces diver$orum colorum non angulos æquales cum incidentibus efficiunt, & $ic ope hujus refractionis $eparantur colores.

EXPERIMENTUM I.

Intret lumen $olare in cubiculum ob$curum, per $ci$luram in TAB. XVIII. fig. 4. orbe mobili O, & à $peculo S horizontaliter reflexum, tran$eat per $ci$$uram in tabellâ T; ut ante explicatum . Detur phiala 630. exactè cylindrica, ex vitro puro, aquâ repleta. Incidat ra- dius in phialæ $uperficiem in _fg_, in aquâ refringitur ver$us _hi_, & ibi reflectitur, & in _lm_ phialam exit. Facilè ita di- $ponitur hæc, ut radii hi $int efficaces; &, propter latitudi- nem radii incidentis, efficaces omnium colorum eodem tempore exeunt; nam parum hi in incidentiâ di$tant. Si hi radii efficaces in chartam albam, ad di$tantiam quatuor aut quinque pedum à phialâ, impingant, dantur in chartâ fa$ciæ verticales, variorum colorum homogeneorum, ex radiis ef- ficacibus $ingulorum colorum oriundæ, $i etiam, ad di$tan- tiam aliquot pedum à phialâ, oculus detur ubicunque ut in N, in radiis hi$ce efficacibus, videt <007>n phialâ illum colorem, cujus radii oculum intrant; & motu oculi $ucce$$ivè omnes percipit colores antea memoratos . 861.

Quod autem $pectat radios, qui po$t duplam in medio den- 881. $iori reflectionem hoc exeunt, efficaces erunt, $i po$t pri- TAB. XVIII. fig. 5. mam reflectionem paralleli $int: tunc enim FH, _fh_ ad H _h_ eodem modo inclinantur ac BD, _bd_ ad B _b_; ideòque po$itis incidentibus AB, _ab_ parallelis, exeuntes HI, _hi_, e- tiam paralleli erunt . 627.

In hoc ca$u _d_ D e$t dimidium differentiæ inter arcus DF & _df_, aut DB & _db_; horum autem differentia e$t B _b_ minus D _d_; $i ergo hicce ex illo $ubtrahatur, $upere- rit duplum arcus D _d_, cujus triplum e$t idcirco B _b_. Si [0612]PHYSICES ELEMENTA lineis jungantur puncta D, _d_, & B, _b_, triangula BE _b_ & DE _d_ erunt $imilia, ut notum e$t; quod ergo etiam obti- net, $i ip$i arcus B _b_, D _d_ fuerint minimi, ita ut pro lineis rectis haberi po$$int.

Datur idcirco inter ED & E _b_ ratio, quæ inter hos ar- cus obtinet, id e$t ED e$t pars tertia ip$ius E _b_, aut EB; quia exiguum admodum ponimus arcum B _b_. Dividitur igitur MD in duas partes æquales in E; & ME e$t pars tertia ip$ius EB.

Si nunc, ut in fig. 3., formentur triangula B _ob_, B _pb_ & M _mn_, erit M _m_ pars tertia B _b_, & B _p_ triplum ip$ius M _n_; $i nunc, mutatis mutandis, ad hanc figuram appli- cemus quæ re$pectu fig. 3. demon$trata $unt , quia in hac 878. B _p_ valet 3 M _n_, cujus quadratum e$t 9 M _n_<_>9, habe- mus

BC<_>q, BL<_>q:: 8 R<_>q, J<_>q-R<_>q

Ex qua proportione, ut de fig. 3. dictum, detegitur ar- cus BN, cui æqualis HG; & quia in hoc ca$u

BL, BM:: J, 3R,

Innote$cit etiam arcus BD, cui propter angulos reflectio- nis, æquales angulis incidentiæ , æquales $unt DF & FH. 805.

Ex quibus datis, facilè eliciuntur arcus GFDN & BH, 882. quorum $emi differentia e$t men$ura anguli HPB, ab ex- eunte radio cum incidente formato; qui angulus in hoc ca$u omnium $imilium e$t minimus, & pro diversâ radiorum refrangibilitâte diver$us. Unde etiam in hoc ca$u _po$t du-_ 883. _plicem reflectionem efficaces variorum colorum, po$itis inci-_ _dentibus parallelis, $eparantur_.

EXPERIMENTUM 2.

Eodem modo ac præcedens experimentum hoc in$titui- TAB. XVIII. fig. 4. tur, $itus phialæ tantum paululum mutatur, ut, po$t duas in phialâ reflexiones, radii ad oculum aut chartam ver$us N per- veniant.

Huc u$que explicata _ad Iridem_ applicari po$$unt; ad quod 884. phænomenon _guttæ aqueæ in aëre $u$pen$æ requiruntur; ut_ _$pectator, adver$o Sole inter hunc & guttas collocetur; & ut_ _po$t guttas nubes detur ob$cura_, ut magis $en$ibiles $int colo- [0613]MATHEMATIC A LIB. III. CAP. XXI. res, qui vix percipiuntur, $i lumen vividum eodem tempo- re oculos intret.

Si, hi$ce po$itis, concipiamus $ingulas guttas $ecari planis, per Solem & oculum $pectatoris tran$euntibus, quæ de me- dio, $uperficie circulari terminato, demon$trata $unt , ad 878. 879. 880. 881. 882. 883. $ingulas ha$ce $ectiones poterunt applicari.

Hìc autem agitur de radiis ex aëre in aquam penetranti- bus. In radiis rubris, id e$t, minimè omnium refrangibili- bus, ratio inter $inum anguli incidentiæ & $inum anguli re- fractionis, id e$t, inter J & R, e$t 108. ad 81. aut quæ ea- dem e$t, 4. ad 3.; cum quibus numeris $i computatio inea- tur, angulus APG (fig. 3.) erit 42. gr. 2 , & angulus 879. API (fig. 4.) erit 50. gr. 57′. ; $i de radiis violaceis aga- 882. tur, J e$t ad R, ut 109. ad 81.; qui numeri dant angulos APG (fig. 3.) 40. gr. 17′. , & API (fig. 4.) 54. gr. 7′. . 879. 882.

Sint nunc guttæ per aërem diffu$æ, & radiis $olaribus TAB. XIX. fig. 1. illu$tratæ, parallelis inter $e & lineæ OF, per oculum $pe- ctatoris tran$eunti. Concipiantur lineæ _e_ O, EO, _b_ O, BO & $int anguli _e_ OF 40. gr. 17′., EOF 42. gr. 2′., _b_ OF 50. gr. 57′., BOF 54. gr. 7′.: eædem hæ lineæ cum radiis incidentibus _de_, DE, _ab_, AB, angulos formant memo- ratis re$pectivè æquales; ideò, $i guttæ concipiantur in _e_, E, _b_, B, radii efficaces violacei, po$t unicam reflectionem in gut- tâ _e_, oculum intrant; & ad oculum efficaces rubri ex guttâ E perveniunt; itidem po$t unicam reflectionem, reliqui colo- res intermedii inter _e_ & E ob$ervantur, ordine antea memo- rato . Po$t duas in guttâ reflectiones ex guttâ _b_ radii ef- 861. ficaces rubri ad oculum perveniunt; & violacei efficaces ex guttâ B; inter has guttas colores intermedii apparent, eo- dem modo ac inter E, _e_, $ed ordine contrario di$po- nuntur, & propter duplicem reflectionem etiam debiliores $unt.

Concipiamus lineam ut O _e_, circa lineam OF fixam, $er- vato angulo _e_ OF, revolvi, & conum aut partem $uperficiei coni formare; in omni $itu linea _e_ O cum radiis $olaribus, parallelis inter $e & lineæ OF, formabit angulum 40. gr. 17′. _Sier_go _guttæ_ juxta partem $uperficiei hujus coni $ive ad ean- 885. [0614]PHYSICES ELEMENTA dem $ive ad diver$as di$tantias _diffu$æ fuerint, videbit oculus_ arcum violaceum: idem dicendum e$t de cæteris coloribus; ideòque, datis guttis, in aëre $u$pen$is, videt _arcum_ latitudinis _e_E, _coloribus homogeneis,_ ante memoratis , _tinctum_, eodem 861. ordine di$po$itis ac in experimentis cum pri$matibus; quia in guttis æquè ac inpri$mate radii hæterogenii $eparantur . 852. 880.

Simili ratiocinio patet _dari arcum, latiorem, primum cir-_ 886. _cumdantem, in quo colores iidem, $ed contrario ordine, &_ _debiliores, apparent_.

EXPERIMENTUM 3.

Panno nigro $u$pen$o, radiis $olaribus expo$ito; detur, inter hunc & Solem, $pectator pannum re$piciens; & inter pannum & $pectatorem di$pergatur aqua, ut in guttas exi- guas re$olvatur, videbit $pectator Iridem $altem interiorem.

CAPUT XXII. _De tenuium Laminarum Coloribus_.

TRan$imus ad corporum naturalium colores, & ante omnia examinandas credimus tenues lamellas. Qui vi- trum tenue, aut globos ex aquâ cum $apone formatos, atten- tè con$ideravit, varios colores in illis ob$ervare facillimè potuit.

Radii luminis, ope laminæ tenuis & tran$lucidæ, inter $e $eparantur, & _pro variâ cra$$itie laminæ, radii quorundam co-_ 887. _lorum tran$mittuntur, aliorum reflectuntur; & eadem lamina_ _tenui$$ima aliûs coloris e$t, $iradiis tran$mi$$is, quàm $i reflexis_ _videatur_.

EXPERIMENTUM 1.

Si duo vitra objectiva, majoribus tele$copiis in$ervientia, TAB. XVIII. fig. 6. AB & CD, $uper $e mutuo imponantur, & arctè compri- mantur, in medio ubi vitra $e$e mutuo tangunt datur macu- la tran$lucida, quæ circulis coloratis circumdatur. Si lumen reflexum ab aëre, inter vitra interjacente, ad oculum in Oper- veniat, macula tran$lucida nigra apparet, & colores, quià cen- tro recedendo ita di$ponuntur ut ad varios ordines, propter co- lores repetitos, referri po$$int, $equentes $unt; NIGER, cœ- ruleus, albus, flavus, rubeus: VIOLACEUS, cœruleus, viri- dis, flavus, rubeus: PURPUREUS, cœruleus, viridis, flavus, [0615]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XXII. rubeus: VIRIDIS, rubeus: qui colores etiam aliis circum- dantur, $ed recedendo à centro continuò debiliores.

Si lumen trans vitra ad oculum Operveniat, macula trans- lucida, omnes tran$mittens radios, alba e$t, & juxta hanc $e- riem recedendo à centro apparent colores, qui etiam ad varios ordines referuntur, ordinibus memoratis oppo$itos: ALBUS, rubeus flave$cens, niger, violaceus, cœruleus: AL- BUS, flavus, rubeus, violaceus, cœruleus: VIRIDIS, flavus, rubeus, viridis $ubcœruleus: RUBEUS, viridis $ubcœruleus: qui etiam colores aliis debilioribus circumdantur.

EXPERIMENTUM 2.

Lamina tenuis ex aquâ formatur, $i hæc paululum $apo- ne incra$$ata fuerit, & in bullam infletur. Obtegatur hæc vitro admodum tran$lucido, ne, aëris agitatione, colores qui in hac bullâ ob$ervantur, motu aquæ, confundantur. Bulla talis, quia aqua continuò ver$us omnes partes defluit, tenui$$ima e$t in $upremâ parte, & cra$$ities de$cendendo con- tinuò augetur, & totius cra$$ities ex eâdem cau$a de mo- mento in momentum minuitur. Antequam bulla di$rumpa- tur, $ummitas ip$ius ita tenuis fit, ut omne lumen tran$mit- tat, & nigra appareat. Si in hoc ca$u bulla hæc reflexo lu- mine ob$ervetur, dum cœli $ubalbidioris reflectione illu$tra- tur, & lumen extraneum intercipitur, corpore quocunque nigro ultra bullam po$ito; macula nigra $tatim memorata ii$dem circulis coloratis circumdatur & eodem ordine di- $po$itis, quàm circa maculam nigram in præcedenti ex peri- mento. De$cen$u aquæ continuò dilatantur annuli colorati donec frangatur bulla.

Si, ubi extremus bullæ circuitus, reflexis radiis, rubeus apparet, $pectator illum, tran$m<007>$$is radiis, intueatur, cæru- leus erit; & in genere colores, tran$mi$$is & reflexis rad<007>is, eo- dem modo ac in præcedenti experimento, $ibi mutuo op- ponuntur.

Ex hi$ce experimentis coliatis, $equitur _augendo tenui$$imæ_ 888. _laminæ cra$$itiem; hujus colorem mutari_, & quidem _mutationes_ _dari $ucce$$ivè ea$dem, eodem ordine, $ive ex rarioriaut den$iori_ _medio formetur lamella._ Nam in laminâ aëreâ inter vitra & a- [0616]PHYSICES ELEMENTA queâ in bullâ, quarum cra$$ities recedendoà medio cre$cunt, eodem ordine colores di$ponuntur. _In laminâ_ tamen _den-_ 889. _$iori minor cra$$ities requiritur, quàm in rariori, ut eodem_ _colore tingantur_.

EXPERIMENTUM 3.

Ii$dem po$itis quæ in Experimento 1.; madefactis paulu- lum ab unâ parte vitrorum marginibus, aqua paulatim inter vitra penetrabit; in aquâ non alii, quàm in aëre, circulorum colores ob$ervantur, neque horum ordo mutatur, $ed circuli contrahuntur; ubi ad centrum pervenit aqua, omnes circu- lorum portiones in aquâ à portionìbus in aëre $eparantur, & in minus $patium rediguntur.

Laminæ color ab illius cra$$itie , & den$itate , pen- 890. 887. 889. det, non à medio circumdante.

EXPERIMENTUM 4.

Si lamella ex lapide $peculari ita tenuis detur, ut colorata appareat, colores non mutantur $i madefacta fuerit, id e$t, $i, loco aëris, aquâ circumdetur lamella.

_Eju$dem lamellæ color e$t eo magis vividus, quo illius den$itas_ 891. _magis differt cum den$itate medii circumambientis._ Hoc præ- cedenti Experimento probatur, in quo colores laminæ made- factæ languidiores $unt, quàm laminæ aëre circumdatæ. Etiam in Exp. 3. minus vividi $unt colores quàm in $ecundo; in utroque lamina aquea datur, in hoc aëre, in illo vitro circumdata; minus autem aqua & vitrum den$itate differunt, quàm aër & aqua.

_Si media den$itate æqualiter differant, colores vividiores_ 892. _erunt, $i den$ius rariori circumdetur:_ nam in laminâ vitreâ tenui$$imâ, quæ coloribus ex tenuitate tingitur, aëre circum- datâ, colores magis vividi erunt, quàm in Exper. 1. in quo lamina aërea vitro circumdatur.

_Eju$dem den$itatis lamina, eodem medio circumdata, eo_ 893. _majori copiâ lumen reflectit, quo tenuior e$t. Nimium_ tamen 894. _$i minuatur cra$$ities, non reflectit lumen_. Patent hæc expe- rimentis præcedentibus; in tribus primis circuli colorati mi- nores, qui etiam $unt tenuiores, omnium optimè lumen re- flectunt; in centro verò, ubi lamina e$t omnium tenui$$i- ma, nulla $en$ibilis datur reflectio; ut illud in $ecundo clarè [0617]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XXII. patet: in primo datur etiam lamina tenui$$ima aërea, quæ lu- men non reflectit; nam macula in centro tran$lucida $uperat magnitudine $uperficies vitrorum, quæ ex introce$$ione par- tium immediatè $e$e mutuo tangunt.

_Si dentur laminæ eju$dem medii, quarum cra$$ities $int in_ 895. _progre$$ione arithmeticâ_ numerorum naturalium 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. &c., _$i omnium tenui$$ima reflectat radios homogeneos_ _quo$cunque, $ecunda eo$dem tran$mittet,_ tertia iterum re- flectet, _& alternis vicibus radiir eflectuntur & tran$mit-_ _tuntur:_ id e$t, laminæ, quarum cra$$ities in progre$$ione memoratâ re$pondent numeris imparibus 1. 3. 5. 7. &c., re- flectunt radios, quos tran$mittunt reliquæ, quarum cra$$ities re$pondent numeris paribus 2. 4. 6. 8. & c.

Hæc laminarum proprietas obtinet re$pectu radiorum ho- mogeneorum quorumcunque: cum hac differentiâ, quod cra$- $ities diver$æ pro coloribus diver$is requirantur, ut ante di- ctum ; omnium minima e$t in coloris violacei reflectione; 887. in rubri reflectione omnium maxima; po$itis cra$$itiebus in- termediis, radii refrangibilitatis intermediæ reflectuntur, id e$t, _cre$cente radii refrangibilitate_ etiam _minuitur cra$-_ 896. _$ities laminæ, quæ illum reflectit_.

EXPERIMENTUM 5.

In$tituatur experimentum in loco ob$curo, in quo imago Solis oblonga, in Exp. 1. cap. 18. memorata, in chartâ re- præ$entatur. Dentur, ut in exp. 1. hujus cap. duo vitra ob- jectiva, tele$copiorum majorum, $uper $e mutuo compre$- $orum, & ita di$ponantur, ut in his, qua$i in $peculo, $uc- ce$$ivè videantur colores $inguli imaginis memoratæ id e$t, vitra $ucce$$ivè illuminentur radiis homogeneis diver$is; quod obtinetur paululum circa axem agitando pri$ma, quo radii in imagine oblongâ $eparantur. Annuli, in experimen- to primo memorati, apparent, $ed majori numero, & unius tantum coloris; propter coloris immutabilitatem in radiis homogeneis : in inter$tit<007>is horum annulorum radii tran$- 863. mittuntur ut in chartâ, di$po$itâ po$t vitra, in quam radii tran$mi$$i impingunt, clarè patet; annuli omnium $unt mi- nimi, quando $unt violacei; dilatantur $ucce$$ivè con$ideran- [0618]PHYSICES ELEMENTA do colores $equentes ad rubrum u$que. Si, po$itis annulis coloris cuju$cunque, diametri exactè men$urentur ci culo- rum, qui in medio latitudinis $ingulorum annulorum conci- piuntur, quadrata diametrorum erunt inter $e ut numeri im- pares 1. 3. 5. &c. & eodem modo, men$uratis diametris cir- culorum, in medio $ingulorum inter$titiorum inter annu- los, illarum quadrata erunt, ut numeri pares 2. 4. 6. &c. Cùm autem agatur de vitris $phæricis, cra$$ities laminæ aëreæ, in circulis memoratis, $unt ut numeri pares & impares.

DEFINITIO

_Color homogencus, in laminâ medii cuju$cunque, dicitur_ 897. primi ordinis, _$i lamina fuerit omnium tenui$$ima, quæ talem_ _colorem reflectit; in laminâ, cujus cra$$ities tripla e$t, dici-_ _tur_ $ecundi ordinis, &c.

Color primi ordinis e$t omnium maximè vividus; & $ucce$- 898. $ivè, in ordinibus $equentibus, $ecundo, tertio, &c, minus ac minus vividus e$t . 893.

Quando radiis hæterogeneis illu$tratur lamina aërea, inter vitra Tele$copiorum, aut lamina $imilis ex aliâ quacunque materiá, ut in Exp. 1. & 2. varii ex annulis, in ultimo ex- perimento vi$is, inter $e confunduntur, & color videtur, qui ex horum permixtione conflatur; nam _eadem laminæ_ 899. _cra$$ities, ad colores diver$os, variorum or dinum, reflecten-_ _dos, $æpè requiritur:_ $ic lamina, quæ violaceum tertii ordi- nis reflectit, etiam repercutit rubrum $ecundi ordinis, ut, ad hoc attendendo, ex ultimo experimento deducitur: ideò- que in Exp. 1. & 2., violaceus annulus tertius cum parte ex- teriori annuli rubri $ecundi confunditur, & color datur pur- pureus; non tamen omnis ruber color $ecundi ordinis ab$or- betur; quia annulus ruber violaceum latitudine $uperat.

_Quo magis augetur laminæ cra$$ities, eo plures colores re-_ 900. _flectit, varios_, ex diver$is ordinibus. Lamina violacea de- cimi ordinis, congruit cum cæruleâ noni ordinis, & flavâ octavi ordinis, & tandem cum rubrâ $eptimi ordinis, & color laminæ ex permixtione horum colorum conflatur.

_Si_, in Exp. 1. & 2., _obliquè $pectator intueatur laminas,_ 901. aëream, & aqueam, dilantantur annuli cum oculi obliquitate, [0619]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XXIII. id e$t, in hcc motu oculi _laminæ color_ in determinato loco _mutatur_: major tamen e$t in Exp. 1. dilatatio; quod pro- bat _obliquitate radiorum colorem magis mutari, $ilamina den-_ 902. _$iori medio, quàm $i rariori circumdetur_.

Cujus propo$itionis demon$trationem ex refractionis legi- TAB. XVIII. fig. 7. bus facile deducimus. Sint L & _l_ laminæ tenues; hæc me- dio den$iori, illa medio rariori circumdata; $int ambæ eju$- dem cra$$itiei: $i in has incidant radii AB, _ab_, æqualiter ad laminas inclinati; in L refractio fiet, accedendo ad per- pendicularem ; in _l_ contra refringitur radius recedendo a 624. perpendiculari ; & licèt BD & _bd_ $int æquales, _bc_ longitudi- 625. ne $uperat BC, ideòque major datur mutatio in motu lu- minis in laminâ _l_ quàm in L. _Auctâ den$itate laminæ_ L, 903. _manente medio rariori quo circumdatur, minor dabitur_ diffe- rentia inter BC & BD, ideoque minor _mutatio coloris_; & _$i_ ita _augeatur vis refringens laminæ_, ut radii refracti, quæ- 904. cunque fuerit incidentis obliquitas, $en$ibiliter inter $e non differant, _$en$ibilis non dabitur differentia in colore laminæ,_ _in quocunque $itu oculus ponatur_.

Ex hi$ce facile deducimus, _quarundam laminarum colorem_ 905. _ex mutato oculi $itu variari, aliarum colorem permanere_.

CAPUT XXIII. _De Corporum naturalium Coloribus_.

QUæ Corporum quorumcunque colores $pectant, ex huc u$que explicatis facilè deducuntur.

Vidimus radios luminis colores $ibi peculiares & im- mutabiles habere, ita ut reflectione non mutentur . 863.

_Ideò_ radii à corporibus reflexi, pro majori aut minori re- 906. frangibilitate, quæ competit colori ip$ius corporis, majorem aut minorem refrangibilitatem habent.

EXPERIMENTUM 1.

In medio chartæ nigræ duo fru$ta quadrata, duorum cir- citer pollicum, vittæ $ericæ, unum rubeum alterum viola- ceum, junguntur ita, ut $e$e mutuo ad latera tangant, eo- dem modo ac colores ruber & violaceus in Exp. 3. cap. 19.; [0620]PHYSICES ELEMENTA di$ponintur charta nigra, ut à lumine per fene$tram cubicu- lum intranti vittæ probè illuminentur: $i $pectator trans pri$ma vittas intueatur, ut in exp. $tatim memorato, eodem modo, ac in illo experimento, colores $eparati apparent.

EXPERIMENTUM 2.

Dentur in R & V vittæ $ericæ in Experimento præceden- TAB. XIX. fig. 2. ti memoratæ hæc violacea, illa rubra e$t; flammâ candelæ illuminentur; ad $ex pedum di$tantiam detur lens convexa V, de qua in Exp. 6. cap. 19; ad di$tantiam circiter $ex pedum, in chartâ albâ dabitur in _r_ repræ$entatio vittæ R, ad minorem di$tantiam in _v_ aliûs repræ$entationem exactam habemus. Determinatur ubi repræ$entationes $unt exactæ, $i fila nigra trajiciant $uperficiem vittarum, nam hæc fila di- $tincta apparent in exactâ repræ$entatione.

_Corporum colores varios dari, quia radii diver$i à corpori-_ 907. _bus diver$ê coloratis reflectuntur, & corpus illius coloris ap-_ _parere, qui oritur ex permixtione radiorum reflexorum_, non modo ex præcedentibus experimentis deducitur, $ed etiam directis demon$tratur.

EXPERIMENTUM 3.

Dentur duo corpora quæcunque unum rubrum, alterum cœruleum, illuminentur hæc $ucce$$ivè, in loco ob$curo, coloribus imaginis coloratæ, refractione pri$matis formatæ, $inguli colores ab ambobus quidem reflectuntur, $ed radii rubri magnâ copia à corpore rubro repercutiuntur, dum pau- cos ex his reflectit corpus cœruleum, ut ex collatione coloris rubri amborum corporum clarè patet; contrarium ob$er- vatur in radiis cœruleis, qui à corpore cœruleo magnâ co- piâ reflectuntur, dum à corpore rubro pauci tantum, re- flectione redeunt.

Radii, qui à corpore non reflectuntur, in hoc penetrant, ibi- que innumeras reflectiones & refractiones patiuntur, ut inter num. 842. & 843. explicavimus; donec tandem $e$e jungant 546. particulis ip$ius corporis . Idèo _corpus eo citius incale$cit,_ 908. _quo minori copiâ reflectit lumen_. Idcirco _corpus album_, 909. quod ferè omnes radios quibus illu$tratur reflectit , _omnium,_ 870. _lenti$$imè incale$cit, dum corpus nigrum_, in quod ferè omnes [0621] [0621a] [0622] [0623]MATHEMATICA LIB. III. CAP. XXIII. radii penetrant, quia pauci tantùm reflectuntur , _citius aliis_ 845. _calorem acquirit_.

Ut autem determinemus con$titutionem $uperficierum corporum, à qua color pendet, debemus attendere ad mi- nimas particulas, ex quibus hæ $uperficies formantur; Par- ticulæ hæ $unt tran$lucidæ , & $eparantur medio, den$itate 841. differente cum ip$is particulis ; $unt etiam tenues, aliter 843. $uperficies qua$i corpore tran$lucido obtegeretur , & color à 843. particulis infra has pendêret. In omni ergo $uperficie cor- poris colorati dantur laminæ innumeræ exiguæ tenues; mi- nuendo autem laminam, $ervatâ hujus cra$$itie, non hujus proprietates, quantum ad luminis reflectionem, mutantur; nam lamina minima, cum relatione ad radios luminis, magna admodum e$t: Idcirco demon$trata in Capite præcedenti, ad ha$ce laminas in $uperficiebus corporum applicari po$$unt. Unde $equentes deducimus conclu$iones.

Pendet color corporis à cra$$itie, & den$itate partium cor- 910. poris, quæ in $uperficie interjacent meatus in corpore . 890.

Eo magis vividus & magis homogeneus e$t color, quo par- 911. tes $unt tenuiores . 898. 899. 900.

Cæteris paribus, partes memoratæ cra$$itiem omnium 912. maximam habent, $i corpus fuerit rubrum, omnium minimam $i violaceum . 896. 861.

Partes corporum den$itate medium in inter$titiis multum 913. $uperant . 902. 903. 904.

_Den$itas hæc minor e$t in_ caudis pavonum & in quibu$dam 914. pannis $ericis, & in genere in omnibus _corporibus, quorum co-_ _lor pro diver$o oculi $itu variat_ . 901. 903.

_Color corporis ob$curior & fu$cior e$t, $i medium den$ius po-_ 915. _ros intret_ ; tunc enim partes à quibus color pendet, medio 891. den$iori quàm ante, circumdantur.

Experimur hoc in omnibus corporibus, quæ intimè ab aquâ aut oleo penetrantur: ex$iccatis corporibus pri$tinum recu- perant colorem, ni$i in quibu$dam occa$ionibus, in quibus, actione aquæ aut olei, quædam partes $unt $ublatæ, aut quan- do partes quædam aquæ aut olei, cum partibus corporis ita conjunguntur, ut lamellarum cra$$ities mutetur.

[0624]PHYSICES ELEMENTA

_Ex $imili cau$à deducuntur mutationes in coloribus quo-_ _rundam liquidorum, ex permixtione cum aliis liquidis._ Sæ- 916. pè particulæ $alinæ, natantes inuno liquido, $e$e jungunt par- ticulis $alinis natantibus in alio; aut, ex actione particularum $upervenientium, $eparantur particulæ junctæ, quibus omnibus mutatur _particularum cra$$ities, & cum hac_ liquidorum co- lor . 888.

Liquidi aliquando diver$us e$t color, $iradiis reflexis, quàm 917. $i tran$mi$$is, videatur: _unde hoc oriatur antea vidimus_ .

887. EXPERIMENTUM 4.

Infu$io ligni nephritici, non nimium $atura, reflexis radiis, coerulea apparet, flava videtur, $i inter lumen & oculum de- tur phiala infu$ionem continens.

EXPERIMENTUM 5.

Si in infu$ione ligni nephritici infundatur $piritus aceti vi- ni, flava apparet quomodocunque videatur.

In hoc ca$u particularum cra$$ities mutatur, & radii per $ingulas particulas tran$mi$$i intercipiuntur; licèt verò liquor inter oculum & lumen ponatur radiis reflexis videtur, nam tales radios ad oculum pervenire ex variis reflectionibus, quas lumen in liquido patitur, facile concipimus. Hicce autem color $olus $en$ibilis e$t, quia radii directè per liquidum pe- netrare non po$$unt.

Ex hoc ip$o deducimus, quare _liquidum coloratum, in vi-_ 918. _tro figuræ coni inver$i, $i detur inter oculum & lumen, di-_ _ver$i coloris appareat, in variis va$eos partibus_; Inferiori parte non omnes radii per particulas tran$mi$$i intercipiun- tur, magis ac magis intercipiuntur, quo majori copiâ liqui- dum inter oculum & lumen detur; donec tandem omnes in- tercipiantur & $oli à particulis reflexi liquidum penetrent; in quo calu color coincidit cum colore liquidi, radiis reflexis vi$i.

_Nubes_ $æpe _pulcherrimè coloratæ apparent_; con$tant ex 920. particulis aqueis quibus interjacet aër, _pro variâ_ idèo _partï-_ _cularum aquearum cra$$itie_, color diver$us in nube dabitur . 888.

FINIS LIBRI TERTII. [0625] [0625a] [0626] [0627] PHYSICES ELEMENTA MATHEMATICA, EXPERIMENTIS CONFIRMATA. LIBER IV. _Pars I. De Mundi Sy$temate._ CAPUT I. _Idea Generalis Sy$tematis Planetarii._

Spatium nullis limitibus terminari po$$e qui atten- 15. tè con$ideraverit, vix inficias ire poterit, $upre- mam omnipotentem intelligentiam, quam terri- colis arcto in campo demon$travit, $apientiam ubique manife$tam feci$$e. Quem hìc arctum dico campum, in immen$um captum no$trum $uperat; arctum tamen cum $patio infinito collatum.

_Tellus no$tra cum $edecim aliis corporibus_, (non plura no- 921. vimus) _in determinato $patio movetur_; non ultra determina- tos limites, neque à $e mutuo recedunt; neque ad $e mutuo accedunt hæc corpora; & immutatis legibus motus horum $ubjiciuntur.

DEFINITIO I.

Congeries hæc $eptemdecim corporum vocatur _Sy$tema_ 922. _Planetarium_.

Circa hæc $ola ferè tota ver$atur ars A$tronomica; de his etiam præcipuè acturus $um in hoc opere: reliqua Univer- $um con$tituentia corpora nimium à nobis di$tant, ut horum motus, $i moventur, à nobis ob$ervari po$$int; inter hæc nobis $en$ibilia $unt $ola lucida, & quidem in$igniora tan- tùm, & quæ à nobis cæteris minus di$tant: etiam illorum, quæ Tele$copio deteguntur, plurima oculo inermi vi$ibilia non $unt.

[0628]PHYSICES ELEMENTA

Corpora hæc omnia dicuntur _Stellæ fixæ._

923.

Fixæ vocantur, quia eundem $itum inter $e $en$ibiliter $er- vant; circa hæc peculiaria quædam, in $equentibus, memo- randa erunt.

_Quod autem Sy$tema Planetarium $pectat_; In hoc _$e-_ 924. _ptemdecim dari_ corpora _diximus:_ Omnia $unt $phærica: V- nicum proprio lumine lucet; reliqua $unt opaca, & mutuato lumine vi$<007>bilia $unt.

Sol e$t corpus _illud_ lucidum, & omnium in Sy$temate Pla- 925. netario longè maximum; in hujus medio quie$cit, _$altem exi-_ _guo motu tantùm agitatur._

DEFINITIO 3.

Reliqua $edecim vocantur _Planetæ_.

926.

Hi in duas cla$$es dividuntur; $ex dicuntur Planetæ pri- marii; decem vocantur Planetæ $ecundarii. Quando de Planetis, nullâ adjectâ di$tinctione, loquimur, primarios in- telligimus.

_Primarii Planetæ motibus $uis Solem cingunt_, & ad di- 927. ver$as ab hoc di$tantias, in curvis, in $e redeuntibus, feruntur.

_Planeta $ecundarius circa primarium revolvitur_, & hunc 928. in motu $uo circa Solem comitatur.

_Planetæ in motibus $uis lineas Ellipticas_, à circulis non 929. admodum differentes, _de$cribunt._

_Et_ $ingulæ lineæ _hæ fixæ $unt_, $altem, ni$i po$t longum tempus, exigua in $itu mutatio ob$ervatur.

Linea Elliptica formatur, $i filum, cujus extremitates in 930. duobus punctis F & _f_ fixæ $unt, moveatur manens ten$um; TAB. XXIV. fig 3. ut in hac figura videtur, in qua filum repræ$entatur in F _d f_, FE _f_, FB _f_. Puncta F, _f_, vocantur foci; linea A _a_, quæ per hos tran$it, & ab utraque parte, in peripheriâ Ellip$eos terminatur, vocatur _axis major_; e$t recta omnium maxima quæ in Ellip$i duci pote$t. Punctum hujus axeos medium _C_, e$t Ellip$eos centrum; per hoc, ad axem majorem normalis, tran$it _axis minor_ D _d_.

Ita $ingulorum Planetarum primariorum orbitæ di$ponun- 931. tur, ut focorum alter cadat in centro Solis; _$i Ellip$is AD_ a d _repræ$entet orbitam Planetæ, centrum Solis e$t F._

[0629]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. I. DEFINITIO 4.

Di$tantia, inter centrum Solis & centrum orbitæ, vocatur 932. _Planetæ Excentricitas: ut FC._

_In $ingulis revolutionibus Planeta $emel ad Solem accedit_, 933. _& $emel ab hoc recedit_; daturque ad di$tantiam omnium maximam in extremitate _a_ axeos majoris orbitæ; & ad di- $tantiam omnium minimam in extremitate oppo$itâ A.

DEFINITIO 5.

_Di$tantia Planetæ à Sole vocatur_ Media, _quæ æqualiter_ 934. _cum maximâ & minimâ differt._ Ad hanc datur Planeta in extremitatibus D, _d_, axeos minoris.

DEFINITIO 6.

Punctum orbitæ, in quo Planeta à Sole maximè di$tat, 935. vocatur _Aphelium. Ut_ a.

DEFINITIO 7.

Punctum orbitæ, in quo planeta minimè à Solè di$tat, vo- 936. catur _Perihelium._

DEFINITIO 8.

Nomine communi puncta hæc vocantur _Auges_ $eu _Ap$i-_ 937. _des._

DEFINITIO 9.

_Linea quæ aplides conjungit_, id e$t, axis major orbitæ, 938. _vocatur_ linea Ap$idum.

Orbita unaquæque in plano datur, quod per centrum Solis 939. tran$it.

DEFINITIO 10.

Planum orbitæ Telluris vocatur _Planum Eclipticæ_.

940.

Hoc quaquaver$um continuatum concipitur; & ad $itum planorum reliquarum orbitarum, re$pectu hujus, attendunt A$tronomi.

DEFINITIO 11.

Puncta in quibus orbitæ $ecant planum Eclipticæ vo- 941. cantur _Nodi_.

DEFINITIO 12.

_Linea quæ jungit orbitæ cuju$cunque Nodos_, id e$t, co- 942. munis $ectio plani orbitæ, cum Plano Eclipticæ, _vocatur_ Linea Nodorum.

[0630]PHYSICES ELEMENTA

Planeta non æquali celeritate in omnibus punctis orbitæ $uæ 943. fertur; quo minus à Sole di$tat, eo celerius movetur; & tem- 944. pora, in quibus arcus varii orbitæ percurruntur, $unt inter $e ut areæ, lineis ad centrum Solis ductis, formatæ; _Arcus AB_ _&_ a _E percurruntur in temporibus, quæ $unt inter $e, ut areæ_ _triangulorum mixtorum AFB,_ a _FE_.

_Omnes Planetæ ver$us eandem partem feruntur_; & ho- 945. rum motus, in orbitis $uis, e$t contrarius motui, quem quoti- die in omnibus corporibus cœle$tibus ob$ervamus, quo in uno die tellurem circumferri videntur, de quo in $equen- tibus.

DEFINITIO 13.

_Motus, qualis e$t Planetarum in orbitis, dicitur_ in con$e- 946. quentiâ, & directus.

DEFINITIO 14.

Motus contrarius dicitur _in antecedentiâ_; aliquando etiam 947. _retrogradus._

_Quo à Sole magis removentur Planetæ, eo in orbitis lentiùs_ 948. _feruntur_; ita ut tempora periodica magis di$tantium majora $int, & ex majori orbitâ percur$â, & ex lentiori motu.

DEFINITIO 15.

_Axis Planetæ_ dicitur linea, quæ per centrum Planetæ tran- 949. $it, & circa quam hicce rotatur.

_Planetæ_, $altem plerique, & _Sol ip$er circa axes revol-_ 950. _vuntur:_ duo dantur circa quos, hujus re$pectu, ob$ervationes in$tituere non licuit, qui hoc motu probabiliter non de$ti- tuuntur.

_Motus hicce_ con$pirat cum motu Planetarum in orbitis, 951. id e$t, _e$t in antecedentiâ_.

_Axes_ ip$i _motu parallelo feruntur_, ita, ut $ingula axeos 952. Planetæ puncta lineas æquales & $imiles de$cribant.

DEFINITIO 16.

Axeos extremitates dicuntur _Planetæ Poli_.

953.

_Planetarum à Sole di$tantias $atis accuratè inter $e con-_ 954. _ferunt A$tronomi_; ita ut totius Sy$tematis ideam habeamus. TAB. XX. fig. 1. Orb<007>um dimen$iones in hoc $chemate repræ$entantur, in quo puncta NN, $ingulorum orbium Nodos de$ignant.

[0631]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. I.

Nondum _tamen_ hujus $y$tematis dimen$iones, cum ullâ 955. men$urâ nobis notâ, in $uperficie Telluris, conferre po$$u- mus; _ob$ervationes enim, circa talem collationem in$titutas,_ _erroris expertes e$$e A$tronomus non a$$eret._

Ut autem variæ $y$tematis partes inter $e conferantur, 956. ponimus mediam Telluris à Sole di$tantiam, divid<007> in 1000. partes æquales, quæ, in men$urandis reliquis dimen$ionibus, adhibentur.

Solo in medio $y$tematis, ut ante dictum, exiguo motu agi- 957. tatur; circa axem revolvitur in $patio 25. dierum: & axis ad planum Eclipticæ inclinatur, efficiens angulum 87. gr. 30′.

Planetarum omnium minimè à Sole di$tat Mercurius ☿; 958. Hujus di$tantia media à Sole e$t 387: Excentricitas e$t 80.; Inclinatio orbitæ, id e$t, angulus à plano orbitæ cum plano Eclipticæ formatus, e$t 6. gr. 52′.: In tempore 87. dierum, 23. horarum, revolutionem circa Solem peragit.

In$equitur Venus ♀; cujus di$tantia media à Sole e$t 723: 959. Excentricitas 5: Inclinatio orbitæ 3. gr. 23′: Tempus pe- riodicum 224. dier. 17. hor.: Circa axem rotatur in 23. horis.

Planeta tertius ordine à Sole, e$t Tellus no$tra <057>, hujus 960. di$tantia media à Sole e$t 1000.: Excentricitas 169: In ip$o plano Eclipticæ movetur. Tempus periodicum e$t 365. dier. 5. hor. 51′: Circa axem in $patio 23. hor. 56′. 4″. revolvi- tur: Axis cum plano Eclipticæ efficit angulum 66. gr. 31′.

Mars ♂ à Sole in mediâ di$tantiâ removetur 1524.: Ex- 961. centricitas e$t 141.: Inclinatio orbitæ 1. gr. 52′.: Tempus periodicum 686. dier. 23. hor.. Circa axem revolutionem peragit in 24. hor. 40′.

Jupiter ♃ Planetarum maximus, à Sole di$tat mediâ re- 962. motione 5201.: Excentricitas 250.: Inclinatio orbitæ, 1. gr. 20′.: Tempus periodicum 4332. dier. 12. hor.: Circa axem revolvitur in 9. hor. 56′.

Saturni <016> Planetarum remoti$$imi à Sole di$tantia media 963. e$t 9538.: Excentricitas 547.: Orbitæ inclinatio 2. gr. 30′.: Tempus periodicum 10759. dier. 7. hor.. Hic annulo cir- cumdatur, qui Planetam non tangit, & hunc nunquam de- [0632]PHYSICES ELEMENTA $erit: ni$i adhibito Tele$copio vi$ibilis non e$t.

Datâ di$tantiâ mediâ, addendo excentricitatem, detegitur maxima di$tantia; $ubtractâ verò excentricitate ex mediâ di- $tantiâ, determinatur di$tantia minima . 836.

T@es _Planetæ_, Mars, Jupiter, & Saturnus, qui ultra 964. Tellurem à Sole removentur, dicuntur _$uperiores. Inferio-_ _res Planetæ_ vocantur Venus & Mercurius.

Inter primarios Planetas tres $ecundariis $tipantur.

965.

Circa Saturnum quinque Planetæ, $atellites dicti, moventur: Circa Jovem quatuor: Circa Tellurem unus, Luna nempe.

Planetæ $ecundarii, Lunâ exceptâ, nudis oculis non dete- guntur.

Satellites circa primarios de$cribunt areas, lineis ad cen- 966. tra primariorum, ductis, temporibus proportionales; _ut re-_ $pectu centri Solis de primariis dictum . 944.

_Luna circa Tellurem in ellip$i movetur, cujus focorum al-_ 967. _ter occupat Telluris centrum_, à quo Lunæ di$tantia media e$t $emidiametrorum Telluris 60 {2/9}.: _Excentricitas mutatio-_ 968. _ni obnoxia e$t_, media e$t $emidiametrorum 3 {1/3}.: Planum _or-_ 969. _bitæ_, cum plano Eclipticæ, efficit angulum circiter 5. gr., $ed _non con$tans e$t_ hæc _inclinatio. In motu Lunæ circa Tellurem_, 970 _non motu parallelo feruntur, neque linea Ap$idum, neque li-_ _nea Nodorum_; $ed _hæc in antecedentia, illa in con$equentia_ _fertur_; prima in 9. circiter annis revolutionem peragit, $e- cunda in 19. Annis. Lunæ tempus periodicum, circa tellu- rem e$t 27. dierum & 7. circiter horarum; & exacti$$imè in eodem tempore circa axem rotatur.

Planetarum circumjovialium primus $eu intimus, à Jovis 971. centro di$tat diametros Jovis 2 {5/6}.: circa Jovem circumvol- TAB. XX. fig. 2. vitur in uno die 18. hor. 28′.

Secundi di$tantia e$t diametrorum Jovis 4 {1/2}.: tempus pe- riodicum 3. dier. 13. hor. 18′.

Tertii di$tantia e$t 7 {1/6}. diam.: Tempus periodicum 7. dier. 4. hor.

Quartus di$tat 12 {2/3}. diam.: Revolvitur in tempore 16. dier. 18. hor. 5′.

Primus $eu intimus Saturni Satelles, à centro Saturni di- 972. TAB. XX. fig. 3. [0633]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. I. $tat {39/40}. diam. Annuli: Tempus periodicum 1. diei, 21. hor. 18′.

Secundi di$tantia e$t diam. Ann. 1 {1/4}.: Tempus periodicum 2. dier. 17. hor. 41′.

Tertii di$tantia e$t 1 {3/4}. diam. Ann.: Tempus periodicum 4. dier. 13. hor. 47′.

Quarti di$tantia 4. diam. Ann.: Tempus periodicum 15. dier. 22. hor. 41′.

Quinti di$tantia 12. diam. Ann.: Tempus periodicum 79. dier. 7. hor. 53′.

Demotu horum, ut & Jovialium Satellitum, circa axes, nil certi 973. huc u$que ex ob$ervationibus A$tronomicis determinari pote$t.

Si ad di$tantias & Tempora periodica Planetarum attenda- mus, hanc regulam in no$tro Sy$temate, ubicunque plurima corpora circa idem punctum revolvuntur, id e$t, _circa So-_ 974. _lem, Saturnum, & <034>ovem_, obtinêre videmus; _Quadrata_ _Temporum periodicorum e$$e inter $e, ut $unt cubi di$tantia-_ _rum mediarum à centro._

Dimen$ionum ip$orum corporum, in no$tro $y$temate, i- 975. deam damus in fig. 4., in qua omnes Planetæ primarii, ut & TAB. XX. fig. 4. Saturni annulus, $ecundum dimen$iones $uas, delineantur; Sol, cujus magnitudo omnes alias excedit, repræ$entatur cir- culo maximo fig. 1., id e$t, figuram terminante.

Hæ dimen$iones $atis exactè proportiones corporum inter $e exhibent, $i tellurem excipiamus, quæ, ex ratione jam tradita , cum cæteris corporibus ita conferri non pote$t, ut 955. de errore dubium nullum $uper$it.

_Men$uratur_ tamen _Telluris diameter_, & e$t 340069. per- 976. ticarum, quarum $ingulæ continent 12. pedes Rhynlandicos; $ed licèt inter $e, & cumSolis diametro, conferantur cætero- rum Planetarum diametri, quot pedes hæ contineant exactè, ni$i po$t, in tempore opportuno, in$tituendas ob$ervationes, determinari non poterit.

Inter corpora Sy$tema Planetarium componentia, _$ola Lu-_ 977. _na cum Tellure confertur_; hujus diameter e$t ad Lunæ dia- metrum, ut 40. ad 11.

_Planetæ $ecundarii reliqui, ab A$tronomis non men$uran-_ 978. _tur_, quo$dam tamen magnitudine Tellurem excedere, in du- b<007>um vix vocari poterit.

[0634]PHYSICES ELEMENTA

Præter corpora huc u$que memorata, in $y$temate plane- tario, quædam alia per tempus videntur, quæ ad Solem ac- cedunt, deinde ab hoc recedunt, & invi$ibilia f<007>unt; _Come-_ 979. _tæ_ dicuntur. Hi _plerumque caudati apparent, & cauda_ _$emper à Sole aver$a datur. In motu $uo de$cribunt areas,_ 980. _lineis ad centrum Solis ductis, temporibus proportionales,_ ut de Planetis dictum . 944. 966.

_Circa Cometas probabile e$t, illos in orbitis ellipticis ad-_ 981. _modum excontricis moveri_; ita ut invi$ibiles $int, quando â Sole remotiorem orbitæ partem occupant; quod ex quo- rundam periodis $atis regularibus deducitur; & ex ob$er- vationibus con$tat, _quo$dam pertiones Ellip$ium valdè ex-_ 982. _centricarum, in quarum foco centrum Solis erat, in motu_ _$uo de$crip$i$$e._

Quam huc u$que ideam Sy$tematis Planetarii dedi, A$tro- nomicis nititur ob$ervationibus; &, de huc u$que dictis, nul- la lis e$t inter A$tronomos, $i excipiamus, quæ lineam ellipti- cam & motum Telluris $pectant.

Quidam Planetarum orbitas non e$$e ellipticas, $ed illos, in motu, aliam ovalem de$cribere contendunt: ex ob$erva- tionibus Tichonis Brahe deduxit Keplerus, lineas has e$$e el- lipticas; & curvas alias à Planetis non po$$e de$cribi, in par- te $equenti videbimus.

Qui Tellurem quie$cere contendunt, nullo A$tronomico aut Phy$ico nituntur argumento; id e$t, ex Phoenomenis non ratiocinantur: neglectâ Sy$tematis $implicitate, & in hoc motuum analogià, $ententiam $uam ob$ervationibus non contrariari defendunt; in quo illos errare, in parte $e- quenti videbimus.

CAPUT II. De motu apparenti.

QUi, lecto capite præcedenti, coelum intuebitur, illud $e, quod ibi exponitur, $y$tema contemplari vix credet; & exactior motuum coele$tium con$ideratio dubium augebit. Nil mirum, _in cœlis præter fal$as apparentias vix_ 983. _quicquam ob$ervamus._

[0635] [0635a] [0636] [0637]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. II.

Variis motibus agitatus $pectator, qui $e quie$cere cogitat, & intuetur corpora, circa quorum di$tantiam & magnitudi- nem fal$a fert judicia, vulgaris e$t cœlorum contemplator. Per multa $æcula verum Mundi Sy$tema, cœlum etiam ex- actius ob$ervantes, latuit.

Explicandum autem nobis e$t, quomodo omnia, quæ circa 984. corpora cœle$tia ob$ervantur, re$pectu $pectatoris in Tel- lure, locum habeant in Sy$temate expo$ito; id e$t, ex ve- ris motibus apparentias deducemus. Quod fieri non pote$t, ni$i quibu$dam generalibus præmi$$is, de motu apparenti in genere.

Motum verum nullâ arte à nobis ob$ervari po$$e, extra o- mne dubium e$t; $olus motus relativus $ub $en$us cadit; de eo etiam tantùm agitur in capite præcedenti: Quis affirma. re aut negare cum ratione poterit, non motu communi o- mnia corpora nobis nota, per $patia immen$a transferri?

_Motus relativus ab apparenti di$tinguendus e$t_; hic enim 985. e$t mutâtio vi$a in $itu corporum, & pendet à mutatione in picturâ in fundo oculi; nam objecta illam inter $e relationem apparentem habent, quæ datur in oculo inter objectorum repræ$entationes; videntur enim ut in oculo depinguntur; 716. & mutatio in hac picturâ ex corporum motu, ferè $emper differt cum mutatione relationis inter ip$a corpora; ut ex picturæ formatione $equitur.

_Cœlum nibil e$t prœter $patium immen$um, quod videri_ 986. _non pote$t,_ & nigrum apparêret , ni$i continuò radii lumi- 845. nis innumeri, à corporibus cœle$tibus manantes Atmo$phæ- ram penetrarent. Plerique per rectas lineas, à corporibus ad nos, perveniunt, multi tamen in Atmo$phærâ varias pa- tiuntur reflectiones & totam Atmo$phæram illuminant; in- de de die, etiam ab$que nubium reflectione, corpora illu- $trantur, ad quæ radii $olares directè pervenire nequeunt.

Radii hi $unt hæterogenei, & quidem albi; nam corpora dantur hi$ce radiis illu$trata, quæ alba apparent; & hæc, per pri$mata vi$a, ad extremitates coloribus tinguntur; quod in colore homogeneo non obtinet ; etiam circulus chartæ al- 874. bæ, diametri $emi pollicis, panno nigro $uper impo$itus, $i [0638]PHYSICES ELEMENTA hi$ce radiis illuminetur, per pri$ma oblongus apparet, & iidem colores, qui in rad<007>is $olaribus ob$ervantur , eodem 861. modo hìc videntur; quæ omnia minimè obtinerent, $i aër, ut à plurimis $tatuitur, foret liquidum cœruleum, id e$t, per quod $oli radii cœrulei, $altem maximâ copiâ, tran$eunt.

_Dum cœlum nigrum intuemur, radii albi_ memorati _oculos_ 987. _intrant, unde color cœruleus cœlorum oritur._ Quia ad$ueti $umus colorem videre, ubi objectum datur coloratum, etiam ad objectum refertur color cœlorum; cùm autem hic ver- $us omnes partes æqualiter ob$ervetur, _concipimus $uperfi-_ 988. _ciem cavam $phœricam, in cujus centro ip$i po$iti $umus; $u-_ _perficies hœc ut opaca,_ ideoque _ultra omnia corpora nobis_ _vi$ibilia remota, imaginatur._

Quando inter planum & oculum datur Corpus, de cujus di$tantiâ judicium ferre non po$$umus, plano applicatum no- bis apparet corpus, quæcunque fuerit di$tantia inter hoc & planum; nulla enim datur ratio, quare partes plani, quæ ad latera imaginis corporis in oculo depinguntur, non ad ean- dem di$tantiam cum corpore apparêrent.

Inde etiam _omnia corpora cœle$tia,_ (quorum minimè à 989. nobis di$tans, Luna nempè, ita removetur, ut judicium de di$tantiâ non detur ,) _ad $phœram imaginariam, memora-_ 732. _tam, referuntur; & omnia œque remota apparent; & in $u-_ _perficie $phœrœ cavœ moveri videntur._ Sic Luna inter $tellas fixas concipitur, licet illius di$tantia vix rationem $en$ibilem habeat ad Saturni di$tantiam, quæ ip$a evane$cit collata cum immen$â $tellarum fixarum remotione. Non mirum e$t igi- tur, $i de magnitudine corporum cœle$tium & cœlorum im- men$itate nil no$cat vulgus.

Videmus ex dictis, quomodo ex dato motu corporis cu- ju$cunque, & noto motu Telluris, motus apparens determi- netur.

Sphæram diximus imaginari ultra $tellas fixas, in cujus cen- tro datur $pectator : orbita Telluris adeò e$t exigua re- 988. $pectu diametri hujus $phæræ, ut ex tran$lato cum Tellure, $pectatore, centrum $phæræ $en$ibiliter non mutetur; Qua- re _in omnibus $uperficiei Tellur is punctis, & in tempore quo-_ 990. [0639]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. III. _cunque, eandem Terricolœ imaginantur_ $phæram, _ad quam_ _corpora cœle$tia referunt;_ & quam, in $equentibus, nomina- bimus _$phœram $tellarum fixarum._

Hi$ce po$itis, _$i per Tellurem, & corpus, lineam concipia-_ 991. _mus, quœ ultra corpus continuata $phœram memoratam $ecat,_ _habemus punctum_, ad quod corpus memoratum refertur, & _quod e$t locus apparens corporis._

Dum corpus, aut Tellus, aut ambo, moventur, agitatur hæc linea, & _motus apparens e$t linea, quam inter $tellas_ 992. _fixas de$cribit extremitas lineœ_ memoratæ, _tran$euntis per_ _Tellurem & corpus, cujus motus apparens ob$ervatur._

Idcirco _eœdem apparentiœ ex tran$latâ Tellure $equuntur_, 993. _quàm ex tran$lato corpore, & eædem etiam ex motu amborum_ _deduci po{$s}unt._

_Si_ autem _Corpus & Tellus ita moveantur, ut linea, quœ_ 994. _per bœc corpora tran$it, motu parallelo feratur, corpus in-_ _ter $tellas fixas quie$cere videbitur_; quia $patium, in hoc ca$u, ab extremitate lineæ inter $tellas percur$um, non pote$t $uperare $patium à Tellure percur$um; linea autem æqualis toti $patio, quod à Tellure pote$t percurri, ad di$tan- tiam $tellarum fixarum remota, nobis $en$ibilis non e$t.

_Ex motu Telluris circa axem_ etiam _datur motus apparens_, 995. qui $uo tempore, ex fundamentis in hoc capite po$itis, fa- cilè deducetur.

Motum apparentem à relativo differre, & ex motu $pe- ctatoris variari, navigantes quotidie experiuntur.

CAPUT III. De Phœnomenis Solis ex motu Telluris in orbitâ.

SIt Sol in S; Tellus in orbitâ $uâ in T; _rs_ $phæra $tella- TAB. XXI. fig. 1. rum fixarum; locus apparens Solis e$t _s_ . _Dum Tellus_ 996. _in orbit â transfertur_ à Tin _t_, _Sol moveri videtur_, & percur- 991. rere arcum _s r_ , qui men$urat angulum _r_ S _s_, æqualem 992. angulo T S _t_; ita, ut celeritas motus apparentis Solis pen- deat, à celeritate motus angularis Telluris, re$pectu centri Solis; qui motus ex duplici cau$â cre$cit; ex imminutâ di- [0640]PHYSICES ELEMENTA $tantiâ à Sole, & ex auctâ celeritate Telluris: quæ ambæ 944. cau$æ $emper concurrunt ; quare _motus apparentis Solis_ 797. _inœqualitas $en$ibilis e$t. In integr â Telluris revolutione_, e- 998. tiam _integrum circulum Sol percurrere videtur._

DEFINITIO 1.

_Via_ hæc _apparens Solis,_ Linea Ecliptica _vocatur._ E$t $e- 999. ctio $phæræ $tellarum fixarum cum plano Eclipticæ, ad hanc $phæram u$que continuato.

Dividitur hæc via in duodecim partes æquales, quæ $in- gulæ continent 30. gr.; partes hæ vocantur Signa, & no- minibus dantur; Aries <042>, Taurus <045>, Gemini II, Cancer <041>, Leo <047>, Virgo <049>, Libra ♎, Scorpius <044>, Sagittarius <046>, Capricornus , Aquarius <050>, Pi$ces . Unde hæ partes nomina mutuatæ $int, ubi de $tellis fixis acturi $umus vide- bimus.

Diutius in percurrendis $ex $ignis primis bœret Sol, quàm 1000. in $ex po$terioribus, daturque differentia novem dierum.

Licèt circulus nullum habeat _principium_ aut finem, ubi 1001. tamen, in hoc, puncta varia determinanda $unt, quoddam punctum pro principio habendum e$t; hoc, _in lineâ Eclipti-_ _câ, e$t primum punctum Arietis_; quomodo determinetur, in $equentibus videbimus. Non e$t $ixum inter $tellas fixas; id- circo _orbitæ Planetarum,_ quæ adeò parum mutantur, ut pro 1002. immutabilibus haberi po$$int , _non eundem re$pectu bujus_ 929. _puncti $itum $ervant._

DEFINITIO 2.

Di$tantia Solis à primo puncto Arietis, in con$equentiâ, 1003. men$urata, dicitur _Solis Longitudo._

Longitudines cœterorum corporum cœle$tium, eodem modo in 1004. Eclipticâ men$urantur; Ad banc referuntur, $i circulus ma- 1005. jor per corpus concipiatur perpendicularis ad Eclipticam; _punctum enim, in quo hæc ab illo circulo $ecatur, determi-_ _nat corporis longitudinem._

DEFINITIO 3.

_Di$tantia corporis cœie$tis à lineâ Eclipticâ, vocatur il-_ 1006. _lius_ Latitudo. E$t arcus circuli majoris, ad Eclipticam per- pendicularis, inter corpus & Eclipticam interceptus.

[0641]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. IV. DEFINITIO 4.

Si in centro $phæræ $tellarum fixarum, ad planum Eclipti- 1007. cæ, concipiamus lineam perpendicularem, puncta, in quibus bæc memoratam $phæram $ecant, vocantur _Poli Eclipticæ._

Definitio 5.

_Zodiacus_ e$t Zona, quæ concipitur in cœlis, quam in duas 1008. partes æqualès $ecat linea Ecliptica, & quæ, ab utraque par- te terminatur circulo line æ Eclipticæ parallelo, & ab hac octo gradibus di$tanti. _Propter exiguam orbium Planetarum, ut_ _& Lunæ, inclinationem ad planum Eclipticæ,_ nunquam 1009. extra Zodiacum, corpora ulla $y$tematis Planetarii apparent.

DEFINITIO 6.

Inter hæc, quæ eandem habent longitudinem dicuntur _in_ 1010. _conjunctione._

DEFINITIO 7.

In oppo$itione _dicuntur, quorum longitudines differunt_ 1011. 180. _gr._

CAPUT IV. De Phænomenis Planetarum inferiorum, ex horum, & Telluris, motibus in orbitis $uis.

SIt S Sol; AVB v orbita Planetæ inferioris; Tellus in or- TAB. XXI. fig. 2. bitâ $uâ T; _a_ v _b_ portio $phæræ $tellarum fixarum; Lo- cus apparens Solis e$t v . 991.

Si ex Tellure, ad orbitam Planetæ, ducantur tangentes T A _a_, TB _b_, clarè patet, nunquam ad majorem di$tan- tiam, quàm v _a_ aut v _b_ à Sole, in motu apparenti, removeri Planetam; & hunc illum, in motu apparenti circa Tellurem, qua$i comitari.

DEFINITIO 1.

_Di$tantia apparens Planetæ à Sole, dicitur illius_ Elongatio. 1012. v _a_ aut v _b_ e$t _elongatio maxima:_ hæc ex duabus cau$is _va-_ 1013. _riat;_ quia nempè & Tellus & Planeta in lineis ellipticis re- volvuntur . 929.

_Planeta_, citiùs quàm Tellus, revolutionem peragit ; ideò, 1014. _in motu $uo, inter Tellurem & Solem tran$it, & deinde ultra_ 948. [0642]PHYSICES ELEMENTA _Solem re$pectu Telluris movetur: ita, ut duobus modis cum_ _Sole in conjunctione $it, nunquam_ autem _in oppo$itione._

Ut ideam habeamus motus apparentis Planetæ, concipe- re debemus, cum Tellure moveri lineas TB_b_, TS v, TA_a_; ita ut puncta A, V, B, & _v_, dum Tellus revolutionem pera- git, orbitam Planetæ circumrotentur; Planeta verò, qui celerius revolvitur, per hæc puncta $ucce$$ivè iterum atque iterum tran$it.

_Dum_ ab V in Din orbitâ fertur, inter fixas ab v ver$us _d_ 1015. moveri videtur; in hoc ca$u, _motus apparens e$t in antece-_ _dentiâ & Planeta e$t retrogradus._ In D _$tationarius_ dicitur; 1016. quia _per aliquod tempus, in eodem loco, inter $tellas fixas ap-_ _paret:_ hoc obtinet, ubi Planetæ orbita, in loco, in quo Pla- neta ver$atur, ad orbitam Telluris, in loco in quo hæc da- tur, ita inclinatur, ut ductâ linea _t d_ lineæ T D parallelâ, & parum ab hac di$tanti, D _d_ $it ad T _t_, ut Planetæ celeritas, in orbitâ, ad Telluris celeritatem; hæ lineolæ eodem tem- pore percurruntur ; & linea, quæ per Tellurem & Plane- 53. tam ducitur, motu parallelo fertur, quo locus Planetæ ap- parens non mutatur . 994.

Inter _d_ & B magis ad orbitam Telluris inclinatur Planetæ orbita, quare extremitas lineæ tran$euntis per Tellurem & Planetam, licèt Planeta celerius Tellure moveatur, _in con-_ 1017. _$equentiâ_ fertur; ver$us quam partem _etiam dirigitur motus_ _apparens Planetæ_. Cùm tamen motus apparens Solis mo- 992. tum apparentem Planetæ $uperet, elongatio augetur, quæ po- $ito Planetâ in B e$t maxima. Dum arcum B _v_ Planeta per- currit, in con$equentiâ etiam e$t motus apparens, & motum Solis apparentem $uperat, ad quem accedit, & transgredi- tur, ab hoc recedendo, donec pervenerit ad A. Inter A & E motus in con$equentiâ continuatur; $ed Sol, cujus mo- tus apparens in hoc ca$u velocior e$t, ut de arcu _d_ B expli- catum, ad Planetam accedit, & minuitur elongatio. In E, eodem modo ac in D, $tationarius e$t _Planeta_, inter E & V 1018. iterum retrogradus e$t.

Planetæ orbita ad planum Eclipticæ inclinatur, idèo _non_ 958. 959. _in lineâ Eclipticâ moveri videtur, $ed_ nunc minus nunc ma- [0643]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. IV. gis ab hac di$tat, & _in curvâ irregulari ferri videtur, quæ_ _interdum Eclipticam $ecat._

Sit NVN orbita Planetæ cujus nodi N, N; $it S Sol; TAB. XXI. fig 5. T _t_ Telluris orbita in plano Eclipticæ; Telius T; Planeta V. Si V A concipiatur, per Planetam ad planum Eclipticæ perpendicularis, angulus VTA, aut potius arcus, qui hunc men$urat, e$t latitudo Planetæ : vocatur hæc _latitudo Geo-_ 1006. _centrica_, ut di$tinguatur à latitudine Planetæ ex Sole vi$i, quæ _Heliocentrica_ dicitur, & e$t in hoc ca$u angulus VSA; de illa hìc agitur, Phœnomena ex Tellure vi$a examinamus.

_Quando Planeta e$t in Nodo, in lineâ Eclipticâ apparet_, 1019. & curva à Planetâ, motu apparenti in Zodiaco de$cripta, $e- cat lineam Eclipticam; _recedendo à Nodo augetur Planetæ_ 1020. _latitudo, quæ etiam pro Telluris $itu variatur_; $ic manente Planetâ in V, major e$t latitudo $i Tellus $it in T, quàm $i foret in _t._ Si, manente Tellure, Planetam ex V ad _v_ tran$latum concipiamus, ex duplici cau$â angulus _v_ TB minor erit an- gulo VTA, ex acce$$u Planetæ ad nodum, & ex rece$$u $pectatoris.

Si nunc con$ideremus Tellurem & Planetam continuò moveri, facilè concipiemus mutari omnibus momentis lati- tudinem ex utraque cau$â, quæ interdum contrariè agunt, interdum, in augendâ aut minuendâ latitudine, con$pirant; unde nece$$ariò oritur motus apparens in curvâ irregulari, ut ante dictum, quæ Eclipticam $ecat, quoties nodos trans- greditur Planeta, id e$t, bis in $ingulis hujus revolutioni- bus; curva etiam hæc, ab utraque parte, non ultra certos limites in Zodiaco ab Eclipticâ recedit.

Tele$copio etiam deteguntur Phoenomena notabilia Pla- netarum inferiorum, quæ ab horum opacitate pendent.

Sit S Sol; T Tellus; A, B, C, v, D, E, F, V, Planeta TAB. XXI. fig. 4. inferior, Venus ex gr., in orbitâ. Hic mutuato à Sole lu- mine lucet, & hæmi$phærium Soli obver$um tantum illumi- natur, hæmi$phærium alterum invi$ibile e$t: Idcirco $ola pars hæmi$phærii illuminati, quæ Telluri obvertitur, ex hac videri pote$t; in V Planeta videri non pote$t, in v rotundus apparêret, ni$i radii $olares impedirent quo minus videatur.

[0644]PHYSICES ELEMENTA

Ex v progrediendo, _Planeta continuò decre$cit_, in D ha. 1021. bet figuram _d_, in _e_ & _f_ delineatur, ut in E & F apparet, ulteriu$que decre$cit, _donec evane$cat_ in V; _deinde iterum_ _cre$cit $ucce$$ivè mutando figuram_, donec totum hæmi$phæ- rium illuminatum ver$us Tellurem dirigatur.

_Quando_ nodus datur in V, aut in viciniis, _Planeta in ip$o_ 1022. _di$co Solis_, & qua$i Soli applicatum, _videtur, & ob$ervatur ma-_ _cula nigra, quæ $uper Solis $uper ficie movetur:_ in hoc ca$u, propriè loquendo, Planetam non videmus, $ed ubi radios $o- lares intercipiat decernimus.

_Quo minus à Tellure di$tat Planeta, eo major apparet_ , 1023. & magis lucidus; $ed dum ad Tellurem accedit, pars lucida 733. vi$ibilis minuitur, ita ut ex unâ cau$â cre$cat lumen, ex a- liâ minuatur; _daturque di$tantia, ad quam lux reflexa e$t_ _maxima_.

CAPUT V. De Pbænomenis Planetarum $uperiorum, ex horum & Telluris motibus in orbitis $uis.

IN multis, cum explicatis circa Planetas inferiores, coin- cidunt $uperiorum motus apparentes, in multis differunt. _Non $emper hi Solem comitantur, $ed $æpe in oppo$itione_ 1024. _ob$ervantur_; in motu tamen, ut de inferioribus dictum, _non $emper in con$equentiâ ferri videntur, $ed $æpe $tationa-_ 1025. _rii, $æpe retrogradi $unt_.

Sit M _Planeta $uperior_, ex gr. Mars, in orbitâ; ATHB 1026. orbita Telluris. Tempus periodicum Telluris brevius e$t TAB. XXII. fig. 1. tempore periodico Martis ; ideò inter hunc & Solem in 948. motu $uo tran$it ellus, in quo ca$u Planeta in F, inter $tel- las fixas _Soli oppo$itus, apparet_. Per Mducantur lineæ BM; AM, orbitam Telluris tangentes, quæ continuatæ in G & D in $phærâ $tellarum fixarum pertingunt. Concipiamus, dum Planeta in orbitâ transfertur, lineas has etiam moveri, ita ut puncta A & B, in quibus lineæ per Planetam tran$eun- tes orbitam Telluris tangunt, in tempore periodico Pla- netæ revolutionem peragant. Cùm autem Tellus celerius [0645]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VI. revolvatur, per puncta A & B, in motu $uo tran$it. In hoc motu ultra FD & FG à loco Planetæ è Sole vi$o non re- movetur locus apparens è Tellure. Sit in hujus orbitâ pun- ctum T tale, ut ductâ lineâ _t_ _m_ parallelâ lineæ TM, T_t_ $it ad M_m_, ut Telluris celeritas ad Planetæ celeritatem; in quo ca$u hæ lineolæ eodem tempore percurruntur ; interea 53. quie$cere videtur Planeta , & $tationarius dicitur. Eodem 994. modo $tationarius e$t, po$itâ Tellure in H. In motu Tellu- ris inter T & H, Planeta ab E per F in antecedentiâ move- ri videtur & retrogradus dicitur, dum reliquam orbitæ $uæ partem percurrit Tellus, directus e$t Planeta.

Phænomena circa latitudinem $imilia $unt iis, quæ expli- 1027. cata $unt re$pectu Planetarnm inferiorum .

1018.

_Fupiter & Saturnus_ ad magnam di$tantiam Telluris orbi- 1028. tam cingunt, quare ferè tota illorum hæmi$phæria, quæ â Sole illuminantur, è Tellure vi$ibilia $unt; ideô _$emper rotun-_ _di apparent_ hi Planetæ.

Quia minus di$tat _Mars, paululum gibbo$us apparet, in-_ 1029. _ter conjunctionem & oppo$itionem cum Sole_.

CAPUT VI. De Phænomenis Satellitum, ex motu horum in orbi- tis. Vbi de Eclip$ibus Solis & Lunæ.

_SAtellites Fovis & Saturni $emper in motu primarios $uos_ 1030. _comitantur, & nunquam ultra certos limites_, qui ex ho- rum, à primariis, di$tantiis facilè determinantur, _ab utra-_ _que parte recedere videntur; alterni$que vicibus in antece-_ _dentiâ & in con$equentiâ feruntur_. Aliquando omnes ad eandem partem primarii dantur, aliquando inter ip$os pri- marius ob$ervatur; omnes _$emper aut in eâdem lineâ rectâ_ 1031. _di$ponuntur, aut parum ab bac di$tant_. Quæ omnia ex mo- tu circa primarios, in planis exiguos inter $e, & cum plano Eclipticæ, angulos efficientibus, facilè deducuntur.

Non omnes Saturni aut Jovis _Satellites_ $emper $imul vi$i- 1032. biles $unt, _aliquando à primario obteguntur, $æpe in umbram_ _primarii immerguntur_.

[0646]PHYSICES ELEMENTA DEFINITIO I.

Talis in umbram immer$io dicitur _Satellitis Eclip$is_.

1033.

Sit S Sol; T _t_ Telluris orbita, I Jupiter; M _m_ orbita $e- TAB XXII. fig. 2. cundarii Jovialis. Dum ab M ad _m_ movetur $ecundarius, E- clip$in patitur; & à Sole non illuminatus invi$ibilis e$t. Po- $itâ Tellure ver$us T, immer$io in umbram facile ob$ervatur, emer$io contra magis $en$ibilis e$t, po$itâ Tellure ver$us _t_.

Inter _Saturni_ comites _annulum_ dari diximus ; circa quem 1034. notandum, illum _nunquam à $pectatore in Tellure latiorem vi-_ 963. _deri, quam in fig. 4. Tab. xx. repræ$entatur;_ & _aliquando in-_ _vi$ibilem e$$e_; quando nempe planum annuli continuatum per Tellurem tran$it; annuli enim cra$$ities $en$ibilis non e$t. Etiam non videtur annulus, quando hujus planum conti- nuatum, inter Solem & Tellurem tran$it; tunc enim $uper- ficies annuli illuminata à Tellure avertitur: in utroque ca$u Saturnus rotundus apparet, in ultimo tamen, ex radiis ab an- nulc interceptis, fa$cia nigra in Planetæ $uperficie ob$ervatur, $imilis illi, quæ ab umbrâ annuli pendet.

Telluris Satellitis, Lunæ nempe, Phoenomena no$tri re- $pectu notabiliora $unt, & peculiariter explicanda.

_Sæpi$$imè Soli conjungitur, totie$que buic opponitur_, 1035. non tamen in $ingulis revolutionibus Lunæ in orbitâ; nam dum _Luna_ po$t revolutionem integram 27. dier. 7. hor. ite- rum redit ad locum inter $tellas fixas, in quo cum Sole fuit conjuncta, Sol ex hoc loco rece$$it, & ab hoc circiter di$tat 27. gr. ; itaque _conjunctiones vicinæ di$tant viginti novem_ 1036. _diebus cum $emi$$e_.

960. 996. 998. DEFINITIO 2.

Men$is Lunaris periodicus, _e$t tempus revolutionis Lunæ_ 1037. _in orbitâ_.

DEFINITIO 3.

Men$is Lunaris Synodicus, $eu lunatio, _e$t tempus, quod Lu-_ 1038. _na impendit inter conjunctiones cum Sole proximas_.

_Invi$ibilis e$t Luna in conjunctione cum Sole_; quia hæ- 1039. mi$phærium illuminatum à Tellure avertitur. Sit Tellus T; TAB. XXII. fig. 3. Luna in N inter Solem & Tellurem; hemi$phærium illumi- natum erit _m l i_, quod in Tellure videri non pote$t.

[0647] [0647a] [0648] [0649]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VI.

_Dum Luna_, in orbitâ, _à conjunctione ad oppo$itionem, $er-_ 1040. _tur_, pars illuminata, quæ $emper ver$us Solem dirigitur, _continuò magis ac magis $pectatoribus in Tellure vi$ibilis e$t_; & in punctis A, B, C, $ucce$$ivè figuras _a, b, c,_ acquirit Luna. In P, _in oppo$itione cum Sole, rotunda apparet; deinde_ per 1041. D, E, F, tran$eundo _decre$cit_, ut in _d, e, f,_ repræ$entatur.

DEFINITIO 4.

_Conjunctio Lunæ cum Sole vocatur_ Novilunium. 1042. Po$t conjunctionem Luna qua$i rena$ci videtur.

DEFINITIO 5.

_Oppo$itio Lunæ cum Sole vocatur_ Plenilunium; quia Luna 1043. tota lucida apparet.

DEFINITIO 6.

Nomine communi oppo$itio & conjunctio Satellitis cum Sole 1044. vocantur Syzygiæ.

In A & F pars Lunæ ob$cura, radiis à Tellure reflexis, 1045. paululum illuminatur; ideò videtur à $pectatore cui Sol vi$i- bilis non e$t, id e$t, in primo ca$u po$t occa$um Solis, in $ecundo ante hujus ortum.

DEFINITIO 7.

Quando Solis lumen à Lunâ intercipitur ita ut in totum, 1046. aut pro parte, re$pectu $pectatoris cuju$cunque in Tellure, Sol obtegatur, Sol dicitur _Eclip$in_ pati.

Propriè loquendo, hæc e$t Eclip$is Telluris, in cujus $u- perficiem cadit Lunæ umbra aut penumbra.

DEFINITIO 8.

Lunæ Eclip$is _e$t ob$curatio Lunæ ex umbrâ Telluris._ 1047.

Nunquam Solis Eclip$is ob$ervatur, ni$i quando Novilu- 1048. nium celebratur.

Nunquam Luna deliquium patitur, ni$i in Plenilunio.

1049.

_Non_ tamen _in $ingulis Syzygiis Luminaria deficiunt_; quia 1050. Luna non in Plano Eclipticæ movetur , in quo $emper dan- 969. tur Sol & Tellus; quare, propter latitudinem Lunæ, hujus umbra, in Novilunio, $æpe Tellurem non tangit; & ip$a, in Plenilunio, ad latus umbræ Telluris tran$it.

Quando autem Lunæ latitudo aut nulla aut exigua e$t, id e$t, _quando in Nodo, aut propè bunc, ver$atur Luna in_ 1051. [0650]PHYSICES ELEMENTA. _Syzygiis, Eclip$is ob$ervatur_; in hoc ca$u in Eclipticâ, aut parum ab hac di$tans, apparet Luna; & inde nomen $uum habet hæc linea.

Ut quæ Lunæ Eclip$in $pectant clariùs pateant, $it Lunæ TAB. XXIII. fig. 1. $emita OO; planum Eclipticæ RR; in hoc $emper datur centrum umbræ Telluris ; Nodus orbitæ Lunæ e$t N.

940. 939.

Si centrum umbræ Telluris $it in A, non ob$curatur Lu- na, quæ in F tran$it.

_Si_ minus à Nodo di$tet Luna in Plenilunio, ut in G, um- 1052. bra Telluris datur in B, & _Luna pro parte ob$curatur_; hæc _Eclip$is dicitur Partialis_.

_Si_, po$itâ in D, Plenilunium celebretur, _in totum_ 1053. _tenebris obtegitur Luna_ in I; in L in umbram cadit, in H ex hac exit; & _Eclip$is dicitur Totalis_.

Centralis vocatur Eclip$is, quando centrum Lunæ tran$it 1054. per centrum Vmbræ, quod in ip$o Nodo N _tantùm obtinet_.

De Telluris umbrâ huc u$que locuti $umus; quia, quan- do de Tellure loquimur, cum hac conjunctam etiam intelli- gimus Atmo$phæram, de qua alibi ; _de Atmo$pbæræ umbrâ_ 1055. propriè _agitur in Eclip$ibus Lunaribus_; ip$ius enim Tellu- 418. ris umbra ad Lunam non pertingit.

Sit T Tellus, Atmo$phærâ FDGGDF circum. TAB. XXIV. fig. 1. data. Radii $olares BD, BD, Atmo$phæram tangen- tes, rectâ progrediuntur, & Atmo$phæræ umbram ter- minant, extra quam $i Luna detur, immediatè à radiis So- laribus illuminatur, non verò eodem modo, inter BD & BD, illu$tratur.

_Radii, qui obliquè Atmo$phæram intrant_, refractionem pa- 1056. tiuntur ; & dum ad Tellurem accedunt, continuò in me- 617. dium den$ius atque den$ius penetrant ; ideoque omnibus 424. 429. momentis inflectuntur . & _per curvas moventur_. Sic radii 617. EF, EF, in curvis FG, FG, Tellurem tangentibus, Atmo$phæram penetrant. Omne lumen inter EF, EF, à Tellure intercipitur, & Radii GA, GA, terminant Tel- luris umbram.

Lumen autem inter EF & BD, ab Atmo$phærâ refra- ctum, di$pergitur inter GA & BD continuatam, & ultra A, [0651]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VI. mucronem umbræ Telluris, lumina ab omnibus partibus con- funduntur, $ed recedendo à Tellure continuò debiliora $unt: ita ut _Vmbra Atmo$phæræ_ non $it umbra perfecta $ed _lu-_ 1057. _men debile_, quo Luna in Eclip$i vi$ibilis _e$t_.

_Atmo$phæræ umbra_ e$t conica; quia Solis diameter At- 1058. mo$phæræ diametrum, quæ vix à Telluris diametro differt, $uperat; & conus hicce _ad Martem non pertingit_, ut ex ob$ervationibus immediatis con$tat: umbræ autem diame- ter, in loco, ubi ab orbitâ Lunæ $ecatur, à Telluris diame- tro vix quartâ parte $uperatur.

Simili ratiocinio, quo probavimus Lunam in Atmo$phæ- ræ umbram cadere, quando in plenilunio Luna in Nodo, aut propè hunc datur, probatur Lunæ umbram in Tellu- rem cadere _in Novilunio, quando aut in Nodo aut prope_ 1059. _Nodum Luna ver$atur_, ideòque in hoc ca$u _Solem Eclip$in_ _pati_; circa quam varia $unt notanda.

Sit Sol S; Luna T; cadat hujus umbra in planum quod- TAB. XXII. fig. 4. cunque in GH. Umbra hæc penumbrâ circumdatur; nam ultra L & E, planum hoc ab integro Solis Hæ- mi$phærio illuminatur; ab L accedendo ad H, & ab E ad G lumen continuò minuitur, & in viciniis G & H, ra- dii, ab exiguâtantùm parte $uperficiei Solis, ad planum perveniunt.

DEFINITIO 9.

_Lux hæc imminuta, qua, ab omni parte, umbra_ GH _cir-_ 1060. _cumdatur vocatur_ penumbra.

Simili _penumbrâ_ Telluris umbra, _in Eclip$i Lunari_, cir- 1061. cumdatur, $ed hæc tantum in viciniis umbræ $en$ibilis e$t, & ideo _exiguam babet latitudinem; integra_ autem _pote$t ob$er-_ 1062. _vari_ à $pectatore, po$ito in Plano, in quod umbra cadit, qui ca$us _in Eclip$i Solari_ extat. Spectator in I aut F $e- midiametrum Solis tantùm videre pote$t, reliquum diametri à Lunâ obtegitur; & ab L progrediendo ver$us H, Sol à Lu- nâ continuò magis ac magis obtegitur, donec in ip$â umbrâ planè invi$ibilis $it.

Ex hi$ce $equitur _Solarem dari Eclip$in, licèt Lunæ um-_ 1063. _bra Tellurem non tangat, $i modo penumbra ad bujus $uper-_ [0652]PHYSICES ELEMENTA _ficiem perveniat._ Etiam _non in omnibus locis in quibus Sol_ 1064. _vi$ibilis e$t, Eclip$in ob$ervari; & in loc<007>s, in quibus ob$er-_ 1065. _vatur, diver$am e$$e,_ pro ut umbra, aut pars varia penum- bræ, per locum tran$it.

_Lunæ Eclip$is_ verô _ubique eadem e$t, ubi Luna, durante E-_ 1066. _clip$i, vi$ibilis e$t._

_Quando umbra ip$a Lunæ in Tellurem cadit, Totalis dici-_ 1067. _tur Solis Eclip$is; $i penumbra tantùm pertingat ad Tellu-_ _rem, Partialis dicitur_, illudque in genere con$iderando E- clip$in.

Quantum autem ad loca peculiaria, _Totalis dicitur, in il-_ 1068. _lis locis in quibus umbra tran$it; Centralis in illis,_ in quibus centrum umbræ tran$it, id e$t, _in quibus centrum Lunæ ob-_ _tegit Solis centrum;_ tandem _Partialis dicitur, ubi penum-_ _bra tantùm tran$it_, delineatur hæc in fig. 6.

_Quo umbra_ GH _latior e$t, eo in pluribus locis Eclip$is_ 1069. _totalis e$t, & diutius Sol in totum ob$curatur._ Diver$a verò TAB. XXII. fig. 4. e$t hæc umbræ latitudo, pro variâ Lunæ à Tellure, & hujus à Sole, di$tantiâ.

_Si Lunæ Eclip$is detur, po$itâ Tellure in Peribelio, &_ 1070. _Lunâ in Apogeo_, id e$t, ad di$tantiam à Tellure maximam, umbra Lunæ ad Tellurem non pertingit, & _Luna integrum_ _Solem non obtegit; Annularis_ talis _dicitur Eclip$is_, & re- præ$entatur in fig. 4.

CAPUT VII. De Pbænomenis ex motu Solis, Planetarum, & Lunæ, circa axes.

_Solis motus circa axem, $en$ibilis e$t ex maculis_, quæ in 1071. Solis $uperficie $æpi$$imè ob$ervantur; hæ $ingulis diebus $itum $uum & figuram mutari, & nunc celerius nunc tardius ferri, videntur; quæ omnia ex motu $uperficiei $phæricæ facilè deducuntur: & Sol, qui, $i tali motu non agitaretur, $emel tantùm in integro anno totam $uperficiem Telluri $uc- ce$$ivè obverteret, nunc illam integram, in minori quàm unius men$is $patio, Terricolis videndam præbet.

[0653] [0653a] [0654] [0655]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VII.

Similia $unt Phænomena ex rotatione _Fovis, Martis, &_ 1072. _Veneris, circa axes_, qui _motus, ex maculis in Planetarum_ _$uperficiebus, $en$ibiles $unt_.

Dum Tellus circa axem rotatur, $pectator, qui transfertur, $e quie$cere, omnia verò corpora coele$tia moveri, imagi- natur.

DEFINITIO 1.

Puncta, in $phærâ $tellarum fixarum, in quibus axis Tel- 1073. luris, ab utraque parte continuatus, pertingit, vocantur _Poli Mundi_.

DEFINITIO 2.

Motus apparens, ex motu Telluris circa axem, vocatur 1074. _Motus diurnus_.

DEFINITIO 3.

Concipitur Planum per centrum Telluris tran$iens, ad bu- 1075. jus axem perpendiculare, quaquaver$um continuatum, & cir- culus, in quo $phæram $tellarum fixarum $ecat, vocatur Æ- _quator coele$tis_.

_In motu Telluris circa Solem_ movetur Æquator, $ed cùm 1076. planum hujus circuli motu parallelo feratur, _Æquator cœle-_ _$tis non mutatur_ .

994. DEFINITIO 4.

Circuli, quorum plana per axem Telluris tran$eunt, vocan- 1077. tur _Meridiani_.

Omnes per polos Mundi tran$eunt, & ad Æquatorem per- 1078. pendiculares $unt.

DEFINITIO 5.

Arcus Meridiani cuju$cunque, inter Æquatorem & Sidus 1079. interceptus, vocatur _Declinatio Sideris._

Sit, in Tellure T, $pectator, qui vi$um dirigit per T A; TAB. XXIII. fig. 2. po$t aliquod tempus, ubi linea T A, ex motu Telluris, trans- lata erit in T _a_, $i per eandem lineam vi$um $pectator diri- gat, corpus A tran$latum apparebit per arcum _a_ A; ubi verò linea ad pri$tinum $itum T A redierit, corpus inte- gram revolutionem peregi$$e videbitur. Si autem vi$um per Telluris axem dirigat, quia hic quie$cit, corpus, quod in axe videtur, non tran$latum apparebit; ideò _in Polis Mundi mo-_ 1080. [0656]PHYSICES ELEMENTA _tus diurnus non ob$ervatur_ . Corpora autem in horum vi- 1073. ciniis, circa polos rotari clarum e$t; & corpus motu diurno circulum eo majorem de$cribere, circa polum immobilem, quo magis ab hoc di$tat. Ideò tota _$phæra $tellarum fixa-_ 1081. _rum, circa axem Telluris continuatum, revolvere videtur,_ _in eo tempore, in quo Tellus revera circa axem rotatur._ Motus ergo diurnus communis e$t omnibus corporibus cœ- le$tibus, ni$i quatenus turbatur motibus antea memoratis.

Æquator ab utroque polo æqualiter di$tat, & dividit cœlum in duo hæmi$phæria, quorum puncta media $unt Poli, qui ergo à $ingulis punctis Æquatoris æqualiter di$tant; _corpora_ 1082. idcirco _cæle$tia, quæ $unt in Æquatore, motu diurno ip$um_ _Æquatorem de$cribere videntur_, circulum omnium maximum, qui motu diurno de$cribi pote$t; _reliqua corpora circulos_ 1083. _Æquatori parallelos de$cribunt_.

Axis Telluris ad planum Eclipticæ inclinatur, & efficit angulum 66. gr. 31′. ; _di$tant_ ideò _Poli Mundi, à Polis E-_ 1084. _clipticæ, gradibus 23. 29′.; & angulum 23. gr. 29′. cum plano_ 960. _Eclipticæ format planum Æquatoris._ Planum utrumque per Telluris centrum tran$it, cùm autem hoc pro centro $phæ- ræ $tellarum fixarum haberi po$$it , $equitur _Æquatorem_ 1085. _& lineam Eclipticam e{$s}e circulos majores, qui_ ad $e mutuo 988. 990. inclinantur, & _$e$e mutuo $ecant, in duobus punctis oppo$itis,_ _principio Ariëtis & principio Libræ_ quæ puncta in viâ Solis hi$ce inter$ectionibus determinantur .

1001.

_Quando Sol e$t in illis punctis, motu diurno Æquatorem de-_ 1086. _$cribere videtur ; dum_ motu $uo apparenti _in Eclipticä_ 1087. _transfertur_, continuò magis ac magis ab Æquatore recedit, 1082. augeturque hujus declinatio, & _circulos de die in diem mino-_ _res de$cribit ; donec ad di$tantiam maximam ab Æquatore_ 1083. _pervenerit, quæ e$t 23. gr. 29′. _: deinde _iterum ad Æquato-_ 1088. _rem accedit, hunc prætergreditur, etiam 23. gr. 29′., ad Po-_ 1084. _lum oppo$itum accedens_.

DEFINITIO 6.

_Circuli, à Sole motu diurno de$cripti, ab Æquatore maximè_ 1089. _di$tantes_, id e$t 23. gr. 29′., _vocantur_ Tropici.

Unus tangit Lineam Eclipticam in primo gradu Cancri & [0657]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VII. dicitur Tropicus Cancri; alter, Tropicus Capricorni nomina- tus, per primum punctum $igni Capricorni tran$it, ibique E- clipticam lineam tangit.

DEFINITIO 7.

_Polus Mundi Tropico Cancri vicinus, vocatur_ Polus Ar- 1090. cticus, & Septentrionalis; _oppo$itus_ Antarcticus _nuncupatur,_ _etiam_ Au$tralis.

DEFINITIO 8.

_Circuli, à_ Polis Eclipticæ motu diurno de$cripti, id e$t, 1091. _à Polis Mundi 23. gr. 29′. di$tantes, nominantur_ Circuli Po- lares.

Circulus Polaris Arcticus dicitur, qui Polum Arcticum circumdat; à Polo Antarctico alter nomen $uum mutuatur.

_Supere$t_ Lunæ motus circa axem, _cujus_ effectus e$t, quod 1092. eadem Lunæ facies in perpetuum Telluri obvertatur.

Sit Luna in N, facies Telluri obver$a e$t _m n i_; $i Luna TAB. XXII. circa axem non rotaretur, & $ingula puncta per lineas pa- fig. 3. rallelas tran$latæ forent, linea _m i_ coincideret cum lineâ _l n_ in $itu Lunæ in B, & hemi$phærium memoratum _m n i_ daretur in _l m n_; $ed quia, dum Luna quartam partem or- bitæ de$cribit, etiam quartam partem revolutionis circa axem peragit, facies quæ daretur in _l m n_, nunc datur in _m n i_, id e$t iterum Telluri obver$a. Eodem modo proba- tur, hanc eandem faciem _m n i_, in $itu Lunæ in P, $pectato- ri in Tellure e$$e con$picuam, & in E etiam Telluri obver- ti: ut & in omnibus aliis punctis orbitæ Lunæ.

_Axis Lunæ ad planum orbitæ_ non e$t perpendicularis, $ed 1093. _paululum_ ad hoc _inclinatur_: axis in motu $uo circa Tellu- rem paralleli$mum $ervat, ut de Planetis primariis dictum ; 952. idcirco $itum $uum mutat re$pectu $pectatoris in Tellure, cui nunc unus, deinde alter Lunæ Polus vi$ibilis e$t, unde hæc _motu_ quodam _libratorio agitata videtur._ Alius etiam 1094. in _Lunâ_ ob$ervatur motus libratorius; motus circa axem e$t æquabilis, & in orbitâ celeritate inæquali fertur ; idcir- 966. co ver$ante Lunâ in Perigeo, id e$t, ad di$tantiam minimam à Tellure ubi celerrimè in orbitâ movetur , pars $uperficiei, 966. quæ, ex motu in orbitâ, Telluri obvertitur, non tota ex mo- [0658]PHYSICES ELEMENTA tu circa axem avertitur; ideò pars $uperficiei Lunæ, antea non vi$a, ad latus detegitur; quæ, ubi Luna pervenit ad Apogeum, iterum invi$ibilis e$t.

CAPUT VIII. _De Phænomenis Telluris $uperficiem, & peculiares_ _hujus partes, $pectantibus._

PHænomena cœle$tia, huc u$que examinata, explicavi- mus, $pectatorem con$iderando agitatum motibus, qui- bus Tellus reverâ agitatur. Illum nunc $uperficiei Telluris impo$itum, & per varias hujus partes translatum, con$idera- mus.

Phænomenon primum hìc notandum, e$t _ex interpo$it â_ 1095. _Tellure, dimidium cælorum vi$um fugere $pectatoris, po$iti in_ _illius $uperficie_.

DEFINITIO 1.

_Circulus in cælis, qui $eparat partem vi$ibilem ab invi$ibi-_ 1096. _li_, quando radii, inæqualitatibus in Telluris $uperficie, non intercipiuntur, _vocatur_ Horizon.

Cùm altitudo, ad quam $pectator $upra Telluris $uperfi- ciem po$$it elevari, admodum exigua $it, relata ad Telluris $emidiametrum, oculus $pectatoris pote$t haberi pro po$ito in ip$â $uperficie.

Sit Tellus T; $pectator in S; P E _p e_ $phæra $tellarum TAB. XXIII. fixarum; $i per S concipiatur planum H H Tellurem tan- fig. 4. gens, erit hoc Horizontis planum, cujus $ectio cum $phæ- râ $tellarum fixarum e$t Horizon. Per centrum Telluris concipitur planum _h b_, ad H H parallelum; di$tantia _h_ H in$en$ibilis e$t, propter immen$am $tellarum fixarum di$tan- tiam; pote$t ideò hujus plani $ectio cum $phærâ memo- ratâ pro Horizonte H H u$urpari .

994. DEFINITIO 2.

Ad$cen$us _$iderum_ $upra Horizontem, vocatur horum _Or-_ 1097. _tus._

DEFINITIO 3.

De$cen$us infra horizontem dicitur $iderum _Occa$us._

1098. [0659]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VIII. DEFINITIO 4.

_Si per centrum Telluris & $pectatorem concipiamus li-_ 1099. _neam_, quæ nece$$ario horizonti perpendicularis e$t, _inter_ _$tellas fixas pertinget in puncto Z, quod vocatur_ Zenit.

DEFINITIO 5.

Punctum, huic oppo$itum _N_ vocatur _Nadir._

1100. DEFINITIO 6.

Sectio plani Meridiani, per $pectatorem tran$euntis, cum 1101. Horizonte, vocatur _Linea Meridiana._

A $eptentrione ad au$trum dirigitur.

DEFINITIO 7.

Pars cœlorum Orientalis _dicitur illa, ad quam corpora $u-_ 1102. _pra horizontem ad$cendere videmus;_ & punctum Orientis _illud, in quo perpendicularis ad lineam Meridianam ver-_ _$us hanc partem per $pectatorem ducta, $phæram $tellarum_ _fixarum $ecat_.

DEFINITIO 8.

_Punctum huic oppo$itum vocatur_ punctum Occidentis; & 1103. pars Occidentalis cœlorum _Orientali opponitur_.

DEFINITIO 9.

Amplitudo, _e$t arcus Horizontis, inter punctum Orientis,_ 1104. _aut Occidentis, & punctum, in quo $idus oritur aut occidit, in-_ _terceptus_. Prima dicitur ortiva, altera occidua: utraque e$t aut $eptentrionâlis aut meridionalis.

DEFINITIO 10.

Altitudo $ideris $upra horizontem, _vocatur arcus circuli_ 1105. _perpendicularis ad Horizontem, in cujus centro e$t $pectator,_ _horizonte & $idere terminatus_.

Quando agitur de corporibus remotis, altitudo $en$ibiliter non differt, $ive $pectator detur in $uperficie Telluris, $ive in hujus centro. Corpora minus di$tantia altiora apparent po$i- to $pectatore in centro.

DEFINITIO 11.

_Differentia altitudinis $ideris, pro diver$o $itu $pectatoris,_ 1106. _in centro, aut in $uperficie Telluris, vocatur_ Side s Paralaxis.

_Solius Lunæ Paralaxis ob$ervationibus determinatur:_ re- 1107. liquorum corporum $y$tematis Planetarii di$tantia nimia e$t, [0660]PHYSICES ELEMENTA ut cum $emidiametro Telluris conferantur; & Paralaxis pen- det à ratione, quam $emidiameter Telluris ad di$tantiam Pla- netæ habet; idcirco ip$ius _Martis, in oppo$itione cum Sole,_ 1108. _Paralaxis ob$ervationes $ubtilli$$imas effugit_.

Ubi _Parallaxis_ datur, _ad$cen$u corporis $upra horizontem_ 1109. _minuitur, & in Zenit nulla e$t_.

Altitudo apparens $iderum, mutatur etiam ex aliâ cau$â, quæ re$pectu omnium corporum Cœle$tium inde$crimina- tim locum habet. _Ex Atmo$phæræ refractione_ radii infle- 1110. ctuntur , & _Sidera altiora apparent ; quo_ tamen _altiora_ 1111. _$unt, eo minor e$t_ hæc inflectio ; quia radii minus obliquè 1056. 624. 639. in Atmo$phæræ $uperficiem incidunt. _In Zenit refractio_ 1112. _nulla e$t ; etiam ad di$tantiam viginti, aut triginta, gra-_ 629. _duum à Zenit $en$ibilis non e$t_.

Cùm _ex_ hac _refractione Sidera_ eleventur, _vi$ibilia $unt_ 1113. _antequam ad horizontem perveniant_.

Hæc omnia generaliter Telluris $uperficies $pectant, hu- TAB. XXIV. jus variæ partes nunc $unt examinandæ: determinantur hæ, fig. 2. referendo ad Tellurem varios circulos, quos in cœlis antea con$ideravimus; $ic _in Tellure con$ideramus Æquatorem,_ 1114. _Meridianos, Tropicos, circulos Polares_; quibus circulis eo- dem modo Telluris $uperficies dividitur, ac, circulis in cœ- lis, $phæra $tellarum fixarum: Quare circuli hi ita $ibi mu- tuo re$pondent, ut ductâ lineâ ex centro Telluris ad circu- lum in cœlis, hæc per circulum in Tellure tran$eat. Si po- li fuerint P, _p_, Æquator erit E _e_, Tropici T T, _t t_, cir- culi polares A A, _a a_.

DEFINITIO 12.

Meridianus Loci _dicitur ille, qui per locum ip$um tran$it_.

1115.

_Hujus planum ad Horizontem e$t perpendiculare_; quia 1116. per centrum Telluris & $pectatorem tran$it.

_Linea Meridiana in Loco quocunque ducta, e$t pars Meri-_ 1117. _diani Loci_ .

1101. DEFINITIO 13.

Latitudo Loci _e$t hujus di$tantia ab Æquatore_, id e$t, 1118. arcus interceptus inter Locum & Æquatorem.

[0661]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VIII. DEFINITIO 14.

_Circuli paralleli ad Æquatorem, vocantur_ Circuli Latitu- 1119. dinis; ut B _b_.

Determinatâ Latitudine Loci, determinatur circulus Latitu- dinis, qui per Locum tran$it, ut autem $itus variorum Locorum inter $e determinentur, in $ingulis circulis Loca determinan- da $unt, quod fit concipiendo Meridianum, per Locum quem- cunque notabilem tran$euntem, qui, $ectione $uâ, in $ingulis circulis Latitudinis, punctum determinat, à quo di$tantiæ Locorum men$urantur.

DEFINITIO 15.

_Meridianus memoratus, ad arbitrium $umtus, vocatur_ Pri- 1120. mus Meridianus.

DEFINITIO 16.

Di$tantia loci à primo Meridiano, in circulo Latitudinis 1121. Loci men$urata, vocatur _Loci Longitudo._

A$tronomi omnia referunt ad Meridianum Loci, in quo ob- 1122. $ervationes $uas in$tituunt.

In explicandis Phænomenis, quæ varias Telluris $uperfi- ciei partes $pectant, con$iderabimus $pectatorem à Polo ver- $us Æquatorem incedentem; $olumque motum diurnum pri- mò con$iderabimus.

_Quando $pectator in ip$o Polo Telluris_ T, _datur_ in S, 1123. cum Horizonte coincidit Æquator cœle$tis E _e_, & Polus TAB. XXIII. fig. 3. Mundi P e$t in Zenit; in hoc ca$u, quia Circuli ad Hori- zontem paralleli, etiam ad Æquatorem paralleli $unt; omnia corpora cœle$tia motu parallelo ad Horizontem moveri vi- dentur , in circulis, qui repræ$entantur per lineas A _a_, B _b_. 1083. _Stellæ fixæ in Hemi$phærio E P e nunquam occidunt, reli-_ _quæ nunquam videntur Horizon in hoc $itu dicitur paralle-_ 1124. _lus, aut $phæra parallela_.

_Si $pectator_ in Tellure T _à polo recedat_, & detur in S, 1125. _Horizon dicitur obliquus, aut $phæra obliqua_; axis P _p_ tunc TAB. XXIII. fig. 4. inclinatur ad Horizontem _h b_, eo magis, quo $pectator ma- gis à polo removetur.

DEFINITIO 17.

_Angulus, quem axis Telluris cum Horizonte efficit, vocatur_ 1126. Altitudo Poli .

1105. [0662]PHYSICES ELEMENTA

Hæc _Poli altitudo æqualis e$t latitudini_. Altitudo Poli 1127. e$t angulus P T _b_, cujus men$ura e$t arcus P _b_, latitudo men$uratur arcu, qui in Tellure re$pondet arcui Z E in cœ- lis : Hic autem æqualis e$t arcui P _b_; utriu$que enim com- 1118. plementum, ad quadrantem circuli, e$t arcus Z P.

_In hoc $itu $pectatoris_, quia Æquator ad Horizontem in- 1128. clinatur, _omnia corpora cœle$tia in circulis ad Horizontem,_ _inclinatis_ lineis A _a_, B _b_, repræ$entatis, _motu diurno ferun-_ _tur_.

_Quædam corpora cœle$tia in $ingulis Telluris revolutionibus_ 1129. _oriuntur & occidunt_, illa nempe, quæ dantur inter paralle- los ad Æquatorem B _b_ & _h i_; quia omnes paralleli, inter hos, Horizonte $ecantur.

Plana Æquatoris & Horizontis per Telluris centrum tran- $eunt; hi circuli ideo $e$e mutuo $ecant in duas partes æqua- les, & dimidium Æquatoris $upra Horizontem datur: Idcirco _corpora cœle$tia, quæ in Æquatore dantur, per $emi revo-_ 1130. _lutionem Telluris circa axem , $upra Horizontem ver$an-_ 1082. _tur; &_, propter æquabilitatem motus circa axem, _per æ-_ _quale tempus invi$ibilia $unt_.

_Hæc_ etiam _in puncto Orientis oriuntur, & in puncto Occi-_ 1131. _dentis infra Horizontem cadunt_; nam $ectio planorum Æ- quatoris, & Horizontis, perpendicularis e$t ad planum per- pendiculare ad ambo illa plana; hoc autem planum e$t pla- num Meridiani loci , quare $ectio memorata ad lineam Me- 1078. 1116. ridianam, normalis e$t ; ideòque per puncta Orientis & Oc- 1117. cidentis tran$it .

1102. 1103.

_Corpora inter Æquatorem & parallelum_ B _b, qui Horizon-_ 1132. _tem tangit_, ut in circulo A _a_, _diutius $upra Horizontem_, _quàm infra Horizontem ver$antur; & differentia hæc e$t eo_ _major, quo magis circulus_ ut A _a_, _ad Polüm, qui $upra_ _Horizontem elevatur, accedit_; Contra, _ex acce$$u corporis_ 1133. _ad Polum oppo$itum, minuitur mora $upra Horizontem_.

_Inæqualitas_ hæc _inter moram corporis $upra Horizontem &_ 1134. _moram infra Horizontem, augetur, cum auctâ altitudine Poli,_ propter diminutionem anguli ab Æquatore & ejus parallelis cum Horizonte formati.

[0663]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VIII.

_Corpora, quorum di$tantia à Polo æqualis e$t hujus altitu-_ 1135. _dini, nunquam occidunt_, talis enim e$t di$tantia circuli B _b_, qui Horizontem tangit, & cujus pars nulla infra Horizontem pervenit.

Corpora, à Polo minus di$tantia, ne quidem ad Hori- zontem pertingunt.

Simili ratiocinio patet, _Corpora, quorum di$tantia à Polo_ 1136. _oppo$ito, non $uperat altitudinem Poli_, nunquam $upra Hori- zontem ad$cendere, & _$emper invi$ibilia e$$e_.

_Per Zenit Z tran$eunt corpora, quorum di$tantia_ E Z, 1137. _ab Æquatore, æqualis e$t altitudini Poli_; æqualis enim E Z e$t latitudini loci, cui æqualis Poli altitudo .

1126.

_Quando $pectator_ S à Polo quantum pote$t rece$$it, _ad_ 1138. _Æquatorem pervenit_, cujus puncta æqualiter ab utroque TAB. XXIII. fig. 5. Polo di$tant ; Tunc axis P _p_ in Horizonte datur, cum quo 1075. 1114. Æquator angulum rectum efficit , quare _Horizon dicitur_ 1075. 1114. _Rectus, aut $phæra recta_.

Horizon in duas partes æquales $ecat omnes circulos pa- rallelos ad Æquatorem, qui per lineas A _a_, B _b_ repræ$en- tantur; ideò _omnia corpora cœle$tia, $ingulis Telluris revo-_ 1139. _lutionibus, oriuntur, & occidunt, & per tempora æqualia_ _vi$ibilia $unt & latent_.

Ip$e _Æquator per Zenit tran$it; ideòque omnia corpora_ 1140. _quæ in hoc dantur_.

Si, quæ de motu diurno explicavimus, ad corpora appli- centur, de quorum aliis motibus apparentibus antea actum, facilè determinantur phœnomena ex motibus conjunctis; quæ Solem $pectant cæteris notabiliora $unt, & ideò peculia- riter explicanda.

DEFINITIO 18.

Dies Naturalis vocatur Tempus lap$um inter rece$$um 1141. Solis à Meridiano loci, & acce$$um $equentem ad eundem Me- ridianum.

_Dies hic differt à tempore revolutionis Telluris circa_ 1142. _axem_ quæ tempora æqualia forent, $i immobilis inter Stellas fixas apparêret Sol; $ed dum motu diurno, in tempore u- nius revolutionis Telluris circa Axem, Sol circumfertur ab [0664]PHYSICES ELEMENTA Oriente in Occidentem, id e$t, in antecedentiâ , motu 1080. contrario in Eclipticâ movetur , quo tardius ad Meridia- 996. num pertingit.

Cùm autem non $ingulis diebus Sol $patium æquale per- 1143. currat in Eclipticâ , non æqualiter $inguli _Dies Naturales_ 997. excedunt revolutionem Telluris circa axem; ideoque Dies hi _$unt inæquales inter $e._

Etiam aliâ ex cau$â dies naturales inæquales $unt, nem- pe ex inclinatione Eclipticæ re$pectu Æquatoris; unde $e- quitur inæqualiter, in variis punctis, ad Æquatorem viam So- lis annuam inclinari; & licet æqualiter in Eclipticâ $in- gulis diebus progrederetur Sol, non æqualiter dies natura- les Tempus revolutionis circa axem excederent; nam re- $oluto motu Solis in duos motus , quorum unus parallelus 191. e$t Æquatori, alter huic perpendicularis, ille $olus con$ide- randus erit in determinando exce$$u memorato, & inæqua- lem e$$e ex diver$à inclinatione indicatâ clarum e$t.

Hæ duæ cau$æ inæqualitatis $æpe concurrunt, $æpe con- trariè agunt.

_Dies $inguli naturales dividuntur in viginti quatuor par-_ 1144. _tes æquales, quæ Horæ dicuntur. Singulæ Horæ dividun-_ _tur in Minuta $exaginta, & $ingula Minuta in Minuta $ecun-_ _da $exaginta, & $ic ulterius. Partes bas Temporis in va-_ _riis diebus, variare,_ ex dictis , clarè patet; ad æqualita- 1143. tem ab A$tronomis reducuntur, con$iderando numerum Horarum in integrâ Solis revolutione in Eclipticâ, & totum Tempus in tot partes æquales dividendo, quot dantur Horæ; quarum viginti quatuor prouno die habentur. _Tempus, cujus_ 1145. _partes_ hac methodo _ad æqualitatem reducuntur, vocatur Tem-_ _pus medium; & ip$a reductio vocatur Temporis Æquatio._

De diebus & horis Temporis medii $emper agitur in deter- 1146. minandis periodis motuum cæle$tium.

DEFINITIO 19.

Dies Artificialis _e$t mora Solis $upra Horizontem._

1147.

De hoc $emper agitur, quando de Die loquimur, hunc opponendo Nocti. _In determinanda dierum artificialium_ 1148. _longitudine ad Temporis æquationem non attendemus._

[0665] [0665a] [0666] [0667]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VIII.

Ortum Solis $emper præcedit, & occa$um in$equitur, cre- 1149. pu$culum; hoc nomine de$ignamus lucem illam dubiam, quæ 1150. vulgo _Aurora & Ve$per vocatur._

Oriuntur crepu$cula ex Atmo$phærâ, quæ radiis $olari- 1151. bus illu$tratur, & cujus particulæ lumen _quaquaver$um_ re- flectunt; _unde radii quidam_ ad nos _perveniunt,_ licèt Sol octo- decim gradibus infra borizontem deprimatur.

_In $phærâ parallelâ_, id e$t, pro omnibus, quæ $ub Æ- 1152. quatore vivunt ; _dies & noctes per totum annum $unt æqua-_ 1138. _les inter $e _, nempe duodecim horarum .

1139. 1144.

In $phærâ obliquâ dies majores aut minores $unt, pro va- 1153. riâ di$tantiâ Solis ab Æquatore, ver$us unum aut alterum Polum ; _ver$us quos ab Æquatore recedit 23. gr. 29. ._

1131. 1132. 1087. 1088.

In ip$o Æquatore datur circiter 22. Martis, & 23. Se- 1154. ptembris, & dies nocti æquatur , quod ubique terrarum ob- 1194. tinet, $olis Polis exceptis.

DEFINITIO 20. 1155.

_Puncta Eclipticæ, in quibus_ ab _Æquatore $ecatur , vo-_ 1085. _cantur_ Æquinoctialia. Quia in his punctis ver$atur Sol ubi datur æqualitas memorata dierum & noctium.

DEFINITIO 21.

_Puncta Eclipticæ, in quibus Tropici circulum hunc tan-_ _gunt , dicuntur_ Sol$titialia. Quia per aliquot dies, quan- 1089. do ad hæc accedit Sol, & ultra tran$it, $en$ibiliter declina- tionem non mutat, & $en$ibiliter dierum longitudo non va- riat.

_Sub Polis_, $identur incolæ, $emel in anno Solem orien- 1156. tem & occidentem ob$ervant, & _dies unicus cum unicâ nocte_ _integrum annum ob$olvunt._ Supra horizontem ver$atur Sol, dum dimidiam Eclipticæ partem percurrit , per reliquum 1085. 1123. Tempus $ub Horizonte latet. _Dies_ tamen _protrahitur ex_ 1157. _refractione , & crepu$cula $unt admodum diuturna,_ durant 1113. enim quamdiu declinatio Solis ver$us Polum latentem non $uperat 18. gr. .

1151.

_In Polo Arctico_ in $ex $ignis primis, ab Ariete ad Libram, 1158. Sol $upra Horizontem ver$atur; ideò in hoc Polo _dies no-_ _ctem $uperat novem diebus naturalibus , præter diminutio-_ 1000. _nem noctis ex refractione ._

1157. [0668]PHYSICES ELEMENTA

Hi$ce generalibus, quæ $pectant diver$os Horizontis $i- tus, expo$itis, quædam magis peculiaria $unt examinanda.

_Dividitur tota Telluris $uperficies in quinque Zonas._ Pri- 1159. ma _inter duos Tropicos_ TT, _t t, continetur,_ vocatur _Zona_ 1160. _Torrida;_ duæ dantur Temperatæ, & duæ Frigidæ. _Tempe-_ TAB. XXIV. fig. 2. _rata_ Septentrionalis, _Tropico_ Cancri TT, & _Circulo Polari_ 1161. Arctico AA, _terminatur:_ Zona Temperata Au$tralis inter Tropicum _t t_, & Circulum Polarem _a a_, continetur. _Fri-_ 1162. _gidæ Zonæ circulis polaribus circum$cribuntur, & Poli ba-_ _rum centra occupant._

_In Zonâ Torridâ bis in anno, in meridie, per Zenit tran-_ 1163. _$it Sol ._ Nam elevatio Poli minor e$t 23. gr. 29. , & 1137. 1160. 1127. di$tantia Solis ab Æquatore, ver$us Polum qui $upra Horizon- tem datur, bis in anno æquatur altitudini Poli . Ex quâ 1087. 1088. eâdem ratione in ip$is Zonæ hujus limitibus, _$ub Tropicis_ 1164. nempe, _$emel tantùm ad Zenit accedit Sol in integro anno ._

1087. 1089.

_In Zonis Temperatis & Frigidis_ altitudo Poli minima ex- 1165. cedit maximam di$tantiam Solis ab Æquatore ; ideò _nun-_ 1087. 1161. 1162. _quam_ in hi$ce _per Zenit tran$it Sol . Ad majorem_ tamen 1166. 1137. _altitudinem eodem die ad$cendit Sol, quo minor e$t altitudo_ _Poli_; quia eo minor etiam e$t inclinatio circulorum motus diurni ad Horizontem.

_In Zonâ Torridâ, & Zonis Temperatis, $ingulis diebus na-_ 1167. _turalibus oritur & occidit Sol _; nam di$tantia Solis â Polo 1129. 1137. $emper $uperat Poli altitudinem . _Inæquales_ tamen _ubi-_ 1168. 1087. 1160. _que, $olo Æquatore excepto , $unt Dies artificiales inter_ 1161. _$e _, quæ inæqualitas eo major e$t, quo minus â Zona Fri- 1152. 1132. gida locus di$tat .

1134.

_In circul<007>s_ autem _Polaribus,_ in quibus Zonæ Temperatæ 1169. â Frigidis $eparantur, altitudo Poli æqualis e$t di$tantiæ So- lis â Polo, quando datur in Tropico vicino ; ideoque in 1089. 1091. hoc ca$u, id e$t, _$emel in anno, integram Sol, in motu diur-_ _no, peragit revolutionem, in qua infra Horizontem non_ _de$cendit._

_Vbique_ autem _in Zonâ Frigidâ_ Altitudo Poli $uperat di- 1170. $tantiam minimam Solis à Polo ; idcirco, _per aliquot revo-_ 1089. 1162. _lutiones Telluris,_ datur _Sol_ ad di$tantiam à polo illâ alti- [0669]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. VIII. tudine Poli minorem, & per totum hocce tempus _non occi-_ _dit,_ ne quidem ad Horizontem pertingit . Ubi autem di- 1135. $tantia à Polo, in rece$$u Solis ab hoc, altitudinem Poli, aut loci latitudinem , $uperat, $ingulis diebus naturalibus o- 1127. ritur & occidit Sol ; deinde _infra Horizontem,_ motu ver- 1171. 1129. $us Polum oppo$itum, _eodem modo moratur, ac_ de motu _$u-_ _pra borizontem_ dictum .

1136.

Tempora hæc, in quibus Sol integras revolutiones $upra Horizontem & infra Horizontem in motu diurno peragit, eo majora $unt, id e$t, _dies & nox longi$$imæ, eo diutius du-_ 1172. _rant, quo locus in Zonâ frigidâ minùs à Polo di$tat,_ donec tandem in ip$o Polo integrum annum ab$orbeant.

Ex eâdem cau$â, obliquitate nempe Eclipticæ re$pectu Æquatoris, ex qua profluunt, quæ dierum inæqualitatem, in variis locis diver$am, $pectant, deducimus etiam diver$i- tatem Tempe$tatum, quæ $ingulis annis $ibi mutuo $ucce- dunt; de his re$pectu Zonarum Frigidarum & Temperata- rum primò, deinde re$pectu Zonæ Torridæ, agam.

Radii Solares calorem aëri communicant, non quidem dum directè à Sole procedunt, $ed cùm à corporibus, aut Telluris $uperficie, irregulariter reflectuntur . Effectus 582. hic eo major e$t, quo radii minùs obliquè in Telluris $uperfi- ciem impingunt; & quidem ex duplici cau$â. 1. Re$oluto motu luminis in duos , quorum unus ad $uperficiem paral- 192. lelus e$t, alter perpendicularis; hoc $olo in corpora lumen agit, & auctâ obliquitate minuitur. 2. In eandem $uperfi- ciei Telluris partem eo majori numero agunt radii, quo magis directè accedunt.

Ex hi$ce deducimus _cau$as caloris augeri, dum_ ex acce$$u 1173. Solis ver$us Polum, qui $upra Horizontem datur _Dies_ _cre$cunt_; quia de die in diem ad majorem altitudinem ad- $cendit Sol; ita ut imminutæ obliquitati $e$e jungat mora diuturnior Solis $upra Horizontem, quæ ad augendum ca- lorem concurrit; etiam dum dies cre$cunt noctes minuun- tur, & per tempus brevius decre$cit calor de die acqui$i- tus.

In Zonis Septentrionalibus, ut ex hi$ce $equitur, cau$a [0670]PHYSICES ELEMENTA caloris e$t omnium maxima, cùm Sol Tropicum Cancri at- 1174. tingit . _Non_ tamen, _ubi cau$a caloris e$t maxima, ip$e ca-_ 1090. _lor e$t maximus_; nam hic augetur quamdiu calor, interdiu acqui$itus, non in totum de nocte tollitur; licèt enim quo- tidiana augmenta minuantur, quamdiu augmentum datur, cre$cit calor. Sic etiam _frigus maximè inten$um non e$t in_ 1175. _die brevi$$imâ,_ in qua radiorum $olarium obliquitas e$t ma- xima, & ab$entia Solis maximè diuturna; $ed frigus cre$cit, quamdiu diminutio caloris durat; circa quam idem ratio- cinium, quàm circa caloris augmentum, in$titui pote$t.

Dividitur annus in quatuor tempe$tates; calidi$$ima vo- 1176. catur Æ$tas; maximè frigida Hyems; temperata quæ Hye- mem $equitur Ver; Autumnus Æ$tatem ab Hyeme $eparat.

In regionibus Septentrionalibus, in initio Veris, Sol in 1177. principio Arietis apparet: in initio Æ$tatis Sol ad Tropi- cum cancri pertingit. Vbi Sol ad principium Libræ perve- nit incboatur Autumnus: Tropicnm Capricorni percurrit Sol motu diurno in initio Hyemis, _quæ omnia ex explicatis _ 1174. 1175. _facilè deducuntur._

In regionibus au$tralibus Æ$tas cum Hyeme memoratâ coin- 1178. cidit, ver cum Autumno, & vice ver$â.

Cau$æ generales, à quibus divi$io memorata pendet, $æ- pe turbantur cau$is peculiaria loca $pectantibus; præcipuè _in Zonâ Torridâ,_ de qua $eparatim agendum diximus. In 1179. pleri$que hujus Zonæ locis _duæ tantum ob$ervantur Tempe-_ _$tates, Æ$tas & Hyems, quæ $iccitate & humiditate_ poti$$i- mum _di$tinguuntur._

_Quando Sol ad Zenit alicujus loci accedit,_ pluviæ dantur 1180. ferè continuæ, unde Calor minuitur; quod _tempus ad Hye-_ _mem refertur. Recedente Sole,_ minuuntur pluviæ, _calor_ 1181. _augetur, & tempus hoc ad Æ$tatem refertur_

_In medio Zonæ Torridæ duæ dantur Æ$tates & totidem_ 1182. _Hyemes;_ quia bis ad Zenit accedit Sol .

1163.

Ad latera hujus Zonæ, licèt Sol bis ad Zenit accedat; cùm inter acce$lus breve tempus detur, ambo Hyemes con- funduntur; quare duæ tantum tempe$tates in integro anno ob$ervantur.

[0671]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. IX. CAPUT IX. _De Phænomenis ex motu Axeos Telluris._

TElluris Axem motu Parallelo transferri diximus ; non 952. con$ideravimus motum exiguum, quo reverâ agitatur, de quo nunc agendum nobis e$t.

_Axis Telluris, $ervatâ inclinatione_ 66. gr. 31. _ad planum_ 1183. _Eclipticæ, in antecedentiâ revolvitur,_ id e$t, $ucce$$ivè ver- $us omnes partes dirigitur; & hujus extremitates, _Poli_ nem- 1184. pe _Mundi, circa Polos Eclipticæ circulos de$cribunt_ ab O- riente ver$us Occidentem. Hæc autem _revolutio ab$olvi-_ _tur circiter tempore viginti quinque millium annorum, quæ_ _periodus Annus Magnus vocatur._

Cùm Tellus ab hujus incolis pro immobili habeatur, mo- tus hic ad corpora cœle$tia refertur, ut de aliis motibus di- ctum. Ideò dum Poli mundi in antecedentiâ, circa Polos Eclipticæ, moventur, & $ucce$$ivè per omnia puncta, 23. gr. 29. di$tantia ab his Polis, tran$eunt, hæc ip$a puncta, aut potius Stellæ fixæ, quæ in his dantur, $ucce$$ivè ad Polos Mundi accedunt, & in con$equentiâ ferri videntur, & de- $cribere circulos, qui reverâ â Polis Mundi de$cribuntur, circa Polos Eclipticæ, qui, in centris po$iti, $oli quie$cunt. Nam cum $tellis memoratis & reliquæ, quia omnes eundem $itum erga $e mutuo $ervant , etiam tran$latæ apparent.

923.

Idcirco integra _$phæra Stellarum fixarum circa Axem, per_ 1185. _Polos Eclipticæ tran$euntem, rotari in con$equentiâ videtur;_ & $ingulæ Stellæ circulos Eclipticæ parallelos, motu appa- renti, de$cribunt; quo motu latitudo Stellarum non muta- tur.

Planum Æquatoris cum Axe Telluris angulum efficit re- ctum; ideò, motu memorato Axeos, rotatur $ectio hujus Plani cum Plano Eclipticæ; quare _prima puncta Ariëtis &_ 1186. _Libræ _, quæ $emper opponuntur, _in $patio circiter vigin-_ 1085. _ti quinque millium annorum totam lineam Eclipticam in an-_ _tecedentiâ percurrunt:_ pro immobilibus tamen habentur à Terræ incolis, qui ip$as $tellas fixas in con$equentiâ tran$la- tas imaginantur .

1185. [0672]PHYSICES ELEMENTA CAPUT X. _De Stellis fixis._

STellas fixas diximus e$$e corpora lucida, ita remota, ut horum di$tantiæ cum di$tantiis ullis, in Sy$temate Plane- tario, non conferri po$$int. _Non_ enim _$ubtili$$imis ob$erva-_ 1187. _tionibus A$tronomi potuêre Polos Mundi tran$latos ob$ervare_ _in motu Telluris annuo,_ licèt circulos orbitæ Telluris æqua- les in cœlis de$cribant .

952. DEFINITIO I.

Tran$latio hæc Poli vocatur _Paralaxis annua._

1188.

Di$tantiam $tellarum immen$am e$$e, etiam ex ob$ervatio- nibus ope tele$copiorum deducitur. _Si Stella fixa_ quæcun- 1189. que, ex maximê lucidis & con$picuis, _con$piciatur adhibito_ _Tele$copio,_ per quod diameter Solis diametro orbitæ annuæ æqualis apparêret, _qua$i punctum lucidum, $ine $en$ibili ma-_ _gnitudine, apparebit_; minores enim omnes Stellæ per Te- le$copia, quàm nudis oculis, apparent, nam ex $ola $cintilla- tione magnitudinem $en$ibilem habere videntur.

Vt Stellæ di$tinguantur, referuntur ad varias figuras, quæ 1190. in cælis imaginantur, & A$teri$mi vocantur.

In Zodiaco duodecim A$teri$mi concipiuntur, Zodiaci Signa 1191. dicti, _nominantur ut animalia, aut res quas repræ$entant:_ Ariës, Taurus, Gemini, Cancer, Leo, Virgo, Libra, Scorpius, Sagittarius, Capricornus, Aquarius, Pi$ces. Si- 1192. gna hæc nomina $ua dedêre, duodecim partibus Eclipticæ _de_ _quibus antea ._

999.

Tempore Hiparchi, $ectiones Eclipticæ & Æquatoris $itæ erant inter A$teri$mos Pi$cis & Ariëtis, & Virginis & Li- bræ, & A$teri$mi nomina dedêre illis Eclipticæ partibus, quæ per $ingulos A$teri$mos tran$ibant: & _partes Eclipticæ, po-_ 1193. _nendo initium Ariëtis, & Libræ in inter$ectionibus Æqua-_ _toris & Eclipticæ,_ uti in illo tempore, _nomina $ervarunt,_ _licet hæ inter$ectiones tran$latæ $int _, unde Sol in Tauro 1186. dicitur, quando inter Stellas A$teri$mi Ariëtis movetur.

Zodiacus partem Cœli Septentrionalem à Meridionali $e- parat.

[0673]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. X.

In Septentrionali dantur A$teri$mi, Vr$a minor, Vr$a 1194. major, Draco, Cepheus, Canes Venatici, Bootes, Corona Septentrionalis, Hercules, Lyra, Cygnus, Lacerta, Ca$io- pèja, Camelopardus, Per$eus, Andromeda, Triangulum, Triangulum minus, Mu$ca, Auriga, Pega$us, Equuleus, Delphin, Vulpecula, An$er, Sagitta, Aquila, Antinous, Scutum Sobieskianum, Serpentarius, Serpens, Mons Mæ- nalus, Coma Berenicis, Leo minor, Linx.

In parte Meridionali Cælorum A$teri$mi, _quorum multi à_ 1195. _nobis videri non po$$unt ,_ $unt, Cetus, Eridanus, Lepus, 1131. Orion, Canis major, Monocerotes, Canis minor, Argo-navis, Hydra, Vraniæ Sextans, Crater, Corvus, Centaurus, Lupus, Ara, Corona Au$tralis, Pi$cis Au$trinus, Phænix, Grus, In- dus, Pavo, Apus, Triangulum Au$trale, Crux, Mu$ca, Cha- mæleon, Quercus Carolinum, Pi$cis volans, Toucan _$ive_ _An$er Americanus,_ Hydrus, Xiphias _$ive Dorado._

DEFINITIO 2.

Stellæ, quæ inter A$teri$mos dantur, vocantur _informes._

1196.

_Non omnes Stellæ æquè lucidæ apparent,_ & ab A$trono- 1197. mis _ad $ex cla{$s}es referuntur,_ omnium maximè lucidæ di- cuntur Primæ Magnitudinis; aliæ Secundæ, Tertiæ, &c. Magnitudinis, ad $extam u$que.

Quædam, ne quidem ad _hanc_ ultimam cla$$em referuntur, 1198. & Nebulo$æ dicuntur.

_In Cælis_ etiam _ob$ervamus Zonam_ quandam, non ubi- 1199. que eju$dem latitudinis, _quæ_ totum Cœlum circumdat, & in quibu$dam locis $eparatur, ut dupla $it. Propter co- lorem _via Lactea vocatur._ Ob$ervationibus, ope Tele$co- piorum con$tat, _congeriem e$$e viam hanc Stellarum innume-_ 1200. _rarum, quæ vi$um_ oculi inermis _fugiunt,_ aut quia cæteris Stellis minores $unt, aut quia magis di$tant.

Ver$us Polum Antarcticum duæ Nubeculæ, huic viæ $imi- 1201. les, dantur, quæ etiam $unt congeries Stellarum minimarum, _ni$i per Tele$copia Vi$ibilium. Præter Stellas, quæ in hi$ce Nu-_ _beculis, & Viâ lacteâ, ob$ervantur,_ maximo numero per to- 1202. tum Cælum, adhibitis Tele$copiis, minores Stellæ detegun- tur, quæ nudis oculis non apparent. _Sæpi$$imè Stellarum_ [0674]PHYSICES ELEMENTA congeries, innermi oculo, pro unicâ Stellâ habetur. 1203.

_Inter Stellas, quædam per vices videntur, & invi$ibiles_ _fiunt, regulare$que periodos ob$ervant;_ aliæ $ucce$$ivè nunc magis lucidæ, nunc hebetiori lumine præditæ, & Tele$co- piis tantùm vi$ibiles, apparent; idque $tatis temporibus.

Non _tamen_ $ingulis periodis æquè claræ $unt.

Aliquando $ubitò Stellæ apparuere, lumine lucidiores $u- 1204. perantes, quæ deinde, $ucce$$ivè decre$centes, brevi evanue- runt, & adhucdum latent.

Præter Stellas, etiam _in Cælo ob$ervamus varias maculas al-_ 1205. _bidiores & quodammodo lucidas, quæ nudis oculis invi$ibiles_ _$unt_; horum enim lumen ad Stellas, quæ in ip$is dantur, re- fertur aut pro Stellis nebulo$is habentur.

Quid $int hæ maculæ, determinari non pote$t, fortè $unt congeries Stellarum, quæ cum Stellis Tele$copicis illam ha- bent relationem, quàm quæ Viam lacteam formant, cum illis, quæ nudis oculis deteguntur.

LIBERI IV. Pars II. Motuum Cœle$tium Cau$æ Phy$icæ. CAPUT XI. De univer$ali Gravitate.

Expo$itis corporum cœle$tium motibus, ut & Phœno- menis inde oriundis, quibus legibus motus hi peragan- tur explicandum erit.

Leges, juxta quas corporum motus deriguntur, antea ex- po$uimus . Si hi$ce unicam adamus, totum patet artificium, 124. 125. 126. quo ingens Machina, Sy$tema Planetarium, regitur.

Lex, cæteris addenda, hæc e$t. _Omnia corpora in $e_ 1206. _mutuo gravia $unt: gravitas hæc materiæ quantitati pro-_ 1207. _portionalis e$t: ad inæquales di$tantias e$t inver$è, ut qua-_ 1208. _dratum di$tantiæ._ Id e$t, omnia corpora $e$e mutuo petunt, aut ver$us $e$e mutuo tendunt, vi, quæ $ingulis particulis [0675]MATHEMATICA. LIB. IV. CAP XI. materiæ in $ingulas particulas competit; & vis, qua corpus in alia agit, formatur ex omnibus viribus conjunctis particularum, ex quibus corpus con$tat; ideò vis hæc cre$cit in ratione, in qua materiæ quantitas augetur; & im- mutabilis e$t in $ingulis particulis; ad eandem di$tantiam $emper eadem; auctâ autem di$tantiâ decre$cit vis, ut qua- dratum di$tantiæ augetur.

_Vim hanc gravitatem nominamus, con$iderando corpus_, 1209. _quod ver$us aliud $ponte tendit_; quia eo nomine vis hæc in Telluris viciniis datur . 73.

_Con$iderando autem corpus, ver$us quod aliud tendit, vim_ 1210. _hanc vocamus attractionem._ His nominibus eundem effe- ctum, & nil præter effectum de$ignamus; nam, cum omnis gravitas $it reciproca , corpora in $e mutuo gravitare, 126. idem $ignificat, quàm corpora $e$e mutuo attrahere, aut ad $e mutuo $ponte tendere.

Effectum hunc pro lege Naturæ habemus , quia nunquam 4 failit, & hujus cau$a nobis e$t ignota, & ex legibus notis minimè deduci pote$t, ut $tatim dicetur. Nunc autem talem gravitatem reverâ dari, ex Phœnomenis probandum e$t.

Planetæ primarii $inguli in orbitis $uis retinentur viribus, quæ ad centrum Solis tendunt ; ideò datur vis, qua Plane- 944. 226. tæ Solem ver$us feruntur, & qua Sol reciprocè ad illos $ingulos tend<007>t : id e$t, _Sol in Planetas, & hi in Solem_ 1211. _gravitant._ 126.

Eodem modo patet, _$ecundarios Foviales in Fovem, &_ 1212. _Fovem in ip$os; ut & Saturni Satellites in primarium, &_ _hunc illos gravitare ._ 966. 226. 126.

_Etiam_ Luna & Tellus in $e mutuo graves $unt . 1213.

_Secundarii omnes in Solem gravitatem habent._ Omnes 1214. enim, motu regulari, circa Primarios ita feruntur, qua$i Pri- 966. 226. 126. marii quie$eerent; unde liquet, illos motu communi cum Primariis ferri; id e$t, eandem vim, qua omnibus momen- tis ad Solem feruntur Primarii, in _Secundarios_ agere, & 1215. hos _eâdem celeritate cum Primariis Solem ver$us ferri._ Ip$æ Secundariorum irregularitates, quæ adeo $unt exiguæ, ut re$pectu $olius Lunæ $int $en$ibiles, confirmant hanc Se- [0676]PHYSICES ELEMENTA cundariorum gravitatem in Solem; nam irregularitates omnes pendere à mutatâ gravitate Lunæ Solem ver$us, pro variâ di- $tantiâ, & ex eo quod lineæ, per quas ad Solem tendunt Tellus & Luna, non $int omnino parallelæ, in $equentibus videbimus.

Ex gravitate Secundariorum in Solem, $equitur _Solem in_ 1216. _illos gravitare ._ 126.

Circa gravitatem Primariorum inter $e, ob$ervarunt A $tro- nomi, Saturnum viam mutare ubi Jovi, Planetarum longè 1217. maximo, e$t proximus; ita ut _Fovem & Saturnum in $e mu-_ _tuo graves e$$e_, immediatis ob$ervationibus con$tet.

_Saturnus_ etiam in hoc ca$u, ut Flam$tedius ob$ervavit, tur- 1218. bat motum $atellitum _Fovis_, hos paululum ad $e trahens, quod probat, & hos _Secundarios in Saturnum & hunc in i-_ _p$os gravitare._ Ex quibus omnibus collatis $equitur, $e- 1211. 1212. 1213. 1214. 1216. 1217. 1218. ptemdecim, Sy$tema Planetarium componentia, corpora in $e mutuo gravitare, licèt de $ingulorum in $ingulà gravitate ob- $ervationes immediatas in$tituere non liceat . 7

Legis pars $ecunda e$t , gravitatem materiæ quantitati 1207. proportionalem e$$e, id e$t, $ingulis materiæ particulis com- petere in $ingulas, ideòque legem gravitatis univer$alem e$- $e, & $ingula corpora in alia corpora omnia gravitare; quod ex Phœnomenis etiam deducitur.

Vires gravitatis $unt ut effectus æqualibus temporibus e- 1219. diti, & $unt hi ut quantitates materiæ translatæ, $i transla- tiones fuerint æquales; idcirco, cùm corpora inæqualia, ad eandem di$tantiam à corpore attrahente, æquè celeriter ex gravitate moveantur , vires gravitatis materiæ quantitatis 1215. proportionem $equi, clarum e$t. Idem experimur in omni- bus corporibus _in Telluris viciniis_, quæ Tellurem ver$us, 1220. materiæ quantitati proportionalem, gravitatem habent . 79. _Mutua_ autem horum _omnium corporum gravitas $en$ibilis_ _non e$t_; quia re$pectu gravitatis Tellurem ver$us admodum e$t exigua, ideoque motum ex hac turbare non valet ; $al- 190. tem ut $en$ibilis detur directionis mutatio.

Et aliâ methodo, ex Phœnomenis, hanc univer$alitatem gravitatis, $ingularum materiæ particulis in alias probari po$- $e, $tatim dicemus .

1222. [0677]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XI.

Pars legis, quam examinamus, tertia e$t, gravitatem de- cre$cere, quando di$tantia augetur, & e$$e inver$è ut quadra- tum di$tantiæ; quod ex Phœnomenis quoque $equitur.

Corpora, in quæ vis gravitatis agit pro quantitate mate- 1221. riæ, ut in Sy$temate no$tro, eâdem, ut diximus, celeritate feruntur, in circum$tantiis ii$dem; ita ut non inter$it, utrum majora an minora $int corpora, & moveantur qua- $i e$$ent æqualia. In hoc autem ca$u, $i vis ver$us pun- ctum decre$cat in ratione inver$a quadrati di$tantiæ ab hoc puncto, & corpora ad varias ab hoc ip$o di$tantias revol- vantur & in circul<007>s retineantur hac vi, quadrata temporum periodicorum erunt inter $e, ut di$tantiarum cubi . Quod 239. æquè in lineis Ellipticis, ad quorum focos diriguntur vires, re$pectu di$tantiarum mediarum, obtinere, à Geometris de- mon$tratur. Hicce autem ca$us in corporibus circa Solem, Saturnum, & Jovem , revolventibus ex$tat, unde $equitur, 974. vim gravitatis, recedendo à centris horum corporum, decre- $cere in ratione inver$à quadratorum di$tantiarum.

Hoc ratiocinio, po$itâ gravitate materiæ quantitati pro- 1222. portionali, illam in ratione inver$â quadrati di$tantiæ decre- $cere demon$tramus. Ex eodem, po$itâ gravitatis diminu- tione juxta hanc rationem, $equitur, gravitatem materiæ quan- titati proportionalem e$$e, ut facilè liquet.

Probamus autem alio argumento, diminutionem gravitatis $æpius memoratam rationem inver$am quadrati di$tantiæ $e- qui; ita ut circa ambas, de quibus agimus, gravitatis leges, nullum dubium $upere$$e po$$it.

Planetæ moventur in Orbibus quie$centibus ; & in his 1223. retinentur viribus, quæ ad punctum excentricum dirigun- 929. tur ; Con$tat autem hæc non obtinere, ni$i vis centralis 931. decre$cat in ratione inver$â quadrati di$tantiæ . 241. 243.

Gravitatem etiam recedendo â Telluris centro, juxta 1242. eandem legem decre$cere, ex $imili ratiocinio $equitur. Luna enim in orbitâ retinetur vi, quæ ad Telluris cen- trum, id e$t ad punctum excentricum, tendit : & licèt li- 967. 966. 226. nea Ap$idum non feratur motu parallelo, agitatio hujus, $i $ingulas con$ideremus revolutiones, admodum e$t exigua, ut hic pro quie$cente haberi po$$it: $i enim computatio ineatur [0678]PHYSICES ELEMENTA de vi quæ retinet Lunam in orbe ita agitato, diminutionem vis gravitatis re$pectu Lunæ, parum admodum à ratione in- ver$â quadrati di$tantiæ, differe detegimus, differentiamque à Solis actione pendere in $equentibus videbimus.

Nullumque dubium circa hanc diminutionem $upererit, $i con$ideremus, _Lunam in orbitâ retineri ex ip$â vi, qua_ 1225. _corpora in Telluris viciniis Tellurem ver$us feruntur_, immi- nutâ, juxta legem diminutionis $æpi$$imè memoratam. Di- $tantia media Lunæ e$t 60 {1/2} $emid. Telluris; diametrum an- tea vidimus continere perticas Rhenolandicas 3400669 ; un- 976. de, ex noto tempore periodico, facilè detegimus in uno mi- nuto primo temporis, Lunam in orbitâ percurrere perticas Rhenolandicas 16425 {1/2}. Hic arcus non e$t cente$ima pars unius gradus, & pro ip$ius $ubten$â u$urpari pote$t; e$t ideò orbitæ diameter ad hunc arcum, ut ip$e ad $uum $inum ver- $um; qui detegitur pedum Rhenol. 15, 736., & e$t acce$$us mutuus Lunæ & Telluris, ex horum corporum mutuâ actio- ne, in uno minuto primo temporis. Celeritas, qua corpus gravitate ad aliud accedit, pendet à vi qua ab hoc alio attra- hitur, cujus $ingulæ particulæ materiæ, illud attrahunt; ideò celeritates Lunæ & Telluris, in mutuo acce$$u, $unt inver$è ut quantitates materiæ in his; quod etiam ex æquali motus quanti- tate in ut utroque corpore deducitur . Hac ergo proportione 126. 65. detegimus, quantum, ex memorato $patio 15, 736. pedum, à Lunâ percurratur; ut quantitas materiæ in utroque corpore ad quantitatem materiæ in Tellure, ita $patium in acce$$u ad $e mutuo ab ambobus percur$um, ad viam à $olâ Lunâ percur$am. Quantitates autem materiæ in Lunâ & Tellu- re, ut in $equentibus videbimus, $unt inter $e ut 1. & 39, 37.; & e$t 40, 37. ad 39, 37., ut 15, 736. ad 15, 344 $patium à Lunâ percur$um; quod ergo à corpore quocunque, in $pa- tio unius minuti primi, gravitate ver$us Tellurem, ad di- $tantiam Lunæ percurreretur. Cre$cente hac vi, in ratione inver$à quadrati di$tantiæ à centro, $patium eodem tempore percur$um ad di$tantiam $emidiametri Telluris, id e$t in hu- jus $uperf<007>cie, erit 60 {1/2} x 60 {1/2} x 15, 344, $cil. 56158 pedum; $ed quia in omni motu æquabiliter accelerato, ut hic, (nam con$ideramus vim ad di$tantiam $uperficiei Telluris à [0679]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XI. centro) quadrata temporum $unt, ut $patia cadendo percur- $a ; dividendo hunc numerum per 60 x 60 id e$t, 3600, 136. habemus $patium, in Telluris viciniis, in uno minuto $ecundo à corpore percur$um, ex vi qua Luna in orbitâ retinetur, quod detegitur 15, 6. pedum Rhenolandicorum.

Si nunc examinemus gravitatem, quam quotidie experi- mur in omnibus corporibus, in Telluris viciniis ; ex de- 72. mon$tratis circa pendulorum motum , & experimentis 157. 158. circa pendula in$titutis, con$tat, corpus cadendo etiam percur- rere in uno minuto $ecundo pedes Rhenolandicos 15, 6. ideo- que cadere ex vi, quæ Lunam in orbitâ retinet.

In hac computatione negleximus con$iderationem actionis Solis, quia hæc exigua e$t, & alternatim nunc auget, nunc minuit Lunæ gravitatem ver$us Tellurem.

Con$ideravimus centra corporum in examine legis dimi- nutionis gravitatis, licèt gravitas $ingulas corporum particu- las $pectet; quia mathematicâ demon$tratione con$tat, _actio-_ 1226. _nem corporis $phærici, in quo ubique partes à centro æquè_ _di$tantes $unt homogeneæ, con$tantis ex particulis ver$us_ _quas gravitas datur, quæ decre$cit recedendo à $ingulis, in_ _ratione inver$â quadrati di$tantiæ, dirigi ad corporis cen-_ _trum, & recedendo ab hoc minui in eâdem ratione inver$â_ _quadrati di$tantiæ_: ita ut tale corpus agat, qua$i omnis mate- ria ex qua con$tat, coacta foret in ip$o centro. Unde $equen- tes deducimus conclu$iones.

In $uperficiebus corporum, in quibus materia homogenea 1227. e$t ad di$tantias æquales à centro, gravitatem e$$e directè ut materiæ quantitatem, & inver$e ut quadratum diametri ; 1207. 1208. _nam in his corporibus di$tantiæ à centro $unt ut diametri._

_In $uperficiebus corporum $phæricorum, homogeneorum, æ-_ 1228. _qualium, gravitates e$$e ut corporum den$itates_; nam di$tan- tiæ à centro $unt æquales, in quo ca$u gravitatis vires $unt ut quantitates materiæ ; quæ, in corporibus æqualibus, $unt 1207. ut den$itates . 288. 79.

_In $uperficiebus corporum $phæricorum, inæqualium, ho-_ 1229. _mogeneornm, æquè den$orum, gravitates $unt_ inver$è, ut qua- drata diametrorum , quia in harum ratione $unt di$tantiæ à 1208. [0680]PHYSICES ELEMENTA centris: $unt etiam gravitates directè ut diametrorum cubi ; 1207. nam _in_ hac _ratione_ $unt materiæ quantitates in $phæris: & ratio compo$ita ex directà cuborum diametrorum, & inver- $â harum quadratorum, e$t directa _ip$arum Diametrorum._

Ideò, _$i & den$itates & diametri differant, gravitates in_ 1230. _$uperficiebus erunt in ratione compo$itâ den$itatum & Dia-_ 1228. _metrorum_ . Idcirco divi$â gravitate in $uperficie, per dia- 1229. metrum, detegitur _den$itas;_ quæ ergo _$equitur rationem di-_ 1231. _rectam gravitatis in $uperficie & inver$am diametri._

_In $phærâ homogeneâ, cavâ, ubique eju$dem cra$$itiei cor-_ 1232. _pus_ ubicunque po$itum _nullam gravitatem habet_, gravitati- bus oppo$itis $e$e mutuo exactè de$truentibus: Unde $equi- tur, _in $phærâ homogeneâ_, corpus accedendo ad centrum, 1233. ver$us centrum gravitare ex $olâ actione $phæræ, cujus $emi- diameter e$t di$tantia corporis à centro, quæ _gravitas de-_ _cre$cit, accedendo ad centrum, in ratione di$tantiæ à cen-_ _tro_ , nam omnis materia, quæ ad majorem à centro di$tan- 1229. tiam datur, $phæram cavam format, in qua actiones in cor- pus $e$e mutuo de$truunt . 1232.

Gravitatem huc u$que, explicatam pro lege naturæ e$$e habendam diximus, quia hujus cau$a nos latet, & quia mi- nimè pendet ab ullâ lege nobis notâ; quod clarè patebit, $i ad $equentia attendamus.

_Gravitatem requirere præ$entiam corporis attrahentis_; 1234. $ic Satellites, ex gr. Jovis, in Jovem gravitant, ubicunque hic detur .

1212.

Manente di$tantia, celeritatem, qua corpora ex gravitate 1235. feruntur, pendêre à quantitate materiæ in corpore attrahen- 1207. te : _Et_ celeritatem non variari, quæcunque fuerit ma$$a cor- 1236. poris gravitantis . 1207.

Ulterius, _$i gravitas pendeat à lege motus notâ, ad impa-_ 1237. _ctum corporis extranei referri debere_, & quia gravitas e$t continua, _impactum etiam continuum requiri._

Si talis materia continuò in corpora impingens detur, ne- ce$$ario e$t fluida, & quidem $ubtili$$ima, quæ penetrat cor- pora quæcunque; corpora enim in aliis utcunque inclu$a gravia $unt.

[0681]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XI.

Videat nunc Mathematicus, an fluidum adeo $ubtile, ut corporum omnium poros liberrimè permeèt, & adeò ra- rum, ut motui corporum $en$ibiliter non ob$tet, (in loco enim aëre vacuo penduli motus diuti$$imè continuatur) cor- pora ingentia tantâ cum vi ad $e mutuo po$$it propellere? Explicet quomodo hæc actio cre$cat in ratione ma$$æ corpo- ris ver$us quod aliud fertur . Tandem, quod omnium 1235. mihi difficillimum videtur, dicat, quomodo omnia corpo- ra, in quocunque $itu, eâdem manente di$tantiâ, & cor- pore ver$us quod gravitas datur, eadem velocitate feran- tur , id e$t, quomodo liquidum, quod ni$i in $uperfi- 1236. cies, $ive ip$orum corporum, $ive illarum internarum par- ticularum, ad quas acce$$us ex interpo$itis particulis non im- peditur, actionem $uam exerere non pote$t, communicet corporibus motus quantitatem, quæ in omnibus corporibus exacti$$imè $equatur proportionem quantitatis materiæ in his, quod in gravitate ubique obtineri, hoc capite probavimus, & quod directo experimento demon$travimus re$pectu gra- vitatis in Telluris viciniis . 77.

Non tamen negamus, ab ullo impactu pendere _gravita-_ 1238. _tem_, $ed illam _non $equi ex ullo impactu, juxta leges nobis_ _notas_, clare patêre contendimus, gravitati$que cau$am nos omnino latêre fatemur.

CAPUT XII. De Materiâ Cœle$ti; ubi Vacuum dari probatur.

EXpo$itis legibus, quibus totum Sy$tema Planetarium regi- tur, varia præmittenda erunt, antequam ad ip$ius Sy$te- matis explicationem Phy$icam accedamus. De Materiâ cœ le$ti, id e$t de medio, in quibus corpora Sy$tema compo- nentia moventur, ante omnia quædam dicenda $unt, quod paucis f<007>eri po$$et, $i inter omnes con$taret Philo$ophos, in rebus _inane_ dari.

Probavimus antea vacuum po$$ibile e$$e , nunc illud re- 13. verâ dari demon$trandum nobis e$t.

_Ex $olâ motus con$ideratione, vacuum dari deducitur_, quod 1239. [0682]PHYSICES ELEMENTA tritum & vulgare admodum e$t argumentum, cujus vis ut pa- teat, con$iderandum, non quidem omnes motus $ine vacuo impo$$ibiles e$$e, $ed plero$que illorum, qui quotidie ob$er- vantur, quod longiori di$cu$$ione pleni$$imè po$$e evinci, per- $ua$um habeo; $ed $equenti con$ideratione ita clarè patêre mihi videtur, ut plura addere inutile foret.

Non mutabilem figuram habent particulæ omnium minimæ; nam con$tat particula, cujus figura mutatur, ex particulis minoribus, quæ inter $e moventur, & ideò, $i figuram mu- tabilem habet, non e$t ex particulis omnium minimis.

Si autem figura harum particularum $it immutabilis, & corpus inter has po$$it moveri, $ine tali $eparatione particula- rum, quæ inter$titium vacuum relinquit, pendebit hoc à fi- gurâ particularum, & à relatione, quam habent inter $e, quod Mathematicus non negabit: idcirco $i hi$ce $ervatis (figurâ & relatione) augeantur particulæ, & in hoc ca$u corpora $ine vacuo moveri poterunt.

Videat nunc quis, auctis particulis minimis, ut magnitu- dine pedem cubicum æquent, quæcunque fuerit harum fi- gura, & cum cæteris particulis relatio, quas, in eadem ra- tione, cum primis auctas ponimus, utrum corpora magnitu- dinis cuju$cunque, inter has particulas po$$int ferri per rectas lineas, & per curvas qua$cunque, nunquam $eparatis parti- culis, ut $patia vacua inter has dentur.

Particulas $ubtili$$imas conceptu non a$$equimur, & ideò $æpè his tribuimus proprietates, quæ ex harum figurâ non $e- quuntur, qui corriguntur errores, $i particulas auctas ima- ginemur.

Etiam _argumento, ex re$i$tentiâ deducto, vacuum dari_ 1240. _probamus._

Materiam inertem e$$e diximus , circa vocem quidam 12. contendunt, rem ip$am nemo negat; Ex hac $equitur, non po$$e per fluidum corpus moveri, quin patiatur re$i$tentiam , 319. ideoque retardationem . Re$i$tentia ex materiæ inertiâ, 330. quam hic $olam con$ideramus, pendet à materiæ quantitate ex loco removendæ, quæ eadem e$t, $ive partes fluidi $int majores, $ive minores, $i corporis celeritas maneat: unde $e- [0683]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XII. quitur, in determinandis, quæ re$i$tentiam $pectant, ad $ub- tilitatem fluidi non e$$e attendendum, quamdiu hoc poros corporum permeare non pote$t; $i enim ad illam pervenia- mus partium tenuitatem, ut fluidum pro parte per corpus penetret, corpori minori copiâ re$i$tet.

Concipiamus nunc Globum quemcunque, per medium e- ju$dem den$itatis cum globo, tran$latum, & cui per corpo- ris poros tran$itus non patet; omnibus momentis retarda- tur, ita ut ejus velocitas tandem ad dimidium reducatur; quod fieri, mathematicâ demon$tratione con$tat, antequam corpus bis diametri longitudinem percurrat.

Ut propo$itionem hanc ad motum in fluido $ubtili$$imo, omnium corporum poros liberrimè penetranti, & omnia re- plente, applicare po$$imus, concipiendum e$t, corpus $phæ- ricum, $ine poris, quod dari po$$e, intimè jungendo par- ticulas materiæ, nemo inficias ibit.

Talis corporis re$i$tentiam, in fluido quocunque, à magni- tudine partium fluidi non pendere, & eandem e$$e, $ive fluidi partes $int æquales, $ive utcunque inæquales inter $e, patet.

Si omnia $int materiâ plena, ni$i per fluidum, eju$dem den$itatis cum hoc corpore, poterit hoc moveri; nam <007>n- currit in omnem materiam, quæ datur in locis, per quæ tran- $it, & in his materia $ine inter$titiis, ut in corpore, datur; id- circo amittet dimidium velocitatis, antequam duarum dia- metrorum $uarum longitudinem percurrat.

Augeatur corpus manente materiæ quantitate, & $ervato hoc homogeneo; id e$t, dentur pori in corpore, per quos materiæ partes $ub$tili$$imæ liberrimè tran$eant, & $int hi pori æqualiter per totum corpus di$per$i. Si corpus $ic mu- tatum moveatur, non in totam $uperficiem incurrit fluidum $ubtili$$imum de quo agimus, $ed tantùm in partes $uperfi- ciei, quæ poros interjacent, quæ partes $imul $umtæ, quia corpus homogeneum ponimus, valent $uperficiem corporis in con$titutione primâ, $ine poris; Aucto enim corpore, $uperfi- cies non fuit mutata, $ed tantùm dilatata, interjectis poris: ita ut corpus in utroque ca$u eandem patiatur re$i$tentiam, ex impactu in $uperficiem; & re$i$tentia in corpore dilatato [0684]PHYSICES ELEMENTA major e$t ex incur$u fluidi in particulas internas corporis: quare corpus hoc citius dimidium $ui motus in $ecundo, quàm in primo ca$u, amittet; id e$t, antequam duas diametros pri- mæ magnitudinis percurrat; & ideò majorem motus quanti- tatem amittit, dum per duas diametros $ecundæ magnitudi- nis tranfertur.

Hoc autem experientiæ adver$atur; nam globus homo- geneus, aureus, plumbeus, &c. quantitatem motus multò minorem in aquâ & aëre amittit; unde $equitur hypote$in, omnia materiâ repleri, fal$am e$$e. Vacuum ergo datur.

_Vacuum dari_ etiam _cum Phænomenis circa gravitatem con-_ 1241. _gruit_, ex quibus $equitur, hanc materiæ quantitati propor- tionalem e$$e. Si omnia materiâ replentur, gravitas ver$us omnes partes æqualis datur, & vires quæ ver$us partes oppo- $itas diriguntur, $e$e mutuo de$truunt, & nulla $en$ibilis gravitas ob$ervari pote$t, quod experientiæ adver$atur.

Hi$ce præmi$$is ad Materiam coele$tem tran$eundum.

A motu Materiæ coele$tis, $i quædam detur, non pen- dent corporum coele$tium motus ; quo _corruit illorum $en-_ 1242. _tentia, qui motu communi cum materiâ, quæ Sy$tema Plane-_ 1238 _tarium replet, corpora cæle$tia tran$lata contendunt._ Quæ etiam motu Cometarum evertitur $ententia; $i medium in Sy$temate daretur, quod in motu $uo Planetas $ecum fert, & etiam $ecum traheret Cometas, $altem $en$ibiliter hos in motu turbaret, dum ferè directè ad Solem accedunt, aut ab hoc recedunt, aut in antecedentia moventur, id e$t, motu contrario motui talis materiæ; qui motus cùm non turbari, & $equi viam quæ à gravitate pendet, ob$erventur, clarum e$t, Materiam coele$tem, $i detur & movetur, $en$ibilem in corpo- ra Sy$tematis Planetariinon exerere actionem; quod etiam ex parvâ hujus re$i$tentiâ deducitur; nam, ex collatis antiqui$- $imis cum recentioribus ob$ervationibus $en$ibiliter in moti- bus non retardatos Planetas con$tat. Re$i$tentia tamen in aëre $en$ibilis e$t, quare den$itas medii in quo Planetæ mo- verentur ferè in immen$um minor e$t, idcirco, _ni$i_ tali _me-_ 1243. _dio $ubtili$$imo, non repletur Sy$tema Planetarium._

Materiæ verò quantitatem, quantumvis exiguam, per totum [0685]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XIII. Sy$tema po$$e di$pergi, relictis inter$titiis minimis, ex ma- teriæ divi$ibilitate, deducitur . 26.

CAPUT XIII. _De Motu Telluris._

PRæter in Capite præcedenti di$cu$$am quæ$tionem, & a- lia datur examinanda, antequam ad totius Sy$tematis ex- plicationem accedamus.

Ut nullum dubium $uper$it circa Sy$tema, in primo capite hujus libri explicatum, probandus nobis hìc e$t Telluris mo- tus, de quo non mirum $i plures dubitaverint; nullis enim, ni$i à $pectatoribus in Tellure in$titutis, ob$ervationibus, motus coele$tes à nobis determinari queunt, & eadem Phoe- nomena apparent, $ive corpora ip$a transferantur, $ive $pecta- tor moveatur ; ita ut immediatis ob$ervationibus non con$tet, 993. utrum motus Telluris ad corpora coele$tia non referri debeat.

Tellurem circa Solem circumferri, ex motuum analogiâ 1244. deducitur, & ex examine legum naturæ demon$tratur.

Quod motuum analogiam $pectat, notandum, circa Jo- vem & Saturnum rotari Satellites corpore centrali minores; Circa Tellurem Luna, Tellure minor, revolvitur; Tandem circa Solem girantur corpora minora Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, & Saturnus; Si cum his Telius rotetur, ubique _in Sy$temate no$tro corpora minora circa majora moventur;_ 1245. _in hac_ autem _regulâ exceptio dabitur re$pectu Solis, $i_ ingens hoc corpus, _in motu, minimam Telluris ma$$am cingat._

975.

Circa Solem, Jovem, & Saturnum, circa quos $ingulos plurima _corpora_ revolvuntur, _lentius moventur, quæ magis à_ _corpore centrali di$tant,_ & quidem juxta hanc regulam, qua- 1246. drata temporum periodicorum $equi rationem cuborum di- $tantiarum ; _quæ regula_ applicari pote$t Telluri, $i hæc 974. cum cæteris Planetis circa Solem circumferatur, ut patet, $i illius tempus periodicum, (tempus nempe in quo Sol in- tegram revolutionem peragere videtur,) ut & di$tantia à Sole, cum cæterorum Planetarum di$tantiis & temporibus periodicis, conferantur.

_Vnicam_ autem _patitur exceptionem_ regula hæc, _$i, Sole_ [0686]PHYSICES ELEMENTA _translato, Tellus quie$cat._ In hoc ca$u Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, & Saturnus, huic regulæ in motibus $ubji- ciuntur, ut & quinque Satellites Saturni, & quatuor Jovia- les Planetæ $ola Luna cum Sole, circa Tellurem, propor- tionem omnino diver$am $ervant, & non modo celeritas So- lis major e$t, quàm quæ ex hac regulà requiritur, $ed & ve- locitate ad minimum vicies & $exies Lunam vincit, licèt ad di$tantiam maximam, re$pectu Lunæ di$tantiæ, à Tellure re- moveatur: ita ut & hoc re$pectu motuum coele$tium analo- gia turbetur.

Hi$ce argumentis alia addam, quibus, motum Telluris $equelam e$$e nece$$ariam Legum naturæ, ex Phoenomenis deductarum, clarè patebit.

Omnia corpora in $e mutuo gravia $unt ; ideòque _Sol_ 1247. & Tellus; $ed motus, quo hæc duo corpora ver$us $e mutuo 1206. feruntur, ex directis ob$ervationibus deducitur. Quodcun- que horum corporum circa aliud moveatur, de$cribit areas, lineis ad centrum hujus ductis, temporibus proportionales, quod ex ob$ervationibus A$tronomicis con$tat; idcirco in curvâ retinetur corpus motum, per vim, quæ ad aliûs cen- trum dirigitur : Cùm autem actioni $emper æqualis $it re- 226. actio , _ni$i Natur æ leges, quæ ubique con$tanter locum ba-_ 126. _bent, in totum evertantur,_ duo hæc corpora motibus æqua- libus $e$e mutuo petunt, id e$t celeritatibus, quæ $unt inver- $è ut horum ma$$æ ; quod etiam ex lege gravitatis imme- 65. diatè deducitur . 1235.

Materiæ quantitas in Tellure ferè nulla e$t re$pectu quanti- tatis materiæ in Sole, ut in Capite $equenti videbimus; quare hic _lenti$$imè movetur, dum celerrimè ad hunc accedit Tellus_.

Unde $equitur Tellurem circaSolem circumferri, ne in hunc motu illo violenti$$imo cadat, quo in orbitâ retinetur.

Motus hic idem Telluris ex ii$dem principiis & aliâ methodo deducitur.

Duo corpora, quæ vi quacunque ad $e mutuo feruntur, tandem concurrent, aut continuo magis à $e mutuo rece- dent, ni$i utrumque ita moveatur, ut vim centrifugam ha- beat æqualem illi, qua ver$us aliud fertur; cùm verò corpora [0687]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XIII. quæ in $e mutuo gravitant, viribus æqualibus, $e$e mutuo pe- 126. tant , aut quod idem e$t , celeritatibus, quæ $unt inver$è 65. ut quantitates materiæ , _non_ poterunt corpora hæc _in_ 1248. _motu circum $e mutuo per$everare_, ni$i ambo ita moveantur, 1235. ut vires centrifugas æquales habeant, quod, ni$i ambo cir- ca commune $uum gravitatis centrum, æqualibus tempori- bus, rotentur, non obtinet; id e$t, $i propo$itio hæc ad _Solem & Tellurem_ applicetur, _ni$i circa punctum, cujus di$tan-_ _tia à centro Solis e$t ad ip$ius di$tantiam à centro Telluris,_ _ut quantitas materiæ in Tellure ad materiæ quantitatem in_ 234. 235. _Sole, ambo moveantur :_ quod punctum ergo parum admo- dum à centro Solis di$tat. Cùm autem, quodcunque ho- rum corporum moveatur, in motu circa aliud per$everet, $equitur ambo motibus memoratis $ubjici, Solemque exiguo motu agitari, dum Tellus orbem maximum de$cribit. Ex quibus $equitur, motum Telluris ab illo negari non po$$e, qui ex legibus motus, ex Phoenomenis deductis, ratiocina- tur.

Probato motu Telluris annuo, & relatâ Tellure inter Pla- netas, exigua tantùm difficultas $upere$t re$pectu motus cir- ca axem; nemo enim qui de illo non dubitat, hunc negat; multi, conce$$o motu _circa axem_, Telluris annuum motum 1249. negant; $atis ergo erit in tran$itu notare, omnes Planetas, circa quos re$pectu hujus motus ob$ervationes in$tituere li- cet, circa axes rotari; & _motum_ $imilem _Telluri competere,_ _uniformem motum diurnum in corporibus, ad di$tantias qua$-_ _cunque, $atis indicare._ Quibus addendum, celeritatem Stellarum fixarum, in minori quàm viginti quatuor horarum $patio, revolutionem integram peragentium, vix magis pro- babilem e$$e, quàm à nobis concipi pote$t.

Etiam motus hic omnium corporum coele$tium Naturæ legibus adver$atur; nam, _$i_ hæc _rotentur_, circulos, quo- 1250. rum centrum Tellus occupat, motu æquabili, $ingulis die- bus, percurrunt; id e$t, de$cribunt areas lineis ad centrum Telluris ductis temporibus proportionales; & in orbitis reti- nentur viribus, quæ ad centrum Telluris diriguntur , & 226. quibus, proprer omnis actionis reciprocationem , Tellus 126. [0688]PHYSICES ELEMENTA etiam continuò ver$us illa _corpora_ trahitur; ita ut _violenti$-_ _$imo motu nece$$ario agitari_ debeat; unde patet motum diur- num non ad ip$a corpora coele$tia referri debere, $ed ad _Tellurem_ circa axem rotantem.

Objiciunt, qui Tellurem quie$cere contendunt, corpora 1251. in Telluris $uperficie, ex vi centrifugâ, juxta tangentem ad circulùm, Æquatori parallelum, debere à Tellure recede- re . Re$pondemus, corpora eodem motu cum $uperficie 217. Telluris, in locis in quibus antur, transferri, & ideò re$pe- ctu punctorum $uperficiei conari recedere per lineas ad axem perpendiculares ; etiam corpora gravitate ad centrum Tel- 223. luris tendere ; & ideò, motu ex hi$ce ambobus compo$i- 1226. to, corpus continuò, aut moveri aut moveri conari ; $ed 190. 198. quia primus motus re$pectu $ecundi e$t admodum exiguus, parum tantùm à directione ver$us centrum detorquetur gra- ve, & paululum gravitas minuitur, eo magis, quo locus ma- gis à polo di$tat; Quod experientiæ congruit; in $equenti- bus etiam videbimus, ubi de Telluris figurà agemus, directio- nem memoratam gravium, ubique dirigi perpendiculariter ad Telluris $uper$iciem. Corpus, quod in altum projicitur, non modo motu quo projicitur gaudet, $ed etiam fertur mo- tu impre$$o illi, qui hoc projicit, aut machinæ, ex qua pro- pellitur, id e$t, motu communi cum $uperficie Telluris fertur; ideòque in eâdem lineêa, cum $uperficie Telluris tran$latâ movetur, in qua tran$latum foret $i Tellus quie$ceret.

CAPUT XIV. _De Den$itate Planetarum._

SUpere$t, antequam ad Sy$tematis explicationem Phy$icam tran$eamus, ut quantitates materiæ in quibu$dam corpo- ribus, & horum den$itates, determinemus; quibus notis ef- fectus legum, quibus hæc corpora reguntur, facilius pate- bunt.

Quantitates materiæ, in variis corporibus, $unt inter $e, ut gravitates ad eandem di$tantiam ab hi$ce corporius ; quæ 1207. gravitates $unt inter $e inver$è, ut quadrata temporum perio- [0689]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XI. dicorum corporum revolventium, circa varia illa corpora, ad eandem illam di$tantiam . Multiplicando quantitates, quæ 236. $unt in hac ratione, per eandem quantitatem, cubum nempe hujus di$tantiæ, non mutatur ratio harum quantitatum; quæ ergo $unt inter $e, ut quotientes divi$ionum cubi memorati, per quadrata temporum periodicorum memoratorum; $ed detegitur quotiens talis divi$ionis, pro corpore quocunque, dividendo cubum alterius di$tantiæ cuju$cunque, per quadra- tum temporis periodici corporis ad hanc di$tantiam revol- ventis: quotientes enim tales $unt æquales inter $e, pro omni- bus corporibus, circa idem, ad di$tantias qua$cunque revol- ventibus; ut $equitur ex æqualitate rationis inter cubos di- $tantiarum, & quadrata temporum periodicorum ad has di$tantias . Ex qubius deducimus, _quantitates materiæ in_ 1252. _corporibus quibu$cunque, in Sy$temate no$tro, e$$e inter $e_ 974. _directè, ut cubos di$tantiarum ad quas, circa hæc, corpora a-_ _lia revolvuntur, & inver$è ut quadrata temporum periodi-_ _corum horum corporum revolventium._

Demon$trantur hæc, $eponendo agitationem corporis cen- tralis, cujus materiæ quantitas quæritur.

Propter Solis magnitudinem, re$pectu Veneris ex. gr., quem ex Planetis $olum con$ideramus, vix ex hujus actione agitatur ille ; & Venus pote$t con$iderari qua$i motus cir- 1235. ca corpus quie$cens.

Satellites Jovis & Saturni, motu quidem communi cum primariis feruntur, $ed circa ip$os, qua$i circa corpora qui- e$centia, propter primariorum magnitudinem, transferuntur.

Luna autem $atis $en$ibiliter in Tellurem agit, & hanc a- gitat; quare antequam, ope regulæ memoratæ , cum motu 1252. Lunæ computationem inire po$$imus, de conferendâ materiæ quantitate in Tellure, cum materiæ quantitatibus in Sole, Jove, & Saturno, determinanda e$t _di$tantia, ad quam Lu-_ 1253. _na, circa Tellurem_ quie$centem, id e$t _actione Lunæ non_ _tran$latam, revolvi po{$s}et, in eodem tempore periodico, in_ _quo revolutionem $uam reverâ peragit_, Hìc etiam non at- tendimus ad motum communem Telluri & Lunæ, quo circa Solem ambo feruntur.

[0690]PHYSICES ELEMENTA

Luna in motu $uo circa Tellurem per$everat; ideò Tel- lus & illa circa commune gravitatis centrum rotantur: ut 1248. ex demon$tratis circa Tellurem & Solem $equitur, & Lu- na, vi qua ver$us Tellurem tendit, revolvitur in orbitâ, cujus $emi-diameter e$t di$tantia Lunæ à memorato commu- ni centro gravitatis Lunæ & Telluris.

Sit L hæc Lunæ di$tantia à communi centro gravitatis; T di$tantia Telluris ab eodem centro; L + T e$t ergo di- $tantia Lunæ à Tellure, & e$t 60 {1/2} $emidiam. Telluris; me- diam enim di$tantiam hìc con$ideramus; Sit D di$tantia quam quærimus, ad quam, circa Tellurem quie$centem, gravitate $uâ ver$us Tellurem, po$$et moveri Luna, in tem- pore, in quo revera ad di$tantiam L, circa commune gra- vitatis centrum rotatur.

Propter hanc temporum periodicorum æqualitatem, vis, qua Luna ad di$tantiam D po$$et in orbitâ retineri, e$t ad vim, qua ad di$tantiam L, in orbe $uo retinetur, ut D ad L .

232.

Sed vis, qua Luna ad Tellurem tenderet, & in orbitâ retineretur ad di$tantiam D, e$t ad vim, qua nunc in orbitâ retinetur cûm â Tellure di$tat L + T, ut, L + T<_>9 ad 1208. Dq ; Ergo D, L ::

    L + T<_>q
, D<_>q Ideoque D<_>c = L x
    L + T
<_>q & D<_>c x
    L + T
= L x
    L + T
<_>c: unde $equentem deducimus proportionem Idcirco L + T, D : : L + T, ad primam ex dualbus mediis proportionalibus inter l + T & L.

L + T e$t ad L, ut quantitas materiæ, in Tellure & Lunâ conjunctim, ad quantitatem materiæ in Tellure $olâ *: 234. 235. quæ quantitates materiæ, ut in $equentibus videbimus, $unt inter $e, ut 40, 37. ad 39, 37., & prima duarum mediarum proportionalium, inter hos numeros, e$t 40, 035.; ergo 40, 37. e$t ad 40, 035., ut 60 {1/2} ad di$tantiam quæ$itam, quæ _dete-_ _gitur 60 $emidiametrorum Telluris._

Circa hanc operationem notandum e$t, di$tantiam D, non detegi, ni$i detur ratio inter ma$lam Lunæ & Telluris, quæ [0691]MATHEMATICA LIB. VI. CAP. XIV. determinari non pote$t, ni$i detur ratio inter den$itatem So- lis & Telluris, ad quam detegendam, ut di$tantia D nota $it, nece$$e e$t. Quare primo tentando detegitur D, & approxi- mando exactè determinatur. Hanc autem e$$e 60 $emi- diam. Telluris, con$tat; quia hac po$itâ detegitur, inter quan- titates materiæ Telluris & Lunæ, ratio, quæ datur inter 39, 37. & I, ut in $equentibus videbimus; qua adhibitâ pro- portione detegitur, ut vidimus, hæc ip$a di$tantia 60. $emi- diametrorum.

Hi$ce præmi$$is ip$am aggredimur computationem.

Di$tantia Veneris à centro Solis e$t 723. & tempus pe- riodicum 5393. horarum . 959.

Quartus Satelles Jovis di$tat à centro Jovis partibus 12, 507. quarum Venus à Sole di$tat 723.: hujus Satellitis tempus pe- riodicum e$t 402 horarum 5′. .

971.

Quartus Satelles Saturni di$tat à centro Saturni, partibus ii$dem 9,292.; & tempus periodicum e$t 382 horarum 41′ *

972.

Tandem di$tantia Lunæ 60. $emidiam. Telluris à cen- tro hujus, e$t partium memoratarum 2,909. tempus periodi- cum medium 655. hor. 43′.

Divi$is $ingulis cubis harum di$tantiarum, re$pectivè per 1254. $uorum temporum periodicorum quadrata, dantur in quo- tientibus numeri, qui $unt inter $e, ut materiæ quantitates in dictis corporibus centralibus ; qui quotientes $unt inter 1252. $e ut numeri $equentes,

Quantitates # in Sole; # in Jove; # in Saturno; # in Tellure; # materiæ # 10000. # 9,248. # 4,223. # 0,0044. 1255.

Exob$ervationibus a$tronomicis datur etiam proportio dia- metrorum horum corporum.

Diametri # Solis ; # Jovis ; # Saturni; # Telluris. # 10000. # 1077. # 889. # 104. 1256.

Si quantitates materiæ memoratæ per diametrorum qua- 1257. drata dividantur, quotientes erunt inter $e, ut pondera in $u- perficiebus dictorum corporum ; $unt autem quotientes hi 1227. ut numeri $equentes.

Gravitates # Solis; # Jovis: # Saturni; # Telluris in $uperficiebus, # 10000. # 797,15. # 534,337. # 407,832. 1258. [0692]PHYSICES ELEMENTA

Dividendo hos numeros per diametros, habemus propor- 1259. tionem den$itatum eorundem horum corporum .

1231.

quotientes, hi$ce divi$ionibus detecti, $equentium nume- rorum relationem habent.

De$itates # Solis; # Jovis; # Saturni; # Telluris. # 10000 # 7404. # 6011. # 39214. 1260.

Lunæ den$itatem in capite ultimo determinabimus.

Minimè probabile e$t, corpora memorata quatuor homo- genea e$$e; circa Tellurem videbimus, in capite $equenti 17., illam ver$us centrum den$iorem e$$e, quàm ver$us $uper$iciem; unde $equitur den$itates non exactè determinari po$$e, qua- re tantùm _determinantur den$itates_ mediæ, id e$t, _quas cor-_ 1261. _pora haberent, $i $ervatâ materiæ quantitate & magnitudi-_ _ne re$pectu $ingulorum, corpora forent homogenea._

_Proportio memorata , inter den$itates re$pectu omnium cor-_ 1262. _rum, & computationes reliquæ re$pectu Solis, Jovis, & Sa-_ 1260. _turni, $en$ibili errore expertes $unt; quantum ad Tellurem,_ _in his error fortè datur_, corrigendus ex ob$ervationibus in tempore in$tituendis: Ponimus enim di$tantiam Lunæ, 60. $emi-diam., e$$e partium 2,909. quarum Venus à Sole di$tat 723, id e$t, quarum Tellus à Sole di$tat, 1000 ; quæ Lunæ 959. 960. di$tantia detegitur, ponendo Solis Paralaxin horizontalem 10″, quæ tamen pro verâ ab$olutê haberi non pote$t, licèt ex ob$er- vationibus exacti$$imis, de Martis Telluri maximè vicini Paral- laxi huc u$que in$titutis, deducatur, $ed quæ nimium e$t exigua, ut circa ob$ervationes nulla erroris $u$picio $uper$it .

1108.

Errorem tamen ex malè determinatâ ratione, inter $emi- diametrum Telluris & hujus â Sole di$tantiam, non mutare determinatam Telluris den$itatem, ex ip$is computationi- bus circa hanc in$titutis, deducitur.

Ex hi$ce enim $equitur, den$itates corporum e$$e inter $e, in ratione compo$itâ ex directâ cuborum di$tantiarum corprum quæ circumferentur, & inver$â quadratorum temporum pe- riodicorum horum ip$orum corporum revolventium *: Ut 1254. & inver$â cuborum diametrorum corporum centralium, quorum den$itates quæruntur ; ratio ex his compo$ita, e$t 1257. 1259. compo$ita ex ratione directâ $ractionis, cujus numerator e$t [0693]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XV. cubus di$tantiæ corporis revoluti, & denominator cubus diametri corporis centralis, & ratione inver$â quadrati temporis periodici corporis circumacti. Fractio autem ta- lis datur, $i nota $it ratio inter diametrum corporis centra- lis & di$tantiam corporis revoltventis ab hoc centro, licèt hæc di$tantia cum nullâ aliâ po$$it conferri; ratio autem hæ re- $pectu Telluris & Lunæ, æque ac re$pectu cæterorum cor- porum datur, quare & Telluris den$itatis ratio ad reliquo- rum corporum den$itates exactè detegitur.

CAPUT XV. _Totius Sy$tematis Planetar<007>i explicatio Phy$ica_.

IN parte primâ hujus libri, motus corporum in Sy$temate 124. 125. 126. Planetario expo$uimus, quomodo hi, ex legibus Naturæ , 1206. 1207. $equantur explicandum e$t; id e$t, quomodo, corporibus 1208. his $emel motis, in motibus quos ob$ervamus per$everent.

Concipiamus Solem & Mercurium, $i $ibi permittantur ad 1263. $e mutuo accedent ; Si autem projiciantur poterunt, cir- 1206. ca commune gravitatis centrum, æqualibus temporibus, re- volvi, & Ellipticas lineas immobiles de$cribere , & in 1248. 1208. illo motu per$everare: con$tat enim mathematicâ demon- 241. $tratione, in hoc ca$u, corpora circa commune centrum gra- vitatis de$cribere Ellip$es $imiles illi, quam unum circa alte- rum quie$cens, ii$dem viribus, po$$et de$cribere: centrum hoc, propter magnitudinem Solis , vix ab ip$o Solis cen- 235. tro id$tat.

Concipiamus ulterius, ad majorem à Sole di$tantiam, Venerem projici, turbabit hic paululum Mercurii mo- tum, qui etiam, actione $uâ in Venerem, hunc paulu- lum à viâ deflectet, & ambo Solem,, nunc ver$us eandem partem, nunc ad partes diver$as, trahent; $ed omnes has irregularitates in$en$ibiles e$$e videbimus, $i Solis magnitudi- nem con$ideremus; & ideò hæc tria corpora tendere ad punctum in viciniis Solis inter hæc corpora; quod ergo pa- rum admodum di$tat à communi centro gravitatis omnium.

Si $ucce$$ivé Tellus, Mars, & reliqui Planetæ, ad di$tan- [0694]PHYSICES ELEMENTA tias diver$as â Sole, projiciantur, idem ratiocinium locum habebit. Unde $equitur _omnes Planetas revolvi circa,_ 1264. _omnium corporum Sy$tema componentium, commune centrum_ _gravitatis_, quod parum à Sole di$tat, & Planetas $e$e mu- tuo $en$ibiliter in motibus non turbare; unde _$inguli lineas_ 1265. _de$cribunt, quas circa Solem de$criberent, $i qui$que $olus_ _cum Sole in Sy$temate Planetario exi$teret_; id e$t, Ellip$es immobiles: nam has ex vi gravitatis de$cribi con$tat , nul- 1208. 241. la$que alias lineas excentricas immobiles, ex vi centraliad di- $tantias æquales æqualiter agenti, de$cribi po$$e mathematicè evincitur.

Clarius etiam patebit, omnes Planetas ad punctum in vici- niis Solis tendere, $i con$ideremus quantitatem materiæ in Sole, millies & magis, materiæ quantitatem in Jove, Planeta- rum longè maximo, $uperare . 1255.

Dum _Planetæ_ omnes revolvuntur, licèt parum tantùm agi- 1266. tent _Solem_, hunc tamen _agitant_, & diver$è trahunt, pro vario illorum $itu inter $e, unde motus exiguus in Sole oritur, qui $emper pendet à motu jam acqui$ito, & mutatione in hoc ex actione memoratâ, quæ omnibus momentis mutatur.

Hujus verò _Solis agitationis effectus e$t, Planetas $e$e mu-_ 1267. _tuo minus, in motibus Ellipticis circa Solem turbare, quàm_ _$i Sol in medio Sy$tematis quie$ceret_. Jupiter, ex. gr., $i æqualiter à Mercurio & Sole di$ter, æquali celeritate ad $e trahet hæc duo corpora , unde $itus re$pectu Solis minus 1235. turbatur, quàm $i Sol hoc motu non agitaretur, & Mercurius $olus ad Jovem tenderet: pro variis Mercurii & Solis à Jo- ve di$tantiis, unus aut alter magis attrahitur, & $emper in $i- tu re$pectivo minor mutatio datur, dum ambo ver$us ean- dem partem feruntur, quàm $i, Sole quie$cente, Mercurius $olus ver$us Jovem moveretur.

Ratiocinium hoc ad omnes Planetarum magis à Sole di$tan- tium actiones, in minus di$tantes, applicari pote$t. Quod atti- net horum actionem in illos, pro vario $itu ad Solem trahunt Planetam, aut hunc à Sole $eparant, & integram con$iderando revolutionem re$pectivam, id e$t, motum à conjunctione ad conjunctionem $equentem, turbatio minor e$t, quam $i Sol immobilis $taret.

[0695]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XV.

_Magnitudo Solis, cum cæteris corporibus Sy$tematis no$tri_ 1268. _collati, in cau$â e$t_, ut ex ante demon$tratis patet, _parum_ _Planetas $e$e mutuo turbare_, cùm tamen non infinita $it hæc magnitudo, non in totum actiones mutuæ contemnendæ $unt.

Diximus ob$ervationibus A$tronomicis con$tare, Jovem viam Saturni mutare ubi huic e$t proximus ; quare hæc 1217. turbatio præ cæteris $en$ibilis $it, ex lege gravitatis dedu- citur.

Actiones Jovis in Saturnum, quando huic e$t proximus, 1269. & Solis in eundem Planetam, qua hic in orbitâ retinetur, $unt inter $e directè ut quantitates materiæ in Jove & Sole 1207. nempe ut 9,248. ad 10000. , & inver$è ut quadrata di$- 1255. tantiarum Jovis & Solis à Saturno, id e$t directè ut 81. ad 16.; nam di$tantiæ, Saturni & Jovis à Sole, $unt ferè ut 9. ad 1270. 5.; quare, _ubi <034>upiter Saturno e$t proximus_, di$tantiæ hujus à Jove & Sole $unt ut 4. ad 9. Ratio compo$ita ex memora- tis duabus e$t 749. ad 160000., aut 1. ad 214.; hæc _<034>ovis_ _actio cum Saturni gravitate in Solem con$pirat_, & ideò _banc_ _parte {1/214} auget_: unde non mirum turbationem $en$ibilem e$$e.

Non con$ideramus hìc vim, qua Jupiter Solem trahit, nam hac orbita Saturni non mutatur, & explicandum erat, quare Saturnum â viâ deflexum ob$ervent A$tronomi; actione ta- men Jovis in Solem, magis ad Saturnum trahitur Sol, & $i- tus re$pectivus horum corporum magis turbatur, quàm ob$er- vationibus A$tronomicis detegitur. Vis qua Jupiter in $itu memorato trahit Solem, & qua ideò hic ver$us Saturnum trahitur, e$t ad vim qua Jupiter Saturnum trahit, ut 16. ad 25. , id e$t ut 479. ad 749, qui numerus exprimit vim, 1208. qua Saturnus ad Jovem tendit, quando gravitas Saturni in Solem exprimitur per 160000. Si colligamus in unam $um- mam vires Jovis, quibus Saturnum & Solem trahit; erit vis, qua, ex interpo$ito Jove, hæc corpora ad $e mutuo ten- dunt, ad gravitatem Saturni in Solem, ut 1228, ad 160000.; $ed gravitas hæc e$t ad gravitatem Solis in Saturnum, ut 1207. 1255. 160000. ad 67, 5 , quare _acce$$us mutuus Solis & Saturni_, 1271. [0696]PHYSICES ELEMENTA _e$t ad augmentum bujus acce$$us ex actione <034>ovis interpo$iti_, ut 160067. ad 1228. aut _ut_ 130., ad 1. Hæc notabilis e$t, & om- nium longè maxima, turbatio in motu Planetæ primarii cujuscunque, hæc etiam in unico tantum ca$u obtinet; nam, recedente Jove à Saturno, brevi in$en$ibilis e$t turbatio motus Saturni.

In eodem $itu Jovis, Saturno proximi, hujus vis licèt in hoc ca$u $it omnium maxima, non æquè $en$ibilis e$t, ad viam Jovis circa Solem mutandam. Actio Saturni ad Jovem trahendum, e$tad hujus actionem, qua Solem trahit, ut 81. ad 16 , celerius ergo illum trahit, & cûm ver$us eandem 1208. partem trahantur, differentia harum virium e$t vis, cum qua ex Saturni actione, Jupiter & Sol à $e mutuo $eparantur ; quæ 175. ideo e$t ad gravitatem Solis in Saturnum, ut 65. ad 16. Hæc autem Solis gravitas in Saturnum e$t ad gravitatem Jovis in Solem, ut 4,223. ad 10000. , & ut 25. ad 81. , id e$t ut 1207. 1255. 1208. 106. ad 810000, aut ut 16. ad 122756; e$t idcirco vis tur- bans Saturni ad Jovis gravitatem in Solem, ut 65. ad 122756, aut ut 1. ad 1888.; ita _ex actione maximâ Saturni, partetan-_ 1272. _tùm {1/1888}, minuitur gravitas <034>ovis in Solem_, quæ turbatio in$en$ibilis e$t.

Reliquæ Planetarum mutuæ perturbationes $unt multò mi- nores, ut patebit determinando illam, quæ omnium harum maxima e$t, Jovis in Martem, quæ computatione $imili præ- cedenti detegitur.

Di$tantiæ Jovis à Marte & Sole, quando Mars inter hunc & Jovem in eâdem lineâ datur, $unt circiter ut 7. ad 10. ; 961. 962. quare vires, cum quibus Jupiter hæc corpora trahit, $unt ut 100. ad 49. , quarum virium differentia e$t ad gravitatem 1280. Solis in Jovem, ut 51. ad 49.. Gravitas hæc Solis in Jovem, e$t ad gravitatem Martis in Solem, ut 9,248. ad 1000. , & 1207. 1255. ut 9. ad 100 ; id e$t ut 83. ad 1000000.; aut ut 49. ad 1208. 590443.; & vis perturbans Jovis ad gravitatem Martis in So- lem, ut 51. ad 590443; aut ut 1. ad 11577: Quare _Mar-_ 1273. _tis gravitas in Solem, parte tantùm {1/11577}, actione <034>ovis illi_ _proximi minuitur_.

Quantumvis perturbationes hæ, _ex actione Planetarum_ 1274. [0697]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XV. _in $e mutuo_ $int exiguæ, & licèt, quæ in $itu Planetarum di- ver$o locum habent, quodammodo $e$e mutuo compen$ent, hi$ce tamen paululum mutatur proportio, in qua decre$cit vis, quæ Planetas in orbitis retinet, ita ut non exactè minua- tur in ratione inverlâ quadrati di$tantiæ, idcirco licèt $en$ibi- liter quie$cant orbitæ, _po$t multas revolutiones $itus barum or-_ _bitarum paululum mutatus ob$ervatur _. 243. 929.

Ex hi$ce omnibus $equitur Planetas in principio, ad di$- 1275. tantias ad quas à Sole moventur, $emel projectos, in moti- bus, legibus ante expo$itis, per$everare; excentricitatemque orbitarum pendere à celeritate, & directione primæ projec- tionis. Motus autem hi diuti$$imè con$ervari po$$unt, prop- ter materiæ coele$tis exiguam re$i$tentiam.

Patet etiam, quare lineis ad centrum Solis ductis de$cribant areas temporibus proportionales; quia nempe cæteræ gravi- tates in Sy$temate exiguæ $unt, re$pectu gravitatis ver$us So- lem ; ideòque hac $olâ in orbitis retinentur Planetæ, un- 1265. de hæc arearum proportio $equitur . Motus etiam in li- 225. neis Ellipticis lenti$$imè tran$latis, ex lege gravitatis $equitur; hæ enim immobiles e$$ent, $i in Solem tantùm graves e$$ent Planetæ ; ex actione autem mutuâ Planetarum lenta orbium 241. 1208. agitatio deducitur . Quod autem $pectat proportionem, 1274. quæ inter cubos di$tantiarum & temporum periodicorum quadrata ob$ervatur, $equitur hæc quoque ex gravitatis le- ge ; ita ut $i hi$ce addamus, quæ de deflectione Saturni dixi- 239. 1208. mus , nihil explicandum $uper$it, circa motum Planetarum 1217. 1270. primariorum.

_Cometarum motus à lege Gravitatis pendere_, etiam ex ob- 1276. $ervationibus deducitur; & horum re$pectu, ut circa Pla- netas dictum, Solis gravitas prævalet, & hac gravitate à viâ rectâ deflectuntur ; viæ autem curvaturam ab hac eâ- 980. 226. dem gravitate etiam pendere ex eo $equitur, quod corpus ex hac gravitate de$cribat aut Ellip$in, aut Parabolam aut Hy- perbolam ; quales lineas de$crip$i$$e hos Cometas con$tat, 241. 1208. quorum Trajectoriæ fuere determinatæ.

_Satellites <034>ovis & Saturni circa primarios ii$dem legibus_ 1277. _moventur, quibus primarii circa Solem rotantur_ , quare mo- 944. 966. 974. [0698]PHYSICES ELEMENTA tuum horum explicatio ad illos etiam referri pote$t, nam 1275. in tribus hi$ce ca$ibus, circa Solem, Jovem & Saturnum, dantur corpora minora, ad varias di$tantias, circa corpus multò majus revolventia.

_Dum $ecundarii circa primarium rotantur, omnes motu_ 1278. _communi moveri po$$e_, clarum e$t, quo non turbantur mo- tus re$pectivi, quibus inter $e agitantur, quia diver$is impre$- $ionibus corpus eodem tempore ferri pote$t ; Motus pri- 125. mario cum $atellitibus $uis communis, e$t motus primarii circa Solem.

_Turbantur_ tamen _$ecundariorum motus ex Solis actione_, ver- 1279. $us quem pro vario $itu nunc primario celerius, nunc tardius feruntur, plerumque etiam per directiones diver$as in cen- tro Solis concurrentes; hæ irregularites, quæ exiguæ $unt, in $atellitibus Saturni & Jovis ob$ervari non po$$unt, licètre- verâ $imiles $int illis, quæ in motu Lunæ ob$ervantur; mini- ma hujus deviatio nobis admodum e$t $en$ibilis; exacti$$imè autem Lunæ irregularitates ex Theoriâ gravitatis $equi, in ca- pite $equenti patebit.

CAPUT XVI. Motus Lunæ Explicatio Phy$ica.

LUnam & Tellurem $emel projectas, circa commune gravi- 1280. tatis centrum in motu per$everare po$$e con$tat ; Si im- 1263. pre$$ione communi quacunque ferantur, per lineas rectas pa- rallelas inter $e, ut de $atellitibus Jovis & Saturni dictum , 1278. motus hic non turbabit motum circa centrum commune gra- vitatis, quod $olum directionem hanc $equetur; quia re$- pectu amborum corporum quie$cit. Corpora verò motu com- po$ito, ex hac impre$$ione & motu circa commune gravitatis centrum feruntur ; id e$t circa hoc tran$latum girantur, ut 190. circa idem quie$cens ante hujus motum. Si omnibus mo- mentis novæ impre$$iones, communes ambobus corporibus, in hæc agant, poterit omnibus momentis mutari via centri gravitatis, quæ mutatio $imilis erit illi, quam $ubirent cor- pora ip$a, $i motu re$pectivo carêrent.

[0699]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVI.

Exhi$ce deducimus, $i, dum Luna & Tellus circa commu- ne centrum gravitatis in gyrum moventur, ambæ proji- ciantur, viam centri gravitatis ex actione Solis, in utrum- que corpus agenti, illam e$$e, quam corpus, eodem modo projectum, c<007>rca Solem de$cribere po$$et.

_Unde $equitur_ Lunam motum Telluris turbare, & cen- 1281. trum commune gravitatis borum corporum de $cribere orbitam, circa Solem, quam buc u$que à Tellure <007>p$â de$criptam dixi- mus; _quia ad actionem Lunæ huc u$que non attendimus;_ Tellus _autem_ de$cribit curvam irregularem. 1282.

Po$ito Sole in S; $it, in F, centrum commune gravita- 1283. tis Lunæ Q & Telluris M, in Plenilunio: po$t integram Lu- TAB. XXIV. fig. 4. nationem, id e$t iterum in Plenilunio, $it hocce centrum in A; & $it FDA orbita, quam Telluris vocamus, & in qua memoratum centrum gravitatis reverâ movetur.

Sit Lunatio hæc divi$a in quatuor partes æquales; po$t primam centrum gravitatis erit in E, Luna in P, Tellus in L; lapsâ $ecundâ temporis parte, in Novilunio, centrum gravitatis erit in D, Luna in R, Tellus in I; in quadraturâ $equenti, centrum gravitatis erit in B, Luna in O, Tellus in H; tandem in Plenilunio po$ito centro gravitatis in A, Luna erit in N, Tellus in G: quæ omnia $equuntur ex re- volutione Telluris & Lunæ circa commune centrum gravi- tatis, dum hoc in orbitâ circa Solem movetur.

Videmus ergo Tellurem moveri in curvâ MLIHG, quæ in $ingulis Lunationibus bis inflectitur, quæ curva etiam in $e non redit, quia inflectiones, in variis revolutionibus circa Solem, non coincidunt; quia duodecim Lunationes cum tertiâ parte circiter $ingulis annis ab$olvuntur.

_Irregularitas_ hæc _motus Telluris_, quæ ex legibus Naturæ 1284. deducitur, _nimium e$t exigua, ut in ob$ervationibus A$tro-_ _nomicis $en$ibilis $it_; quare $ine errore ponimus, centrum ip- $um Telluris orbitam FDA percurrere; nam MF, aut DI, di$tantia maxima Telluris ab hac orbitâ, e$t circiter pars quadrage$ima di$tantiæ MR, quæ ip$a non e$t trecen- te$ima pars di$tantiæ FS.

Etiam, _in explicandis quæ Lunam $pectant, negligimus con-_ 1285. [0700]PHYSICES ELEMENTA _$iderationem motus Telluris, circa $æpius memoratum cen-_ _trum gravitatis; $ed ponimus banc revolvere ad di$tantiam_ _à centro Telluris 60. $emid_.; quia, ut antea demon$travi- mus , ad hanc di$tantiam, in $uo tempore periodico, re- 1253. volvere po$$et circa Tellurem quie$centem, aut tran$latam in orbitâ, in qua ex Lunæ actione non turbatur Tel- lus. Multo facilius hac methodo Lunæ irregularitates de- teguntur, quæ eædem $unt, ut facile patet, $ive Luna circa commune centrum gravitatis Lunæ & Telluris, $ive circa ip- $um Telluris centrum rotetur.

Sit Sol S; Tellus in T; Lunæ orbita AL B_l_; Tandem 1286. detur Luna in A in quadraturâ; per AS ver$us Solem ten- TAB. XXV. fig. 1. dit, eodem modo, & eâdem cum vi, qua Tellus, ver$us S per TS fertur; quia di$tantiæ AS & TS $unt æquales: repræ$entetur vis hæc per TS aut AS poterit vis, qua Lu- na conatur de$cendere per AS, re$olvi in duas, formato parallelogrammo ADST; ita ut Luna conetur moveri per AD & AT, viribus, quæ hi$ce lineis repræ$entantur .

192.

Vi per AD agenti, Luna eâdem cum celeritate, & ver- $us eandem partem cum Tellure fertur; propter lineas paral- lelas & æquales TS & AD; quare ex hoc motu relatioin- ter Lunam & Tellurem non mutatur; vis autem per AT cum gravitate _Lunæ in Tellurem_ con$pirat, & _augetur gra-_ 1287. _vitas_ hæc _ex actione Solis, quando Luna in quadraturis da-_ _tur: e$tque augmentum ad Telluris gravitatem in Solem, ut_ AT, _Lunæ di$tantia à Tellure, ad_ TS, _Telluris di$tantiam_ _à Sole_.

Manente _TS_, Telluris di$tantiâ à Sole, cre$cit & minui- 1288. tur augmentum _memoratum gravitatis_ in ratione _lineæ AT_, di$tantiæ Lunæ à Tellure.

Manente autem hac Lunæ di$tantiâ à Tellure AT, $i au- geatur TS minor erit AT re$pectu AS; ideo licèt non mu- taretur vis, qua Tellus & Luna ver$us Solem cadunt, aug- mentum minus erit, & eo minus, quo major e$t TS, id e$t, erit inver$è ut TS; vis autem gravitatis non manet, quando TS augetur, $ed minuitur; quare & eo re$pectu minuitur augmentum memoratum, & quidem in eâdem ratione cum [0701] [0701a] [0702] [0703]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVI. hac vi gravitatis; ideòque in ratione inver$a # ; quadrati di$- tantiæ TS ; $i hæc diminutio cum $tatim memoratâ con- 1208. jungatur, videmus _augmentum_, de quo agimus, _$equi ratio-_ 1289. _nem inver$am cubi di$tantiæ Telluris à Sole_.

_Manente Telluris à Sole di$tantiá, Lunæ gravitas in Tel-_ 1290. _lurem lentius in Quadraturis decre$cit, quàm pro ratione_ _inver$â Quadrati di$tantiæ à Telluris centro_; nam $i aug- mentum, in hoc ca$u, $equeretur inver$am hanc rationem quadrati di$tantiæ, quam $equitur gravitas ex Telluris actione , 1208. non turbaretur hæc ratio; augmentum verò cre$cit, dum gra- vitas ip$a minuitur; quare augmentum, quando di$tantia au- getur, $emper majus e$t quàm requiritur, ideòque diminutio minor.

Augmentum hoc determinatur _in mediis Lunæ à Tellure_ 1291. _& hujus à Sole di$tantiis:_ $int AT & TS hæ di$tantiæ mediæ; e$t _augmentum_ quæ$itum ad gravitatem Telluris in Solem ut AT ad TS ; _e$t_ etiam hæc gravitas Telluris in 1287. Solem _ad gravitatem Lunæ in Tellurem_, (quia corpora hæc hi$ce gravitatibus in orbitis retinentur) directè ut TS ad TA, & _inver$è ut quadrata temporum periodicorum Tellu-_ _ris circa Solem & Lunæ circa Tellurem :_ e$t idcirco aug- 237. 1236. mentum quæ$itum ad gravitatem Lunæ in Tellurem, in ra- tione compo$itâ, ex hi$ce rationibus; _id e$t_, in ratione me- moratâ inver$â temporum periodicorum Telluris & Lunæ, cæteris rationibus $e$e mutuo de$truentibus. Tempora hæc dantur & $unt inver$è horum quadrata _ut_ 1. _ad_ 178,73.

Sit nunc Luna in L, in quo $itu Sol Lunam & Tellurem, 1292. per eandem lineam, ad $e trahit, $ed non æqualiter; Lunam TAB. XXV. fig. 1. majori cum vi, quia minus ab illo di$tat: differentia harum virium e$t vis, qua Luna à Tellure retrahitur, & qua gravi- tas Lunæ in Tellurem minuitur.

Vires, quibus Luna in L, & Tellus in T, ver$us Solem tendunt, $unt inter $e ut quadrata linearum ST & SL , 1208. & differentia virium, id e$t vis turbans, ad vim qua Tellus ver$us Solem de$cendit, ut differentia horum quadratorum ad quadratum lineæ LS, id e$t, quam proximè, ut dupla LT ad LS aut TS; nam hæ lineæ parum admodum inter [0704]PHYSICES ELEMENTA $e differunt; & _differentia quadratorum, quorum radices pa_- 1293. _rum inter $e differunt, e$t $ervatâ proportione dupla illius_, _quæ inter radices datur_.

Si ergo TS, ut antea, repræ$entet vim, qua Tellus ver- $us Solem de$cendit, L _l_ repræ$entabit vim turbantem & gravitatem minuentem, dum in quadraturis vis turbans per AT repræ$entatur .

1286.

Detur Luna in _l_; iterum cum Tellure, per eandem li- 1294. neam, à Sole attrahitur; $ed quia Tellus minus di$tat, cele- rius hæc ver$us Solem movetur ; ita ut deturvis, quæ Tel- 1208. lurem à Lunâ $eparat, differentia nempe virium Lunam & Tellurem trahentium; quæ vis cum gravitate Lunæ in Tel- lurem contrariè ag<007>t, & hanc minuit; eodem modo ac ex majori gravitate Lunæ in Solem, po$itâ illâ in L, demon- $tratum fuit. In L _l_ etiam vis $eparans à vi $eparante in L vix differt; hæc enim ut vidimus proportionalis e$t differentiæ quadratorum linearum TS & LS, & illa, ut $imili demon- $tratione evincitur, differentiæ quadratorum linearum _l_ S & TS; quæ differentiæ, propter exiguam L _l_ re$pectu TS, vixinter $e differunt; ita ut vis, quæ minuit gravitatem Lunæ in _l_ etiam repræ$entetur per L _l_.

_Major_ tamen _paululum e$t vis perturbans in conjunctione_ in 1295. L, _quam in oppo$itione_ in _l_; nam po$itis differentiis æqua- libus inter radices, quadrata $ervata proportione, eo magis differunt, quo minora $unt; & $ic $ervatâ proportione magis differunt vires in L & T quam in T & _l_, quæ etiam mi- nores $unt .

1208.

Concludimus exhis, _vim quæ in Syzygiis gravitatem Lunæ_ 1296. _minuit, duplam e$$e illius, quæ banc auget in quadraturis_; _nempe_ ut L _l_ ad AT. Quare in Syzygiis, Lunæ gravitas ex actione Solis minuitur parte, quæ e$t adtotam gravitatem, _ut_ 1. _ad_ 89, 36; nam in quadraturis augmentum gravitatis e$t ad ip$am, ut I. ad 178,73. .

1291.

_In Syzygiis vis perturbans_ $equitur eandem proportionem 1297. cum $emi$$e hujus, id e$t cum vi perturbante in quadratu- ris ; _e$t_ ergo _directè ut di$tantia Lunæ à Tellure , & in_- 1296. 1288. _ver$è ut cubus di$tantiæ Telluris à Sole_ .

1289. [0705]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVI.

_In Syzygiis gravitas Lunæ in Tellurem, in rece$$u illius_ 1298. _ab bujus centro, magis minuitur, quam juxta rationem in_- _ver$am quadrati di$tantiæ, ab hoc centro_; in hac enim ra- tione minueretur, $i vis ablatitia perturbans eandem $eque- retur rationem; cùm autem hæc contra cre$cat, quando di$- tantia augetur $emper diminutio major e$t, quam juxta hanc 129@. rationem.

Tandem $it Luna in F, loco quocunque intermedio inter 1299. Quadraturam & Syzygiam, ver$us Solem trahitur per FS, TAB. XXV. à quo cùm minus di$tet, quàm Tellus T, majori cum vi fig. 1. quàm Tellus trahitur: Sit vis, quâ Luna ad Solem tendit, ad vim, quâ Tellus ad eundem fertur, ut FM ad TS, quæ etiam in præcedentibus, eandem Telluris gravitatem de$ignat. Formetur Parallelogrammum FHMI, cujus dia- gonalis $it FM, & cujus latus FH $it parallelum, & æqua- le, lineæ TS. Motus Lunæ ver$us Solem re$olvitur in duos, unum per FH, alterum per FI; & hæ lineæ de- $ignant vires quibus Luna per ip$as moveri conatur . Mo- 192. tus per FH communis e$t Lunæ & Telluri, quæ, æquali vi per lineam huic parallelam, etiam ad Solem tendit; ita ut, hoc motu Lunæ, hujus $itus re$pectu Telluris non mute- tur, & vis perturbans $it $olus motus per FI.

Propter immen$am Solis di$tantiam, pars MS lineæ MF exigua e$t re$pectu totius, & angulus FST, ubi maximus e$t, ut AST, vix $extam unius gradus partem $uperat; un- de $equitur, lineas MI & SN admodum e$$e vicinas, punc- taque I & N vix di$tare, & $ine errore $en$ibili po$$e con- fundi; qui tamen error, quantumvis $it contemnendus, in con$ideratione integræ revolutionis, compen$atur errore contrario, po$itâ Lunâ in E. Vis ergo perturbans de$ignatur per FN.

Notandum, _quando lineæ ES $ola pars EF con$ideratur_, 1300. _hane pro parallelâh aberi lineæ L l_, propter exiguum angu- lum, quem hæ lineæ efficiunt.

Ex puncto N ducatur perpendiculum NQ ad lineam 1301. FT, continuatam $i nece$$e fuerit, per quam Luna in Tel- lurem gravitat; & con$truatur parallelogrammum FPNQ rec- [0706]PHYSICES ELEMENTA tangulum; concipiamus vim per FN re$olutam in duas, per FQ & FP agentes, & hi$ce lineis repræ$entatas : Vi, per 192. FQ, vis gravitatis minuitur, in ca$u hujus figuræ, augetur quando punctum Q inter F & T cadit; vi autem per FP Luna in orbitâ trahitur ver$us Syzygiam vicinam L, & ac- celeratur aut retardatur Lunæ motus, pro ut vis hæc cum motu Lunæ con$pirat, aut contrariè agit.

In viciniis Syzygiæ minuitur Lunæ gravitas, & linea FQ, quæ diminutionis hujus proportionem $equitur, minuitur recedendo à Syzygiâ donec evane$cat, ad di$tantiam ab hac 54. gr. 44′.; ad majorem Lunæ à Syzygiâ di$tantiam Q inter F & T cadit, & ex Solis actione gravitas Lunæ in Tellurem augetur.

Vis per FP in Syzygiâ L nulla e$t, recedendo ab hac au- getur ad octantem u$que, punctum medium inter Syzygiam & Quadraturam, minuitur iterum donec in B et<007>am nulla $it.

Inter B & _l_ aut _l_ & A, motus perturbantes eodem mo- 1302. do determinantur, ac in parte oppo$itâ inferiori ALB or- bitæ ; in E & F æqualis e$t gravitatis diminutio, & in illo $itu æquali vi in orbitâ ver$us Syzygiam _l_ trahitur, quâ in F ver$us Syzygiam L pellitur.

Ex hi$ce $equitur, _in motu Lunæ à Syzygiâ ad Quadra-_ 1303. _turam_, inter L & B ut & _l_ & A, _gravitatem Lunæ in_ _Tellurem continuò augeri & Lunam in motu continuò retarda_- _ri. In motu_ autem _à Quadratur â ad Syzygiam_, inter B & 1304. _l_ ut & A & L, _minuitur omnibus momentis Lunæ gravitas_, _& bujus motus in orbitâ acceleratur_.

Determinantur vires à quibus e$fectus hi pendent, conferen- do has cum vi notâ, quâ gravitas in Quadraturis augetur , & 1291. quæ per Lunæ di$tantiam à centro Telluris repræ$entatur.

Lineæ MI, HF, ST, ex con$tructione $unt æquales; 1305. ideò, cùm puncta I & N confundantur, MN valet ST, & MS æqualis e$t NT. Lineæ MF & ST repræ$entant vires, quibus Luna in F & Tellus in T ver$us Solem S feruntur; $unt ergo ut quadratum lineæ TS ad quadratum lineæ FS ; 1208. quare, cùm FG $it differentia harum linearum, differunt inter $e FM & TS duplâ GF , & addendo GF li- 1293. [0707]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVI. neæ FM, differentia inter GM & TS, id e$t MS, erit tripla lineæ FG; quantum ergo etiam valet NT: FE autem e$t dupla FG ; ideò NT ad FE ut tria ad duo.

1300.

Continuetur FT, $i nece$$è fuerit, & ad hanc, ex E, ducatur perpendicularis EV; triangula EVF, & NQT, rectangula, erunt $imilia, propter angulos alternos VFE 1300. & QTN : Idcirco NT ad FE, id e$t, tria ad duo, ut NQ, æqualis FP, ad EV; quæ ergo proportionalis e$t duabus tertiis partibus vis, quæ exprimitur per FP; $ed EV e$t $inus anguli ETV ad centrum, dupli anguli EFV ad circumferentiam, æqualis angulo FTL, di- $tantiæ Lunæ à Syzygiâ. Idcirco, _ut radius_, TA, aut 1306. TE, _ad $e$qui-$<007>num duplæ di$tantiæ Lunæ à Syzygiâ_, nempe FP, _ita augmentum gravitatis in quadraturis_, quod radio TA de$ignatur, _ad vim, quæ motum Lunæ in_ _orbitâ accelerat aut retardat_.

Computatio diminutionis gravitatis, &, in minori di$tantiâ à Quadraturis, hujus augmenti, exii$dem principiis deducitur.

Repræ$entatur hæc diminutio lineâ FQ, quæ valet QT, minus radio; $ed ex con$ideratione triangulorum $tatim me- moratorum $e$qui VF, valet QT; ideò $e$qui VT plus dimidio radio de$ignat diminutionem gravitatis quæ$itam; & _radius e$t ad $ummam aut differentiam $e$qui co-$inus duplæ_ 1307. _di$tantiæ Lunæ à Syzygiâ & dim<007>dii radii, ut augmentum_ _gravitatis in Quadraturis ad diminutionem, aut augmentum_, _gravitatis in $itu Lunæ de quo computatio initur_.

Differentiâ co-$inus à dimidio radio utimur, quando an- gulus, cujus e$t co-$inus, angulum rectum $uperat; quia in hoc ca$u utimur co-$inu complementi anguli ad duos angu- los rectos; quando in hoc eodem ca$u $e$qui co-$inus, quo utimur, $emi-radium $uperat, quantitas detecta e$t addititia, id e$t, gravitatem auget, quod ubique inter Quadraturam & 35. gr. 16′. ab hac obtinet.

_Vires hæ, quæcunque fuerint orbitæ Lunaris figura, exactè_ 1308. _determinantur_; nam conferuntur cum augmento gravitatis in Quadraturis, po$itâ Lunâ in Quadraturâ ad eandem di$tan- tiam à Tellure, ad quam reverâ datur in loco de quo agitur; [0708]PHYSICES ELEMENTA augmentum vero hoc in omni Ca$u detegitur .

1291. 1288.

Licèt extra $copum hujus operis $it, computum, motus Lunæ 1289. tradere, nece$$è duxi breviter exponere, quâ methodo vires, quibus Luna regitur, detegantur; quia eo facilius effectum generalem virium concipimus, quo exactius ip$as novimus.

Ut nunc motum Lunæ examinemus, $ingulatim hujus va- riæ irregularitates perpendendæ $unt, quod ut $ine confu$io- ne fiat, varias removemus irregularitates & concipimus Lu- nam, in circulo motam circa Tellurem, in quâ curvâ reti- neri po$$e ex gravitate con$tat . Ex actione Solis turba- 241. 1208. 1309. tur hic motus, & _orbita magis convexa e$t in Quadraturis_ _quàm in Syzygiis_. Curvæ, à corpore vi centrali de$criptæ, convexitas eo major e$t, quo vis centralis majori cum vi cor- pus omnibus momentis ex viâ detorquet; etiam eo major e$t, quo corpus lentius movetur, quia vis centralis diutius a- gens majorem edit effectum in inflectendâ corporis viâ. Ex cau$is contrari<007>s minuitur convexitas curvæ. Ambæ con- currunt in augendâ orbitæ convexitate in Quadraturis , & 1303. hac minuendà in Syzygiis .

1304.

Ex his $equitur circularem orbitæ Lunaris figuram in ova- lem mutari, cujus major axis per Quadraturas tran$it; ut partes magis convexæ in Quadraturis dentur. Quare _Luna_ 1310. _minus à Tellure in Syzygiis, magis in Quadraturis di$tat_; & non mirum Lunam ad Tellurem accedere, dum gravitas hujus minuitur; quia acce$$us non e$t effectus immediatus hujus diminutionis, $ed inflectionis orbitæ ver$us Quadraturas.

Motus Lunæ, $ublatâ Solis actione, non e$t in circulo, $ed in Ellip$i, cujus focorum alter cum Telluris centro coincidit ; 967. 241. 1208. nam orbita Lunæ e$t excentrica & vi gravitatis in hac retinetur.

Demon$trata ergo non exactè ad motum Lunæ applicari po$$unt; cùm autem vires, quæ deviationes explicatas gene- rant, in Lunam reverâ agant, Ellip$is, quam Luna $ub- lato Sole de$criberet, mutatur, &, _cæteris paribus, propo_- 1311. _$itiones n_. 1309. 1310. _ad Lunæ motum applicari po$$unt_.

_In Quadraturis & Syzygiis_, vis perturbans, cum vi gra- 1312. vitatis ver$us Tellurem, in eâdem lineâ agit ; ideòque vis 1286. 1292. quæ continuò in Lunam agit, & hanc in orbitâ retinet, ad cen- 1294. [0709]MATHEMATICA LIB. VI. CAP. XVI. trum Telluris dirigitur, & _Luna de$cribit areas, lineis ad_ hoc _centrum ductis, temporibus proportionales_ .

225.

_In aliis orbitæ punctis_, ut F, præter vim, quæ in Lineâ 1313. FT agit, datur & alia, cujus directio ad FT e$t perpendi- TAB. XXV. fig. 1. cularis , quæ hìc per FP repræ$entatur: directio vis ex 1301. ambabus compo$<007>ta dirigitur paululum ad latus lineæ FT, & non tendit ad Telluris centrum ; quare _areæ lineis ad cen_- 190. _trum Telluris ductis non $unt exactè temporibus proportiona_- _les_ . In octantibus FP e$t omnium maxima; & vis, quæ 226. per hanc lineam repræ$entatur, e$t ad gravitatem Lunæ ver- $us Tellurem, in hoc puncto, in mediis Lunæ & Solis di- 1306. 1307. $tantiis, ut 1. ad 119,49. ; quare directio vis compo$itæ, ex actionibus Solis & Telluris in Lunam, cum lineâ FT effi- cit angulum circiter $emi gradus.

Variis irregularitatibus aliis $ubjicitur motus Lunæ, ita ut, curvam omnino irregularem de$cribat; quam ut computa- tionibus, quantum fieri pote$t exacti$$imis, $ubjiciant, ad _El_- 1314. _lip$in_ reducunt _A$tronomi_, quam _variis motibus agitatam_, _etiam mutabilem, concipiunt, ne Luna banc de$erat_.

Circa vires centrales notavimus, corpus non de$cribere Ellip$in, $i vis centralis, qua in orbitâ retinetur, in aliâ ra- tione decre$cat, quam in ratione inver$â quadrati di$tantiæ; curvam tamen $æpe po$$e reduci ad Ellip$in mobilem : cir- 243. ca quod notandum _Ellip$in, in_ hoc motu, _circa focum rotari_, 1315. _& motum Ellip$eos dirigi ver $us eandem partem, cummotu cor_- _poris in bac, quando vis centralis celerius decre$cit quàm_ _pro ratione inver$â quadrati di$tantiæ. Si_ autem _vis cen_- 1316. _tralis tardius decre$cat in rece$$u à centro, Ellip$is in con_- _trariam partem fertur_; ut hæc Mathematicâ demon$tratio- ne con$tant.

Ex hi$ce $equitur, Lunæ orbitam ad Ellipticam referri non po$$e, ni$i quatuor motibus $ingulis revolutionibus hanc agi- tatam concipiamus; id e$t, ni$i linea A p$idum, quæ per cen- trum Telluris tran$it, bis progrediatur, & bis regrediatur.

_Progrediuntur Ap$ides Lunâ in Syzygiis ver$ante_ aut po- 1317. tius in motu Lunæ, inter puncta a Syzygiis 54. gr. 44′. dif- 1315. 1298. 1307. tantia . _In Quadraturis_, & inter puncta ab his di$tantia 35. 1318. [0710]PHYSICES ELEMENTA gr. 16′, _Ap$ides regrediuntur_, id e$t in antecedentiâ moventur .

1316. 1290. 1307.

Vires à quibus _progre$$us_ & regre$$us _Ap$idum_ pendent 1319. $unt vires motum Lunæ turbantes, antea explicatæ ; ideo, cùm vis turbans in Syzygiis, $it dupla vis turbantis in Qua- draturis , progre$$us, _integrâ con$ideratâ Lunæ revolutione_, 1296. _regre$$um $uperat, cæteris paribus_.

In circulo, cujus centrum in centro virium datur, diminu- tio vis, in rece$$u à centro, nullum edit effectum; quia in hac lineâ non à centro recedit corpus; Idcirco effectus di- minutionis hujus e$t eo major, quo à tali circulo magis di$- fert curva, quam corpus de$cribit.

In orbitâ Ellipticâ, cujus Focorum alter cum virium cen- tro coincidit, curvatura _in Ap$idibus_ omnium maximè à tali 1320. circulo differt, & _effectus diminutionis vis in rece$$u à vi_- _rium centro, e$t omniùm maximus. Si orbita hæc parum fue_- 1321. _rit excentrica, in extremitatibus axeos minoris_ parum ad- modum à circulo memorato differt Ellip$is, & _diminutionis_ _effectus e$t omnium minimus_.

_Progre$$us, & regre$$us, Ap$idum_ pendent à proportio- 1322. ne, juxta quam decre$cit vis gravitatis recedendo à Tel- luris centro ; _e$t_ ideò _effectus diminutionis vis centralis_.

1315. 1316.

Varias $ubit mutationes explicatus Ap$idum motus; _om_- TAB. XXV. _nium celerrimè progrediuntur Ap$ides, in Lunæ revolutione_, fig. 2. _po$itâ Ap$idum lineâ in bis ; & in boc ip$o ca$u omnium lenti$_- 1323. 1317. 1322. _$imè_, in eâdem revolutione _remeant_ ; quia, propter exiguam 1320. Lunæ excentricitatem, parum, ab extremitatibus axeos mi- 1318. 1322. 1321. noris orbitæ di$tant Quadraturæ.

Po$itâ lineâ Ap$iaum in Quadraturis, omnium minimè in 1324. Syzygiis in con$equentiâ feruntur Ap$ides ; celerrimè au- TAB. XXV. fig. 3. tem redeunt in Quadraturis ; &, in boc ca$u, in integrâ 1317. 1322. _Lunæ revolutione, regre$$us progre$$um $uperat_.

1321. 1318. 1322.

Dum Tellus in orbitâ transfertur, linea Ap$idum $ucce$- 1320. $ivè omnes acquirit $itus re$pectu Solis; quare _plurimis re_- 1325. _volutionibus Lunæ $imul con$ideratis progrediuntur Ap$ides_ , 1319. & ex ob$ervationibus con$tat, in $patio circiter octo anno- rum lineam Ap$idum integram peragere revolutionem.

Orbitæ excentricitatem etiam incon$tantem e$$e diximus.

[0711]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVI.

_Augetur corporis excentricitas, $i vis centralis_, continuâ 1326. diminutione, _celerius quàm ante decre$cat_, dum corpus ab Ap$ide imâ ad Ap$idem $ummam transfertur; tunc enim, om- nibus momentis, minus trahitur, quam $i vis non decre$ceret; & ideò magis recedit. Augetur etiam eâdem orbitæ excentri- citas, in eodem ca$u, in motu ab Ap$ide $ummâ adimam, quia in hoc ca$u, acce$$u ad centrum, celerius cre$cit vis, quo ma- gis ver$us centrum de$cendit corpus; ita ut in utroque ca$u differentia inter maximam & minimam di$tantiam à centro vi- rium, major fiat, ideòque excentricitas augeatur. Simili ratio- 1327. cinio patet _excentricitatem minui, quando vis centralis_ auge- tur, in motu corporis ab Ab$ide imâ ad $ummam, & quando hæc minuitur in motu ab Ap$ide $ummâ ad imam, id e$t quando _lentius decre$cit, quàm ante, inrece$$u à centro_.

Hi$ce ad motum Lunæ applicatis, patet: _Orbitæ excentrici_- 1328. _tatem, $ingulis revolutionibus, varias $ubire mutationes. E$_- 1329. _$eomnium maximam, po$itâ lineâ Ap$idum in Syzygiis_; quia, vi- ribus in Ap$idibus collatis, celerius decre$cunt quàm pro ra- tione inver$â quadrati di$tantiæ , unde augmentum hoc $e- 1298. quitur , quod in hoc $itu prævalet . _Orbitam_ verò _omnium_ 1326. _minimè e$$e excentricam, ver$ante lineâ Ap$idum in Quadra_- 1320. _turis_, prævalente diminutione excentricitatis .

1290. 1327.

Lunam diximus moveri in plano ad Eclipticæ planum in- 1321. clinatum; lineam Nodorum rotari in antecedentiâ ; & in- 970. con$tantem e$$e Orbitæ inclinationem ; effectus hi ex actio- 969. ne Solis in Lunam etiam deducuntur.

Propter exiguam orbitæ Lunaris inclinationem, vires quas huc u$que in plano Eclipticæ agentes non attendendo ad or- bitæ inclinationem con$ideravimus, $ine $en$ibili errore, ad orbitæ planum, referuntur, & Luna, in hoc, motibus ante explicatis $ubjicitur: _Sed datur vis, quæ Lunam ex plano or_- 1330. _bitæ removet_; ita ut hoc planum agitatum concipere debea- mus, ne Luna orbitam de$erat .

1314.

Sit Luna in F; attendendo ad illa, quæ de actione Solis 1331. $uperius dicta $unt , liquet planum parallelogrammi FHMI TAB. XXV. fig. 1. per lineam TS tran$ire, quæ centra Solis & Telluris jungit; 1299. ideòque in plano Eclipticæ datur; ita ut punctum N, ad quod dirigitur vis FN turbans ex actione Solis, in hoc pla- no detur.

[0712]PHYSICES ELEMENTA

Repræ$entetur hæc eâdem vis per FI; in F ad orbitæ pla- 1332. num detur perpendicularis FR & concipiatur parallelogram- TAB. XXV. fig. 4. mum FRI _i_, cujus latus F _i_ in plano orbitæ detur, & cujus diagonalis $it FI; vis turbans per F I re$olvitur in duas, per FR & F _i_, quas hæ lineæ repræ$entant , & quarum hæc in 192. plano orbitæ agit: ita ut ad hanc debeamus referre, quæ $pec- tant vim turbantem, de qua in n. 1299. egimus; lineæ enim F _i_ & FI vix differunt, & planum parallelogrammi FRI _i_ ad pla- num orbitæ Lunaris e$t perpendiculare.

Determinanda e$t linea FR, quæ repræ$entat vim, quæ ad 1333. planum orbitæ perpendiculariter agit, & Lunam ex hoc plano removet; relatio autem lineæ FR aut I _i_ ad radium ET, e$t ratio vis turbantis, de qua hìc agitur, ad augmentum gravita- tis in Quadraturis .

1286.

In ca$u hujus figuræ in quâ linea Nodorum N _n_ in Quadra- 1334. turis ver$atur, detegitur FR; quia IT (quæ e$t NT fig. I.) datur , & quia IT ad I _i_ aut FR, ut radius ad $inum in- 1305. clinationis crbitæ.

Sed in omni ca$u determinanda e$t vis, quæ Lunam ex pla- 1335. no pellit; ponamus ideò lineam Nodorum tran$latam ad $itum M _m_, quo, cæteris manentibus, mutatur I _i_. Ad _m_ M con- tinuatam, $i nece$$e fuerit, dentur perpendiculares _i_ X & IX, quæ angulum efficiunt æqualem inclinationi plani orbitæ.

Ratio inter ET & I _i_, id e$t _ratio inter augmentum gravi_- 1336. _tatis in Quadraturis & vim_, quam quærimus, _quæ Lunam ex_ _orbitâ removet_, e$t compo$ita exrationibus lineæ ET ad TI, lineæ TI ad IX, & tandem lineæ IX ad I _i_. Prima e$t ra- tio inter radium & ter $inum di$tantiæ Lunæ à Quadraturâ ; 1305. $ecunda e$t ratio radii ad $inum anguli ITX, id e$t di$tantiæ Nodi à Syzygiâ; tertia tandem e$t ratio radii ad $inum incli- nationis orbitæ: & ratio ex his compo$ita, _e$t ratio cubi radii_ _ad ter productum $inu m di$tantiarum Lunæ à Quadratur â, &_ _Nodi à Syzygiâ, ut & inclinationis plani_. Ad hanc vim etiam re$erendus n. 1308.

_Vis hæc in Quadraturis nulla e$t_, quia punctum I cum 1337. puncto T, centro Telluris, coincidit, & evane$cit linea I _i_, li- neis FI & F _i_ concurrentibus, in plano orbitæ; quod etiam ex [0713]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVI. computatione memoratâ $equitur; evane$cente $inu di$tantiæ 1136. Lunæ à Quadraturâ; ideoque toto producto, quod per $inum hunc multiplicatur.

_Evane$cit_ idem hoc productum, & cum hoc _vis_, quam 1338. repræ$entat, evane$cente $inu di$tantiæ Nodi à Syzygiâ, id TAB. XXV. Fig. 5. e$t, _po$itâ lineâ Nodorum in Syzygiis_; etiam hoc ex eo de- ducitur, quod linea Nodorum N _n_ continuata per Solem tran- $it; quare Sol in ip$o plano orbitæ datur; ideoque Lunam, ni$i in hoc plano trahere non pote$t.

Vis _etiam_, quam examinamus, augetur in acce$$u Lunæ ad 1339. _Syzygiam, & in rece$$u Nodi ab hac_.

1336.

Sit P _p_ planum Eclipticæ; PA orbita Lunæ; ubi Lu- 1340. na ad A pervenit, id e$t paululum à Nodo rece$$it, ex plano TAB. XXV. Fig. 6. orbitæ removetur, & in $ecundo momento non per AB, con- tinuationem orbitæ PA, $ed per A _b_ fertur; quia per B _b_ ad planum Eclipticæ accedit; itaque movetur, qua$i ex Nodo ma- gis di$tante _p_ procederet. Unde patet _Nodos regredi, dum_ 1341. _Luna in orbitâ movetur_, quamdiu à Nodo recedit: etiam re- meant Nodi in acce$$u Lunæ ad Nodum oppo$itum; quia cùm Luna continuò ex orbitâ ver$us planum Eclipticæ pellatur, continuò ad punctum minus di$tans dirigitur, & citius ad No- dum pervenit, quàm $i tali motu non agitata eâdem celeritate in motu continua$$et.

Integram con$<007>derando Lunæ revolutionem, cæteris pari- 1342. bus, celerrimè in antecedentiâ moventur Nodi, ver$ante Lunâ in Syzygiis , deinde lentius atque lentius, donec 1339. quie$cant, ver$ante Lunâ in Quadraturis ,

1337.

Dum Tellus circa Solem rotatur, etiam non attendendo ad motum $tatim memoratum Nodorum, _linea Nodorum_ $uc- 1343. ce$$ivè omnes $itus po$$ibiles acquirit re$pectu Solis; &, _$in_- _gulis annis, bis per Syzygias, bis per Quadratur as tran_- _$it_.

Si _nunc_ plurimas con$ideremus Lunæ revolutiones, Nodi in 1344. integrâ revolutione celerrimè remeant, ver$antibus No- dis in Quadraturis ; dein lentius, donec quie$cant, po$itâ 1339. lineâ Nodorum in Syzygiis .

1338.

Hac eadem vi, qua Nodi moventur, mutatur etiam _orbitæ_ 1345. [0714]PHYSICES ELEMENTA _inclinatio; augetur in rece$$u Lunæ à Nodo; minuitur in_ _acce$$u ad Nodum_.

Angulus enim _bp_ L, minor e$t angulo APL, & eâdem 1346. de causâ continuo minuitur, & inclinatio major f<007>t; ubi autem TAB. XXV. fig. 6. Luna ad maximam di$tantiam à plano Eclipticæ pervenit, & ad Nodum oppo$itum accedit, continuò directio motus Lunæ ver$us planum Eclipticæ inflectitur, & minus ad hoc inclina- tur, quàm $i in orbitâ motum continuaret: $it N_pn_ planum Eclipticæ; curva N_n_ orbita Lunæ; vi qua Luna continuo ex hac removetur, mutatur Lunæ via, & percurrit curvam N_p_, quæ magis ad N_pn_ in N inclinatur, quàm in _p_; ita ut pla- ni orbitæ inclinationem bis mutatam concipere debeamus , dum 1314. à Nodo ad Nodum movetur Luna: ideòque quater _in $ingulis_ 1347. _Lunæ revolutionibus, bis minuitur, bis iterum augetur_.

_Po$itis Nodis_ N, _n, in Quadraturis_, vires quæ _in unicâ re-_ 1348. _volutione_ augent inclinationem, & hanc minuunt, $unt æqua- TAB. XXV. fig. 4. les inter $e; nam propter æqualem di$tantiam utriu$que Nodi à Syzygiis, vires inclinationem mutantes in ND & _n_E $unt æquales viribus, in punctis re$pondentibus, in D _n_ & EN; 1336. illis _inclinatio_ augetur, his minuitur ; diminutio anguli inclina- 1345. tionis ex primis $ecundarum actione in$tauratur, & hic _non_ _mutatur_. In motu memorato lineæ Nodorum re$pectu Solis, 1343. qui à $itu parallelo lineæ hujus pender, Nodus N ad Syzygiam E fertur. Ubi ex gr. linea Nodorum pervenit ad $itum M_m_, Luna in rece$$u à Nodis tran$it per Quadraturas N, _n_, in quibus vis, quæ inclinationem mutat nulla e$t , & in quo- 1337. rum viciniis omnium e$t minima : in acce$$u autem ad Nodos 1336. ubique Luna à Quadraturis di$tat, & vis major in hanc agit ; 1336. ideòque _integram con$iderando revolutionem_, augmentum 1349. anguli inclinationis $uperat hujus diminutionem ; id e$t au- 1345. getur ille angulus aut quod idem e$t _minuitur inclinatio_; quod ubique obtinet _in motu Nodorum à Quadraturis ad Syzygias_.

_Vbi ad Syzygias pervenêre Nodi, inclinatio plani orbi-_ 1350. _tæ e$t omnium minima_; nam _in motu Nodorum à Syzygiis ad_ 1351. _Quadraturas_, magis ac magis continuò inclinatur orbitæ pla- num; in hoc enim ca$u in acce$$u ad Nodum per Quadratu- ras tran$it Luna, in rece$$u ab his di$tat à Quadraturis, & _in in-_ [0715]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVII. _tegrâ Lunæ revolutione_, vis, quæ inclinationem auget, $upe- 1337. 1345. ratillam, quæ hanc minuit; idcirco _augetur inclinatio_; & e$t 1352. _omnium maxima ver$antibus Nodis in Quadr aturis_, ubi rer- minatur diminutio anguli à Plano orbitæ cum plano Eclipticæ formati .

1349.

_Omnes_, quos explicavimus, _errores in motu Lunæ paululum_ 1353. _majores $unt in conjunctione quàm in oppo$itione_.

1295.

Determinantur _vires omnes perturbantes_, detegendo ha- 1354. rum relationem cum augmento gravitatis in Quadraturis ; 1306. 1307. quare omnes easdem mutationes $ubeunt cum hoc augmento, 1336. id e$t, _$unt inversè, ut cubus di$tantiæ Solis à Tellure , qua_ 1289. _manente, $unt ut di$tantia Lunæ à Tellure . Omnes vires_ 1288. _perturbantes $imul con$iderando prævalet gravitatis diminu-_ 1355. _tio _; quod ex progre$$u Ap$idum immediaté $equitur; nam 1296. ex hoc patet, plurimis $imul con$ideratis revolutionibus, effe- 970. 1325. ctum diminutionis gravitatis $uperare effectum augmenti . 1317. 1318.

Ergo _motu Lunæ generaliter con$iderato, minuitur gra-_ 1356. _vitas Lunæ in Tellurem acce$$u Solis _; ideòque, cùm mi- 1355. 1354. nus à Tellure trahatur, ab hac magis recedit, quàm recederet, $i talis gravitatis diminutio non daretur; augetur ergo in hoc ca$u Lunæ di$tantia, etiam _tempus periodicum _; & tempus 1357. hoc _maximum e$t, ut & di$tantia Lunæ, cæteris paribus_, 224. _maxima, ver$ante Tellure in Perihelio _, quia omnium mi- 1354. nime à Sole di$tat.

CAPUT XVII. De Planetarum Figuris.

Si ad Planetarum figuras attendamus, talibus illos præditos detegimus, quæ ex ip$is, quibus $y$tema regitur, legibus $equitur; quod ordini mirabili, quem ubique ob$ervamus, ad- modum congruum e$t, nullas in Planetas agere vires ad hos de$truendos; id e$t _illam e$$e Planetæ, $ive primarii, $ive $e-_ 1358. _cundarii, figuram, quam acquireret, $i totus ex materiâ flui-_ _dâ con$taret_; quod Phœnomenis congruit.

Unde $equitur _Planetas omnes primarios, & $ecundarios_, 1359. _e$$e $phæricos;_ con$tant enim ex materiâ cujus particulæ in $e mutuo graves $unt ; ex qua mutuâ attractione figura 1206. 1207. [0716]PHYSICES ELEMENTA $phærica generatur, codem modo ac gutta fit $phærica ex aliâ partium attractione

34.

_Figura_ hæc _$phærica Planetarum ex motu circa Solem_, 1360. _aut $ecundariorum circa primarios, non mutatur;_ quia $ingu- læ particulæ eodem motu feruntur: motu autem circa axem mntationem figura $ubit, eo majorem, quo motus hic cele- rior e$t.

Sit PP axis Planetæ; E_e_ diameter Æquatoris, ad axem 1361. perpendicularis; detur canalis PCE fluido repletus; pon- TAB. XXV. dere $uo fluidum hoc ver$us C in utroque crure de$cendit, fig. 7. & non quie$cit, ni$i pre$$io in utroque crure æqualis $it. Si Planeta quie$cat, altitudo fluidi in utroque crure æqua- lis e$t : $i vero Planeta circa axem P_p_ rotetur, vi centri- 1359. fugâ omne liquidum in crure CE à centrò conatur rece- dere , quæ vis cum vi gravitatis contrariè agit ; ideò- 217. 223. que gravitatem minuit; ita ut æquilibrium non detur, ni$i CE $uperet CP. Tollamus nunc canalem, pre$$io latera- lis fluidi, ex quo Planeta con$tat, non mutat gravitatem ver- $us C, neque differentiam inter altitudines columnarum CE, CP; altior idcirco ubique e$t _Planeta_ in Æquatore, quam in 280. 1362. Polis, & _acquirit ex motu circa axem, figuram $phæroidis_ _depre$$i in Polis;_ elevatio enim continuò minuitur, acce- dendo ad Polum; quia vis centrifuga minuitur, propter immi- nutam di$tantiam ab Axe . 232

Si demon$trata cum Phœnomenis con$erantur, patebit quare omnia corpora $int Sphærica in $y$temate no$tro ; hanc 924. tamen figuram non e$$e exactam, & motibus circa axes paulu- lum mutari , licèt in pleri$que hoc ob$ervari non po$$it, ex 1362. ob$ervationibus Jovis & Telluris poterit deduci. _Fovis axem_ 1363. _breviorem e$$e diametro Æquatoris ob$ervarunt A$trono-_ _mi_; hic licet omnium Planetarum $it maximus, omnium ce- lerrimè circa axem rotatur , ideòque differentia hæc ob$erva- 962. ri pote$t.

_Elevatio Telluris, in Æquatore, à nobis determi-_ 1364. _natur_, quamvis fortè aliorum Planetarum incolis, $i dentur, non magis e$t $en$ibilis, quam nobis elevationes in Marte & Venere, quas non percipimus.

[0717]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVII.

Ponamus Tellurem fluidam, memoratam $phæroidem ac- 1365. quiret figuram ; $i cohæreant partes ver$us centrum, non co 1362. $itus aliarum mutari pote$t, neque mutabitur, $i in quibus- dam locis partes ad $uper$iciem u$que cohæreant inter $e; ita ut Maris $uperficies nece$$ario acquirat $phæroidem figuram ad Polos depre$$am. Cùm verò, parum tantùm, ubique lit- tora $upra Maris $uperficiem, eleventur, continentem eandem $equi figuram extra dubium e$t.

Ut nunc hanc men$uremus elevationem, id e$t quantum diameter Æquatoris, $uperet Axem, ad motum Telluris cir- ca hunc in $patio 23 ho. 56′. 4″. attendendum e$t; & $equen- 960. ti methodo, po$itâ Tellure homogeneâ computatio in$titui- tur.

Telluris peri$eria e$t pedum Rhenolandicorum 128202185.; 1366. ideò in uno minuto $ecundo temporis, punctum Æquatoris per- currit pedes 1488.; cujus arcus $inus ver$us e$t pedum o, 054, $patium quod in tali tempore ex vi centri$ugâ à corpore per- curri pote$t.

Gravitate corpus, in uno minuto $ecundo, ut antea jam vidimus, cadendo percurrit pedes 15, 607; Sed hæc experi- menta in$tituta $uere ad di$tantiam 48. gr. ab Æquatore E _e_, TAB. XXV. fig. 7. in pnncto A; vis centri$uga in E e$t ad vim centri$ugam in A, ut CE, aut CA, nam parum admodum differunt hæ lineæ, ad AB; $it vis hæ centrifuga A_b;_ ductâ perpen- diculari _ba_ ad CA continuatam, relolvatur vis per A _b_, in duas per A _a_ & _ab_; illâ $olâ minuitur gravitas, & e$t _Ab_ 192. ad vim illam minuentem, ut CA ad AB; propter $imilia trian- gula rectangula, A_ba_, & ABC, habentia in A angulos oppo$itos ad verticem æquales; e$t ideò vis centrifuga in Æ quatore, qua corpus in minuto $ecundo percurrit O, 054; ad vim, gravitatem minuentem in A, in ratione duplicatâ radii AC ad AB, co-$inum latitudinis AE, 48. gr.; ita ut ex hac vi minuente corpus in uno minuto $ecundo percurrat O, 0243.; quare, $i Tellus quie$ceret cadendo non percurreret pedes 15, 607., $ed pedes 15, 632; qua gravitate corpus $ub Polis cadit, quia puncta hæc non moventur. Ad Æquatorem vi centrifugâ per- currit corpus O, 054. & tantum cadit, in eodem tempore ab [0718]PHYSICES ELEMENTA altitudine pedum 15, 578.; unde patet gravitatem $ub Polis e$$e ad gravitatem $ub Æquatore, ut 289 ad 288.

Si $ig. 7. figuram Telluris repræ$entat, pondus columnæ liquidi CE erit ad pondus columnæ liquidi CA, quie$cente Tellure, ut 289 ad 288; aliter enim, motâ Tellure, æqui- librium non dabitur; quia pars {1/259} columnæ CE vi centrifu- gâ $u$tinetur; decre$cit enim vis centrifuga accedendo ad cen- trum in ratione di$tantiæ, in qua etiam ratione decre$citgra- 232. vitas , ita ut in $ingulis columnæ punctis eadem pars ponde- 1233. ris $u$tineatur, quàm ver$us $uper$iciem.

Ex his deducimus _altitudinem_ CP, _ad Polum, e$$e ad alti-_ 1367. _tudinem_ EC, _ad Æquatorem, ut_ 229 _ad_ 230; po$itâ enim hac ratione inter Axem & Æquatoris diametrum, $ide gravita- tibus in locis P & E, Tellare quie$cente. computatio inea- tur, deteguntur e$$e inter $e, ut 1121, 71. ad 1120, 71.; quæ ra- tio ubique obtinet in punctis re$pondentibus, id e$t quæ di$tant à centro ut CP ad PE; quia in utroque crure decre$cit gra- vitas in ratione di$tantiæ à centro . Pondus habetur multi- 1233. plicando materiæ quantitatem per gravitatem; nam in utriu$que ratione cre$cit pondus: multiplicando 1121, 71. per 229, & 1120. 71 per 230. producta $unt inter $e, ut 288. ad 289.; quæ e$t ratio ponderum ante detecta. Diameter media Tellu- ris e$t 3400669 perticarum , ideò axis PP e$t 3393261, & 976. diameter Æquatoris E_e_ 3408078. perticarum, quæ Axem $uperat perticis 14817, parte nempe {1/230}, & Æquator magis 1368. _elevatur perticis_ 7408, 5.

In hac computatione, ut monuimus, Tellurem homogeneam 1369. habuimus; $i autem magis den$a $it ad centrum, materia quæ adji- citur poterit haberi pro corpore $eparato, à cujus centro pun- cta P & E inæqualiter di$tant, & in quod ideò diver$am gravitatem habent corpora in P & E; & di$$erentia eo ma- 1266 jor erit, quo hæ di$tantiæ magis differunt: & etiam erit eo major re$pectu totius gravitatis, quo materiæ quantitas adje- cta, aut quod idem e$t, den$itas ver$us centrum major e$t.

Magis inter $e differre vires gravitatis in Polis & Æquarore, quàmparte {1/289}, collatis experimentis ad varias Æquatoris di$tan- tias, ope pendulorum in$titutis, con$tat, quibus vires gravitatis [0719]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XVII. inter$e conferri po$$e vidimus ; & differentia quæ revera datur 164. 165. fere dupla e$t illius, quæ computatione detegitur; unde $e- quitur _elevationem Æquatoris fere duplam e$$e illius, quam_ 1370. _determinavimus 7408, 5. perticarum _.

1368.

Si nunc ad $phæroidem figuram Telluris attendamus, vide- mus _gravia non directe tendere ad centrum Telluris_, ni$i 1371. in Polis & Æquatore, _$ed ubique perpendiculariter ad $u-_ _perficiem_ Sphæroidis; nam liquidum non quie$cit, ni$i $upre- ma $uperficies cum directione gravium angulum rectum $or- met ; & $phæroidis figura formatur à fluidi quie$centis $uper- 272. ficie. Hanc eandem gravium directionem etiam directè dedu- 1372. cimus ex vi centri$ugâ. Corpus in A gravitate tendit ad C, TAB. XXV. fig. 7. vi centrifugâ fertur per A_b;_ vis hæc in puncto A e$t ad gravitatem per AC., ut I. ad 430, 8.: formato parallelogrammo lateribus AC & A_b_, po$itis his inter $e, ut 430, 8., ad I., dia- gonalis de$ignabit directionem gravium , formantem exiguum 190. angulum cum lineâ AC. Vis per A_b_ cre$cit acce$lu ad Æqua- torem, quo angulus hic augetur, $ed minuitur, propter au- ctum angulum CA_b;_ ita ut in Æquatore, ubi vis centri$uga e$t maxima, directio gravium cum EC coincidat: in Polo co- incidit cum PC; quia vis centri$uga nulla datur.

In hac figurâ $phæroidis _determinatur latitudo loci angu-_ 1373. _lo_, ut ACE, _quem cum Æquatore efficit linea, ex loco ad_ _centrum ducta_. Divi$o toto arcu PAE, hac methodo, in partes nonaginta, id e$t in gradus, facile patet _accedendo ad_ 1374. _Polum, gradus in$uperficie augeri;_ $ed hæc adeò exigua e$t differentia, ut, in men$urandis gradibus non admodum di$tanti- bus, detegi non po$$it; quia error ex fabricâ, & u$u in$trumento- rum, differentiam hanc $uperat. Inde differunt paululum inter $e gradus men$urati ad au$trum & boream Galliæ, ut & in Angliâ, & medius e$t omnium minimus; quare _ex men$u-_ 1375. _ris_ his _de Telluris figurânil concludi pote$t_.

CAPUT XVIII. Motus Axeos Telluris Explicatio Phy$ica.

Lunæ Nodos regredi, id e$t in antecedentiâ moveri , & or- 1341. bitæ inclinationem mutationibus e$$e obnoxiam , demon- 1347. [0720]PHYSICES ELEMENTA $travimus; concipiamus varias dari Lunas, ad eandem di- $tantiam, æqualibus temporibus, circa Tellurem revolventes, in plano ad planum Eclipticæ inclinato; $ingulas ii$dem moti- bus agitari clarum e$t: concipiamus numerum Lunarum auge- ri, ita ut $e$e mutuo tangant, & annulum, cujus partes cohæ- rent, forment; dum annuli pars una trahitur, ut inclinationem augeat, pars altera motu contrario agitatur, ad inclinationem minuendam ; Vis major in hoc ca$u prævalet, id e$t, _in mo-_ 1376. _tu lineæ Nodorum à Quadraturis ad Syzygias annuli incli-_ 1345. _natio minuitur in $ingulis hujus revolutionibus ; & e$t_ 1377. _omnium minima, ver$ante lineâ Nodorum in Syzygiis _. Con- 1349. tra, _augetur inclinatio dum linea Nodorum ex Syzygiis ad_ _Quadraturas transfertur ; & e$t omnium maxima, po$itâ_ 1378. _lineâ Nodorum in his. Linea Nodorum continuò in ante-_ 1351. _cedentiâ transfertur, ni$i in Syzygiis ubi quie$cit_. 1352. 1341 1344.

_Si quantitas materiæ in annulo minuatur, non mutantur_ 1379. _hujus motus;_ quia à gravitate pendent, quæ æqualiter in $in- gulas materiæ particulas agit .

1207.

_Si annuli diameter minuatur_, in ratione hujus diminutio- nis minuuntur motus , $ed nullus in totum evane$cit; & _ii$-_ 1354. _dem motibus agitatur_.

Concipiamus nunc Tellurem $phæricam; & in plano Æ- 1381. quatoris, cum plano Eclipticæ efficiente angulum 23. gr. 29′., annulum dari, in eodem tempore cum Tellure revolventem; minuatur hic ut Tellurem tangat, & cum hac cohæreat; hi$ce annulis motus memorati non tolluntur; nam cùm Tellus nul- lâ vi in determinato $itu retineatur, cedit impre$$ionibus annuli, cujus agitationes tamen minuuntur, ex auctâ materiâ moven- dâ, dum vis motrix eadem manet.

Ca$us hic revera extat, nam Telluris figura e$t $phærica, an- nulo in Æquatore circumdata, quo Tellus ad Æquatorem ma- gis elevatur , cujus annuli linea Nodorum e$t $ectio planorum 1370. Æquatoris & Eclipticæ. Unde $equentes deducimus conclu- $iones.

_In Æquinoctiis_ inclinatio Æquatoris _e$t_ omnium minima ; 1382. ideòque _Axeos inclinatio omnium maxima;_ nam cum plano 1377. Æquatoris angulum rectum efficit . Augetur inclinatio Æ- 1075. [0721]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XIX. quatoris, id e$t _minuitur Axeos inclinatio, donec Sol in_ 1383. _Solticiis detur, ubi hæc e$t omnium minima_, illa omnium 1377. maxima . Idcirco _bis in anno minuitnr Telluris Axeos in-_ 1384. _clinatio, bis in$tauratur_. Et _Sectio plani Æquatoris cum_ 1385. _plano Æclipticæ, quæ in Æquinoctiis quie$cit, per reli-_ _quum tempus in antecedentiâ movetur_.

1378.

Ad planum orbitæ Lunaris etiam inclinatur planum Æqua- 1386. toris; nam exiguum angulum illud cum Plano Eclipticæ e$$i- cit : ideò eodem modo in annulum agit Luna, quàm Sol; & 969. licèt illa minor $it, quia Sole multo minus di$tat, in annulum majorem exerit actionem. Quare etiam _ex actione Lunæ, bis_ 1387. _in $ingulis hujus revolutionibus mutatur, & bis in$tauratur_, _Axeos Telluris inclinatio_ ad Planum orbitæ Lunæ ; ideò- 1384. que _ad planum Eclipticæ: & in antecedentiâ fertur Sectio_ _Plani Æquatoris_ cum plano orbitæ ; ex quo motu tran$la- 1385. tio $ectionis illius plani _cum plano Eclipticæ_ nece$$ario $e- quitur.

_Mutationes inclinationis Axeosnimium $unt exiguæ, ut ob-_ 1388. _$erventur: tran$latio_ autem _lineæ Æquinoctiorum, & mo-_ 1389. _tus Axeos_, qui ex hac $equitur, cùm $emper ver$us eandem partem dirigantur, _tandem $en$ibiles $unt_; & ex his Phœno- mena antea explicata $equuntur.

1185. 1186. CAPUT XIX. De Æ$tu Maris.

Ut Æ$tum Maris ex principiis traditis explicemus, con$i- derandum e$t, Tellurem, ut & etiam omnia corpora in hujus viciniis, in Lunam gravitare ; ideò particulæ aqueæ, 1206. in Telluris $uperficie, quæ ver$us centrum Telluris tendunt, (hìc enim negligimus con$iderationem n. 1371.) cum hac ver- $us Lunam feruntur. Cùm etiam $olida Telluris ma$$a ad Lu- nam feratur, juxta leges, quæ locum haberent, $i omnis mate- 1126. ria ex quâ con$tat in centro coacta daretur; poterunt _demon-_ 1390. _$trata, in capite 16. de actione Solis in Lunam_, ver$us Tel- lurem cadentem, dum cum hac Solem petit, _applicari ad_ _actionem Lunæ in particulas aqueas in Telluris $uperfi-_ _cie_, cum Telluris ma$$a non cohærentes, $ed ver$us hujus [0722]PHYSICES ELEMENTA centrum tendentes, & cum hujus ma$$à, etiam ver$us Lu- nam continuò cadentes; quâ vi, ut vidimus , Tellus reti- 1280. netur in orbitâ, circa commune gravitatis centrum hujus & Lunæ.

Sit S Luna; ALB_l_ $uperficies Telluris, cujus ma$$a ad 1391. Lunam tendit, qua$i tota in T e$$et coacta; ex actione Lu- TAB. XXV. fig. 1. næ particulæ aqueæ A & B ver$us T majorem acquirunt gra- vitatem ; contra particulæ in L, _l_, ex gravitate amit- 1287. tunt . Unde deducimus, $i tota Tellus aquâ obtegatur, 1296. æquilibrium non dari, ni$i magis elevata $it hæc aqua, in punctis L & _l_, quàm in toto circulo ab his punctis 90. gr. di$tanti; & ideò per puncta A & B tran$eunti. Idcirco, _a-_ _ctione Lunæ, aqua adipi$citur figuram $phæroidis, forma-_ 1392. _tam ex revolutione ovalis circa Axem majorem, qui conti-_ _nuatus per Lunam tran$it_.

Ponamus Lunam in Æquatore; omnes Sectiones Telluris parallelæ ad Æquatorem, cùm etiam $phæroidis axi parallelæ $int , $unt ovales, quarum axes majores per Lunæ Meridia- 1392. num tran$eunt; unde $equitur, _Tellure quie$cente, in circulo_ 1393. _quocunque latitudinis, aquam magis elevari in Meridia-_ _no in quo Luna datur, & in Meridiano oppo$ito, quàm in_ _Locis intermediis_.

DEFINITIO.

DiesLunaris, _e$t tempus lap$um interrece$$um Lunæ à Me-_ 1394. _ridiano & acce$$um $equentem ad eundem_. Dies hæc in vi- ginti quatuor horas Lunares dividitur. Superat diem natura- lem 50. minutis.

Ex motu Telluris circa axem, $ingulis diebus Lunaribus, loca $ingula per Meridianum Lunæ & Meridianum oppo$irum tran- $eunt, id e$t bis ibi tran$eunt, ubi aquâ _ex actione Lunæ_ eleva- 1395. tur, & bis ubi ex eâdem actione deprimitur ; & $ic _in die lu-_ 1393. _nari Mare bis elevatur, bis deprimitur, in loco quocunque_.

Ex motu Telluris circa axem, continuò aqua elevata à Meri- 1396. diano Lunæ recedit; actione tamen Lunæ, Sphæroidis axis per Lunam tran$it; ideò agitatur continuo aqua, ut eleva- 1392. tio, ex motu Telluris, remota, infra Lunam in$tauretur. Ideò TAB. XXV. Fig. 6. ab A & B continuo ver$us L & _l_ $luit aqua. dum ex motu [0723]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XIX. Telluris elevatio ab L ver$us B & ab _l_ ver$us A fertur; id e$t, inter L & B, ut & inter _l_ & A, dantur duo motus contrarii, quibus aqua accumulatur; ita ut elevationes maximæ inter hæc pun- cta, ad latus Lunæ & puncti oppo$iti, dentur. Id e$t, in locis quibu$cunque _aqua maximè e$t elevata, duabus aut tribus_ 1397. _horis po$tquam Luna per Meridianum loci, aut Meridia-_ _num oppo$itum, tran$ivit_.

Elevatio ad partem Lunæ paululum excedit oppo$itam . 1398. Minuitur a$cen$us aquarum acce$$u ad Polum, in quo nulla 1390. 1295. aquarum agitatio datur.

1399.

Quæ de Lunâ demon$trata $unt, ad Solem applicari po$$unt; ideò, _ex actione Solis, $ingulis diebus naturalibus, bis e-_ 1400. _levatur Mare, bis deprimitur . Agitatio hæc multò minor_ 1401. _e$t_, propter Solis immen$am di$tantiam, _quàm quæ à Lunâ_ 1395. _pendet; ii$dem_ tamen _legibus $ubjicitur_. 1402.

Non di$tinguuntur motus ab actione Lunæ, & Solis, pen- 1403. dentes, $ed con$unduntur, & ex hujus actione _tantùm muta-_ _tur Maris $luxus lunaris: quæ mutatio $ingulis diebus va-_ 1404. _riat_, propter inæqualitatem inter diem Naturalem & diem Lu- narem .

1394.

_In Syzygiis_ elevationes, ex amborum Luminarium actioni- 1405. bus, concurrunt, & _magis elevatur Mare; minus ad$cendit_ Mare _in Quadr aturis;_ nam ubi aqua Lunæ actione elevatur, deprimitur ex actione Solis, & vice versâ. Idcircó, _dum Lu-_ 1406. _na à Syzygiâ ad Quadraturam tran$it, elevationes quotidia-_ _næ de die in diem minuuntur: augentur contrà in motu à_ _Quadraturâ ad Syzygiam. In Novilunio_ etiam, _cæteris pari-_ 1407. _bus, elevationes majores $unt, & quæ in eodem die $e$e_ _mutuò $equuntur, magis differunt, quàm in Plenilunio _.

1398. 1402.

_Elevationes maximæ & minimæ non ob$ervantur, ni$i$e-_ 1408. _cundâ, aut tertiâ, die po$t Novilunium, aut Plenilunium_, quia motus acqui$itus non $tatim ex attritu, & aliis cau$is, de- $truitur, quo motu acqui$ito ad$cen$us aquarum augetur, licèt minuatur actio quâ Mare elevatur: $imile quid circà calorem alibi demon$travimus.

1174.

Si nunc Luminaria ex Æquatoris plano recedentia con$idere- mus, videbimus _agitationem_ minui, & _minorem dari, prò 1409. [0724]PHYSICES ELEMENTA _majori luminarium declinatione_. Quod clarè patet $i hæc in Polis concipiamus; tunc enim Axis figuræ $phæroidis cum Axe Telluris coincidit; & omnes $ectiones ad Æquatorem paral- lelæ ad Axem $phæroidis $unt perpendiculares; ideòque cir- culares. Ita ut, aqua, in $ingulis circulis latitudinis, ubique eandem habeat elevationem; & $ic in motu Telluris non mutatur altitudo Maris in locis peculiaribus. Si ex Polo recedant Lumi- naria agitationem continuò magis ac magis augeri, facile vi- demus, donec omnium $it maxima, revolvente $phæroide cir- ca lineam ad Axem perpendicularem, po$itâ $phæroidis axe in plano Æquatoris.

Hinc liquet, quare _in Syzygiis, prope Æquinoctia, Æ-_ 1410. _$tus omnium maximi ob$ervantur_, ambobus Luminaribus in Æquatore aut prope hunc ver$antibus.

_Actiones Lunæ & Solis majores $unt, quo minus_ hæc cor- 1411. pora _à Tellure di$tant _; cùm autem minor Solis di$tantia 1354. 1390. detur, hoc ver$ante in $ignis au$tralibus, $æpe ambo Æ$tus ma- ximi Æquinoctiales in illo $itu Solis ob$ervantur; id e$t ante Æquinoctium Vernum & po$t Autumnale; quod tamen non $ingulis annis obtinet; quia ex $itu orbitæ Lunaris, & di$tan- tiâ Syzygiæ ab Æquinoctio variatio dari pote$t.

_In Locis ab Æquatore di$tantibus, rece$$u Luminarium ab_ 1412. _Æquatore, inæquales fiunt eju$dem diei elevationes_. Sit TAB. XXV. fig. 8. PP Telluris Axis; EE Æquator; L _l_ circulus latitudinis; AB axis $phæroidis figuræ, quam format aqua: quando locus in circulo L_l_, datur in L aut _l_, datur in eodem Meridiano cum axe $phæroidis & aqua e$t maximè elevata, in utroque ca$u; in L tamen magis quàm in _l_; nam CL $uperat C_l_, quæ lineæ altitudines aquarum, id e$t di$tantiæ à centro, men$urant: æquales hæ forent $i AL & B _l_ di$tantiæ ab axe $phæroidis forent æquales, minor autem e$t C_l_, quia B_l_ $uperat AL, quod ex inclina- tione Axeos $phæroidis ad Æquatorem oritur.

Quamdiù Luna ad eandem partem Æquatoris cum loco 1413. datur, _id e$t, ad partem lineæ CA continuatæ,_ aquæ eleva- tio maxima $ingulis diebus ob$ervatur, po$t tran$itum Lunæ per Meridianum Loci, _maxima enim datur elevatio, ubi locus_ _pervenit ad L;_ $i autem Æquator $eparet Lunam & locum, 1414. [0725]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XIX. _de quo agitur, id e$t $i detur illa ad partem lineæ CB conti-_ _nuatæ, aqua iterum in L, ad maximam pertingit altitudinem,_ _&,_ $ingulis diebus, maxima Maris datur elevatio, po$t tran$itum Lunæ per Meridianum oppo$itum.

Omnia quæ huc u$que fuere expo$ita, exacti$$imè obtine- rent, $i tota Telluris $uperficies Mare obtegeretur; cùm autem non ubique Mare detur, mutationes inde oriuntur, non qui- dem in Mare aperto; quia $atis extenditur Oceanus ut memo- ratis motibus $ubjiciatur. Sed _$itus littorum, freta, multa-_ 1415. _que alia, à peculiari locorum $itu pendentia, generales regulas_ _turbant_. Generalioribus tamen ob$ervationibus con$tat, Æ$tum leges explicatas $equi. Supere$t, ut ip$as vires quibus Sol & Lu- na Mare agitant determinemus, ut pateat has valere ad me- moratos edendos effectus, & illorum corporum actiones in pendula & cætera corpora in$en$ibiles e$$e.

Augmentum gravitatis Lunæ in Quadraturis, ex actione 1416. Solis, e$t ad ip$am Lunæ gravitatem in Tellurem, ut 1. ad 178, 73. in quâ computatione po$uimus, Lunæ di$tantiam me- 1291. diam à centro Telluris e$$e 60. $emid. Telluris ; gravitas ergo 1285. Lunæ e$t ad gravitatem in Telluris $uperficie, ut 1. ad 60 x 1208. 60 = 3600 . E$t idcirco augmentum memoratum ad gravi- tatem in Telluris $uper$icie, ut 1. ad 643428., in quâ com- putatione error datur corrigendus.

Exacta foret computatio hæc, $i augmentum, de quo agitur, e$$et ad vim, quâ Tellus ver$us Solem de$cendit, ut di$tan- tia Lunæ 60. $emid. Telluris ad di$tantiam Telluris à Sole ; 1287. $ed e$t ut vera media Lunæ di$tantia, 60 {1/2} $emid. Telluris, ad di$tantiam Telluris à Sole. Quare augmentum $tatim determi- natum parte {1/120} augeri debet, & $e habebit ad vim gravitatis in $uperficie Telluris; ut 1 {1/120} ad 643428, aut ut 1. ad 638110,4.

Augmentum hoc gravitatis Lunæ in quadraturis ex actione Solis, e$t ad augmentum gravitatis aquæ in $uperficie Telluris, in locis à Sole 90. gr. di$tantibus, ex eâdem Solis actione, ut 60 {1/2} ad 1. ideo augmentum hoc gravitatis ad ip$am aquæ 1288. graviratem, ut 1. ad 38605679. Diminutio gravitatis $ub Sole, & in loco oppo$ito, e$t dupla hujus augmenti ; ideò e$t ad 1296. [0726]PHYSICES ELEMENTA gravitatem, ut 1. ad 19302839, & tota _mutatio in gravita-_ 1417. _te, ex actione Solis, e$t ad ip$am gravitatem, ut_ 1. _ad_ 12868560.

Ut actionem Lunæ cum actione Solis comparemus, expe- 1418. rimenta $unt in$tituenda in locis, in quibus, propter angu- $tias, Mare $en$ibiliter elevatur. Prope Bri$toliam tempore Autumnali & Verno, in quo agitatio Maris e$t maxima , 1410. ad$cendit aqua in Syzygiis, plus minus, pedibus 45.; in Qua- draturis pedibus, plus minus, 25., qui numeri $unt inter $e, ut 9. ad 4.

Facillima foret determinatio virium, quas quærimus, $i elevationes maximæ & minimæ exactè in Syzygiis darentur, quod non obtinere antea vidimus , 1408.

Di$tantia autem Lunæ à Syzygiâ, aut à Quadraturâ, non $emper e$t eadem in maximâ aut minimâ elevatione; nam va- riat hæc di$tantia, quia Luna nunc magis nunc minus à Me- ridiano di$tat, quando per Syzygiam aut Quadraturam tran- $it. Di$tantia media Lunæ à Syzygiâ, aut Quadraturâ, ad quam ob$ervationes memoratæ referri debent e$t circiter 18. gr. 30′; ita ut non tota Solis actio, neque cum Lunæ actione con$piret in Syzygiis, neque contrariè agat in Quadraturis. Etiam in tali ca$u, $i in Syzygiâ, ambo luminaria in Æquatore fuerint, in memoratâ di$tantiâ à Quadraturâ, declinatio Lu- næ e$t plus minus 22. gr. 13′; quo minuitur Lunæ vis ad Mare movendum . Ulterius, cæteris paribus, di$tantia 1409. Lunæ à Tellure in Syzygiis minor e$t, quàm in Quadratu- ris ; unde etiam actio Lunæ in Quadraturis minuitur : ad 1310. 1311. 1411. quæ omnia attendendo detegitur, _vim mediocrem Solis ad_ 1419. _Mare movendum $e habere ad vim mediocrem Lunæ ad i-_ _dem agitandum, ut_ 1. _ad_ 4,4815. Sed vis Solis e$t ad vim 1417. gravitatis, ut 1. ad 12868560. ; quare _vis Lunæ e$t ad_ ean- 1420. dem _vim gravitatis, ut_ 1. _ad_ 2871485. Ex quibus $equitur, vires has Lunæ & Solis nimium e$$e exiguas, ut in pendulis & aliis experimentis $int $en$ibiles; has autem ip$as valere ad Ma- re agitandum facile probatur.

Diminuendo gravitatem parte {1/289} Mare elevatur ad altitudi- nem pedum Rhenolandicorum 88902. , perticæ enim $in- 1368. [0727] [0727a] [0728] [0729]MATHEMATICA LIB. IV. CAP. XX. gulæ continent pedes duodecim: unde detegitur ope regulæ 1417. proportionum, _Solis actionem mutare Maris altitudinem_ 1421. _pedibus duobus_, & _hanc ex Lunæ actione mutari pedibus_ 1422. 8,95 ; _& ex ambabus actionibus conjunctis agitatio me-_ 1419. _diocris e$t circiter undecim pedum_, quod cum ob$ervationi- 1423. bus $atis congruit; nam in Oceano aperto, pro ut Mare magis aut minus patet, elevatur aqua, ad altitudinem $ex, novem, duodecim, vel quindecim pedum; in quibus elevationibus etiam differentia datur ex profunditate aquarum. Elevationes verò, quæ has multum excedunt, locum habent, _ubi magnâ vi_ 1424. _Mare freta intrat_, in quibus _impetus non frangitur, ni$i_ _majori ad$cen$u_.

CAPUT XX. De Lunæ Den$itate & Figurâ.

Vires Solis & Lunæ ad Mare movendum, $unt inter $e in 1425. ratione compo$itâ, ex ratione quantitatum materiæ in his corporibus , ($ingulæ enim particulæ agunt) & ratione in: 1207. versâ cuborum di$tantiarum Solis & Lunæ à Tellure , 1390. 1402.

Quantitates materiæ $unt in ratione compo$itâ, ex ratione 1354. voluminum, id e$t cuborum diametrorum, & ratione den$ita- tum ; quare vires memoratæ $unt directè ut den$itates & 288. 79. cubi diametrorum, & inversè ut cubi di$tantiarum.

Diametri apparentes corporum, id e$t, anguli $ub quibus videntur’, cre$cunt ut ip$æ diametri, & minuuntur ut di$tantiæ; id e$t, $unt directè ut diametri, & inversè ut di$tantiæ; id- circo ratio compo$ita ex ratione cuborum diametrorum appa- rentium _Solis & Lunæ_, & ex ratione den$itatum, erit ratio vi- 1426. rium, quibus hæc corpora Mare movent. Ideoque horum cor- porum _den$itates $unt directè ut vires, quibus Mare movent,_ _& inversè ut cubi diametrorum apparentium:_ & dividendo vires per cubos harum diametrorum, datur ratio den$itatum.

Vis Solis e$t ad vim Lunæ, ut 1. ad 4,4815, ; media diame- 1419. ter apparens Solis e$t 32′. 12″, & media Lunæ diameter ap- parens e$t 31′. 16 {1/2}″. id e$t, $unt inter $e, ut 3864 ad 3753. E$t igitur _den$itas Solis ad Lunæ den$itatem, ut_ 10000 _ad_ 48911.: 1427. quæ Lunæ den$itas cum Jovis, Saturni, & Telluris den- [0730]PHYSICES ELEMENTA $itatibus pote$t conferri , e$tque Luna Tellure den$ior. 1260.

Quantitates materiæ in duobus corporibus $unt inter $e in ra- tione compo$itâ den$itatum & voluminum , id e$t, $i de $phæris 288. 79. agatur, in ratione compo$itâ den$itatum & cuborum diametrorum.

_Lunæ & Telluris_ den$itates $unt inter $e, ut 48911. ad 1428. 39214. ; diametri ut 11. ad 40,2. ideò _quantitates materiæ_ 1427. 1260. in his corporibus, _ut_ 1. _ad_ 39,13. Licèt den$itates detegan- tur, po$itis corporibus homogeneis, quantitates materiæ re- ctè definiuntur, quamvis corpora homogenea non $int; nam illam determinamus den$itatem, quam corpus haberet, $imateria, ex qua corpus reverâ con$tat, per hoc æqualiter di$pergeretur.

_Gravitates in $uperficiebus Telluris & Lunæ_ determi- 1429. nantur, multiplicando den$itates per diametros id e$t $unt in- 1230. ter $e, ut 2,93. ad 1., aut _ut_ 407,8. _ad_ 139,2. qui nume- rus etiam exprimit relationem gravitatis in $uperficie Lunæ, cum gravitate in $uperficiebus Solis, Jovis, & Saturni . 1258.

_Centrum commune gravitatis Lunæ & Telluris_, circa 1430. quod ambo corpora moventur, determinatur; nam hujus à Telluris centro di$tantia, _e$t ad di$tantiam_ intra centra ambo- rum corporum, ut quantitas materiæ in Lunâ ad quantitatem materiæ in ambobus corporibus ; itaque 40,13. ad 1. ut Lu- 234. 235. næ di$tantia à Tellure ad di$tantiam quæ$itam centri gravitatis _à centro Telluris_, quæ detegitur 5126950. _perticarum,_ ut ex notis Telluris diametro , & Lunæ di$tantiâ deducitur. 976.

Ut Lunæfiguram determinemus, examinanda e$t figura, quam, 1431. $i fluida foret, acquireret . Si Lunam $olam con$ideremus qui- 1358. e$centem, $phærica erit . Si actionem Telluris in Lunam con- 1359. $ideremus, acquireret Luna figuram $phæroidis, cujus axis per Tellurem tran$iret . Vis Telluris ad Lunæ figuram mutandam 1392. e$t ad vim Lunæ in Tellurem, ut 39,13. ad 1. & ut diameter 1428. 1207. Lunæ ad Telluris diametrum , quæ $unt inter $e, ut 11 ad 40.2. 1390. 1354. e$tque ratio compo$ita ex his 10,7. ad 1. Hæc vis Lunæ e$t ad gravitatem in $uperficie Telluris, ut 1. ad 2871485 ; quæ gra- 1420. vitas in Telluris $uperficie e$t ad gravitatem in $uperficie Lu- næ, ut 407,8. ad 139,2. aut ut 2871485′, ad 980028.; 1429. quare _actio Telluris ad mutandam Lunæ figuram, ad gravita-_ 1432. _tem in $uperficie Lunæ, ut_ 10,7. ad 980028, aut _ut_ 1. ad 91524. [0731]MATHEMATICA. LIB. IV. CAP. XXI, mutatâ gravitate, in Telluris $uperficie, parte {1/2871485}, aqua elevatur pedibus 8,95. ; ideò, $i gravitas parte {1/91524} mutare- 1420. 1422. tur, elevatio foret pedum 280,7, ut regulâ aureâ detegitur: $i, $ervatâ hac diminutione gravitatis, de corpore minori a- gatur, minuenda e$t hæc altitudo in ratione diametri; ideò, ex actione Telluris, elevatio in Lunâ e$t pedum 76,8.: & _æquilibrium non dabitur, $i Luna $it bomogenea, ni$i axis_ 1433. _$phæroidis $uperet diametrum ad bunc perpendicularem pe-_ _dibus_ 153,60.

Unicâ proportione detegitur, ex notâ elevatione Maris 1434. ex _Lunæ_ actione, elevatio in Lunâ ex _Telluris_ actione; nam _$unt_ hæ _elevationes in ratione duplicatâ inver$â gravitatum_ _in $uperficiebus illorum corporum_.

Si, po$itâ hac Lunæ figurâ, partes cohærere concipiamus, _æquilibrium inter Lunæ partes non dabitur, ni$i_ axis $phæ- 1435. roidis ad Tellurem dirigatur; unde videmus, quare _Luna_ _eandem faciem $emper Telluri obvertat_; quâ continuâ agi- tatione, Luna tandem acqui$ivit motum _circa axem_, de quo 1436. antea egimus : qui _motus nece$$ario eodem tempore peragi._ 970. 1092. _tur, in quo Luna revolvitur_; nam ex actione memoratâ, $e ad celeritatem talem nece$$ariò con$tituit; $i enim major fo- ret celeritas, vi, quâ eadem facies ad Tellurem $emper di- rigitur, continuò retardaretur; acceleraretur continuò $i minor foret. Vis tamen hæc non e$t $atis magna, ut in $in- gulis revolutionibus æquabilitatem motus acqui$iti circa axem $en$ibiliter turbet: Ideò _motus circa axem æquabilis e$t,_ 1437. _licèt motu inæquali in orbitâ moveatur Luna _. Situs etiam 966. axis Lunæ, non vi memoratâ ita pote$t mutari, ut ad Planum orbitæ, dum hujus inclinatio mutatur , $emper perpendi- 1345. cularis $it, idcircò _ad Planum orbitæ aliquando inclinatur_ 1438. _axis Lunæ_, ut antea vidimus . 1093.

FINIS LIBRI QUARTI. [0732]CORRIGENDA. Pag. # lin. # dele # lege (2.) # 25. # major # majus. (3.) # 3. _in fine_ # Non tamen differentiam hanc in\vitto Anglicano ob$ervate potui, ni-\$i illis diebus in quibus propter aëris\con$titutionem languida e$t electri-\citas. (4.) # 25. # _abc_ # _abd_ # 27. # turquæ # tur, quæ (7.) # 5. # lamella # tabella # _penult. & ult_. # obteguntur & firmantur # obtegitur & firmatur. (8.) # 16. # Gyp$eis # ex Succino (25.) # 30. # IL # IG (28) # 6. # $upra aqua # $uper aquâ (36.) # 5.6. # _O magis di$tet_ # _O, magis di$tas_ (44.) # 18. # aquens # aqueus (47.) # 21. # inte # inter (66.) # 29. # diametrum # diameter (94.) # 33. # FG # FH (101.) # 9. # _rad<007>ir eftectuntur_ # _radii reflectuntur_. (110.) # 24. # _ip$er_ # _ip$e_ # 29. # _antecedentiâ_ # _con$equentiâ_ (112.) # 8. # 60 {2/9} # 60 {1/2} (113.) # 27 # 340069. # 3400669. (117.) # 31. # _videtur_ # _videtur in con$equentiâ_, (128) # 20. # _Luna_ # _Solis_ (130) # 5. # _videtur_ # _videtur in antecedentiâ_ (134) # 16. # fuperficies # $uperficiem (135.) # 29. # _Stella fixa_ # _corpora cale$tia_ (146.) # 12. # horum # harum (173.) # 24. # inver$â # inver$â quadratorum (174) # 15. # L_l_ # _l_ (185.) # 29. # $equitur # $equuntur (187) # 24. # AB; # AB; (189.) # 24. # _centrum ducta_ # _$uperficiem perpendicularis_ #### IN MARGINE. (16.) # 33. # 291. # 190. (60.) # 27. # 191. # 190. (64) # 8. # TAB. XXI. \\ fig. 4. (128) # 24. # fig 4. # fig. 5. (138) # 14. # 191. # 192. (187) # 24. # 232. [0733] INDEX RERUM, Numeri (1), (11), de$ignant Tomum pri- mum & $ecundum, _p_. denotat paginam, & _n_. numerum in margine. _A. Acceleratio_ gravium: (1) p. _ # 38._ n. _129._ & $eq. # --corporum $uper # plano inclinato devol- # ventium. p. _42._ n. _144._ # & $eq. n. _135._ & $eq. _Æoli_ Pila. (11) p. _16._ n. _606. 607._ _Æquatio_ Temporis _(11)_ p. _138._ n. _1145._ _Æquator_ (11) _p. 129._ n. _1075._. p. _134._ # n. _1114._ _Æquinoctia. (11)_ p. _139._ n. _1155._ borum præce$$io. p. _143._ n. _1186._ p. # _144._ n. _1193._ motus bujus explicatio. p. _190._ n. _1382._ # & $eq. _Aër_ inter fluida refertur. _(1)_ p. _153._ n. # _417._ & $eq. --ponderatur. p. _163._ n. _442._ --Ela$ticitatem babet. p. _155._ n. _426._ # & $eq. --ex particulis $eparatis con$tat. p. # _158._ n. _431._ --experimenta bunc $pectantia. p. # _163._ n. _442._ & $eq. --e$t vebiculum $oni. p. _181._ n. _504._ --bujus actio in ignem. _vide_ Ignem. _Albor. (11)_ p. _90._ n. _870._ --ex permixtione colorum. ibid. n. # _871._ & _872._ corpus album citius aliis incale$cit. p. # _104._ n. _909._ _Altitudo_ $iderum. _(11)_ p. _133._ n. _1105._ --Poli. p. _135._ n. _1126._ _Amplitudo_ $iderum. _(11)_ p. _133._ n. # _1104._ _Angulus_ incidentiæ _(11)_ p. _21._ n. _621._ --Refractionis. ibid. n. _623._ --Reflectionis. p. _59._ n. _781._ _Animalia_ ad vivendum aëre indigent # _(1)_ p. _169._ n. _463._ --in aëre compre$$o. p. _170._ n. # _465._ _Annulus_ Saturni _(11)_ p. _111._ n. _963._ # p. _124._ n. _1034._ _Antlia_ Pneumatica. _(1)_ p. _160._ n. _435._ # & $eq. _Antliæ_ vulgares. _(1)_ p. _172._ n. _472._ _Aphelia Planetarum. (11)_ p. _109._ n. # _935._ _Ap$ides_ Planetarum. _(11)_ p. _109._ n. # _937._ linea _Ap$idum._ n. _938._ _Aqua_ e$t glacies liquefacta. _(11)_ p. _15._ # n. _604._ _Arcus_ coele$tis. _Vide_ Iridem. _A$cen$us_ fluidorum in tubos capillares, # _(1)_ p. _10._ n. _35._ --etiam in vacuo. n. _36._ --inter duo vitrea plana. n. _37._ # _38._ _A$teri$mi. (11)_ p. _108._ n. _1190._ & $eq. _Æ$tus_ Maris. _vide_ Mare. _Atmo$phæra. (1)_ p. _153._ n. _418._ _ # (Cc 2)_ [0734] Attractio. (1) _p._ 9. _n._ 31. -- _bujus leges. ibid._ -- _ex gravitate._ (11) _p._ 147. _n._ # 1210. Attractionis _$patium._ (11.) _p._ 23. _n._ 632. Auges. _vide_ Ap$ides. Axiomata _circa motum._ (1) _p._ 15. _n._ 58. # _& $eq._ Axis _Planetæ_. (11) _p_. 110. _n_. 949. Axeos _Telluris motus_. vide _Æquino-_ # _ctiorum præce$$ionem_. Axis _in Peritrochio_. (1) _p_. 28. _n_. 112. -- _hujus proprietates. n_. 113. & _$eq_. -- _libræ. p_. 20. _n_. 84. B. Bilanx _vide_ Libram. C. Calor. (11) _p_. 10. _n_. 579. 580. _p_. 11. # _n_. 584. Calorem _non $equi proportionem ignis_. # _p_. 12. _n_. 588. Calore _corpora lucent. p_. 12. _n_. 591. -- _corpora dilatantur. p_. 13. _n_. 596. # 597. -- _corpora quædam liquefiunt. p_. 15. # _n_. 602. -- _corpora quædam Ela$ticitatem ac-_ # _quirunt. p_. 15. _n_. 605. _quæ corpora citius incale$cant. p_. 104. # _n_. 908. Camera _ob$cura_ (11) _p_. 42. _n_. 711. _p_. 67. # _n_. 817. Celeritas. (1) _p_. 15. _n_. 53. -- _relativa. p_. 55. _n_. 175. Centrum _libræ_. (1) _p_. 21. _n_. 85. Centrum _gravitatis_. (1) _p_. 23. _n_. 95. -- _hujus proprietates. n_. 96 _& $eq_. -- _o$cillationis. p_. 47. _n_. 161. -- _percu$$ionis. p_. 48. _n_. 162. Centrales _vires_ (1) _p_. 76. _n_. 220. _harum proprietates_. _n_. 221. & _$eq_. _harum comparatio. p_. 82. _n_. 231. & # _$eq_. Centrifuga _vis_. (1) _p_. 76. _n_. 218. Centripeta _vis_. (1) _p_. 76. _n_. 219. Chordarum _con$onantiæ_. (1) _p_. 185. _n_. # 532. & _$eq_. -- _motus aliis communicatus. p_. # 186. _n_. 536. & _$eq_. Cochlea _interior_. (1) _p_. 33. _n_. 121. -- _exterior. ibid_. _harum u$us. ibid_. Cochlea _perpetua_. (1) _p_. 34. _n_. 123. Cœlum _quid $it_. (11) _p_. 115. _n_. 986. -- _quare cœruleum. p_. 116. _n_. 987. Cohœ$ionis _lex_. (1) _p_. 9. _n_. 31. Color _objectorum_. (11) _p_. 84. _n_. 859. -- _Radiorum. ibid. n_. 860. -- _immutabilis hic e$t. p_. 85. _n_. 863. & _$eq_. # _p_. 89. _n_. 869. Colorum ordo _ex diver$â_ refrangibili- # _tate. p_. 84. _n_. 861. Colores _permixti. p._ 91. _n_. 873. 874. _unde_ Colores _vividi & fu$ci; p_. 105. # _n_. 911. 915. _unde_ Colores _in quibu$dam corporibus_ # _varii $int, pro oculi $itu. ibid. n_. 914. _mutatio_ Colorum _in liquidis permixtis_. # _p_. 106. _n_. 916. _liquidum_ Coloris _diver$i, $i radiis re-_ # _flexis aut tran$mi$$is videatur. ibid._ # _n_. 917. Colores _Nubium. ibid. n_. 920. -- _tenuium lamellarum & horum_ # _affectiones. p_. 98. _n_. 887. _& $eq_. -- _corporum unde oriantur p_. 104. # _n_. 907. _p_. 105. _n_. 910. Cometæ (11) _p_. 114. _n_. 979. _& $eq_. Cometarum _motus explicatio_. (11) _p_. # 169. _n_. 1276. Conjunctio _corporum cœle$tium_. (11) # _p_. 119. _n_. 1010. Con$onantiæ. (1) _p_. 185. _n_. 525. _& $eq_. [0735] Corporis _proprietates_. (1) _p_. 3. _n_. 8. _&_ # _$eq_. Crepu$cula. (11) _p_. 139. _n_. 1149. _&_ # _$eq_. Cry$tallus _montana ex attritu lucida_. # (11) _p_. 2. _n_. 552. Cuneus. (1) _p_. 31. _n_. 118. 119. Cur$us _$luminis_. (1) _p_. 143. _n_. 392. _&_ # _$eq_. _hujus celeritatis men$ura. p_. 146. _n_. 399. # _& $eq_. D. Declinatio _Sideris_. (11) _p_. 129. _n_. # 1079. Den$itas. (1) _p_. 106. _n_. 284. Den$itatum _$luidorum determinatio_. (1) # _p_. 113, _n_. 309. _& $eq_. -- _$olidorum comparatio. p_. 116. # _n_. 315. & _$eq_. Den$itates _Planetarum_. (11) _p_. 164. -- _n_. 1260. _p_. Dies _Naturalis_. (11) _p_. 137. _n_. 1141. --_artificialis. p_. 138. _n_. 1147. _harum differentiæ. p_. 139. _n_. 1152. # _& $eq_. _Lunaris_ Dies. _p_. 192. _n_. 1394. Dilatatio _ex Calore_. Vide _Calorem_. Ditonus. (1) _p_. 185. _n_. 530. Divi$ibilitas _Materiæ_. (1) _p_. 3. _n_. 10. # _p_. 6. _n_. 17. _& $eq_. _p_. 8. _n_. 26. Durum _corpus_. (1) _p_. 8. _n_. 28. E. Echo. (1) _p_. 187. _n_. 542. Eclip$is _Satellitis_. (11) _p_. 124. _n_. # 1033. -- _Lunæ. vide Lunam_. -- _Solis. vide Solem_. Ecliptica _linea_. (11) _p_. 118. _n_. 999. Eclipticæ _planum. p_. 109. _n_. 940. Ela$ticitas. (1) _p_. 13. _n_. 44. -- _perfecta. p_. 56. _n_. 177. Ela$ticitatis _lex_. (1) _p_. 90. _n_. 251. _Fibrarum_ Ela$ticitas. _p_. 88. _n_. 244. _&_ # _$eq_. _Laminarum_ Ela$ticitas. _p_. 95. _n_. 262. _&_ # _$eq_. _globi_ Ela$ticitas. _p_. 96. _n_. 266. Ela$ticitas _ex calore_. vid. _Calorem_. Electricitas. (11) _p_. 2. _n_ 551. --_Tubi vitrei. p_. 2. _n_. 554. 555. --_Globi vitrei. p_. 4. _n_. 559. _& $eq_. _Conjecturæ circa hujus cau$am. p_. 5. _n_. # 563. _& $eq_. Elongatio _Planetarum_. (11) _p_. 119. _n_. # 1012. -- _maxima. ibid. n_. 1013. Excentricitas _Planetarum_. (11) _p_. 109. # _n_. 932. Exten$io. (1) _p_. 3. _n_. 8. _p_. 4. _n_. 13. F. Fibrarum _Ela$ticitas_. (1) _p_. 88. _n_. # 244. _& $eq_. -- _Vibrationes. p_. 93. _n_. 257. _& $eq_. Flamma. (11) _p_. 11. _n_. 587. _p_. 12. _n_. 592. Fluidum. (1) _p_. 8. _n_. 30. Fluida, _in quo cum$olidis congruant_. (1) # _p_. 97. _n_. 270. Fluidorum _proprietates. p_. 98. _n_. 272. # _& $eq_. -- _actiones in fundos & laterava$e-_ # _rum. p_. 101. _n_. 280. _horum motus_. (1) _p_. 127. _n_. 354. Fluida _pro$ilientia verticaliter. p_. 129. # _n_. 358. _& $eq_. vide _fonticulum_. -- _pro$ilientia obliquè p_. 133. _n_. 368. # _& $eq_. -- _ex va$is profluentia. p_. 138. _n_. # 378. _& $eq_. _comparatio temporum quibus va$a eva-_ # _cuantur. p_. 139. _n_. 379. _& $eq_. _Solida fluidis immer$a. p_. 107. _n_. 290. _&_ # _$eq_. -- _graviora. p_. 108. _n_. 292. _n_. 296. # _& $eq_. [0736] -- _leviora. p_. 112. _n_ 306. _& $eq_. Fluiditas, _unde oriatur_. (1) _p_. 97. _n_. 269. -- _an à calore pendeat_? (11) _p_. 15. _n_. # 603. Flumen. (1) _p_. 143. _n_. 390. _hujus $ectio. n_. 391. _hujus cur$us. n_. 392. _& $eq_. Focus. (11) _p_. 29. _n_. 650. Fonticulus _Heronis_. (1) _p_. 172. _n_. 474. -- _ex aëris compre$$ione. p_, 168. _n_. # 459. Fonticuli _duo. p_. 167. _n_. 457. _p_. 168. _n_. # 458. Fumus. (11) _p_. 11. _n_. 587. _p_. 12. _n_. # 592. G. Gradus _latitudinis accedendo ad po-_ # _los augentur_. (11) _p_. 189. _n_. 1374. Gravia _non ad centrum Telluris tendunt_. # (11) _p_. 189. _n_. 1371. Gravitas. (1) _p_. 18. _n_. 73. (11) _p_. 147. # _n_. 1206. _& $eq_. Gravitatis _Phœnomena_. (1) _p_. 18. _n_. 72. # _p_. 19. _n_. 75. 77. Gravitas _re$pectiva_. (1) _p_. 108. _n_. 295. -- _$pecifica_. (1) _p_. 107. _n_. 287. -- _univer$alis e$t_. (11) _p_. 146. _n_. # 1206. _hujus leges. n_. 1207. 1208. _probatur. p_. 147. _n_. 1211. _& $eq_. _propo$itiones hanc $pectantes. p_. 151. _n_. # 1226. _& $eq_. _non tribuenda e$t impactui nobis noto. p_. # 153. _n_. 1238. Gravitas _in $uperficiebus Planetarum_. # _p_. 62. _n_. 1258. Gutta _fit Sphærica_ (1) _p_. 9. _n_. 33. Gyp$um _in vacuo lucet_. (11) _p_. 8. _n_. 570. H. Heterogeneum _corpus_. (1) _p_. 107. # _n_. 286. Heterogenei _radii_. (11) _p_. 78. _n_. 850. Homogeneum _corpus_. (1) _p_. 106. _n_. # 285. Homogenei _radii_. (11) _p_. 78. _n_. 849. Homunculi _vitrei in aquâ $altantes_. (1) # _p_. 169. _n_. 462. Horizon. (11) _p_. 132. _n_. 1096. I. Ignis _proprietates_. (11) _p_. 1. _n_. 544. # _& $eq_. Ignem _corporibus contineri_. (11) _p_. 2. # _n_. 552. _& $eq_. _Aëris actio in_ Ignem. (11) _p_. 9. _n_. 577. # _p_. 13. _n_. 593. 594. Inclinatum _Planum_. (1) _p_. 41. _n_. 139. Inertia _corporis_. (1) _p_. 3. _n_. 12. Iris, _quando detur_. (11) _p_. 96. _n_. 884. # 885. _$æpe duæ ob$ervantur. p_. 98. _n_. 886. _explicatio motus luminis in_ Iride _forman-_ # _dâ. p_. 92. _n_. 875. _& $eq_. Judicium _de di$tantiâ & magnitudine_ # _objectorum_. quære _Vi$um_. -- _de magnitudine Solis & Lunæ_ # _prope Horizontem_. (11) _p_. 49. _n_. 735. Jupiter. (11) _p_. 111. _n_. 962. _hujus pondus. p_. 163. _n_. 1255. _gravitas in hujus $uperficie. n_. 1258. _hujus den$itas. p_. 164. _n_. 1260. -- _vis in Saturnum. p_. 167. _n_. # 1270. -- _in Martem. p_. 168. _n_. # 1273. Jovis _$igura. p_. 186. _n_. 1363. L. Laminarum _ela$ticitas_. (1) _p_. 95. _n_. # 262. _& $eq_. Latitudo _corporis cœle$tis_. (11) _p_. 118. # _n_. 1006. -- _loci. p_. 134. _n_. 1118. [0737] _circulus_ Latitudinis. _p_. 135. _n_. 1119. Lex _Naturæ_. (1) _p_. 2. _n_. 4. -- _quomodo leges Naturæ detegan-_ # _tur. ibid_. Lens _vitrea_. (11) _p_. 38. _n_. 692. Lentium _affectiones_. (11) _p_. 38. _& $eq_. -- _convexarum. p_. 39. _n_. 698. _&_ # _$eq_. -- _cavarum. p_. 41. _n_. 704. _&_ # _$eq_. -- _polygonarum. p_. 53. _n_. 759. Libræ _proprietates_. (1) _p_. 21. _n_. 87. _&_ # _$eq_. -- _perfectio. p_. 25. _n_. 102. -- _falacia. p_. 22. _n_. 92. _Bilanx Hydro$tatica. p_. 98. _n_. 271. Lignum _lucidum_. (11) _p_. 10. _n_. 578. Liquefacta _corpora_. vid. _Calorem_. Locus. (1) _p_. 14. _n_. 48. 49. 50 Longitudo _corporis cœle$tis_. (11) _p_. 118. # _n_. 1003. 1004. -- _loci. p_. 135. _n_. 1121. Lucernæ _Magicæ de$criptio & u$us_. # (11) _p_. 72. _n_. 837. _& $eq_. _hujus perfectio. p_. 74. _n_. 839. Lumen. (11) _p_. 10. _n_. 581. _& $eq_. Lucent _corpora calore_. vide _calorem_. Luminis _Radius_. vide _Radium_. -- _motus_. (11) _p_. 12. _n_. 589. 590. -- _celeritas in variis mediis. p_. 27. # _n_. 640. -- _inflectio. p_. 17. _n_. 611. _& $eq_. -- _Refractio_; vide _Refractionem_. -- _Reflectio_. vide _Reflectionem_. Lunæ _motus, di$tantia, & c_. (11) _p_. # 112. _n_. 967. _& $eq_. -- _dimen$iones. p_. 113. _n_. 977. -- _di$tantia, $i in $uo tempore perio-_ # _dico, circa Tellurem quie$centem move-_ # _retur. p_. 161. _n_. 1253. -- _Phœnomena_. (11) _p_. 124. _n_. 1035. # _& $eq_. _quare major prope Horizontem appareai_. # _p_. 49. _n_. 735. _circa axem rotatur. p_. 112. _n_. 970. _p_. 131. # _n_. 1092. _eandem faciem T’elluri obvertit $emper_. # _n_. 1092. _Eclip$is_ Lunæ. (11) _p_. 125. _n_. 1047. -- _quando detur n_. 1049 1051. -- _Partialis. p_. 126. _n_. 1052. -- _Totalis. n_. 1053. -- _Centralis. n_. 1054. Lunæ _gravitas in Tellurem. p_. 150. _n_. # 1225. -- _den$itas. p_. 197. _n_. 1427. -- _gravitas in $uperficie. p_. 198. _n_. # 1429. -- _Pondus. n_. 1428. -- _figura. n_. 1431. -- _motus explicatio Phy$ica. p_. 170. # _n_. 1285. _& $eq_. _Virium_ Lunam _turbantium determi-_ # _natio. p_. 173. _n_. 1291. _p_. 147. _n_. # 1296. _p_. 177. _n_. 1306. 1307. _p_. 182. # _n_. 1336. Lunæ _Ap$idum motus. p_. 112. _n_. 970. _p_. # 180. _n_. 1325. -- _motus Nodorum. p_. 112. _n_. 970. _p_. # 183. _n_. 1341. _& $eq_. -- _Excentricitatis mutatio. p_. 112. # _n_. 968. _p_. 181. _n_. 1328. 1329. -- _inclinationis orbitæ mutatio. p_. 112. # _n_. 969. _p_. 183. _n_. 1345. _& $eq_. M. Machinæ _$implices_. (1) _p_. 25. _n_. 103. # _p_. 28. _n_. 112. _p_. 29. _n_. 115. _p_. 31. # _n_. 119. _p_. 33. _n_. 121. -- _compo$itæ. p_. 34. _n_. 122. _& $eq_. Machina, _qua Cunei proprietates demon-_ # _$trantur_. (1) _p_. 32. _n_. 120. -- _ad accelerationem corporum caden-_ # _tium determinandam. p_ 39. _n_. 132. [0738] Machina _quaplani inclinati proprietates_ # _demon$trantur_. (1) _p_. 41. _n_. 143. -- _qua experimenta de percu$$ione in-_ # _$tituuntur. p_. 50. _n_. 170. -- _pro experimentis de motu compo-_ # _$ito & percu$$ione obliquâ. p_. 63. _n_. # 191. -- _pro potentiis obliquis. p_. 67. _n_. 197. # _p_. 70. _n_. 203. 204. -- _progravium projectione_. (1) _p_. 73. # _n_. 210. -- _ad vires centrales demon$trandas._ # _p_. 77. _n_. 222. -- _qua experimenta circa Ela$ticita-_ # _tem in$tituuntur. p_. 89 _n_. 249. -- _quibus pre$$iones fluidorum de-_ # _mon$trantur. p_. 101. _n_. 281. _p_. 104. # _n_. 282. _p_. 105. _n_. 283. -- _quibus den$itates fluidorumdete-_ # _guntur. p_. 114. _n_. 312. _p_. 115. _n_. # 314. -- _quibus den$itates $olidorum confe-_ # _runtur. p_. 116. _n_. 317. _p_. 117. _n_. 318. -- _ad experimenta circa re$i$tentiam_ # _fluidorum in$tituenda. p_. 124. _n_. # 346. -- _quibus experimenta circa fluida_ # _pro$ilientia in$tituuntur. p_. 128. _n_. 356. # _p_. 133. _n_. 370. -- _quafluminis celeritas men$uratur._ # _p_. 146. _n_. 398. -- _Pneumatica. p_. 160. _n_. 435. _&_ # _$eq_. -- _qua corpora invacuo dimittuntur._ # _p_. 19. _n_. 77. -- _qua corpora in vacuo circumvol-_ # _vuntur_. (11) _p_. 6. _n_. 567. -- _qua experimenta in aëre compre$-_ # _$o in$tituuntur_. (1) _p_. 166. _n_. 454 -- _qua Urinatores utuntur. p_. 168. _n_. # 461. Machinæ _variæ, quarum effectusab aëris_ # _actione pendet_. (1) _p_. 170. _n_. 467. _& $eq_. -- _quaglobus vitreus circumvolvitur._ # (11) _p_. 3. _n_. 556. -- _qua luminis inflectio demon$tra-_ # _tur. p_. 17. _n_. 611. -- _quibus refractio luminis demon-_ # _$tratur. p_. 21. _n_. 630. _p_. 28 inprinc. # _p_. 32. in med. _p_. 35. _in fine; p_. 40. _n_. # 702. _p_. 41. _n_. 708. Maculæ _albicantes in cœlis_. (11) _p_. 146. # _n_. 1205. Magnitudo _apparens_. vide _<034>udicium &_ # _vi$um_. Maris _Æ$tus_. (11) _p_. 192. _n_. 1395. _&_ # _$eq_. -- -- _ab actione Lunæ & Solis_ # _derivatur. p_. 191. _n_. 1390. _& $eq_. _vires bædeterminantur. p_. 195. _n_. 1416. # _& $eq_. Mars. (11) _p_. 111. _n_. 961. Materia _cœle$tis e$t $ubtili$$ima_. (11) _p_. # 156. _n_. 1243. -- --_non movet corpora. n_. 1244. Materiæ _quantitates in Planetis_. (11) # _p_. 163. _n_. 1255. Medium _Luminis_. (11) _p_. 19. _n_. 15. Men$is _Lunaris Periodicus_. (11) _p_. 124. # _n_. 1037. -- --_Synodicus. n_. 1038. Mercurius _in vacuo lucet_. (11) _p_. 8. # _n_. 571. _& $eq_. -- _Planeta_. (11) _p_. 111. _n_. 958. Meridiani. (11) _p_. 129. _n_. 1077. _p_. 134. # _n_. 1114. 1116. _primus_ Meridianus. _p_. 135. _n_. 120. Meridiana _linea_. (11) _p_. 133. _n_. 1101. Molle _corpus_. (1) _p_. 8. _n_. 29. Mobile _e$t corpus_. (1) _p_. 3. _n_. 11. Motus. (1) _p_. 14. _n_. 47. _hujus quantitas. p_. 15. _n_. 54. -- _directio. n_. 55. -- _leges. p_. 36. _n_. 124. _& $eq_. [0739] Motuum _comparatio_. (1) _p_. 16. _n_. 62. # _& $eq_. Motus acceleratus. (1) _p_. 37. _n_. 127. -- _retardatus. p_. 38. _n_. 128. -- _compo$itus. p_. 63. _n_. 190. _& $eq_. -- _re$olutio. p_. 65. _n_. 192. -- _relativus_. (11) _p_. 115. _n_. 985. -- _apparens. n_. 985. _p_. 117. _n_. 992. # _& $eq_. -- _in con$equentiâ. p_. 110. _n_. 946. -- _in antecedentiâ. n_. 947. -- _diurnus. p_. 129. _n_. 1074. _p_. 130. # _n_. 1081. _& $eq_. -- _fluidorum_. (1) _p_. 127. _n_. 354. # _& $eq_. -- _Luminis_. vid. _Lumen_. -- _quantitas in mundo non $emper_ # _eadem_. (1) _p_. 61. _n_. 187. 188. Mycro$copium. (11) _p_. 54. _n_. 760. -- _amplificat objecta exigua. ibid._ # _n_. 761. -- _compo$itum magis amplificat_. # _p_. 55. _n_. 763. Myops. _vide_ Oculum. N. Nadir. (11) _p_. 133. _n_. 1100. Nigredo. _vide_ Reflectionem. -- _corpora nigra tardius cæteris_ # _incale$cunt_. (11) _p_. 104. _n_. 909. Nodi _Planetarum_. (11) _p_. 109. _n_. 941. -- _linea Nodorum. n_. 942. Novilunium. (11). _p_. 125. _n_. 1042. Nubeculæ _duæ in Cœlis_. (11) _p_. 145. # _n_. 1201. O. Occa$us _Siderum_. (11) _p_. 132. _n_. # 1089. Occidentis _punctum_. (11) _p_. 133. _n_. # 1103. Octava. (1) _p_. 185. _n_. 527. Oculi _explicatio_. (11) _p_. 43. _n_. 712. Oculus _Artificialis_. (11) _p_. 45. _mutationes in_ Oculo _p_. 46. _n_. 719. & # _$eq_. _vitium Senum corrigitur. p_. 52. _n_. # 756. _vitium Myopum corrigitur. p_. 53. _n_. # 758. Opacum _corpus_. (11) _p_. 42. _n_. 709. Opacitas _a poris pendet. p_. 76. _n_. 843. Oppo$itio _corporum cæle$tium_. (11) _p_. # 119. _n_. 1011. Ortus _Siderum_. (11) _p_. 132. _n_. 1097. Orientis _punctum. p_. 133. _n_. 1102. P. Phænomena _Naturalia_. (1) _p_. 1. # _n_. 2. Paralaxis _Syderum_. (11) _p_. 133. _n_. 1106. # & _$eq_. -- _annua. p_. 144. _n_. 1187. 1188. Partium _$ubtilitas_. (1) _p_. 7. _n_. 20. & # _$eq_. Pellucidum _corpus_. (11) _p_. 75. _n_. 840. Pellucidæ _$unt omnium corporum partes._ # _ibid. n_. 841. Pellucida _corpora $eparatione partium_ # _$iunt opaca. p_. 77. _n_. 844. Pendulum. (1) _p_. 44. _n_. 153. -- _compo$itum. p_. 47. _n_. 161. Pendulorum _motus. p_. 45. _n_. 154. & # _$eq_. Penumbra. (11) _p_. 127. _n_. 1060. Percu$$io _directa_. (1) _p_. 49. _n_. 166. -- _corporum non Ela$ticorum. p_. 53. # _n_. 171. _& $eq_. -- _corporum Ela$ticorum. p_. 56. _n_. # 179. _& $eq_. -- _obliqua. p_. 65. _n_. 193. _& $eq_. Perihelia _Planetarum_. (11) _p_. 109. _n_. # 936. Pho$phorus _urinæ_. (11) _p_. 9. _n_. 575. -- _in vacuo_. (11) _p_. 13. _n_. 595. Phy$ica. (1) _p_. 2. _n_. 3. [0740] Pi$ces _aëre indigent_. (1) _p_. 169. _n_. 464. Planetæ. (11) _p_. 108. _n_. 926. -- _Primarii. ibid. n_. 927. -- _Secundarii. ibid. n._ 928. -- _inferiores. p_. 112. _n_. 964. -- _$uperiores. ibid_. Planetarum _inferiorum apparentiæ. p_. # 119. _n_. 1015. _& $eq_. -- _$uperiorum apparentiæ. p_. 122. # _n_. 1024. _& $eq_. -- _figuræ determinantur. p_. 186. # _n_. 1360. -- _di$tantiæ. p_. 111. _n_. 956. _& $eq_. -- _dimen$iones. p_. 113. _n_. 975. _p_. # 163. _n_. 1256. -- _pondera. p_. 163. _n_. 1255. -- _den$itates. p_. 164. _n_. 1260. -- _motus. p_. 108. _n_. 929. _& $eq_. -- _actionum mutuarum effectus_. # _p_. 168. _n_. 1274. Planetæ _revolvuntur circa centrum gra-_ # _vitatis totius Sy$tematis. p_. 166. # _n_. 1264. _horum orbitæ quie$cunt. p_. 166. _n_. # 1265. -- _motuum explicatio Phy$ica. p_. # 169. _n_. 1275. _$ecundariorum motus di$tantiæ & c_. # _p_. 112. _n_. 965. _& $eq_. _p_. 123. _n_. # 1130. _& $eq_. -- _horum motuum explicatio. p_. 169. # _n_. 1277. _& $eq_. Plenilunium. (11) _p_. 125. _n_. 1043. Poli _Planetæ_. (11) _p_. 110. _n_. 953. -- _Mundi. p_. 129. _n_. 1073. -- _Arcticus. p_. 131. _n_. 1090. -- _Antarcticus. n_. 1091. -- _Eclipticæ. p_. 119. _n_. 1007. _Circuli_ Polares. _p_. 131. _n_. 1091. _p_. # 134. _n_. 1114. Potentia. (1) _p_. 15. _n_. 56. _hujus inten$itas. n_. 57. _actionum_ Potentiarum _comparatio. p_. # 18. _n_. 67. _& $eq_. -- _obliquarum determinatio. p_. 67. # _n_. 196. _& $eq_. Præce$$io _Æquinoctiorum_. vide _Æqui-_ # _noctia_. Projectio _gravium_. (1) _p_. 72. _n_. 208. # _& $eq_. Puncta _quietis in chordis agitatis_. (1) # _p_. 185. _n_. 538. 539. Q. Quarta. (1) _p_. 185. _n_. 529. # Quinta. (1) _p_. 185. _n_. 528. R. Radians _punctum_. (11) _p_. 29. _n_ 645. # Radius _luminis_. (11) _p_. 17. _n_. # 610. Radii _divergentes_. (11) _p_. 28. _n_. 643. -- _convergentes. p_. 29. _n_. 648. -- _incidens. p_. 20. _n_. 620. -- _refractus. p_. 21. _n_. 622. -- _reflexus. p_. 59. _n_. 780. -- _Homogenei. p_. 78. _n_. 849. -- _Heterogenei. ibid. n_. 850. -- _per curvas in aëre moventur. p._ # 126. _n_. 1056. Reflectio _luminis d corporibus_. (11) # _p_. 42. _n_. 710. -- _à $uperficie politâ_. (11) _p_. 59. # _n_. 779. -- _hujus leges. ibid. n_. 783. _& $eq_. -- _cum refractione relationem ha-_ # _bet. p_. 63. _n_. 795. _& $eq_. _corpora nigra lumen non reflectunt. p_. # 78. _n_. 845. Refractio _luminis_. (11) _p_. 19. _n_. 616. -- _quando detur. ibid. n_. 617. -- _unde oriatur. ibid. n_. 618. -- _hujus leges. p_. 21. _n_. 624. _&_ # _$eq_. _con$tansratio inter $inus incidentiæ &_ # _Refractionis p_. 27. _n_. 639. [0741] _Hujus effectus cau$a. n_. 633. _& $eq_. _Leges_ Refractionis _mediis $uperficie_ # _planâ $eparatis. p_. 28. _& $eq_. -- -- _mediis $uperficie $phæricâ-_ # _$eparatis. p_. 31. _& $eq_. _Siderum_ Refractio. _p_. 134. _n_. 1110. _&_ # _$eq_. Refrangibilitas _diver$a in variis radiis._ # (11) _p_. 78. _n_. 847. -- _in $ingulis con$tans e$t. p_. 83. # _n_. 855. -- _quo major e$t, eo radii facilius_ # _reflectuntur. p_. 88. _n_. 868. _Regulæ philo$ophandi_. (1) _p_. 2. _n_. 5. # 6. _&_ 7. Res _Naturales_. (1) _p_. 1. _n_. 1. Repul$io. (1) _p_. 11. _n_. 40. _& $eq_. Re$i$tentia _fluidorum_. (1) _p_. 118. _n_. # 319. _& $eq_. Retardatio _corporum ad$cendentium_ # _verticaliter_. (1) _p_ 40. -- -- _ad$cendentium $uper pla-_ # _no inclinato. p_. 44. _n_. 151. _& $eq_. Retardatio _corporum in fluidis moto-_ # _rum_. (1) _p_. 120. _n_. 329. Retardationum _comparatio. n_. 331. _&_ # _$eq_. -- _collatio cum gravitate. p_. 121. # _n_. 336. Retardatio _penduli in fluido. p_. 122. _n_. # 339. _& $eq_. -- _corporis in fluido de$cendentis. p_. # 125. _n_. 347. _& $eq_. -- _corporis in altum ad$cendentis. p_. # 126. _n_. 351. _& $eq_. Rotæ _dentatæ_. (1) _p_. 29. _n_. 114. S. SAtellites. _vide_ Planetas Secunda- # rios. Saturnus. (11) _p_. 111. _n_. 963. _hujus pondus. p_. 163. _n_. 1255. _hujus gravitas in $uperficie. n_. 1258. -- _den$itas. p_. 164. _n_. 1260. -- _vis in <034>ovem. p_. 168. _n_. 1272. Se$quiditonus. (1) _p_. 185. _n_. 531. Signa _Zodiaci_. vide _Zodiacum_. Sipho. (1) _p_. 170. _n_ 467. 469-_p_. 171. # _n_ 470. Sol _exiguo motu agitatur_. (11) _p_. 111. _n_. # 957. _p_. 166. _n_ 1266. -- _hujus motus effectus. p_ 166. _n_ 1267. -- _circa axem rotatur. p_. 111. _n_. 957. # _p_. 128. _n_. 1071. --_motu Telluris moveri videtur. p._ # 117. _n_. 996. _& $eq_. _quare major prope Horizontem appa-_ # _reat p_. 49. _n_. 735. _Eclip$is_ Solis. _p_. 125. _n_. 1046. -- _diver$a e$t in variis locis. p_. 128. _n_. # 1065. --_quando detur. p_. 127. _n_. 1059. --_Partialis. p_. 128. _n_. 1067. 1068. --_Totatis. n_. 1067. 1068. --_Centralis. n_. 1068. --_Annularis. n_. 1070. Solis _pondus. p_. 163. _n_. 1255. --_gravitas in $uperficie. n_. 1258. --_den$itas. p_. 164. _n_. 1260. Soliditas _Materiæ_. (1) _p_. 3. _n_. 9. Sol$titia. (11) _p_. 139. _n_. 1155. Sonus _ab aere pendet_. (1) _p_. 181. _n_. 504. _hujus inten$itas. p_. 184 _n_. 515. _& $eq_. _augetur in aere compre$$o. p_. 184. _n_. 516. Soni _celeritas. p_. 182. _n_. 508. _& $eq_. Spatium. _vide_ Vacuum. Specula _plana_. (11) _p_. 64. _n_. 799. _&_ -- _$phærica convexa. p_. 65. _n_. 806. # _& $eq_. -- _$phærica cava. p_. 66. _n_. 813. _&_ # _$eq_. -- _u$toria. ibid. n_. 814. -- _cylindrica & conica. p_. 71. _n_. # 863. [0742] Sphæra _parallela_. (11) _p_. 135. _n_. 1123. # 1124. -- _obliqua. n_. 1125. _& $eq_. -- _recta. p_. 137. _n_. 1138. _& $eq_. Statera _Romana_. (1) _p_. 22. _n_. 91. Stellæ _fixæ_. (11) _p_. 108. _n_. 923. _p_. 144. # _n_. 1190. _& $eq_. -- _maximo numero Tele$copiis dete-_ # _guntur. p_. 145. _n_. 1202. -- _quædam $unt periodicæ. p_. 146. # _n_. 1203 -- _quædam apparuere & in totum_ # _evanuere. n_. 1204. Su$pen$ionis _puncta_. (1) _p_. 21. _n_. 86. Sy$tema _Planetarium_. (11) _p_. 107. _n_. # 922. _hujus explicatio phy$ica_. (11) _p_. 169. # _n_. 1275. Syzygiæ. (11) _p_. 125. _n_. 1044. T. Tele$copium. (11) _p_. 56. _n_. 768. -- _A$tronomicum. ibid. n_. 769. -- _rebus terre$tribus videndis ap-_ # _tum. ibid. n_. 772. _p_. 58. _n_. 776. _quare minus $unt perfecta_ Tele$copia # _p_. 88. _n_. 867. Tellus _inter Planetas refertur_. (11) _p_. # 111. _n_. 960. _hujus motus & di$tantia. n_. 960. _p_. # 117. _n_. 996. _& $eq. p_. 130. _n_. 1081 _&_ # _$eq. p_. 143. _n_. 1183. _& $eq_. _p_. 157. # _n_. 1244. _& $eq. p_. 171. _n_. 1281. --_dimen$iones. p_. 113. _n_. 976. --_figura. p_. 186. _n_. 1360. _& $eq_. -- --_ex men$uris non pote$t deter-_ # _minari. p_. 189. _n_. 1375. -- _elevatio ad Æquatorem determi-_ # _natur. p_. 189. _n_. 1370. _in_ Telluris _$uperficie gradus acceden-_ # _do ad Polos augentur. p_. 189. _n_. # 1374. Tempe$tates _annuæ_. (11) _p_. 142. _n_. # 1176. _& $eq_. -- _in Zonâ Torridâ. n_. 1179. _&_ # _$eq_. Tempus. (1) _p_. 15. _n_. 51. 52. -- _medium_. (11) _p_. 138. _n_. 1145. Thermometrum. (11) _p_. 14. _n_. 598. # 599. Tonus. (1) _p_. 185. -- _gravis_. ibid. -- _acutus_. ibid. Trochlea. (1) _p_. 20. _n_. 82. 83. _p_. 29. _n_. # 115. _& $eq_. Tropici. (11) _p_. 130. _n_. 1089. _p_. 134. # _n_. 1114 Tubuli _pulvere nitrato farti_. (11) _p_. # 17. _n_. 609. Tuba _Stentoria_. (1) _p_. 187. _n_. 543. V. Vacuum _po$$ibile e$t_. (1) _p_. 4. _n_. # 13. --_hujus proprietates_. (1) _p_. 5. _n_. 15. -- _datur_. (11) _p_. 153. _n_. 1239. _&_ # _$eq_. Vectis. (1) _p_. 25. _n_. 103. 104. # _hujus proprietates. n_. 103. _& $eq_. Velocitas. (1) _p_. 15. _n_. 53. Venus. (11) _p_. 111. _n_. 959. Via _lactea_. (11) _p_. 145. _n_. 1199. -- _e$t congeries Stellarum. n_. 1200. Vibrationes _Pendulorum_. vide _Pen-_ # _dula_. -- _Fibrarum_. vide _Fibras_. Vi$us. (11) _p_. 45. _n_. 716. Vi$io _di$tincta_. ibid. _n_. 717. _p_. 47. _n_. # 724. _p_. --48. _n_. 728. _confu$a_. ibid. _n_. 718. _judicium de di$tantiâ. p_. 48. _n_. 729. # _& $eq_. _magnitudo apparens_. ibid. _n_. 733. [0743] _judicium de magnitudine_. ibid. _n_. 734. _quidam objecta propinqua, & longin-_ # _qua, di$tinctè vident, intermedia_ # _confu$e. p_. 47. _n_. 725. Vi$io _per vitrum planum_. (11) _p_. 50. _n_. # 739. _& $eq_. --_per lentem convexam_. ibid. _n_. 745. # _& $eq_. --_per lentem cavam_. (11) _p_. 53. # _n_. 757. _objecta in aquâ vi$a ampli$icantur_. # (11) _p_. 50. _n_. 744. Vitra _u$toria_. (11) _p_. 41. _n_. 703. Vitrum _lucidum ex atritu_. (11) _p_. 2. _n_. # 553. _p_. 5. _n_. 557. 558. _p_. 7. _n_. 568. # 569. Unda _in fluidi $uperficie_. (1) _p_. 147. _n_. # 403. _hujus latitudo. p_. 148. _n_. 404. _harum motus, reflectio &c. p_. 147. _n_. # 402. _p_. 148. _n_. 405. _& $eq_. _harum celeritas. p_. 152. _n_. 415. 416. _Unda in aëre. p_. 174. _n_. 476. _harum motus, celeritas &c. p_. 175. # _n_. 477. _& $eq_. Uni$onus. (1) _p_. 185. _n_. 526. Z. Zenit. (11) _p_. 133. _n_. 1099. Zodiacus. (11) _p_. 119. _n_. 1008. # 1009. -- _hujus $igna. n_. 999. _p_. 144. _n_. # 1191. 1192. Zonæ. (11) _p_. 140. _n_. 1159. _& $eq_. _phænomena_ Zonarum _Frigidarum. n_. # 1165. 1170. _& $eq. p_. 142. _n_. 1176. # _& $eq_. -- _Temperatarum. n_. 1 65. _& $eq_. # _p_. 142. _n_. 1176. _& $eq_. -- _Torridæ Zonæ n_. 1163. 1@67. # _p_. 142. _n_. 1179. _& $eq_. FINIS. CATALOGUE Des LIVRES Nouvellement Imprimez à LEIDE, chez PIERRE VANDER Aa.

Index alter Plantarum quae in Horto Academico Lugduno-Batavo aluntur, con$criptus ab _Hermanno Boerhaave_, in 4°. 2 voll. cum figuris.

-- Sermo Academicus de Chemia $uos Errores Expurgante, quem habuit, Quum Chemiæ Profe$$ionem in Acade- mia Lugduno - Batavâ au$picaretur XXI. Septembris 1718. 4.

Oeuvres diver$es de Phy$ique & Me- chanique, de _Mrs. C. & P. Perrault_, de P Academie Royale des Sciences & de l’ Aca- _demie Françoi$e_. _in 4. 2 voll._ avec figures.

La _plus Nouvelle Academie Univer$elle_ _des <034>eux,_ ou Diverti$$emens innocens, contenant, les Regles des Jeux de _Car-_ _ies permis;_ des _Echecs_, du _Trictrac_, du _Revertier,_ du _Toute-Table_, du _Tourne-_ _Cafe_, des _Dames Rabatues_, du _Plain_ & du _Toc_, comme au$$i, celles du _Billard_, du _Mail_, de la _Courte-Paume_, de la _Lon-_ _gue-Paume_, &c. avec des In$tructions @ciles pour apprendre à les bien joüer. _Derniere Edition_ revûe, corrigée, aug- mentée & _enrichie de Figures en taille-dou-_ _ce_. in 12°. 2 _voll_.

_Recueil de plu$ieurs Machines, de nou-_ _velle invention_. Ouvrage Po$thume de Mr. Claude Perrault, de l’Académie Royale des Sciences, Docteur en Me- decine, dela Faculté de Paris. in 4°. _avec_ _figures._

_Les Colloques d’Era$me, Owvrage très-_ _intére$$ant; par la Diver$ité des Sujets, par_ _l’ Enjoument, & pour l’Utilité Mo ale:_ Nouvelle Traduction, par Mon$r. [0744]CATAL. DES LIVR. NOUV. Gueudeville, _avec des Notes, & des figu-_ _res trèsingenieu$es_. in 12°. 6 voll.

Voyages tres-renommées des S<_>rs. Olearius & _Mandel$lo, en Mo$covie, Tartarie_, _Per$e, Indes Orientales, &c. &c. avec tres-_ _belles figures, in folio, 4 voll_.

Les Comedies de Plaute, nouvellement Traduites en Stile libre, naturel & naif; avec des Notes & des Reflexions enjouées, agreables & utiles, deCritique, d’ Antiqui- té, de Morale & de Politique; par Mon$ieur _Gueudeville_. Enrichi d’ E$tampes en Taille- douce à la Tête de chaque Tome & de cha- que Comedie. Divi$ées en dix Tomes. _en_ _grand douze._

Principia Trigonometriæ; $uccinctè demon$trata; Auctore Joh. Wil$on. 8°.

Mo$is Maimouidis Con$titutiones de Siclis; quas Latinitate donavit & notis illu$travit Joannis E$gers, 4°.

Recueil des belles Tailles douces, en ma- niere Noire, Peints, De$$inées, ou Gravées par les celebres Maitres, F. Parmens, Spa- gnolet, W. Vaillant, <034> van Soomeren, D. Teniers, P. Picart, & autres. _in fol_.

Divers Owvrages de belles Figures; Peints, De$$inées, ou Gravées par divers Maîtres très Renommez, $avoir: A Carats, G. Re- ni, A. Corregio, <034>. Callot, Guarcin, S. Vouet, <034>. le Pautre, Rembrant, A. F. Van- der Meulen, A. Collart, & autres. _in fol_.

Marmorea Ba$is Colo$$i Tiberio Cæ- $ari erecti ob Civitates A$iæ re$titutas po$t horrendos terræ tremores. Primus trans Alpes vulgavit, revocavit, notis uberioribus & novis ob$ervationibus ac nummis illu$travit Laurentius Theodo- dorus Gronovius, _in Octavo_.

Vaillant di$cours $ur la $tructure des Fleurs, leurs differences & l’u$age de leurs Par- ties; pr@noncé à l’Ouverture du <034>ardin Royal de Paris, le X. <034>our du Mois de <034>uin 1717. & l’ Etabli$$ement de trois nouveaux Genres de Plantes, l’_Aralia$trum_, la _Scherardia_, la _Boerhaavia_. Avec la De$cription de deux nouvelles Plantes, rapportée au dernier Genre, _in 4°._

Scamozzi Oeuvres d’ Architecture, conte- nuës dans $on Idée de l’Architecture Univer- $elle; dont les Regles des cinq Ordres, que le $ixiéme livre contient, ont ététraduites en François par _Mr. Augu$tin Charles d’A-_ _viler_, & les autres parties traduites nouvel- olement par _Mr Du Ry;_ avec les Planches riginales: Le tout revu & exacte ment cor- rigé $ur l’Original Italien. On y a joint au$$i plu$ieurs nouveaux De$$eins des plus beaux Edifices de _Rome_, dont l’Auteur parle dans $on Ouvrage. _in fol._

Po$t Oewvres d’Architecture, in fol. avec très belles figures.

Vignole Regles descinqOrdres d’Architectu- re, avec plu$ieurs Augmentations de _Michel_ _Ange Buonaroti,_ Nowvellement revûës, corrigées & augmentées par _Mr. Dury,_ 8°.

Vingboons Oewvres d’Architecture, conte- nant les plans, elevations & de$cription des principaux & desplus nowveaux Edifices par lui ordonnéz dans le dernier agrandi$$ement de la Ville d’Am$terdam & autres endroits de ces Provinces, fol. 2 voll. avec figures.

Delices de la Sui$$e, ou l’on void tout ce qu’il y a de plus remarquable dans la Sui$$e, & dans $es Alliez qui compo$ent le Louable Corps Helvetique: la de$cription des Villes, Bourgs, Chateaux; la nature de l’air & du terroir; les Antiquitez du Pays, & les raretez de la Nature; le Naturel, les Mœurs & la Religion des habitans; leurs Gouver- nemens differens, leurs Alliances mutuelles & leurs interëts communs; avec un Memoi- re in$tructif $ur les cau$es de la guerre qui e$t arrivée en Sui$$e, dans l’ An 1712. Par le Sr. Gottlieb Kyp$eler de Mun$ter, le tout enrichi de très belles figures. & CartesGeo- graphiques de$$inées $ur les originaux _in,_ _12°. 4_ voll.

Oewvres de _Mr. Mariotte, de I’Acadé-_ _mie Royale des Sciences_; Divi$ées en deux tomes, comprenent tous les Traitez de cet Auteur, tant ceux qui avoient déja paru $éparément, que ceux qui n’avoient pas en- core été pubiez; Imprimées $ur les Exem- plaires les plus exacts & les plus complets; Revuës & corrigées de nouveau. _in 4°. 2 voll._ _avec figures._

FINIS. [0745] [0745a] Tom. II. In fine po$t Indicem. USUS TABULÆ.

CUm $olus tomus primus de novo editus $it, inde re$pectu tomi $ecundi duo effluxere incom moda, 1. numeri in margine, qui propo- $itiones primi tomi indicant, propter mutatos numeros in $ecunda editione, innutiles fiunt. 2. Eadem de cau$a Index rerum, qui toti operi de$tinatus e$t, tantum in tomo $ecundo u$u venit. Tabella adjecta ambo hæc tollit incommoda; ubi in margine tomi $ecundi numerus datur mi- nor 543., qui ultimus e$t tomi primi in editione prima, quærendus hìc e$t in prima columna Tabellæ, & numerus qui in $ecunda ip$i re$pon- det e$t numerus in $ecunda editione quærendus.

Eodem modo ubi in indice agitur de tomo primo, pag. negligenda e$t, $ed numberus, qui _n_. notatur, quærendus e$t in hac tabella, ut habeamus numerum in margine $ecundæ editio- nis quærendus, & qui propo$itioni in indi- ce indicatæ re$pondet.

Compendii cau$a tantum in hac tabella no- tantur numeri, qui aut in margine tomi $ecun- di, aut in indice ad calcem hujus, reperiuntur.

TABULA Demon$trans quorundam numerorum 1<_>æ. & 2<_>dæ. Editionis convenientiam. Ed. 1<_>a. # Ed. 2<_>a. # Ed. 1<_>a. # Ed. 2<_>a. # Ed. 1<_>a. # Ed. 2<_>a. # Ed. 1<_>a. # Ed. 2<_>a. # Ed. 1<_>a. # Ed. 2<_>a. # Ed. 1<_>a. # Ed. 2<_>a. # Ed. 1<_>a. # Ed. 2<_>a. # Ed. 1<_>a. # Ed. 2<_>a. 1 # 1 # 44 # 70 # 105 # 175 # 158 # 290 # # # 272 # 707 # 356 # 797 # 463 # 1120 2 # 2 # 47 # 86 # 112 # 186 # # # 225 # {354 \\ 396 # 280 # 720 # 358 # 801 # 464 # 1121 3 # 3 # 48 # 87 # 113 # 188 # 161 # {296 \\ 311 \\ 551 # # # 281 # 722 # 368 # 815 # 465 # 1121 4 # 4 # 49 # 88 # 114 # 190 # # # # # 282 # 726 # 370 # 817 # 467 # 1124 5 # 6 # 50 # 89 # 115 # 192 # 162 # 552 # 226 {355 \\ 397 # # 283 # 729 # 378 # 827 # 468 # 1125 6 # 7 # 51 # 90 # 118 # 200 # 166 # 476 # # # 284 # 733 # 379 # 837 # 469 # 1126 7 # 8 # 52 # 93 # # # # # 231 # 361 # 285 # 734 # 390 # 856 # 470 # 1127 8 # 9 # 53 # 94 # 119 {204 \\ 205 \\ 212 # # 170 # {490 \\ 491 # # # # 286 # 735 # 391 # 857 # 472 # 1130 9 # 10 # 55 # 96 # # # # # 232 {363 \\ 409 # # 287 # 736 # 392 # 858 # 474 # 1133 10 # 11 # 56 # 97 # # # 171 # 519 # # # 288 # 737 # 398 # 868 # 476 # 1136 11 # 12 # 57 # 104 # 120 {206 \\ 215 # # 175 # 473 # 234 # 367 # 290 # 742 # 399 # 869 # 477 # 1137 13 # 15 # 62 # 450 # # # 177 # 557 # 235 # 369 # 292 # 748 # 402 # 872 # 502 # 1168 14 # 17 # 63 # 447 # 121 # 208 # 179 # 565 # # # 295 # 753 # 403 # 873 # 504 # 1170 # # 64 # 470 # 122 # 217 # 190 # 246 # 236 {371 \\ 408 # # 296 # 754 # 404 # 874 # 508 # 1182 15 {19 \\ 20 # # 67 # 107 # 123 # 218 # 191 # 615 # # # 306 # 769 # 405 # 875 # 515 # 1190 # # 72 # 113 # 124 # 243 # 192 # 604 # 237 # 373 # 309 # 774 # 415 # 889 # 516 # 1191 20 # 25 # 73 # 114 # 125 # 245 # 193 # 612 # # # 312 # 778 # 416 # 890 # 525 # 1200 26 # 23 # 75 # 116 # 126 # 247 # 196 # 220 # 239 {376 \\ 409 # # 314 # 781 # 417 # 1050 # 526 # 1201 28 # 48 # 77 # 118 # 127 # 249 # 197 # 223 # # # 315 # 784 # 418 # 1051 # 527 # 1202 29 # 49 # 78 # 119 # 128 # 250 # 198 # 221 # # # 317 # 786 # 424 # 1060 # 528 # 1203 30 # 50 # 79 # 120 # 129 # 251 # 203 # 232 # 241 {381 \\ 411 # # 318 # 788 # 426 # 1063 # 529 # 1204 31 # 51 # 82 # 123 # 131 # 255 # 204 # 233 # # # 319 # 891 # 429 # 1066 # 530 # 1205 33 # 55 # 83 # 124 # # # 208 # 326 # # # 320 # 956 # 431 # 1092 # 531 # 1206 # # 84 # 125 # 132 {276 \\ 546 # # 210 # 328 # 243 {385 \\ 390 # # 330 # 942 # 435 # 1093 # 532 # 1207 35 {56 \\ 78 # # 85 # 126 # # # 217 # 343 # # # 331 # 957 # # # 536 # 1211 # # 86 # 127 # 139 # 235 # 218 # 344 # 244 # 668 # 334 # 954 # 439 \\ 440} # 1096 # 538 # 1214 36 # 57 # 87 # 128 # 143 # 239 # 219 # 345 # 249 # 673 # 335 # 958 # # # 539 # 1215 # # 91 # 135 # 144 # 263 # 220 # 346 # 251 # 675 # 336 # 928 # 442 # 1099 # 542 # 1218 37 {59 \\ 85 # # 92 # 137 # 151 # 273 # 221 # 347 # 257 # 686 # 339 # 971 # 454 # 1111 # 543 # 1219 # # 95 # 143 # 153 # 278 # 222 # 348 # 262 # 692 # 346 # 977 # 457 # 1114 # # # # 96 # 144 # 154 # 279 # 223 # 349 # 266 # 697 # # # 458 # 1115 # # 38 {58 \\ 80 # # 102 # 155 # # # 224 # 351 # 269 # 702 # 347 \\ 351} # 965 # 459 # 1116 # # # # 103 # 172 # 157 {288 \\ 307 # # # # 270 # 704 # # # 461 # 1118 # # 40 # 61 # 104 # 174 # # # # # 271 # 705 # 354 # 794 # 462 # 1119 # # [0746] [0747] [0748] [0749] [0750]